NL1036693C2 - Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1036693C2
NL1036693C2 NL1036693A NL1036693A NL1036693C2 NL 1036693 C2 NL1036693 C2 NL 1036693C2 NL 1036693 A NL1036693 A NL 1036693A NL 1036693 A NL1036693 A NL 1036693A NL 1036693 C2 NL1036693 C2 NL 1036693C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnet
clamp
magnetic path
magnets
clamps
Prior art date
Application number
NL1036693A
Other languages
English (en)
Inventor
Pedro Salcedo
Niek Koerselman
Tim Jaspers
John Groot
Original Assignee
Dofra B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dofra B V filed Critical Dofra B V
Priority to NL1036693A priority Critical patent/NL1036693C2/nl
Priority to EP10155010A priority patent/EP2277397B1/en
Priority to ES10155010T priority patent/ES2379993T3/es
Priority to PL10155010T priority patent/PL2277397T3/pl
Priority to AT10155010T priority patent/ATE539626T1/de
Priority to US12/721,102 priority patent/US8328000B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1036693C2 publication Critical patent/NL1036693C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N15/00Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs
    • A23N15/08Devices for topping or skinning onions or flower bulbs
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K49/00Dynamo-electric clutches; Dynamo-electric brakes
    • H02K49/10Dynamo-electric clutches; Dynamo-electric brakes of the permanent-magnet type
    • H02K49/102Magnetic gearings, i.e. assembly of gears, linear or rotary, by which motion is magnetically transferred without physical contact

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Pretreatment Of Seeds And Plants (AREA)

Description

Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze.
5
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen.
10 Bij een dergelijke, uit het Nederlandse octrooi NL 1028752 C bekende inrichting zijn vier paar armen elk aan een uiteinde voorzien van een klem. De armen zijn draaibaar om een centrale hartlijn. Een te bewerken landbouwgewas zoals bijvoorbeeld een ui wordt eerst ontstaart en ontkopt, waarna de ui wordt voorzien van twee aan weerszijden van de ui gelegen insneden die zich uitstrekken 15 tussen het ontstaarte en ontkopte gedeelte van de ui. Vervolgens wordt de ui ingeklemd waarbij de klemmen electrisch of mechanisch worden geactiveerd. De ontstaarte en ontkopte gedeeltes zijn hierbij naar de klemmen toegericht. Daarna wordt de ui met met behulp van de klemmen om een zich door de klemmen heen uitstrekkende rotatie-as geroteerd, terwijl een mes tegen de buitenzijde van de ui 20 aan wordt gedrukt. Hierdoor wordt een insnede in de gehele omtrek van de ui aangebracht. Tegelijkertijd worden de armen met de klemmen en de daartussen geklemde ui om de centrale hartlijn gedraaid. Na het insnijden wordt met behulp van een blaasinrichting de thans los op de ui liggende buitenste schildelen van de ui afgeblazen. Vervolgens worden de klemmen van elkaar af verplaatst, waarna de 25 gepelde ui wordt afgevoerd.
Het roteren van de klemmen om hun rotatie-as tijdens het tegelijkertijd draaien van de klemmen om de centrale hartlijn, geschiedt bij de bekende inrichting met behulp van een aantal snaren. Het activeren van de klemmen om de ui in te klemmen respectievelijk los te laten geschiedt met behulp van een 30 mechanische aandrijving met curveschijven en trekveren.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat ondermeer door de snaren de inrichting moeilijk schoon is te houden. Verder is de inrichting door de diverse langs elkaar glijdende onderdelen gevoelig voor slijtage. Tevens omvat de bekende 1036693 2 inrichting relatief veel onderdelen waardoor de montagetijd en eventuele reparatietijd relatief lang zijn.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze een functie-element zoals bijvoorbeeld een klem kan worden aangedreven.
Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de 5 inrichting ten minste is voorzien van een magneetbaan die een aantal afwisselend gepolariseerde magneetsegmenten omvat, welke inrichting verder is voorzien van ten minste een magneet die ten opzichte van de magneetbaan verplaatsbaar is, waarbij afhankelijk van de positie van de magneet ten opzichte van de magneetsegmenten van de magneetbaan, een met de magneet gekoppeld functie-10 element verplaatsbaar is.
Door de magneetbaan en de daarmee samenwerkende magneet kan een snelle verplaatsing van het functie-element worden gerealiseerd. Tussen de magneetbaan en de magneet kan telkens een luchtspleet aanwezig zijn zodat geen slijtage zal optreden. Ook het schoonhouden en onderhoud van de magneetbaan en de 15 magneet is hierdoor aanzienlijk eenvoudiger dan bij de bekende inrichting. Bij het gebruik van permanent magneten is bovendien geen afzonderlijke mechanische of elektrische aandrijving voor het functie-element nodig.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de magneetbaan zich ten minste gedeeltelijk langs de omtrek 20 van een cirkel uitstrekt, waarbij de inrichting verder is voorzien van een om de centrale hartlijn van de cirkel draaibare houder die op afstand van de centrale hartlijn is voorzien van een aantal kleminrichtingen, waarbij elke kleminrichting is voorzien van een functie-element en een magneet die samenwerkt met de magneetbaan.
25 Tijdens het draaien van de houder om de centrale hartlijn, wordt de magneet tegenover telkens een ander gedeelte van de magneetbaan gebracht. Afhankelijk of de polariteit van het magneetsegment dezelfde is of tegengesteld is aan die van de magneet zal de magneet worden afgestoten of aangetrokken, waardoor de magneet en derhalve het daarmee gekoppelde functie-element zal worden verplaatst.
30 Tijdens het draaien van de houder liggen bij voorkeur tegelijkertijd magneten van verschillende kleminrichtingen tegenover de magneetbaan zodat tegelijkertijd verschillende functie-elementen kunnen worden aangedreven. De magneetbaan kan zich over de volledige omtrek van de cirkel uitstrekken. Indien echter de kleminrichtingen tijdens het draaien om de centrale hartlijn over een bepaald 3 gedeelte van de cirkel niet behoeven te worden geactiveerd, kan over dat gedeelte van de cirkel de magneetbaan achterwege worden gelaten.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elke kleminrichting ten minste is voorzien van een behuizing en een ten opzichte van de behuizing verplaatsbare klem die het functie-element 5 vormt, welke klem is verbonden met de magneet, waarbij in bedrijf door samenwerking tussen de magneet en de magneetsegmenten van de magneetbaan de klem ten opzichte van de behuizing verplaatsbaar is.
Op deze wijze wordt een eenvoudige verplaatsing van de klem gerealiseerd.
Een weer andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding 10 wordt gekenmerkt doordat de klem roteerbaar om een rotatie-as in de behuizing is gelagerd, waarbij de kleminrichting is voorzien van een cirkelvormige magneetbaan die de magneet en verdere magneten omvat, welke magneten afwisselend zijn gepolariseerd, waarbij in bedrijf bij draaiing van de houder om de centrale hartlijn, de cirkelvormige magneetbaan en derhalve de klem om de rotatie-as roteerbaar is.
15 Bij het draaien van de houder om de centrale hartlijn rollen de magneten van de cirkelvormige magneetbaan zich als het ware af langs de magneetsegmenten van de magneetbaan. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een rotatie van de klem gerealiseerd. Diverse klemmen van verschillende kleminrichtingen kunnen op deze wijze tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar worden geroteerd.
20 Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afstand tussen twee opeenvolgende magneetsegmenten van de magneetbaan nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen twee opeenvolgende magneten van de cirkelvormige magneetbaan van de kleminrichting.
25 Hierdoor wordt een gelijkmatige rotatiesnelheid verkregen.
Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de klem over een zich evenwijdig aan de centrale hartlijn uitstrekkende translatie-as verschuifbaar in de behuizing is gelagerd, waarbij in bedrijf bij draaiing van de houder om de centrale hartlijn, de met de 30 klem verbonden magneet en derhalve de klem over de translatie-as transleerbaar is.
Op deze wijze kan de klem eenvoudig op een door de magneetbaan bepaalde positie van een het landbouwgewas inklemmende positie naar een het gewas vrijgevende positie worden verplaatst en vice versa. Een afzonderlijke regelaar is hierbij overbodig. Het gewas kan hierbij door de klem worden beetgepakt, tegen 4 een meedraaiende schijf worden geklemd of tussen de klem en een andere klem worden geklemd.
Bij het gebruik van relatief sterke magneten zoals bijvoorbeeld supermagneten wordt de klem relatief snel getransleerd.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt 5 gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van ten minste twee magneetbanen, waarbij de eerste magneetbaan samenwerkt met de cirkelvormige magneetbaan voor het roteren van de klem, terwijl de tweede magneetbaan samenwerkt met een voor het transleren van de klem voorziene magneet.
Door de twee magneetbanen kan de klem zowel worden getransleerd als 10 geroteerd. Hierbij is de magneet voor het transleren van de klem een andere magneet dan de magneten voor het roteren van de klem. Ze zijn echter wel allemaal met de klem verbonden.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de de inrichting is voorzien van twee paar eerste en 15 tweede magneetbanen alsmede van twee om de centrale hartlijn roteerbare houders, waarbij kleminrichtingen van beide houders tegenover elkaar zijn gelegen.
Op deze wijze wordt het landbouwgewas ingeklemd tussen twee klemmen van tegenover elkaar gelegen kleminrichtingen en vervolgens met behulp van de twee klemmen om de rotatie-as geroteerd. Tussen de houders zijn bij voorkeur 20 snij-inrichtingen en of blaasinrichtingen gelegen die een snijdende respectievelijk blazende bewerking op het landbouwgewas uitvoeren. Ook andere bewerkingsgereedschappen zoals bijvoorbeeld borstels, schrapers, polijstgereedschappen, vernevelaars, sproeiers, inkerfgereedschappen etc. zijn denkbaar.
25 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze, die wordt gekenmerkt doordat ten minste een magneet ten opzichte van een magneetbaan die een aantal afwisselend gepolariseerde magneetsegmenten omvat, wordt verplaatst, waarbij de magneet wordt afgestoten of aangetrokken, waarbij een met de magneet gekoppeld functie-element wordt verplaatst.
30 Hierdoor kan op eenvoudige wijze een functie-element worden verplaatst waar geen contact behoeft op te treden tussen de magneetbaan en de magneet. Hierdoor wordt slijtage en vervuiling voorkomen.
Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat een landbouwgewas nabij een opnamepositie tussen klemmen 5 wordt ingeklemd, welke klemmen met behulp van magneten naar elkaar toe worden verplaatst, vervolgens het landbouwgewas samen met de klemmen om een zich door de klemmen heen uitstrekkende rotatie-as wordt geroteerd, terwijl het tevens met behulp van magneten om een op afstand van de rotatie-as gelegen centrale hartlijn wordt gedraaid, waarbij een bewerking op het gewas wordt 5 uitgevoerd, waarna nabij een afgiftepositie de klemmen met behulp van magneten van elkaar af worden verplaatst.
Het gehele verloop van inklemmen, draaien, roteren, losmaken van de klemmen vindt plaats door het enkel draaien van de klemmen om de centrale hartlijn en het daardoor positioneren van met de klemmen verbonden magneten 10 tegenover stationair opgestelde mageneten of magneetsegmenten.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: figuur ï een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding toont, 15 figuur 2 een bovenaanzicht van de in fig. 1 weergegeven inrichting toont, figuur 3 een vooraanzicht van de in fig. 1 weergegeven inrichting toont, figuur 4 een uitvergroot detail IV van de in fig. 3 weergegeven inrichting toont, figuur 5 een eerste, zich rond een cirkel uitstrekkende magneetbaan van de in 20 fig 1. weergegeven inrichting toont, figuur 6 een uitvergroot detail van de in fig. 5 weergegeven eerste magneetbaan toont, figuur 7 een uitgeslagen perspectivisch aanzicht van een eerste deel van een tweede, zich rond een cirkel uitstrekkende magneetbaan van de in fig 1.
25 weergegeven inrichting toont, figuur 8 een samengesteld perspectivisch aanzicht van het in fig 7 weergegeven eerste deel toont, figuur 9 een uitgeslagen perspectivisch aanzicht van een tweede deel van een tweede, zich rond een cirkel uitstrekkende magneetbaan van de in fig 1.
30 weergegeven inrichting toont, figuur 10 een samengesteld perspectivisch aanzicht van het in fig 9 weergegeven tweede deel toont, figuur 11 een perspectivisch aanzicht van een kleminrichting van de in fig.i weergegeven inrichting toont, 6 figuur 12 een uitgeslagen perspectivisch aanzicht van de in fig. n weergegeven kleminrichting toont, figuur 13 een dwarsdoorsnede van de in fig. 11 weergegeven kleminrichting toont, figuur 14 een uitvergroot, uitgeslagen perspectivisch aanzicht van de 5 cirkelvormige magneetbaan van de in fig. 11 weergegeven kleminrichting toont.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwi j zingsci j fers.
Fig. 1-3 tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht, bovenaanzicht en vooraanzicht van een inrichting 1 volgens de uitvinding die geschikt is voor het 10 bewerken van landbouwgewassen, zoals bijvoorbeeld uien. De inrichting 1 is voorzien van centrale as 2 die zich langs een centrale hartlijn 3 uitstrekt. De as 2 strekt zich uit door twee stationair opgestelde ringvormige schijven 4. Elke ringvormige schijf 4 is langs de omtrek voorzien van een aantal afwisselend gepolariseerde magneetsegmenten 5, 6 die gezamenlijk een eerste magneetbaan 7 15 vormen. De magneetbaan 7 strekt zich langs de volledige omtrek van een cirkel uit waarvan het middelpunt samenvalt met de centrale hartlijn 3 van de centrale as 2. Bij de magneetsegmenten 5 is de S-pool aan de buitenzijde van de ringvormige schijf 4 gelegen terwijl de N-pool aan de binnenzijde is gelegen. Bij de magneetsegmenten 6 is de S-pool aan de binnenzijde van de ringvormige schijf 4 20 gelegen terwijl de N-pool aan de buitenzijde is gelegen. Zie hiervoor ook fig. 5 en 6.
Aan van elkaar afgekeerde zijden van de ringvormige schijven 4 is de inrichting 1 voorzien van cirkelsegment-vormige dragers 8 die elk zijn voorzien van drie naast elkaar gelegen magneetsegmenten 9 die op eenzelfde wijze zijn gepolariseerd en twee nabij uiteinden van de magneetsegmenten 9 gelegen 25 magneetsegmenten 10 die tegengesteld aan de magneetsegmenten 9 zijn gepolariseerd. De polarisatierichting van de magneetsegmenten 9,10 is evenwijdig aan de centrale hartlijn 3 gericht. De magneetsegmenten 9,10 vormen samen een tweede magneetbaan 11. De tweede magneetbaan 11 strekt zich slechts over een deel van de omtrek van een cirkel uit. Het aantal wisselingen in polariteit bij de 30 tweede magneetbaan 11 is slechts twee terwijl bij de eerste magneetbaan een groot aantal wisselingen optreden. De tweede magneetbanen 11 zijn op een cirkel met een grotere diameter gelegen dan de eerste magneetbaan 7. De tweede magneetbanen 11 zijn met behulp van afstandhouders 12 met de ringvormige schijven 4 verbonden.
7
Tussen de ringvormige schijven 4 zijn twee schijfvormige houders 13 gelegen, die zijn verbonden met de centrale as 2 en draaibaar zijn om de centrale hartlijn 3 in de door pijl Pi aangegeven richting. De draaiing van de houders 13 geschiedt door het aandrijven van de centrale as 2 met behulp van een elektromotor (niet weergegeven). Elke houder 13 is aan een van de centrale hartlijn afkeerde 5 buitenzijde voorzien van zes regelmatig langs de omtrek opgestelde kleminrichtingen 14.
Tussen de houders 13 zijn zes armen 15 gelegen die tesamen met de houders 13 draaibaar zijn om de centrale hartlijn 3. Elke arm 15 is verder zwenkbaar om de centrale hartlijn 3 in een van de kleminrichting 14 af en naar de kleminrichting 14 10 toe gekeerde richting met behulp een eigen mechanische aandrijving (niet weergegeven). Elke arm 15 is aan een van de centrale hartlijn 3 afgekeerde zijde voorzien van een snijkop 16 die een scherpe snijpunt 17 als mede twee aan weerszijden van de snijpunt 17 voorziene luchttoevoeropeningen 18 omvat. De luchttoevoeropeningen 18 worden via luchttoevoerleidingen 19 van perslucht 15 voorzien.
Fig. 7 en 8 tonen het magneetsegment 9. Zoals duidelijk zichtbaar in Fig. 7 is het magneetsegment 9 voorzien van een stalen onderplaat 21, daarop gelegen magneetdelen 22, een de magneetdelen 22 afdekkende kap 23 en eindkappen 24.
De stalen onderplaat 21 is voorzien van bevestigingselementen 25 voor het 20 bevestigen van het magneetsegment 9 met behulp van de afstandhouders 12 aan de ringvormige schijf 4. De magneetdelen 22 zijn gepolariseerd zodat de N-pool aan een van de onderplaat 21 afgekeerde zijde is gelegen terwijl de S-pool nabij de onderplaat 21 is gelegen.
Fig. 9 en 10 tonen het magneetsegment 10. Zoals duidelijk zichtbaar in Fig. 9 25 is het magneetsegment 10 voorzien van een stalen onderplaat 31, daarop gelegen magneetdelen 32, een de magneetdelen 32 afdekkende kap 33 en eindkappen 34. De stalen onderplaat 31 is voorzien van bevestigingselementen 35 voor het bevestigen van het magneetsegment 10 met behulp van de afstandhouders 12 aan de ringvormige schijf 4. Afstandhouders 12' zijn voorzien voor het bevestigen van de 30 magneetsegmenten 9,10 aan de cirkelvormige drager 8. De magneetdelen 32 zijn gepolariseerd zodat S-pool aan een van de onderplaat 31 afgekeerde zijde is gelegen terwijl de N-pool nabij de onderplaat 31 is gelegen.
Fig. 11-14 tonen diverse aanzichten van de kleminrichting 14. De kleminrichting 14 is voorzien een behuizing 41 die losneembaar op de houder 13 is 8 bevestigd. Hierdoor is het vervangen van de kleminrichting 14 in het geval van storingen zeer eenvoudig. In de behuizing 41 is een holle as 42 gelagerd die aan een uiteinde is voorzien van een eerste magneethouder 43. In de holle as 42 is een as 44 gelagerd, welke as 44 verschuifbaar is in de holle as 42 in en tegengesteld aan de door pijl P2 aangegeven richting. De as 44 is met behulp van een spie 45 tegen 5 rotatie ten opzichte van de holle as 42 geborgd. De as 44 strekt zich aan weerszijden van de behuizing 41 uit. De as 44 is aan een nabij de eerste magneethouder 43 gelegen uiteinde voorzien van een tweede magneethouder 46. Aan een van de magneethouders 43,46 afgekeerde zijde van de behuizing 41 is de as 44 voorzien van een klem 47. De klem 47 is voorzien van langwerpige xo uitsteeksels 48, 49 die in twee vierkanten zijn opgesteld. De door twee naast elkaar gelegen uitsteeksels 48 resp. 49 ingesloten hoek is naar het midden van de klem 47 toe gericht. Hierdoor wordt een goede klemming van het in te klemmen gewas verkregen.
De holle as 42 is tesamen met de eerste magneethouder 43, de as 44, de 15 tweede magneethouder 46 en de klem 47 roteerbaar in de door pijl P3 aangegeven richting om de rotatie-as 50 vormende hartlijn van de holle as 42 en de as 44.
De eerste magneethouder 43 is voorzien van een kamer 51 waarin acht magneten 52, 53 zijn gelegen. De magneten 52, 53 vormen een cirkelvormige magneetbaan. De magneten 52 zijn zodanig gepolariseerd dat de S-pool aan een 20 van de rotatie-as 50 afgekeerde zijde is gelegen terwijl de N-pool naar de rotatie-as 50 toe is gericht. De magneten 53 zijn zodanig gepolariseerd dat de N-pool aan een van de rotatie-as 50 afgekeerde zijde is gelegen terwijl de S-pool naar de rotatie-as 50 toe is gericht. Zie hiervoor ook fig. 4. De kamer 51 is afgesloten met behulp van een afdekplaat 54.
25 De tweede magneethouder 46 omvat een magneet 61 die aan een naar de eerste magneethouder 43 toegekeerde zijde aanligt tegen een stalen plaat 62. De magneet 61 wordt aan het zicht onttrokken door een afdekkap 63. De N-pool van de magneet 61 is aan een van de stalen plaat 62 afgekeerde zijde gelegen terwijl de S-pool naar de stalen plaat 62 toe is gericht.
30 Zoals duidelijk zichtbaar in fig. 4 zijn de eerste magneethouders 43 van de kleminrichtingen 14 tegenover de ringvormige houder 4 gelegen, waarbij tussen de magneetsegmenten 5, 6 en de magneten 52, 53 een luchtspleet 55 aanwezig is. De afstand tussen de magneetsegmenten 5, 6 is even groot als de afstand tussen de magneten 52, 53.
9
Een aantal tweede magneethouders 46 zijn tegenover de magneetsegmenten 9,10 gelegen.
De werking van de inrichting 1 volgens de uitvinding is als volgt.
Via een toevoerinrichting (niet weergegeven) wordt een landbouwgewas zoals bijvoorbeeld een ui in de door pijl P4 aangegeven toevoerrichting naar een 5 opnamepositie tussen de magneetsegmenten 10 gebracht. Tussen de magneetsegmenten 10 bevindt zich een paar tegenover elkaar gelegen kleminrichtingen 14. De magneten 61 van de tweede magneethouders 46 worden aangetrokken door de magneetsegmenten 10 waardoor de klemmen 47 van elkaar af zijn verplaatst. Tussen de klemmen 47 kan nu een ui worden gepositioneerd. Door 10 het verder draaien van de houders 13 in de door pijl Pi aangegeven richting, worden de tweede magneethouders 46 van de kleminrichtingen 14 tegenover de magneetsegmenten 9 gepositioneerd die tegengesteld zijn gepolariseerd aan de magneetsegmenten 10. Hierdoor zal een afstotende kracht op de magneten 61 worden uitgeoefend ten gevolge waarvan de tweede magneethouders 46, de 15 daarmee verbonden assen 44 en de klemmen 47 in de door pijl P2 aangegeven richting ten opzichte van de behuizing 41 worden verplaatst. Hierbij worden de uitsteeksels 48, 49 in de ontstaarte en ontkopte gedeeltes van de ui gedrukt, waardoor de ui tussen de klemmen 47 wordt ingeklemd.
Tijdens het draaien van de houders 13 in de door pijl Pi aangegeven richting 20 worden de magneten 53 telkens aangetrokken door de magneetsegmenten 5 op de schijf 4, terwijl de magneten 52 telkens worden aangetrokken door de magneetsegmenten 6 op de schijf 4. Hierdoor gaan de eerste magneethouders 43 roteren in de door pijl P3 aangeven richting. Door het roteren van de magneethouders 43 worden tevens de holle assen 42, de assen 44, de tweede 25 magneethouders 46, de klemmen 47 en de door de klemmen 47 ingeklemde ui geroteerd.
Vervolgens wordt de bij een paar kleminrichingen 14 behorende snijkop 16 naar de ui toe verplaatst en in de ui gedrukt. Doordat de ui tegelijkertijd wordt geroteerd, wordt door de snijpunt 17 een insnijding in de gehele omtrek van de ui 30 aangebracht. Daarna wordt perslucht via de luchttoevoerleiding 19 naar de luchttoevoeropeningen 18 geleid, waardoor op de ui losliggende schillen van de ui af worden geblazen. Vervolgens wordt de snijkop 16 weer van de ui af verplaatst. Zodra de kleminrichtingen 14 door het draaien van de houders 13 tussen de magneetsegmenten 10 aan de rechterzijde van de in fig. 3 weergegeven inrichting 1 10 zijn gelegen, worden de tweede magneethouders 46 aangetrokken door de magneetsegmenten 10 en in een aan pijl P2 tegengestelde richting verplaatst, waardoor de ui niet meer is ingeklemd. De ui wordt vervolgens in de door pijl P5 aangegeven richting afgevoerd.
Aan de onderzijde van de inrichting 1 bevinden zich geen magneetsegmenten 5 9,10 omdat daar het al of niet geopend zijn van de klemmen 47 niet relevant is.
Indien gewenst is het ook mogelijk om aan de onderzijde de magneten 5, 6 op de schijf achterwege te laten.
Het is ook mogelijk om de afstand tussen de magneten 5,6 over de omtrek van de schijf te variëren waardoor een variërende rotatiesnelheid van de klemmen 10 wordt verkregen.
Het is ook mogelijk om enkel het inklemmen of enkel het roteren van de klemmen met behulp van samenwerkende magneten en magneetbanen uit te voeren.
Het is ook mogelijk om de klemmen enkel met behulp van magneetkracht te 15 sluiten en de klemmen te openen met behulp van bijvoorbeeld veerkracht of het gewas onder zwaartekracht uit de klemmen te laten vallen.
Het is ook mogelijk om de armen 15 op eenzelfde wijze als het openen en sluiten van de klemmen 47 en het roteren van de klemmen 47 met behulp van samenwerkende magneten en magneetbanen uit te voeren.
20 Het is ook mogelijk om andere landbouwgewassen te bewerken zoals knolgewassen, koolsoorten etc.
Het is ook mogelijk om andere bewerkingen op het landbouwgewas uit te voeren.
Het is ook mogelijk om de kleminrichtingen op een eindloze transportband te 25 bevestigen en te laten verplaatsen ten opzichten van een lineaire magneetbaan met een aantal afwisselend gepolariseerde magneetsegmenten.
1 03 6 6 9 3

Claims (14)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie ï, met het kenmerk, dat de magneetbaan zich ten minste gedeeltelijk langs de omtrek van een cirkel uitstrekt, waarbij de inrichting verder is voorzien van een om de centrale hartlijn van de cirkel draaibare houder die op afstand van de centrale hartlijn is voorzien van een aantal kleminrichtingen, waarbij elke kleminrichting is voorzien van een functie-element en een magneet die 15 samenwerkt met de magneetbaan.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elke kleminrichting ten minste is voorzien van een behuizing en een ten opzichte van de behuizing verplaatsbare klem die het functie-element vormt, welke klem is verbonden met de magneet, waarbij in bedrijf door samenwerking tussen de magneet en de 20 magneetsegmenten van de magneetbaan de klem ten opzichte van de behuizing verplaatsbaar is.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de klem roteerbaar om een rotatie-as in de behuizing is gelagerd, waarbij de kleminrichting is voorzien van een cirkelvormige magneetbaan die de magneet en verdere magneten omvat, welke 25 magneten afwisselend zijn gepolariseerd, waarbij in bedrijf bij draaiing van de houder om de centrale hartlijn, de cirkelvormige magneetbaan en derhalve de klem om de rotatie-as roteerbaar is.
  4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afstand tussen twee opeenvolgende magneetsegmenten van de magneetbaan nagenoeg gelijk is aan de 30 afstand tussen twee opeenvolgende magneten van de cirkelvormige magneetbaan van de kleminrichting.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de klem over een zich evenwijdig aan de centrale hartlijn uitstrekkende translatie-as verschuifbaar in de behuizing is gelagerd, waarbij in bedrijf bij draaiing van de houder om de centrale 1036693 hartlijn, de met de klem verbonden magneet en derhalve de klem over de translatie-as transleerbaar is.
  6. 7. Inrichting volgens conclusie 4 en 6, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste twee magneetbanen, waarbij de eerste magneetbaan samenwerkt met de cirkelvormige magneetbaan voor het roteren van de klem, 5 terwijl de tweede magneetbaan samenwerkt met een voor het transleren van de klem voorziene magneet.
  7. 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee paar eerste en tweede magneetbanen alsmede van twee om de centrale hartlijn roteerbare houders, waarbij kleminrichtingen van beide houders tegenover 10 elkaar zijn gelegen.
  8. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat tussen de houders ten minste een snij-inrichting is gelegen die naar de kleminrichting toe en van de kleminrichtingen af verplaatsbaar is.
  9. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat tussen de houders 15 ten minste een blaasinrichting is gelegen.
  10. 11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de magneet en/of magneetbaan supermagneten en/of elektromagneten omvat.
  11. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de magneet en/of magneetbaan aan een van de daarmee samenwerkende magneet of 20 magneetsegment afgekeerde zijde is voorzien van een stalen plaat.
  12. 13. Werkwijze geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen met behulp van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een magneet ten opzichte van een magneetbaan die een aantal afwisselend gepolariseerde magneetsegmenten omvat, wordt 25 verplaatst, waarbij de magneet wordt afgestoten of aangetrokken, waarbij een met de magneet gekoppeld functie-element wordt verplaatst.
  13. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een landbouwgewas nabij een opnamepositie tussen klemmen wordt ingeklemd, welke klemmen met behulp van magneten naar elkaar toe worden verplaatst, vervolgens het 30 landbouwgewas samen met de klemmen om een zich door de klemmen heen uitstrekkende rotatie-as wordt geroteerd, terwijl het tevens met behulp van magneten om een op afstand van de rotatie-as gelegen centrale hartlijn wordt gedraaid, waarbij een bewerking op het gewas wordt uitgevoerd, waarna nabij een afgiftepositie de klemmen met behulp van magneten van elkaar af worden verplaatst.
  14. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat ten minste over een deel van de verplaatsing van de klemmen tussen de afgiftepositie en de opnamepositie de klemmen niet met behulp van magneten worden geroteerd. 5 1 03 6 6 9 3
NL1036693A 2009-03-10 2009-03-10 Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze. NL1036693C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036693A NL1036693C2 (nl) 2009-03-10 2009-03-10 Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze.
EP10155010A EP2277397B1 (en) 2009-03-10 2010-03-01 Device and method for processing agricultural products such as bulbous plants
ES10155010T ES2379993T3 (es) 2009-03-10 2010-03-01 Dispositivo y método para procesar productos agrícolas tales como plantas bulbosas
PL10155010T PL2277397T3 (pl) 2009-03-10 2010-03-01 Urządzenie i sposób obróbki produktów rolniczych, takich jak rośliny cebulowe
AT10155010T ATE539626T1 (de) 2009-03-10 2010-03-01 Vorrichtung und verfahren zur verarbeitung von landwirtschaftlichen produkten, wie etwa zwiebelgewächse
US12/721,102 US8328000B2 (en) 2009-03-10 2010-03-10 Device suitable for processing agricultural products such as bulbous plants, as well as such a method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036693 2009-03-10
NL1036693A NL1036693C2 (nl) 2009-03-10 2009-03-10 Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036693C2 true NL1036693C2 (nl) 2010-09-13

Family

ID=41211778

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036693A NL1036693C2 (nl) 2009-03-10 2009-03-10 Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US8328000B2 (nl)
EP (1) EP2277397B1 (nl)
AT (1) ATE539626T1 (nl)
ES (1) ES2379993T3 (nl)
NL (1) NL1036693C2 (nl)
PL (1) PL2277397T3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102488299B (zh) * 2011-11-15 2013-07-17 江苏大学 包络换位式水果过渡装置及方法

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030080644A1 (en) * 1997-12-09 2003-05-01 Nelson William G. Removable and corrosion resistant stator assembly for an inductive drive mechanism
NL1028752C1 (nl) * 2005-04-13 2006-10-16 Backus Foodtec V O F Inrichting geschikt voor het pellen van bolgewassen.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2630595B1 (fr) * 1988-04-26 1990-08-24 Roudaut Philippe Pince electrique a maintien magnetique
US4968081A (en) * 1989-03-13 1990-11-06 Hall Processing Systems Non-contact actuator
US5483042A (en) * 1990-06-04 1996-01-09 Nordson Corporation Magnetic separator
JP2576417Y2 (ja) * 1992-10-27 1998-07-09 花王株式会社 物品保持具
US5795448A (en) * 1995-12-08 1998-08-18 Sony Corporation Magnetic device for rotating a substrate
US6945384B2 (en) * 2003-10-30 2005-09-20 Seki Kogyo Co., Ltd. Parts aligner
JP3930854B2 (ja) * 2003-12-22 2007-06-13 本田技研工業株式会社 マグネット吸着式コンベアシステム及びその運転設定方法
DE102005041929A1 (de) * 2005-09-03 2007-03-08 Krones Ag Greifer für Behälter
DE102007014876B4 (de) * 2007-03-26 2010-04-08 Kba-Metronic Aktiengesellschaft Transportsystem
US8100253B2 (en) * 2009-06-30 2012-01-24 The Procter & Gamble Company Methods and apparatuses for transferring discrete articles between carriers

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030080644A1 (en) * 1997-12-09 2003-05-01 Nelson William G. Removable and corrosion resistant stator assembly for an inductive drive mechanism
NL1028752C1 (nl) * 2005-04-13 2006-10-16 Backus Foodtec V O F Inrichting geschikt voor het pellen van bolgewassen.

Also Published As

Publication number Publication date
ES2379993T3 (es) 2012-05-07
PL2277397T3 (pl) 2012-06-29
ATE539626T1 (de) 2012-01-15
EP2277397B1 (en) 2012-01-04
EP2277397A1 (en) 2011-01-26
US8328000B2 (en) 2012-12-11
US20100230246A1 (en) 2010-09-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11491678B2 (en) Cutting device for processing product units
DK2809596T3 (en) Directed rolling arrangement in several directions
US8701872B2 (en) Clip for capturing bottle necks, particularly of pet bottles
DE60119252T2 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Prüfen von Artikeln wie Glaswaren
EP2901834B1 (en) Seed-double eliminator and seeding machine with such
NL1036693C2 (nl) Inrichting geschikt voor het bewerken van landbouwgewassen zoals bolgewassen alsmede een dergelijke werkwijze.
FR2461648A1 (fr) Mecanisme a roues de machine de mise en paquets de plusieurs recipients
WO2015121786A2 (en) Transferring assembly for conveying systems
US8381643B2 (en) Pitter apparatus with rotary operated drive system
JPH10175717A (ja) 製品輸送装置
JP2017523947A5 (nl)
CA2514792C (en) Apparatus and method for extracting pomegranate seeds from pomegranates
JP2017534265A (ja) 屠畜動物および/またはその一部を処理するための装置および方法
US8955427B2 (en) Top chuck plate and prune pitting apparatus including same
US9615591B1 (en) Meat stripper with articulating stripper plate assembly
US20200338509A1 (en) Vibration transfer engagement element, linear actuator and caroussel arrangement
BE1026294B1 (nl) Verbeterde methode en apparaat voor het automatisch plukken van een vrucht
ES2342616T3 (es) Separador magnetico de elementos conductores de metal no ferrico e instalacion de clasificacion selectiva que comprende tales separadores.
BE1025250B1 (nl) Magnetisch transportsysteem
WO2020055232A1 (en) A device for processing pineapples
US20200047298A1 (en) Nozzle changer, system, and related method
CN106062625B (zh) 光调节装置
CN114589722A (zh) 用于保持容器的夹持装置
NL2020002B1 (nl) Bemonsteringswiel
NL1033899C2 (nl) Inrichting voor het behandelen van producten.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150401