NL1036244C2 - Voerverplaatsingsinrichting alsmede een samenstel daarmee. - Google Patents

Description

Voerverplaatsingsinrichting alsmede een samenstel daarmee

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voerverplaatsingsinrichting, in het bijzonder volgens de aanhef van conclusie 1.

5 In de stand van de techniek is onder andere bekend NL 1030090, welk document een langs een rail verplaatsbare grijperbak voor grijpen en verplaatsen van voer openbaart. Een nadeel van dit systeem is dat het niet altijd compact en voldoende flexibel toepasbaar is. Document EP 1 161 861 openbaart een inrichting voor automatisch losmaken en verplaatsen van een hoeveelheid 10 voer, omvattende een langs een rail verplaatsbare robotarm met grijper. Een nadeel van deze inrichting is dat deze vanwege de naar opzij reikende robotarm vaak onnodig zwaar moet worden uitgevoerd om een voldoende gewicht aan voer te kunnen verwerken. Document DE 28 39 615 openbaart een voederinrichting met een over een rail geleide, naar opzij zwenkbare kraan, waarvan de grijperbak 15 ontkoppeld kan worden en kan worden overgebracht op een langs een andere, lagere rail geleide drager of een karretje. Dit is een nodeloos ingewikkelde constructie, die bovendien hetzelfde nadeel met betrekking tot de zware uitvoering van de opzij zwenkende kraanarm heeft.

De uitvinding heeft als doel om althans een deel van de 20 bovengenoemde nadelen te verminderen, en verschaft daartoe een voerverplaatsingsinrichting met de kenmerken van conclusie 1.

Doordat het railsysteem van het voerverplaatsingsinrichting een vast raildeel en een op het vaste raildeel aansluitbaar, verplaatsbaar raildeel omvat, kan het wagentje eenvoudig boven een plek geplaatst worden waar materiaal 25 zoals voer opgenomen moet worden. Daardoor hoeft er geen robotarm of dergelijke opzij uit te zwenken zodat er geen onnodig grote krachten op werken. Bovendien is de inrichting als geheel compact, omdat het wagentje netto in twee richtingen verplaatsbaar is, door combineren van de verplaatsbaarheid langs het verplaatsbare raildeel, en de verplaatsbaarheid van het verplaatsbare raildeel zelf. 30 Daardoor kan het wagentje in twee onafhankelijke richtingen op verschillende posities worden neergezet, oftewel over een oppervlak bewegen, hetgeen wordt bedoeld met het bestrijken van een oppervlak. Door deze compactheid is een grote snelheidswinst mogelijk, aangezien het wagentje minder afstand hoeft af te leggen, en daardoor sneller met het geladen materiaal weer op de plek van 1036244 2 bestemming kan aankomen. Nog een voordeel is dat het wagentje zelf de grijpinrichting omvat, en er daardoor geen aparte robotarm of kraanarm met grijper nodig is om het wagentje te laden. Dit maakt de inrichting als geheel eenvoudiger, met minder kans op storingen.

5 Nadrukkelijk wordt hier opgemerkt dat met 'raildeel' hier wordt bedoeld een rail waar het wagentje direct, d.w.z. in directe verbinding daarmee, overheen beweegt. Een beweegbaar raildeel is dan ook een rail waar het wagentje overheen beweegt, welk raildeel zelf ook weer verplaatsbaar is uitgevoerd, terwijl het vaste raildeel een rail omvat waar het wagentje overheen 10 beweegt maar die zelf onbeweeglijk is opgesteld. Van belang is hierbij dat het wagentje van het vaste raildeel naar het verplaatsbare raildeel kan overgaan, en omgekeerd. Hierdoor is het zeer eenvoudig om bijvoorbeeld het vaste raildeel, dat eveneens wordt bestreken met het wagentje, uit te breiden, bijvoorbeeld indien een stal of dergelijke wordt uitgebreid. Ter verduidelijking: een loopkat kan worden 15 beschouwd als een wagentje op een verplaatsbare rail. Deze verplaatsbare rail loopt zelf weer over twee vaste rails, maar deze laatste zijn geen vaste raildelen volgens de uitvinding, omdat het wagentje niet direct daaroverheen kan lopen, en er ook niet naar kan overgaan. Merk op dat het verplaatsbare raildeel niet noodzakelijkerwijs over een op zich weer vast railsysteem hoeft te worden 20 verplaatst, maar bijvoorbeeld ook met bestuurbare telescopische cilinders of dergelijke kan worden verplaatst.

Bijzondere uitvoeringsvormen zijn hieronder, zowel als in de afhankelijke conclusies beschreven. In de onderhavige uitvinding wordt gesproken van materiaal, waarmee hier in het bijzonder, maar niet uitsluitend, voer wordt 25 bedoeld. In het algemeen zal het materiaal bulkmateriaal zijn, zoals het genoemde voer of ook strooisel of dergelijke, doch het kan ook andere materialen, zoals medicijnen betreffen. Nog een ander materiaal is bijvoorbeeld mest in een stal, die kan worden opgenomen en naar een mestopslag worden verplaatst.

In het bijzonder omvat de voerverplaatsingsinrichting een buigzaam 30 en/of telescopisch en/of geleed aansluitraildeel tussen, en bijvoorkeur vast verbonden met, het vaste raildeel en het verplaatsbare raildeel. In deze uitvoeringsvorm is gewaarborgd dat het wagentje eenvoudig van het vaste raildeel naar het verplaatsbare raildeel kan overgaan. Het verplaatsbare raildeel hoeft hierbij niet op een vaste plaats te staan, maar kan bijvoorbeeld reeds zijn 3 geplaatst boven een door het wagentje te bereiken positie, of een tussen het vaste raildeel en die te bereiken positie, waardoor tijd kan worden bespaard bij het verplaatsen naar de te bereiken positie. Het buigzame of telescopische deel kan afstand- of lengteverschillen tussen het vaste raildeel en het verplaatsbare raildeel 5 opvangen door veranderen van het verloop ervan en daardoor van de kromtestraal/-stralen respectievelijk de eigen lengte. De verbinding ter plekke van de overgang met het vaste raildeel en met het verplaatsbare raildeel kan bij voorkeur flexibel zijn, voor een soepele overgang.

In uitvoeringsvormen maakt het verplaatsbare raildeel deel uit van 10 een bovenloopkraan of portaalkraan. Dit zijn geschikte, want eenvoudige en sterke uitvoeringen voor het bestrijken van een oppervlak. Met name indien de protaalkraan als geheel autonoom verplaatsbaar is, d.w.z. zelf over de grond kan rijden, is het zeer eenvoudig om de inrichting een willekeurig groot oppervlak te laten bestrijken, zodat bijvoorbeeld zeer eenvoudig het aantal te verdelen soorten 15 materiaal kan worden aangepast. Andere systemen met een verplaatsbaar raildeel worden echter niet uitgesloten.

In het bijzonder is het verplaatsbare raildeel verplaatsbaar in een richting loodrecht op het vaste raildeel en/of langs een cirkel waarvan het vaste raildeel een straal of middellijn vormt. Bij verplaatsbaarheid in dergelijke richtingen 20 kan eenvoudig een goed overzicht worden verkregen over de te bereiken posities, respectievelijk als een rasterpatroon of een patroon van sectoren ("taartpunten").

In uitvoeringsvormen omvat het voerverplaatsingssysteem meerdere wagentjes, en omvat het railsysteem een wisselsysteem dat is ingericht om de wagentjes onafhankelijk van elkaar tussen het vaste raildeel en het verplaatsbare 25 raildeel te kunnen verplaatsen. Deze uitvoeringsvormen kennen het voordeel dat, terwijl het ene wagentje materiaal laadt op een positie boven het oppervlak, een ander wagentje bijvoorbeeld over het vaste raildeel rijdt om het materiaal af te geven. Bij terugkomst verwisselen dan de wagentjes van positie met behulp van het wisselsysteem. Zo kan tijd worden bespaard.

30 In het bijzonder omvat het railsysteem meerdere verplaatsbare raildelen of een roteerbaar wisselraildeel. In het eerste geval kan een eerste wagentje dat materiaal heeft afgegeven op een positie op het vaste raildeel overgaan op een eerste verplaatsbaar raildeel, terwijl een tweede wagentje, dat materiaal heeft geladen op een positie op een tweede verplaatsbaar raildeel 4 (vervolgens) reeds kan overgaan op het vaste raildeel. Merk op dat het ook mogelijk is om meerdere vaste raildelen te hebben, waarbij met behulp van het wisselsysteem, in het bijzonder een verplaatsbaar raildeel, een wagentje van een vast raildeel naar een andere vast raildeel te verplaatsen.

5 Het wagentje of de wagentjes zijn met voordeel autonoom verplaatsbaar. Hiermee wordt bedoeld dat het (of de) wagentje(s) beschikken over eigen aandrijfmiddelen. Dit waarborgt een grote vrijheid bij het verplaatsen van de wagentjes, zonder last te hebben van stroomkabels of dergelijke bij de overgang van het ene naar het andere raildeel enzovoort. Hierbij wordt opgemerkt dat de 10 besturing van een autonoom verplaatsbaar wagentje ook extern kan plaatsvinden, waarbij het wagentje uiteraard is ingericht voor het ontvangen en verwerken van een extern besturingssignaal. Daarnaast is het ook mogelijk om een passief verplaatsbaar wagentje te verschaffen, dat bijvoorbeeld met een kabel- of tandradaandrijving verplaatsbaar is.

15 In uitvoeringsvormen omvat de voerverplaatsingsinrichting een besturingsinrichting die is ingericht voor het besturen van het ten minste ene wagentje en het verplaatsbare railsysteem. Met een dergelijke besturingsinrichting kan optimaal gebruik worden gemaakt van de voordelen van de uitvinding (met name compactheid en snelheid), doordat hiermee de hierboven reeds aangestipte 20 doelmatige besturing kan worden uitgevoerd. Hierbij wordt, met name bij de uitvoering met een flexibel of telescopisch aansluitraildeel, het verplaatsbare raildeel al zo veel mogelijk in de gewenste positie gebracht, zodat het wagentje vervolgens nog maar in één richting hoeft te worden verplaatst. Ook kan het wisseldeel op een vergelijkbare wijze worden bestuurd, hetgeen eveneens een 25 tijdwinst kan opleveren, met name bij meerdere wagentjes. Uiteraard is de besturingsinrichting voorts ingericht voor het door een wagentje op de juiste gewenste plek opnemen van materiaal, en het naar een andere, gewenste positie verplaatsen en daar afgeven ervan. Een dergelijke besturingsinrchting kan zijn verschaft op een wagentje, centraal of elders, mits dan benodigde 30 communicatiemiddelen zijn verschaft voor overbrengen van vereiste besturingssignalen.

De uitvinding verschaft voorts een samenstel van een voerverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding, een voervoorraadplaats, omvattende meerdere plaatsen of houders voor het door het ten minste ene 5 wagentje vanaf het verplaatsbare raildeel wegneembaar opslaan van materiaal, in het bijzonder veevoer, en een voerplaats, omvattende meerdere vanaf het vaste raildeel door het ten minste ene wagentje vulbare voerbakken. Een dergelijk samenstel verschaft een doelmatige, snelle en compacte inrichting voor 5 bijvoorbeeld voeren van meerdere voersoorten. Hierbij kan een aangepaste hoeveelheid voer van een gewenste samenstelling en verhouding naar een willekeurige plek langs het vaste raildeel worden verplaatst.

In het bijzonder maakt ten minste een voerbak deel uit van een aanvullende verplaatsbare voerinrichting. Hiermee wordt bedoeld dat de 10 aanvullende voerinrichting op zichzelf ook weer verplaatsbaar is. Hierdoor kan bijvoorbeeld een wagentje een dergelijke aanvullende voerinrichting vullen en daarop weer teruggaan om een nieuwe hoeveelheid voer op te halen. De aanvullende voerinrichting kan vervolgens de afgegeven hoeveelheid voer op haar beurt weer afgeven aan bijvoorbeeld individuele voertroggen of dergelijke, in 15 gewenste hoeveelheden.

De aanvullende verplaatsbare voerinrichting omvat met voordeel een autonoom over de grond verrijdbaar wagentje. Dit biedt weer het voordeel dat de voertroggen of andere afgeefplekken niet noodzakelijkerwijs onder het vaste raildeel hoeven te zijn gelegen, zodat het door het samenstel als geheel te 20 bestrijken gebied voor afgeven van het materiaal eveneens een oppervlak in twee dimensies wordt, en aldus veel flexibeler.

In de onderhavige uitvinding is het wagentje ingericht voor opnemen, verplaatsen en afgeven van materiaal, inzonderheid voer. Hiertoe is het wagentje met voordeel uitgevoerd zoals beschreven in NL 1030090, met name de figuren 25 en de beschrijving daarvan op de pagina's 7-12, de inhoud waarvan als hier ingelast dient te worden beschouwd. Uiteraard is dit niet de enig mogelijke uitvoering. Zo kan er ook een opzuig- en uitblaasinrichting zijn toegepast in het wagentje, en kan dit ook met een takelketting of dergelijke in verticale richting verplaatsbaar zijn, in plaats van met een schaarconstructie, waarbij dient te 30 worden opgemerkt dat het opnemen van materiaal en in hoogte verstellen van het wagentje of delen daarvan bij voorkeur langs een verticale richting en niet zijdelings uitwijkend plaatsvinden, om zo gering mogelijke krachten op te wekken.

6

De uitvinding zal hieronder worden beschreven aan de hand van enkele niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening. Daarin toont - Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een systeem volgens de uitvinding, 5 - Figuur 2 een zijaanzicht van het systeem volgens Figuur 1, en - Figuur 3 een alternatieve uitvoeringsvorm in schematisch perspectiefaanzicht.

In Figuur 1 is met I een verplaatsbaar raildeel aangeduid en met II een vast raildeel, verbonden via een aansluitraildeel III.

10 Het verplaatsbare raildeel I, dat qua functie overeenkomt met een soort voerkeuken, omvat een eerste draagrail 1, die verplaatsbaar is aangebracht op tweede draagrails 3, en op welke een verrijdbaar wagentje 2 is aangebracht. Het netto resultaat is dat het wagentje 2 in de twee pijlrichtingen verplaatsbaar is, en aldus boven verschillende vakken 4 met voersoorten 5 kan worden geplaatst. 15 Het wagentje 2 kan hierbij een verticaal verplaatsbare grijper of dergelijke omvatten, om voer 5 of ander materiaal op te nemen uit een of meer vakken 4. Dergelijke details, die niet materieel voor de uitvinding zijn, worden aan de vakman bekend verondersteld. Wel van belang kan zijn de mogelijkheid dat de grijper of dergelijke het wagentje 2 kan vullen met meerdere soorten voer 5, zodat 20 het wagentje 2 een mengsel kan afgeven.

Merk op dat het aantal vakken 4 eenvoudig kan worden uitgebreid door verlengen van de tweede draagrails 3.

Na vullen van het wagentje 2 kan dit worden verplaatst in de richting van het optionele aansluitraildeel III. Dit laatste omvat een flexibele rail 20 en een 25 verbindingsstuk 21. Een en ander is zodanig uitgevoerd dat het wagentje 2 via het verbindingsstuk kan overgaan op het aansluitraildeel III, inzonderheid de flexibele rail 20 daarvan. Doordat deze laatste flexibel is uitgevoerd, kan deze vanuit elke willekeurige stand ervan aansluiting verzorgen op de hoofdrail 10 van het vaste raildeel II, via een verbindingsstuk 12. Het wagentje 2 kan dan verder lopen tot 30 boven een van de voerbakken 11a-11x, of bijvoorbeeld een autonoom voer-voertuig 25, met wielen 26 en een vultrechter 27. Het wagentje kan autonoom verplaatsbaar zijn, althans met een eigen motor of ander verplaatsingsmiddel, en kan daarbij onder besturing staan van een externe of interne besturingsinrichting.

7

Het kan ook extern zijn aangedreven, met een ketting, externe aandrijfrollen of -wielen, enzovoort.

De flexibele rail 20 kan uit intrinsiek flexibel materiaal zijn opgebouwd, of een of meer geledingen of scharnieren omvatten, zodat de afstand 5 tussen de verbindingsstukken 21 en 12, die variabel kan zijn, te allen tijde kan worden overbrugd. Eveneens weergegeven, maar dan met een streeplijn, is een tweede flexibele rail 20', die via een tweede verbindingsstuk 21' aansluiting kan geven op de eerste draagrail 1, en via het verbindingsstuk 12 op de hoofdrail 10. Een en ander functioneert dan als wissel, zodat een tweede wagentje (niet 10 weergegeven) het verplaatsbare raildeel I kan oprijden, terwijl het inmiddels gevulde (eerste) wagentje 2 naar bijvoorbeeld de voerbakken 11 kan gaan. Aldus kan de capaciteit van het systeem worden verhoogd. Ook alternatieve wisselsystemen kunnen zijn toegepast, zoals meerdere eerste draagrails 1, waarop telkens een wagentje 2 kan worden overgebracht.

15 De hoofdrail 10 van het vaste raildeel II is hier recht uitgevoerd, maar kan uiteraard elk gewenst traject volgen, zelfs met een of meer vertakkingen. Ook zal duidelijk zijn dat de hoofdrail 10 eenvoudig is uit te breiden, bijvoorbeeld indien het aantal voerbakken 11 toeneemt. In de figuur is tevens aangegeven dat bijvoorbeeld een autonoom voer-voertuig 25 kan worden gevuld door het wagentje 20 2. Daartoe is een vrij gedeelte van de hoofdrail verschaft, waar het voer-voertuig 25 onder kan gaan staan. Dit voer-voertuig 25 kan bijvoorbeeld voor individueel voeren van kalveren of dergelijke worden toegepast. Het kan bijvoorbeeld een lagere prioriteit voor vullen hebben dan de bakken 11. Een en ander kan worden bestuurd met behulp van een, niet nader weergegeven, besturingssysteem.

25 Merk op dat de voerbakken 11 ook telkens voorraadbakken voor voer of ander materiaal kunnen zijn, en dat er naast het systeem volgens de uitvinding een andere systeem (niet weergegeven) is verschaft, dat uit de voerbakken een mengsel samenstelt dat aan de dieren in troggen wordt gevoerd. In dat geval kan het wagentje 2 dus ook een enkele soort voer 5 vanuit de vakken 30 4 ophalen. Bijvoorbeeld kan een aanvullend, lokaal voersysteem zijn verschaft, waarbij een extra wagentje voer uit de bakken 11 samenstelt en verder verplaatst naar voertroggen of dergelijke.

Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van het systeem volgens Figuur 1, met weglating van het autonome voer-voertuig. Soortgelijke of identieke 8 onderdelen zijn in de hele tekening weergegeven met eendere verwijzingscijfers. Daarnaast zijn een beperkt aantal steunen 6 getoond, alsmede een grijper 7 van het wagentje 2.

Duidelijk te zien is dat de grijper 7 in feite drie vrijheidsgraden heeft, 5 waarvan er twee met pijlen zijn aangegeven.

Figuur 3 toont een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, in een schematisch perspectiefaanzicht.

Het systeem volgens Figuur 3 ontbeert het optionele aansluitraildeel van Figuren 1 en 2, terwijl het vaste raildeel II in hoofdzaak identiek is uitgevoerd. 10 Daarentegen is het verplaatsbare raildeel I nu uitgevoerd als een soort boven loopkraan die een rotatiebeweging kan uitvoeren rond steun 6" met verbindingsstuk 12', dat als scharnier kan zijn uitgevoerd. Daartoe is de eerste draagrail 1’ aan het andere uiteinde ondersteund door een steun 6' op een verrijdbaar wielstel 13, zodat deze een verdraaiingsbeweging, aangeduid met de 15 dubbele pijlen, kan uitvoeren. Daarbij kan het wagentje 2' tot boven optionele aanvullende voorraadbakken 9a - 9c of tot boven verschillende soorten voer 5, dat tussen optionele schotten 8 is gestort, worden geplaatst. Getoond zijn slechts twee soorten voer, maar er kunnen uiteraard meerdere bijvoorbeeld concentrische reeksen voersoorten zijn verschaft. Hetzelfde geldt voor de aanvullende 20 voorraadbakken, die bijvoorbeeld voor een tussenopslag, of voor andere doeleinden kunnen zijn verschaft. Een voordeel van de verdraaibare opstelling van deze uitvoeringsvorm is dat de aansluiting tussen het vaste raildeel II en het verplaatsbare raildeel I betrouwbaar en tevens altijd op dezelfde plek kan worden uitgevoerd.

25 De getoonde uitvoeringsvoorbeelden laten alle een in hoofdzaak horizontaal verloop van de rails zien. Uiteraard is het mogelijk om een hoogteverschil in het railsysteem te verschaffen, waarbij bijvoorbeeld het verplaatsbare raildeel I hoger ligt, met hogere stapels voer, dan het vaste raildeel II met voerbakken. Ook kan het getoonde verplaatsbare raildeel I in Figuur 1 en 2, 30 in plaats van over twee vaste rails 3 verplaatsbaar te zijn, zijn uitgevoerd als een raildeel met aan elk uiteinde een steun, waarbij de steunen zelf over de vloer verplaatsbaar zijn, zoals met wielen.

De hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden dienen slechts ter verduidelijking van de uitvinding, en niet als beperking daarvan. De vakman zal 9 eenvoudig uitvoeringsvormen binnen het kader van de uitvinding kunnen vinden. De beschermingsomvang is vastgelegd in de bijgevoegde conclusies.

1 0 3 6 2 A 4

Claims (11)

1. Voerverplaatsingsinrichting voor het opnemen, verplaatsen en afgeven van materiaal, in het bijzonder veevoer, omvattende een railsysteem en 5 ten minste een over het railsysteem verrijdbaar wagentje met een grijpinrichting, en ingericht voor het opnemen en afgeven van het materiaal, met het kenmerk, dat het railsysteem een vast raildeel en een op het vaste raildeel aansluitbaar, verplaatsbaar raildeel omvat, waarbij het wagentje direct over het vaste raildeel en direct over het verplaatsbare raildeel verrijdbaar is, en 10 zodanig dat het wagentje een oppervlak kan bestrijken voor het vanaf verschillende posities van dat oppervlak opnemen van het materiaal.

2. Voerverplaatsingsinrichting volgens conclusie 1, omvattende een buigzaam en/of telescopisch en/of geleed aansluitraildeel tussen, en bijvoorkeur 15 vast verbonden met, het vaste raildeel en het verplaatsbare raildeel.

3. Voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verplaatsbare raildeel deel uitmaakt van een bovenloopkraan of portaalkraan. 20

4. Voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verplaatsbare raildeel verplaatsbaar is in een richting loodrecht op het vaste raildeel en/of langs een cirkel waarvan het vaste raildeel een straal of middellijn vormt. 25

5. Voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende meerdere wagentjes, en waarbij het railsysteem een wisselsysteem omvat dat is ingericht om de wagentjes onafhankelijk van elkaar tussen het vaste raildeel en het verplaatsbare raildeel te kunnen verplaatsen. 30

6. Voerverplaatsingsinrichting volgens conclusie 5, waarbij het railsysteem meerdere verplaatsbare raildelen of een roteerbaar wisselraildeel omvat. 1036244

7. Voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het wagentje of de wagentjes autonoom verplaatsbaar zijn.

8. Voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 5 voorts omvattende een besturingsinrichting die is ingericht voor het besturen van het ten minste ene wagentje en het verplaatsbare railsysteem.

9. Samenstel van een voerverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, een voervoorraadplaats, omvattende meerdere plaatsen 10 of houders voor het door het ten minste ene wagentje vanaf het verplaatsbare raildeel wegneembaar opslaan van materiaal, in het bijzonder veevoer, en een voerplaats, omvattende meerdere vanaf het vaste raildeel door het ten minste ene wagentje vulbare voerbakken.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij ten minste een voerbak deel uitmaakt van een aanvullende verplaatsbare voerinrichting.

11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de aanvullende verplaatsbare voerinrichting een autonoom over de grond verrijdbaar wagentje 20 omvat. 1 03 6 2 44 .