NL1034965C2 - Inrichting geschikt voor het kantelbaar aan een wand bevestigen van een beeldscherm alsmede een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

f

Inrichting geschikt voor het kantelbaar aan een wand bevestigen van een beeldscherm alsmede een dergelijke werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting geschikt voor het 5 kantelbaar aan een wand bevestigen van een beeldscherm, welke inrichting is voorzien van een aan een wand bevestigbaar wanddeel alsmede van een ondersteuningsdeel waaraan het beeldscherm bevestigbaar is, welk onder-steuningsdeel om een kantelas kantelbaar met het wanddeel is verbonden, welke inrichting verder is voorzien van een koppelarm die op afstand van de kantelas het 10 wanddeel en het ondersteuningsdeel met elkaar koppelt, welke koppelarm koppelbaar is met een van een aantal hoekinsteluitsparingen voor het instellen van een gewenste kantelhoek tussen het ondersteuningsdeel en het wanddeel.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het ten opzichte van elkaar om een kantelas kantelen van een wanddeel en een 15 ondersteuningsdeel, waarbij een koppelarm, waarmee het wanddeel en het ondersteuningsdeel op afstand van de kantelas met elkaar zijn verbonden, wordt gekoppeld met een van een aantal hoekinsteluitsparingen voor het instellen van een gewenste kantelhoek tussen het ondersteuningsdeel en het wanddeel.

Bij een dergelijke uit de Amerikaanse octrooi US-B2'7.175.146 20 bekende inrichting en werkwijze is de koppelarm scharnierbaar om een scharnieras met het ondersteuningsdeel verbonden. Een van de scharnieras afgekeerde zijde van de koppelarm is in een van de hoekinsteluitsparingen gelegen. Door tegen het beeldscherm aan te duwen wordt de koppelarm met een hoger gelegen hoekinsteluitsparing gekoppeld waardoor de kantelhoek wordt verkleind. Door aan 25 het beeldscherm te trekken, wordt het uiteinde van de koppelarm verplaatst naar een lager gelegen hoekinsteluitsparing waardoor de kantelhoek wordt vergroot. Zowel voor het verkleinen als vergroten van de kantelhoek dient een kracht op het beeldscherm te worden uitgeoefend voor het loskoppelen van de koppelarm met de hoekinsteluitsparing, waarbij een veerkracht moet worden overwonnen. Een nadeel 30 van een dergelijke inrichting is dat indien de veerkracht te gering is, het ondersteuningsdeel met het daaraan bevestigde beeldscherm onder invloed van de zwaartekracht naar een grotere gewenste kantelhoek kan kantelen zonder dat dit door een gebruiker gewenst is. Indien de veerkracht te groot is, dient door een gebruiker een relatief grote kracht op het beeldscherm te worden uitgeoefend, 1034965 2 waardoor het veranderen van de kantelhoek relatief moeizaam is.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij op een betrouwbaar en eenvoudige wijze een gewenste kantelhoek tussen het onder-steuningsdeel en het wanddeel kan worden gerealiseerd.

5 Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting is voorzien van een schuif die is voorzien van een aantal uitsparingen, welke schuif ten opzichte van de hoekinsteluitsparingen verschuifbaar is van een eerste positie waarin de uitsparingen en de hoekinsteluitsparingen ten opzicht van elkaar zijn uitgelijnd, naar een tweede positie waarbij de schuif het koppelen van de 10 koppelarm met de hoekinsteluitsparingen verhindert en vice versa.

Door het tegen het beeldscherm aandrukken wordt de koppelarm eenvoudig naar een lager gelegen hoekinsteluitsparing verplaatst. Bij het trekken aan het beeldscherm blijft de koppeling tussen het koppelarm en de desbetreffende hoekinsteluitsparing gewaarborgd. Indien een grotere gewenste kantelhoek wordt 15 gewenst, dient eerst de schuif naar de tweede positie te worden gebracht waarbij de schuif het koppelen van de koppelarm met de hoekinsteluitsparingen verhindert. Vervolgens wordt het ondersteuningsdeel in een continue beweging naar een maximaal te realiseren kantelhoek gekanteld. Nabij deze maximaal te realiseren kantelhoek wordt de schuif naar de eerste positie geschoven waarbij de uitsparingen 20 in de schuif en de hoekinsteluitsparingen ten opzichte van elkaar worden uitgelijnd. Vanuit deze stand van de inrichting, waarbij het onder-steuningsdeel een maximaal te realiseren kantelhoek met het wanddeel insluit met een tussen het wanddeel en het ondersteuningsdeel uitstrekkende koppelarm, kan de kantelhoek stapsgewijs worden verkleind door tegen het beeldscherm aan te drukken.

25 Een voordeel van een dergelijke inrichting is dat het onder steuningsdeel niet onder invloed van de zwaartekracht ongewenst ten opzichte van het wanddeel kan kantelen terwijl bovendien de voor het verkleinen van de kantelhoek benodigde kracht relatief gering is.

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt 30 gekenmerkt doordat de schuif met behulp van de koppelarm verschuifbaar is van de eerste positie naar de tweede positie en vice versa.

Op deze wijze dient de koppelarm zowel voor het instellen van de gewenste kantelhoek als voor het verplaatsen van de schuif waardoor het aantal benodigde onderdelen van de inrichting relatief beperkt is.

( 3

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de schuif nabij ten minste een uiteinde is voorzien van een uitsteeksel, waarmee de koppelarm in aangrijping te brengen is voor het van de eerste positie naar de tweede positie of vice versa verschuiven van de schuif.

5 Door het uitsteeksel kan op eenvoudige wijze de schuif van positie worden veranderd.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wanddeel is voorzien van de schuif, waarbij de koppelarm met een van het wanddeel afgekeerd uiteinde, scharnierbaar om een 10 scharnieras met het ondersteuningsdeel is verbonden.

Op deze wijze is het met het beeldscherm te koppelen ondersteuningsdeel relatief eenvoudig van opbouw waarbij het ondersteuningsdeel op nagenoeg elke plaats aan het beeldscherm kan worden bevestigd.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 15 uitvinding wordt gekenmerkt doordat dat de scharnieras in bedrijf hoger is gelegen dan het met het wanddeel in aangrijping zijnde uiteinde van de koppelarm.

Op deze wijze wordt eenvoudig gewaarborgd dat bij het tegen het beeldscherm aandrukken, de koppelarm mede onder invloed van de zwaartekracht naar een lager gelegen hoekinsteluitsparing wordt verplaatst.

20 Een weer andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wanddeel koppelbaar is met een aan een wand bevestigbare wandplaat, waarbij voorafgaand aan het koppelen van het wanddeel aan de wandplaat de koppelarm scharnierbaar is naar een van het wanddeel ontkoppelde positie.

25 Op deze wijze is het mogeiijk om de koppelarm van het wanddeel te ontkoppelen, waarbij het ondersteuningsdeel op eenvoudige wijze aan het beeldscherm kan worden bevestigd. Na het bevestigen van het ondersteuningsdeel aan het beeldscherm, kan de koppelarm met het wanddeel worden gekoppeld waarna het wanddeel aan een wand kan worden bevestigd.

30 De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het op eenvoudige en betrouwbare wijze kantelen van een van een beeldscherm voorziene ondersteuningsdeel ten opzichte van een wanddeel.

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat het ondersteuningsdeel stapsgewijs naar een kleinere kantelhoek wordt verplaatst, 4 waarbij voor het vergroten van de kantelhoek het ondersteuningsdeel eerst naar de minimaal te realiseren kantelhoek wordt gekanteld, vervolgens in een continue kantelbeweging naar de maximaal te realiseren kantelhoek wordt gekanteld om vervolgens stapsgewijs naar de gewenste kantelhoek te worden gekanteld.

5 Op deze wijze is het voor het verkleinen van de kantelhoek benodigde kracht relatief gering terwijl op betrouwbare wijze wordt verhinderd dat de kantelhoek onder invloed van de zwaartekracht ongewenst zal vergroten.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin 10 fig. 1a-1c respectievelijk een zijaanzicht met beeldscherm, een perspectivisch aanzicht zonder beeldscherm alsmede een uitvergroot detail van een inrichting volgens de uitvinding tonen met een maximaal te realiseren kantelhoek, fig. 2a-2c respectievelijk een zijaanzicht met beeldscherm, een zijaanzicht zonder beeldscherm en een uitvergroot detail van de in fig. 1a-1c 15 weergegeven inrichting tonen in een tweede kantelhoekpositie, fig. 3a-3c respectievelijk een zijaanzicht met beeldscherm, een zijaanzicht zonder beeldscherm en een uitvergroot detail van de in fig. 1a-1c weergegeven inrichting tonen in een derde kantelhoekpositie, fig. 4a-4c respectievelijk een zijaanzicht met beeldscherm, een 20 zijaanzicht zonder beeldscherm en een uitvergroot detail van de in fig. 1a-1c weergegeven inrichting tonen in een vierde kantelhoekpositie, welke vierde kantelhoekpositie, de minimaal te realiseren kantelhoek is.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

25 Fig. 1a-1c tonen respectievelijk een zijaanzicht, een perspectivisch aanzicht en een uitvergroot detail van een inrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een aan een wand (niet weergegeven) bevestigde wandplaat 2, een daarmee gekoppeld wanddeel 3, een kantelbaar om een kantelas 4 met het wanddeel 3 verbonden ondersteuningsdeel 5 en een koppelarm 6. De koppelarm 6 30 is scharnierbaar om een scharnieras 7 met het ondersteuningsdeel 5 verbonden. De koppeling tussen de koppelarm 6 en het wanddeel 3 zal hieronder aan de hand van fig. 1c nader worden toegelicht. Aan het ondersteuningsdeel 5 is een beeldscherm 8 zoals bijvoorbeeld een plasmascherm of een LCD-scherm bevestigd. Voor de bevestiging van het beeldscherm 8 is, zoals duidelijk zichtbaar in fig. 1b, een enkele 5 wandplaat 2 met een muur bevestigd, waaraan twee wanddelen 3 met kantelbaar daarmee verbonden ondersteuningsdelen 5 zijn gekoppeld. Op deze wijze wordt een stabiele ondersteuning van het beeldscherm 8 verkregen. Het is echter ook mogelijk om slechts een enkel wanddeel 3 of meer dan twee wanddelen 3 te voorzien.

5 Zoals duidelijk zichtbaar in fig. 1c omvat het wanddeel 3 aan een van het ondersteuningsdeel 5 afgekeerde zijde een aantal hoekinsteluitsparingen 9 waarin een koppelstang 10 van de koppelarm 6 positioneerbaar is. Het wanddeel 3 is verder voorzien van een schuif 11 die nabij beide uiteinden verschuifbaar is gelagerd ten opzichte van met het wanddeel 3 verbonden pennen 12. De schuif 11 is 10 voorzien van een aantal uitsparingen 13 die bij de in fig. 1c weergegeven eerste positie van de schuif 11 zijn uitgelijnd met de hoekinsteluitsparingen 9 in het wanddeel 3. De schuif 11 is nabij beide uiteinden voorzien van aanslagen 14 die zich uitstrekken tot een zelfde hoogte als zijden 15 van het wanddeel 3. Tussen de uitsparingen 13 is de schuif 11 voorzien van vlakken 16 die zich op een zelfde 15 hoogte bevinden als tussen de hoekinsteluitsparingen 9 gelegen zijden 17 van het wanddeel 3.

Het wanddeel 3 is nabij de bovenzijde verder voorzien van inkepingen 18 waarvan de functie aan de hand van fig. 4c nader zal worden toegelicht.

20 De wijze van bevestigen van het beeldscherm aan de inrichting 1 en het instellen van de kantelhoek α tussen het wanddeel 3 en het ondersteuningsdeel 5 zal nu aan de hand de figuren nader worden toegelicht.

Voor het bevestigen van het ondersteuningsdeel 5 aan het beeldscherm 8 wordt bij een van de wandplaat 2 ontkoppelde wanddeel 3 het 25 ondersteuningsdeel 5 zover in de door pijl P1 aangegeven richting naar het wanddeel 3 toe gekanteld zodat de koppelarm 6 om de scharnieras 7 in de door pijl P2 aangegeven richting kan worden gekanteld naar een van het wanddeel 3 ontkoppelde positie. Het ondersteuningsdeel 5 kan vervolgens om de kantelas 4 in een aan pijl P1 tegengestelde richting worden gekanteld totdat het onder-30 steuningsdeel 5 en het wanddeel 3 nagenoeg in eikaars verlengde zijn gelegen. In deze stand van het ondersteuningsdeel 5 en het wanddeel 3 kan het ondersteuningsdeel 5 eenvoudig met het beeldscherm 8 worden gekoppeld. Nadat een gewenst aantal ondersteuningsdelen 5 zoals bijvoorbeeld twee met het beeldscherm 8 zijn verbonden, wordt elk ondersteuningsdeel 5 om de kantelas 4 6 gekanteld naar een positie waarbij de koppeiarm 6 met een hoekinsteluitsparing 9 van het wanddeel 3 is gekoppeld. De wanddelen 3 worden nu met haakvormige uiteinden 20 (zie fig. 1b) met de wandplaat 2 verbonden. De koppelstang 10 wordt hierbij ingesloten in een door de wandplaat 2 en de uitsteeksel 14 begrensde ruimte.

5 Fig. 1a-1c tonen een eerste stand van het ondersteuningsdeel 5, waarbij, bij een tussen het ondersteuningsdeel 5 en het wanddeel 3 aanwezige koppelstang 6, de maximaal te realiseren kantelhoek α tussen het ondersteuningsdeel 5 en het wanddeel 3 aanwezig is. De schuif 11 bevindt zich hierbij in een eerste positie waarbij de uitsparingen 13 zijn uitgelijnd met de hoekinstel-10 uitsparingen 9 in het wanddeel 3. Om de kantelhoek α te verkleinen wordt door een gebruiker tegen het beeldscherm 8 een kracht in de door pijl P1 aangegeven richting uitgeoefend waardoor de koppelstang 10 uit aangrijping met de hoekinsteluitsparing 9 wordt gebracht en over het vlak 16 en zijden 17 naar een daaronder gelegen hoekinsteluitsparing 9 wordt verplaatst. Indien een gebruiker het 15 beeldscherm 8 vervolgens loslaat, zal de koppelstang 10 onder invloed van de zwaartekracht met deze hoekinsteluitsparing 9 in aangrijping worden gebracht. In fig. 2a-2c is de koppelstang 10 in de een na bovenste hoekinsteluitsparing 9 is gelegen, waarbij het ondersteuningsdeel 5 zich in een tweede kantelhoekpositie bevindt. Door het wederom tegen het beeldscherm 8 te duwen is het mogelijk om de 20 koppelstang 10 in een van bovenaf gezien derde hoekinsteluitsparing 9 te brengen voor het instellen van de kantelhoek in een derde kantelhoekpositie (zie fig. 3a-3c). Indien vanuit deze kantelhoek wederom tegen het beeldscherm 8 aan wordt gedrukt, wordt de koppelstang 10 tegen het uitsteeksel 14 aangebracht, waarbij door het verder in door pijl P1 kantelen van het beeldscherm 8 en het ondersteuningsdeel 5 25 door de koppelstang 10 een neerwaartse kracht op het uitsteeksel 14 van de schuif 11 wordt uitgeoefend ten gevolge waarvan de schuif 11 in de door pijl P3 aangegeven richting wordt geschoven naar de in fig. 4c weergegeven tweede positie. In deze tweede positie is de koppelstang 10 in hoekinsteluitsparing 19 van het wanddeel 3 gelegen, welke hoekinsteluitsparing 19 dichter nabij de wandplaat 2 30 is gelegen dan de overige hoekinsteluitsparingen 9. Hierdoor is het mogelijk dat het ondersteunings-deel 5 zich evenwijdig aan het wanddeel 3 kan uitstrekken (zie fig. 4b). In deze positie is de kantelas 7 in de inkeping 18 gelegen waardoor het in een aan pijl P1 tegengestelde richting kantelen van het beeldscherm 8 op eenvoudige wijze wordt verhinderd. De inkeping 18 is een middel voor het als het 7 ware vergrendelen van het ondersteuningsdeel 5 ten opzichte van het wanddeel 3. Om het positioneren van de kantelas 7 in de inkeping 18 mogelijk te maken ondergaat het ondersteuningsdeel 5 een geringe verplaatsing in de door pijl P3 aangegeven richting ten opzichte van het wanddeel 3. Deze geringe verplaatsing is 5 mogelijk doordat er enige speling aanwezig is nabij de kantelas 4 tussen het ondersteuningsdeel 5 en het wanddeel 3.

Door het in de door pijl P3 aangegeven richting schuiven van de schuif 11 zijn de hoekinsteluitsparingen 9 en de uitsparingen 13 niet meer ten opzichte van elkaar uitgelijnd, waarbij de hoekinsteluitsparingen 9 door de tussen de 10 uitsparingen 13 gelegen vlakken 16 zijn afgesloten. De uitsparingen 13 zijn afgesloten door de zijden 17.

Indien een gebruiker het beeldscherm in een aan pijl P1 tegengestelde richting wenst te kantelen, dan wordt door de gebruiker aan het beeldscherm 8 getrokken, waarbij de kantelas 7 uit de inkeping 18 wordt getild, 15 waarna de koppelstang 10 over de zijden 17 van het wanddeel 3 en de daarmee uitgelijnde vlakken 16 van de schuif 11 in een continue beweging een aan pijl P3 aangegeven richting wordt verplaatst. Zodra de koppelstang 10 het nabij de bovenzijde van het wanddeel 3 gelegen uitsteeksel 14 raakt, wordt de schuif 11 in de door pijl P4 (zie fig. 1c) weergegeven richting naar de eerste positie verplaatst. In 20 deze eerste positie van de schuif 11 zijn de hoekinsteluitsparingen 9 en de uitsparingen 13 weer met elkaar uitgelijnd. Vanuit deze maximaal realiseerbare kantelhoek a kan vervolgens weer stapsgewijs een kleinere kantelhoek, zoals weergegeven in fig. 2c, 3c en 4c, worden gerealiseerd.

Het is ook mogelijk om de schuif 11 in het ondersteuningsdeel 5 te 25 voorzien waarbij de koppelarm 6 scharnierbaar om een scharnieras met het wanddeel 3 wordt verbonden. De kantelas dient ook hierbij hoger te zijn gelegen dan de in de hoekinsteluitsparingen gelegen koppelstang 10 van de koppelarm 6.

Bij de in de figuren weergegeven inrichting kunnen vier kantel-hoeken worden gerealiseerd. Het is echter mogelijk om door het aanpassen van het 30 aantal hoekinsteluitsparingen 9 en uitsparingen 13 het aantal kantelhoeken te verkleinen of te vergroten.

Het is mogelijk om de schuif te voorzien van een veer of een ander middel met behulp waarvan de schuif in of de eerste positie of de tweede positie is gelegen maar niet in een daartussen gelegen positie kan staan anders dan tijdens 8 het welbedoeld verplaatsen tussen beide posities.

Het is ook mogelijk om de koppelarm te voorzien van een veer met behulp waarvan de koppelarm naar een met de schuif in aangrijping zijnde stand wordt gedrukt.

5 Het is ook mogelijk om de schuif handmatig of op andere wijze van de eerste positie naar de tweede positie en vice versa te verplaatsen.

« Λ 7 /. 0 R R

Claims (9)

1. Inrichting geschikt voor het kantelbaar aan een wand bevestigen van een beeldscherm, welke inrichting is voorzien van een aan een wand 5 bevestigbaar wanddeel alsmede van een ondersteuningsdeel waaraan het beeldscherm bevestigbaar is, welk ondersteuningsdeel om een kantelas kantelbaar met het wanddeel is verbonden, welke inrichting verder is voorzien van een koppelarm die op afstand van de kantelas het wanddeel en het ondersteuningsdeel met elkaar koppelt, welke koppelarm koppelbaar is met een van een aantal 10 hoekinsteluitsparingen voor het instellen van een gewenste kantelhoek tussen het ondersteuningsdeel en het wanddeel, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een schuif die is voorzien van een aantal uitsparingen, welke schuif ten opzichte van de hoekinsteluitsparingen verschuifbaar is van een eerste positie waarin de uitsparingen en de hoekinsteluitsparingen ten opzicht van elkaar zijn uitgelijnd, naar 15 een tweede positie waarbij de schuif het koppelen van de koppelarm met de hoekinsteluitsparingen verhindert en vice versa.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schuif met behulp van de koppelarm verschuifbaar is van de eerste positie naar de tweede positie en vice versa.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuif nabij ten minste een uiteinde is voorzien van een uitsteeksel, waarmee de koppelarm in aangrijping te brengen is voor het van de eerste positie naar de tweede positie of vice versa verschuiven van de schuif.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het wanddeel is voorzien van de schuif, waarbij de koppelarm met een van het wanddeel afgekeerd uiteinde, scharnierbaar om een scharnieras met het ondersteuningsdeel is verbonden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de scharnieras in bedrijf hoger is gelegen dan het met het wanddeel in aangrijping zijnde uiteinde 30 van de koppelarm.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat het wanddeel koppelbaar is met een aan een wand bevestigbare wandplaat, waarbij voorafgaand aan het koppelen van het wanddeel aan de wandplaat de koppelarm scharnierbaar is naar een van het wanddeel ontkoppelde 1034965 positie.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor het vergrendelen van het ondersteuningsdeel ten opzichte van het wanddeel in een minimaal te realiseren 5 kantelhoek.

8. Werkwijze voor het ten opzichte van elkaar om een kantelas kantelen van een wanddeel en een ondersteuningsdeel, waarbij een koppelarm, waarmee het wanddeel en het ondersteuningsdeel op afstand van de kantelas met elkaar zijn verbonden, wordt gekoppeld met een van een aantal hoek- 10 insteluitsparingen voor het instellen van een gewenste kantelhoek tussen het ondersteuningsdeel en het wanddeel, met het kenmerk, dat het ondersteuningsdeel stapsgewijs naar een kleinere kantelhoek wordt verplaatst, waarbij voor het vergroten van de kantelhoek het ondersteuningsdeel eerst naar de minimaal te realiseren kantelhoek wordt gekanteld, vervolgens in een continue kantelbeweging 15 naar de maximaal te realiseren kantelhoek wordt gekanteld, om vervolgens stapsgewijs naar de gewenste kantelhoek te worden gekanteld.

9. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat bij het naar de minimaal te realiseren kantelhoek kantelen van het ondersteuningsdeel een schuif in de richting van de kantelas wordt geschoven, waarbij de hoekinsteluitsparingen 20 worden afgesloten, terwijl bij het naar de maximaal te realiseren kantelhoek kantelen van het ondersteuningsdeel, de schuif in een van de kantelas afgekeerde richting wordt geschoven, waarbij de hoekinsteluitsparingen worden vrijgegeven. 1 n 3 i 9 6 5