NL1035007C2

NL1035007C2 - Self-supporting lintel for supporting masonry structure, has elongated plate section with longitudinal edge strip, where elongated plate section is affixed to perpendicular beam formed by another set of elongated plate sections

Info

Publication number: NL1035007C2
Application number: NL1035007A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Jan Osnabrugge
Original assignee: Vebo Staal B V
Priority date: 2008-02-11
Filing date: 2008-02-11
Publication date: 2009-08-12

Abstract

The lintel (15) has an elongated plate section (16) with a longitudinal edge strip (17), where the elongated plate section is affixed to a perpendicular beam (18) formed by a set of elongated plate sections (19, 20). Another strip (21) is placed along a free edge of the beam.

Description

LATEILINTEL

De uitvinding betreft een latei voor het ondersteunen van metselwerk, welke latei twee in hoofdzaak 5 haaks aan elkaar aangebrachte langwerpige plaatdelen omvat, zodanig dat een profiel met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede gevormd wordt.The invention relates to a lintel for supporting brickwork, which lintel comprises two substantially elongated plate parts arranged at right angles to each other, such that a profile with a substantially L-shaped cross-section is formed.

Een latei wordt gebruikt om bij een opening een daarboven aanwezig metselwerk te ondersteunen. De latei 10 zorgt voor een overspanning waarop het metselwerk aangebracht kan worden. De latei kan daarbij voldoende sterk zijn om het volledige metselwerk te ondersteunen, maar het is ook mogelijk om in combinatie met een deel van het erboven liggende metselwerk de benodigde sterkte te 15 verschaffen. Een dergelijke latei wordt ook wel een samenwerkende latei genoemd. Daarbij is het met name van belang dat er een hechte verbinding tussen de latei zelf en bovenliggend metselwerk is. Wanneer er geen hechting van belang is tussen de latei en het metselwerk en de latei 20 aldus alle krachten opneemt, wordt gesproken van een zelfdragende latei.A lintel is used to support a brickwork present above an opening. The lintel 10 provides a span to which the brickwork can be applied. The lintel can thereby be sufficiently strong to support the entire brickwork, but it is also possible to provide the required strength in combination with a part of the brickwork above it. Such a lintel is also called a cooperating lintel. In addition, it is particularly important that there is a close connection between the lintel itself and the upper masonry. When there is no adhesion of importance between the lintel and the brickwork and the lintel thus absorbs all forces, it is referred to as a self-supporting lintel.

Het nadeel van de gebruikelijke lateien is dat zij van buitenaf zichtbaar zijn. Een betonlatei is zeer prominent aanwezig in het buitenblad van bijvoorbeeld een 25 gevel aangezien een betonlatei ten minste de hoogte van één laag metselwerk heeft. Stalen lateien daarentegen zijn minder duidelijk zichtbaar, maar desondanks is vaak een stalen rand aan de onderzijde van het overspannende metselwerk zichtbaar, welke normaliter van een deklaag op 30 kleur van het omringende metselwerk is voorzien.The disadvantage of the usual lintels is that they are visible from the outside. A concrete lati is very prominently present in the outer leaf of, for example, a facade since a concrete lati has at least the height of one layer of masonry. Steel lintels, on the other hand, are less clearly visible, but nevertheless a steel edge is often visible on the underside of the spanning brickwork, which is normally provided with a color coating of the surrounding brickwork.

Een andere methode om een latei te voorzien is door middel van een zogenaamde rollaag. Dit is een laag metselwerk waarbij de stenen verticaal geplaatst zijn boven de opening. Teneinde een dergelijke rollaag te vervaardigen 1 035 007 , 2 dient allereerst een ondersteunende constructie gemaakt te worden waarop de rollaag gemetseld kan worden. Na het uitharden van de rollaag kan pas de ondersteunende constructie weer verwijderd worden. Dit is op zich een 5 intensieve werkwijze voor het verschaffen van een rollaag. Het voordeel van een rollaag is het uiterlijk. De rollaag wordt gewoonlijk met dezelfde steen gemetseld als het overige metselwerk, waardoor één geheel ontstaat, dat niet onderbroken wordt door het materiaal van een stalen latei of 10 een betonnen latei.Another method to provide a lintel is by means of a so-called roll layer. This is a layer of brickwork where the stones are placed vertically above the opening. In order to manufacture such a roll layer, first a supporting structure must be made on which the roll layer can be bricked. After the rolling layer has hardened, the supporting structure can only be removed again. This is in itself an intensive method for providing a roll layer. The advantage of a roll layer is the appearance. The roll layer is usually bricked with the same brick as the other brickwork, creating a whole that is not interrupted by the material of a steel lintel or a concrete lintel.

Het is nu een doel van de uitvinding om een latei te verschaffen, waarmee het gemak van stalen lateien of beton lateien verkregen wordt met het uiterlijk van een rollaag.It is now an object of the invention to provide a lintel with which the convenience of steel lintels or concrete lintels is obtained with the appearance of a roll layer.

15 Dit doel wordt bereikt met een latei volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat in hoofdzaak haaks op de vrije langsrand van elk plaatdeel ten minste één strip is aangebracht, waarbij in dwarsdoorsnede gezien beide strips binnenwaarts wijzen. Door deze strips wordt het mogelijk om 20 blokvormige bouwelementen, zoals bakstenen of kalkzandsteenblokken in de latei aan te brengen, waarbij de beide strips ervoor zorgen dat de bouwelementen vastgehouden worden. Hiermee wordt dan het uiterlijk van de latei afgeschermd door de bouwelementen waardoor het lijkt alsof 25 er een rollaag is aangebracht terwijl in feite slechts een stalen latei is aangebracht.This object is achieved with a lintel according to the preamble, which is characterized in that at least one strip is arranged substantially perpendicular to the free longitudinal edge of each plate part, with both strips pointing inwards seen in cross section. These strips make it possible to place block-shaped building elements, such as bricks or sand-lime blocks, in the lintel, the two strips ensuring that the building elements are retained. Hereby the appearance of the lintel is then shielded by the building elements, making it appear as if a rolling layer has been applied, while in fact only a steel lintel has been provided.

In een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de ten minste één strip zich uit over in hoofdzaak de gehele lengte van het betreffende plaatdeel. Dit geeft een latei, die 30 eenvoudig en kosteneffectief te vervaardigen is. Hierbij is het wel noodzakelijk om de bouwelementen in langsrichting in de latei te schuiven. Wanneer echter losse stukjes strip op de langsrand aangebracht worden, waarbij ruimte tussen de strips gelaten wordt, is het mogelijk om bijvoorbeeld 3 halverwege de lengte van de latei de bouwelementen in de latei te schuiven.In a preferred embodiment, the at least one strip extends over substantially the entire length of the relevant plate part. This results in a lintel that is simple and cost-effective to manufacture. Hereby it is necessary to slide the building elements in the lintel in the longitudinal direction. However, when loose strips of strip are arranged on the longitudinal edge, leaving space between the strips, it is possible, for example, to slide the building elements into the lintel 3 halfway along the length of the lintel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de latei volgens de uitvinding is de latei vervaardigd uit een 5 gebogen plaat. Dit brengt de meest kosteffectieve vervaardiging van een latei volgens de uitvinding met zich mee.In a preferred embodiment of the lintel according to the invention, the lintel is made from a curved plate. This entails the most cost-effective manufacture of a lintel according to the invention.

In een andere uitvoeringsvorm van de latei volgens de uitvinding is parallel aan ten minste één van de 10 plaatdelen een derde langwerpig plaatdeel aangebracht.In another embodiment of the lintel according to the invention, a third elongated plate part is arranged parallel to at least one of the plate parts.

Hierdoor wordt het oppervlaktetraagheidsmoment van de latei vergroot, waardoor de latei grotere lasten kan dragen.This increases the surface moment of inertia of the lintel, so that the lintel can bear larger loads.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn het ten minste één plaatdeel en het derde plaatdeel de wanden van 15 een kokerbalk. Hiermee wordt op een compacte wijze het oppervlaktetraagheidsmoment van de latei verhoogd en dit vormt bovendien voor de vervaardiging van de latei een relatief eenvoudige constructie. Opgemerkt wordt dat in plaats van een kokerbalk tevens andere profielvormen, zoals 20 bijvoorbeeld een U-profiel, kunnen worden toegepast.In a preferred embodiment, the at least one plate part and the third plate part are the walls of a box girder. The surface moment of inertia of the lintel is hereby increased in a compact manner and this moreover forms a relatively simple construction for the manufacture of the lintel. It is noted that instead of a box girder, also other profile shapes, such as for instance a U-profile, can be applied.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de latei volgens de uitvinding liggen er ten minste één plaatdeel en het derde plaatdeel in eikaars verlengde tegen elkaar aan. Hierbij steekt het derde plaatdeel bijvoorbeeld in verticale 25 richting uit. Dit behoeft geen nadeel te zijn aangezien een latei volgens de uitvinding vaak gebruikt wordt in spouwmuren en daarmee het derde plaatdeel in de spouw zou steken.In yet another embodiment of the lintel according to the invention, at least one plate part and the third plate part lie mutually in line with each other. The third plate part hereby protrudes, for example, in the vertical direction. This need not be a disadvantage since a lintel according to the invention is often used in cavity walls and would thereby insert the third plate part in the cavity.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de latei 30 volgens de uitvinding maakt de ten minste één strip een hoek met de bijbehorende plaatdeel van tussen 80° en 100°, in het bijzonder tussen 85° en 95°, Wanneer een bouwelement in de latei geplaatst wordt en de strip in een daartoe aangebrachte sleuf in het bouwelement steekt, zal door de 4 kleine hoekafwij king ten opzichte van een haakse plaatsing van de strip op het bijbehorende plaatdeel, de strip in de sleuf in het bouwelement vastklemmen waardoor reeds een goede verbinding tussen de bouwelementen en de latei 5 plaatsvindt en zo de bouwelementen bijdragen aan de sterkte van de latei.In yet another embodiment of the lintel according to the invention, the at least one strip makes an angle with the associated plate part of between 80 ° and 100 °, in particular between 85 ° and 95 °, when a component is placed in the lintel and inserting the strip into a slot provided for this purpose in the building element, due to the small angular deviation with respect to a right-angled placement of the strip on the associated plate part, the strip will clamp in the slot in the building element, as a result of which a good connection between the building elements and the lintel 5 and thus the building elements contribute to the strength of the lintel.

Een andere mogelijkheid is om ten minste één van de plaatdelen of strips te perforeren. Hierdoor kan de specie door de ten minste één plaatdelen of de strips heen 10 gaan en zo de bouwelementen aan de latei verankeren.Another possibility is to perforate at least one of the plate parts or strips. This allows the mortar to pass through the at least one plate parts or the strips and thus anchor the structural elements to the lintel.

De uitvinding betreft verder een combinatie van een latei volgens de uitvinding en ten minste één blokvormig bouwelement welk blokvormig bouwelement in twee aangrenzende vlakken twee zich parallel uitstrekkende sleuven omvat voor 15 het opnemen van de strips van de latei. Daarbij is bij voorkeur het blokvormig bouwelement een steen, zoals een baksteen, of een blok, zoals een kalkstandsteenblok.The invention further relates to a combination of a lintel according to the invention and at least one block-shaped building element, which block-shaped building element comprises two parallel extending slots for receiving the strips of the lintel in two adjacent surfaces. The block-shaped building element is herein preferably a brick, such as a brick, or a block, such as a limestone block.

Bij een dergelijke combinatie steken de twee strips in sleuven, die zich parallel uitstrekken en haaks op 20 elkaar staan. Hierdoor wordt door de vorm een verbinding tussen het bouwelement en de latei gecreëerd. Slechts door het in langsrichting uitschuiven van de bouwelementen uit de latei kunnen de bouwelementen weggenomen worden van de latei.With such a combination, the two strips protrude into slots which extend parallel to each other and are perpendicular to each other. This creates a connection between the building element and the lintel through the shape. Only by sliding the structural elements out of the lintel in the longitudinal direction can the structural elements be removed from the lintel.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding zijn een aantal blokvormige bouwelementen aangebracht in de latei, waarbij de vlakken met de sleuven aanliggen tegen twee haaks aan elkaar aangebrachte langwerpige plaatdelen en steken de strips in 30 de sleuven. Daarbij kan tussen de latei en de bouwelementen een specie zijn aangebracht.In a preferred embodiment of the combination according to the invention, a number of block-shaped building elements are arranged in the lintel, the surfaces with the slots abutting two elongated plate parts arranged at right angles to each other and the strips protrude into the slots. A spoil can be arranged between the lintel and the building elements.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een latei en ten minste één blokvormig 5 bouwelement, alsmede op werkwijze waarbij een dergelijke latei of combinatie wordt toegepast.The invention also relates to a combination of a lintel and at least one block-shaped building element, as well as to a method in which such a lintel or combination is used.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.These and other features of the invention are further elucidated with reference to the accompanying drawings.

5 Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een gevel van metselwerk met daarin een kozijn.Figure 1 shows in perspective view a facade of masonry with a frame therein.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van de gevel volgens figuur 1.Figure 2 shows a cross-section of the facade according to Figure 1.

Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een 10 zelfdragende latei volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 3 shows a perspective view of a self-supporting lintel according to a first embodiment of the invention.

Figuur 4 toont in perspectivisch aanzicht een samenwerkende latei volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 4 shows in perspective view a cooperating lintel according to a second embodiment of the invention.

15 Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede aanzicht een derde uitvoeringsvorm van een latei volgens de uitvinding.Figure 5 shows in cross-sectional view a third embodiment of a lintel according to the invention.

Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede aanzicht een vierde uitvoeringsvorm van een latei volgens de uitvinding.Figure 6 shows a fourth embodiment of a lintel according to the invention in cross-sectional view.

Figuur 7 toont in perspectivisch aanzicht een 20 vijfde uitvoeringsvorm van een latei volgens de uitvinding.Figure 7 shows in perspective view a fifth embodiment of a lintel according to the invention.

Figuur 8 toont in perspectivisch aanzicht een zesde uitvoeringsvorm van een latei volgens de uitvinding.Figure 8 shows in perspective view a sixth embodiment of a lintel according to the invention.

In figuur 1 wordt een gevel 1 getoond van metselwerk 2 waarin een kozijn 3 met een ruit 4 is 25 aangebracht. Boven het kozijn 3 is een rollaag 5 van verticaal geplaatste stenen aangebracht.Figure 1 shows a facade 1 of masonry 2 in which a frame 3 with a window 4 is arranged. A rolling layer 5 of vertically placed stones is arranged above the frame 3.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede aanzicht van de gevel volgens figuur 1 getoond. In figuur 2 is duidelijk de verticaal geplaatste bakstenen 5 getoond en een daarachter 30 geplaatste latei 6. Deze latei 6 is in verschillende uitvoeringsvormen verder in perspectivisch aanzicht in de figuren 3 en 4 getoond.Figure 2 shows a cross-sectional view of the facade according to Figure 1. Figure 2 clearly shows the vertically placed bricks 5 and a lintel 6 placed behind it. This lintel 6 is further shown in perspective view in figures 3 and 4 in various embodiments.

De latei 6 heeft in beide uitvoeringsvormen een eerste langwerpige plaatdeel 7 en een tweede haaks daarop 6 geplaatst langwerpig plaatdeel 8. Aan de vrije langsrand 9 respectievelijk 10 van de plaatdelen 7, 8 zijn strips 11 respectievelijk 12 aangebracht.The lintel 6 has in both embodiments a first elongated plate part 7 and a second elongated plate part 8 placed at right angles thereto 6. Strips 11 and 12 are arranged on the free longitudinal edge 9 and 10 respectively of the plate parts 7, 8.

In de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm is de 5 latei 6 een zelfdragende latei die is ingericht om op zichzelf de volledige belasting van het bovenliggende metselwerk te dragen. Voor een zelfdragende latei is een hechting met het bovenliggende metselwerk ongewenst, daar dit ten gevolge van afwijkende uitzettingscoëfficiënten van 10 staal en metselwerk bij temperatuurswisselingen kan leiden tot scheurvorming in het metselwerk. Desgewenst wordt folie tussen de latei en het metselwerk aangebracht om een onderlinge hechting te voorkomen.In the embodiment shown in Figure 3, the lintel 6 is a self-supporting lintel that is designed to bear the full load of the brickwork above itself. For a self-supporting lintel, adhesion to the brickwork above is undesirable, since this can lead to cracking in the brickwork due to deviating coefficients of expansion of steel and brickwork at temperature changes. If desired, foil is applied between the lintel and the brickwork to prevent mutual adhesion.

In de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm is de 15 latei 6 een samenwerkende latei waarvoor het gewenst is dat een goede hechting plaatsvindt tussen de latei 6 en het bovenliggende metselwerk. In het langwerpig plaatdeel 8 zijn daartoe gaten 13 aangebracht, zodat de bakstenen 5 door middel van specie aan de latei 6 verankerd kunnen worden. Zo 20 is ook de strip 11 geperforeerd teneinde een hechting van de bakstenen 5 aan de latei 6 mogelijk te kunnen maken, zoals bij een samenwerkende latei is gewenst.In the embodiment shown in Figure 4, the lintel 6 is a cooperating lintel for which it is desirable that a good adhesion takes place between the lintel 6 and the brickwork above. Holes 13 are provided for this purpose in the elongated plate part 8, so that the bricks 5 can be anchored to the lintel 6 by means of mortar. Similarly, the strip 11 is also perforated in order to enable an adhesion of the bricks 5 to the lintel 6, as is desired with a cooperating lintel.

Opgemerkt wordt dat de latei volgens de onderhavige uitvinding volgens een verdere (niet-getoonde) 25 uitvoeringsvorm tevens kan worden toegepast als een sierlatei, waarbij de lange zijde van het L-vormige profiel naar wens in hoofdzaak liggend of staand ten opzichte van de gevel 2 van een gebouw kan worden gepositioneerd. In liggende stand zijn in het L-vormige profiel geplaatste 30 stenen 37 vervolgens met hun kopse zijde buitenwaarts gericht, hetgeen als sierlatei een gewenst esthetisch effect kan verschaffen.It is noted that the lintel according to the present invention according to a further (not shown) embodiment can also be used as an ornamental latei, wherein the long side of the L-shaped profile is substantially lying or standing relative to the facade 2 as desired. of a building can be positioned. In the horizontal position, stones 37 placed in the L-shaped profile are then directed with their end faces outwards, which can provide a desired aesthetic effect as decorative late.

In figuur 5 is een verdere uitvoeringsvorm van een latei 15 volgens de uitvinding getoond. De latei 15 heeft 7 een eerste langwerpig plaatdeel 16 met aan de vrije langsrand een strip 17 en dit langwerpig plaatdeel 16 is haaks aangebracht op een kokerbalk 18, die gevormd wordt door een tweede langwerpig plaatdeel 19 en een derde 5 parallel daaraan gebracht plaatdeel 20. Aan de vrije langsrand van de koker 18 is verder nog een strip 21 geplaatst.Figure 5 shows a further embodiment of a lintel according to the invention. The lintel 15 has a first elongated plate part 16 with a strip 17 at the free longitudinal edge and this elongated plate part 16 is arranged at right angles to a box beam 18, which is formed by a second elongated plate part 19 and a third plate part 20 placed parallel thereto. A strip 21 is further placed on the free longitudinal edge of the sleeve 18.

Door het aanbrengen van een kokerbalk 18 wordt het oppervlaktetraagheidsmoment van de dwarsdoorsnede van de 10 latei 15 vergroot waardoor de latei een groter draagvermogen krijgt.By providing a box girder 18, the surface moment of inertia of the cross-section of the lintel 15 is increased, whereby the lintel acquires a greater bearing capacity.

In figuur 6 wordt een verdere uitvoeringsvorm 25 van de latei getoond. Hierbij bestaat de latei 25 uit een eerste deel 26 dat gelijk is aan de latei 6 volgens figuren 15 2, 3 en 4. In het verlengde van het plaatdeel 27 is parallel daaraan een derde plaatdeel 28 aangebracht dat door middel van lasnaden 29 daaraan is bevestigd. Dit derde plaatdeel 28 verzorgt opnieuw een vergroting van het oppervlaktetraagheidsmoment van de latei 25 waardoor de 20 latei een groter draagvermogen heeft. Het derde plaatdeel 28 loopt bij gebruik met metselwerk achter de lagen metselwerk op de latei en steekt gewoonlijk in de spouw van een spouwmuur. Hierdoor is het derde plaatdeel 28 niet zichtbaar.Figure 6 shows a further embodiment of the lintel. The lintel 25 here consists of a first part 26 which is the same as the lintel 6 according to figures 2, 3 and 4. In line with the plate part 27, a third plate part 28 is arranged parallel thereto, which plate is attached thereto by means of weld seams 29 . This third plate part 28 again provides an increase in the surface moment of inertia of the lintel, so that the lintel has a greater bearing capacity. The third plate part 28, when used with brickwork, runs behind the brickwork layers on the lintel and usually protrudes into the cavity of a cavity wall. As a result, the third plate part 28 is not visible.

25 In figuur 7 wordt in perspectivisch aanzicht een verdere uitvoeringsvorm van een latei 30 volgens de uitvinding getoond. De latei 30 heeft een eerste plaatdeel 31 en een haaks daarop geplaatst tweede plaatdeel 32. Aan de vrije rand 33 van het tweede plaatdeel 32 is een strip 34 30 aangebracht. Aan de vrije rand 35 van het eerste plaatdeel 31 zijn korte stukjes strip 36 aangebracht. De afstand tussen de stukjes strip 36 is groter dan de dikte van de steen 37. De steen 37 heeft op een eerste vlak 38 een sleuf 39 en op een tweede daaraan grenzend vlak 40 een groef 41.Figure 7 shows a further embodiment of a lintel according to the invention in perspective view. The lintel 30 has a first plate part 31 and a second plate part 32 placed perpendicularly thereto. A strip 34 is arranged on the free edge 33 of the second plate part 32. Short pieces of strip 36 are arranged on the free edge 35 of the first plate part 31. The distance between the pieces of strip 36 is greater than the thickness of the brick 37. The brick 37 has a slot 39 on a first face 38 and a groove 41 on a second face 40 adjacent thereto.

88

Wanneer de latei 30 geplaatst is in het metselwerk kunnen vervolgens de verticale stenen 37 gemakkelijk in de latei worden geschoven door de stenen 37 eerst verticaal tussen twee stripdelen 36 te schuiven zodanig dat de 5 langwerpige strip 34 in de groef 39 van de steen 37 valt, waarna de steen 37 zijdelings kan worden geschoven en daarmee vastgehouden wordt in de latei 30. Zo kan gemakkelijk een combinatie van de latei 30 met een aantal stenen 37 gemaakt worden. Bij de uitvoeringsvormen van de 10 voorgaande figuren 3 en 4 dienen de stenen 37 vanaf een zijkant in de latei geschoven te worden, waarna de combinatie van latei met stenen als één geheel op het metselwerk geplaatst wordt. Een dergelijke uitvoering is met name gemakkelijk bij prefabricage.When the lintel 30 is placed in the brickwork, the vertical stones 37 can then easily be pushed into the lintel by first sliding the stones 37 vertically between two strip parts 36 such that the elongated strip 34 falls into the groove 39 of the stone 37, after which the stone 37 can be slid sideways and thereby held in the lintel 30. Thus, a combination of the lintel 30 with a number of stones 37 can easily be made. In the embodiments of the preceding figures 3 and 4, the bricks 37 have to be pushed into the lintel from one side, whereafter the combination of lintel with bricks is placed as a whole on the brickwork. Such an embodiment is particularly easy with prefabrication.

15 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm die getoond is in figuur 8, omvat de latei 30 aan de vrije rand 35 meerdere stripdelen 42 van enige lengte. De afstand tussen de stripdelen 42 is wederom groter dan de dikte van de steen 37. De steen 37 heeft op een eerste vlak 38 een 20 sleuf 39 en op een tweede daaraan grenzend vlak 40 een groef 41. Door de steen 37 door de uitsparing die wordt gevormd door de afstand tussen de stripdelen 42 bovenwaarts te bewegen, worden de stenen met hun groeven 39 bovenwaarts over strip 34 heen geschoven. Door de steen 37 vervolgens 25 zijdelings te verschuiven, wordt deze vastgehouden door de combinatie van strip 34 en een stripdeel 42 van de latei die aangrijpen in respectievelijk groeven 39 en 41 van de steen 37.In a further preferred embodiment shown in Figure 8, the lintel 30 on the free edge 35 comprises a plurality of strip parts 42 of any length. The distance between the strip parts 42 is again greater than the thickness of the brick 37. The brick 37 has a slot 39 on a first face 38 and a groove 41 on a second face 40 adjacent it. Through the brick 37 through the recess which is formed by moving the distance between the strip parts 42 upwards, the stones with their grooves 39 are pushed upwards over strip 34. By subsequently sliding the stone 37 sideways, it is retained by the combination of strip 34 and a strip part 42 of the lintel which engage in grooves 39 and 41 of the stone 37, respectively.

Het is tevens denkbaar dat bij een geschikte 30 afmeting van de groeven 39 en 41, de stenen 37 in de uitvoeringsvorm van figuren 3 en 4 vanaf de voorzijde in de strips 12 en 11 gekanteld kunnen worden.It is also conceivable that with a suitable dimension of the grooves 39 and 41, the stones 37 in the embodiment of figures 3 and 4 can be tilted into the strips 12 and 11 from the front.

De werkwijze van het in de stalen latei 6 plaatsen van blokvormige bouwelementen, zoals stenen 37, geschiedt 9 door het in de stenen 37 slijpen van groeven 39 en 41. Deze groeven 39 en 41 zijn zodanig gepositioneerd, dat de stenen 37 op een zodanige wijze in de latei 6 kunnen worden geplaatst, dat de groeven 39 en 41 de respectievelijk strips 5 12 en 11 ontvangen. Ter volledigheid wordt opgemerkt dat de steen die is weergegeven in figuur 6 tevens toepasbaar is op de uitvoeringsvorm van figuur 3.The method of placing block-shaped building elements, such as stones 37, in the steel lintel 6 is effected by grinding grooves 39 and 41 in stones 37. These grooves 39 and 41 are positioned such that stones 37 are arranged in such a way it can be placed in the lintel 6 that the grooves 39 and 41 receive the strips 12 and 11, respectively. For the sake of completeness, it is noted that the brick shown in Figure 6 is also applicable to the embodiment of Figure 3.

Nadat meerdere stenen 37 op de bovengeschetste wijze in de latei 6 zijn aangebracht, worden ze met elkaar 10 verbonden door middel van specie. Om de stenen 37 niet te bevlekken, kunnen desgewenst (niet-getoonde) afdekkappen worden toegepast.After several stones 37 have been placed in the lintel 6 in the manner described above, they are connected to each other by means of mortar. In order not to stain the stones 37, cover caps (not shown) can be used if desired.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding 15 tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. In het bijzonder wordt opgemerkt dat de vakman technische maatregelen van de verschillende uitvoeringsvormen kan combineren, zoals het 20 aanbrengen van gaten 13 voor een samenwerkende latei, of het juist weglaten van dergelijke gaten voor een zelfdragende latei. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.The embodiments described above, although showing preferred embodiments of the invention, are only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way. In particular, it is noted that a person skilled in the art can combine technical measures of the different embodiments, such as providing holes 13 for a cooperating lintel, or precisely omitting such holes for a self-supporting lintel. The scope of the invention is therefore solely determined by the following claims.

25 ^ 0 3 5 0 0 725 ^ 0 3 5 0 0 7

Claims

CLAIMS 1. A lintel for supporting masonry, which lintel comprises two substantially oblong plate parts arranged at right angles to each other, such that a profile with a substantially L-shaped cross-section is formed, characterized in that substantially perpendicular to the free longitudinal edge at least one strip of each plate part is provided, with both strips pointing inwards as seen in cross-section.

Lintel according to claim 1, wherein, seen in cross-section, both strips face each other.

Lintel as claimed in claim 1 or 2, wherein the at least one strip extends over substantially the entire length of the relevant plate part.

4. Lintel according to one of the preceding claims, wherein the lintel is made from a curved plate.

Lintel according to one of the preceding claims, wherein a third elongated plate part is arranged parallel to at least one of the plate parts. 25

Lintel according to claim 5, wherein the at least one plate part and the third plate part are the walls of a box girder.

Lintel as claimed in claim 5, wherein in cross-section the at least one plate part and the third plate part lie mutually in line with each other. '035007

Lintel according to one of the preceding claims, wherein the at least one strip forms an angle with the associated plate part of between 80 ° and 100 °, in particular between 85 ° and 95 °. 5

Lintel according to one of the preceding claims, wherein at least one of the plate parts or strips is perforated.

10. Combination of a lintel according to one of the preceding claims and at least one block-shaped building element, which block-shaped building element comprises two parallel extending slots for receiving the strips of the lintel in two adjacent surfaces. 15

The combination of claim 10, wherein the block-shaped building element is a brick, such as a brick, or a block, such as a sand-lime brick block.

12. Combination as claimed in claim 10 or 11, wherein a number of block-shaped building elements are arranged in the lintel, wherein the surfaces with the slots abut the two elongated plate parts arranged at right angles to each other and wherein the strips protrude into the slots. 25

A combination according to claim 12, wherein a spoil is arranged between the lintel and the building elements.

A method wherein a lintel or combination according to one or more of the preceding claims is used. '05 007.