NL1034320C1 - Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. - Google Patents
Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1034320C1 NL1034320C1 NL1034320A NL1034320A NL1034320C1 NL 1034320 C1 NL1034320 C1 NL 1034320C1 NL 1034320 A NL1034320 A NL 1034320A NL 1034320 A NL1034320 A NL 1034320A NL 1034320 C1 NL1034320 C1 NL 1034320C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- door
- fire
- resistant material
- longitudinal groove
- lath
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B5/00—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
- E06B5/10—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
- E06B5/16—Fireproof doors or similar closures; Adaptations of fixed constructions therefor
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B5/00—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
- E06B5/10—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
- E06B5/16—Fireproof doors or similar closures; Adaptations of fixed constructions therefor
- E06B5/161—Profile members therefor
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/70—Door leaves
- E06B2003/7059—Specific frame characteristics
- E06B2003/7061—Wooden frames
- E06B2003/7063—Wooden frames reinforced; in combination with other materials, e.g. foam, honeycomb
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/70—Door leaves
- E06B2003/7059—Specific frame characteristics
- E06B2003/7061—Wooden frames
- E06B2003/7073—Wooden frames with fire retardant measures in frame
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/54—Fixing of glass panes or like plates
- E06B3/58—Fixing of glass panes or like plates by means of borders, cleats, or the like
- E06B3/5892—Fixing of window panes in openings in door leaves
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B5/00—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
- E06B5/10—Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
- E06B5/16—Fireproof doors or similar closures; Adaptations of fixed constructions therefor
- E06B5/164—Sealing arrangements between the door or window and its frame, e.g. intumescent seals specially adapted therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Special Wing (AREA)
Description
BRANDWERENDE DEUR EN WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING VAN EEN RANDHOUT, EEN STEUNLAT EN GLASLATTEN DAARVOOR
De uitvinding betreft een deur die ten minste langs één omtrekszijde is voorzien van een brandvertragend randhout, bijvoorbeeld een brandvertragende stijl) of dorpel.
Bekend zijn brandwerende deuren die zijn samengesteld 5 uit een raamwerk van randhouten (verticale stijlen en horizontale dorpels) en twee vlakke platen van hout of een kunststof materiaal, waarbij de ruimte tussen de platen en het raamwerk is bijvoorbeeld is opgevuld met minerale-vezelplaat.
10 Het is een probleem bij een brandwerende deur dat de brandwerende eigenschappen ervan in praktische situaties in hoofdzaak worden bepaald door de brandwerende eigenschappen van de randzone van die deur langs het daarop aansluitende kozijn. In het verleden toegepaste branddeuren kendèn een 15 vurenhouten raamwerk en een dikte van 40 mm. Een dergelijke deur voldoet niet aan de vigerende eisen van brandveiligheid.
Thans gangbare brandwerende deuren zijn veelal dikker dan 40 mm, bijvoorbeeld 55 mm, en zijn uitgevoerd met een raamwerk van tropisch hardhout, bijvoorbeeld merbau of 20 meranti. Deze deuren zijn zwaar, en leiden daardoor tot moeilijker arbeidsomstandigheden bij het installeren ervan, en zijn door het gebruik van meer en duurdere materialen ook relatief duur. Een inherent nadeel aan het gebruik van een massief raamwerk is het risico van kromtrekken van het 25 raamwerk bij verhitting, en als gevolg daarvan een grotere kans op doorslag van een optredende brand.
Uit het Engelse octrooi nr. GB 1377059 is bekend een brandvertragende deur die is voorzien van een randframe dat een gelamineerde structuur omvat van brandwerend plakhout, 30 afgewisseld met stroken van een bekend materiaal, die gewoonlijk worden aangeduid als "opschuimstroken".Een dergelijk materiaal heeft de eigenschap dat het bij hoge temperaturen een keramisch schuim vormt dat dienst doet om de 1034320 2 randen van de deur en zijn omgevende structuur af te dichten en aldus een barrière tegen de doorgang van rook en vlammen te verschaffen.
Het is een nadeel van het bekende randframe dat het 5 ervoor benodigde brandwerende plakhout relatief duur en zwaar is, en dat het maken van een laminaat, waarbij stroken plakhout worden afgewisseld met stroken van een opschuimend materiaal, omslachtig en kostbaar is.
Het is een doel van de uitvinding een deur te 10 verschaffen die toepasbaar is als branddeur, die relatief dun is en licht in gewicht is, waarbij in geval van een optredende brand een goede afdichting aanwezig is en gedurende voldoend lange tijd aanwezig blijft in de randzone van die deur langs het daarop aansluitende kozijn. Hierbij 15 dient gebruik van tropisch hardhout vermeden te kunnen worden.
Het is voorts een doel deze deur volgens op eenvoudige en doelmatige wijze te kunnen vervaardigen.
Deze doelen worden bereikt, en andere voordelen worden 20 behaald, met een deur van het in de aanhef genoemde type, waarvan overeenkomstig de uitvinding het brandvertragende randhout is vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur 25 uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens gehard brandwerend materiaal is opgenomen.
In een deur met een dergelijk randhout is er altijd ten minste een laag van een brandwerend materiaal aanwezig die 30 althans binnen het bereik van de langsgroef in dat randhout een afscheiding vormt tussen de door de deur gescheiden ruimtes.
In een uitvoeringsvorm van een deur volgens de uitvinding zijn in het langwerpige lichaam ten minste twee 35 zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur uitstrekkende langsgroeven zijn gevormd, in welke langsgroeven een in vloeibare toestand 3 ingebracht en vervolgens gehard brandwerend materiaal is opgenomen.
In een uitvoeringsvorm van een deur volgens de uitvinding die is voorzien van een stabilisatiestrook en een 5 steunlat, is de steunlat vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens 10 gehard brandwerend materiaal is opgenomen.
In weer een uitvoeringsvorm van een deur volgens de uitvinding, die is voorzien van glaslatten voor het opnemen van een glaspaneel, zijn de glaslatten elk vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in 15 gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens gehard brandwerend materiaal is opgenomen.
Een dergelijke deur is bijvoorbeeld voorzien van 20 glasopeningen of spiegelstukken, en is toepasbaar als branddeur, waarbij anders dan in een deur volgens de stand der techniek de overgang tussen glasopening en deur een hoge mate van brandwerendheid vertoont.
Het massieve lichaam voor een randhout, een steunlat of 25 een glaslat in een deur volgens de uitvinding is bijvoorbeeld in hoofdzaak gevormd uit een hout bevattend composietmateriaal, of uit vuren- of grenenhout.
Vuren- of grenenhout heeft in vergelijking met tropisch hardhout een lage dichtheid, is goed te verwerken, is tegen 30 redelijke kostprijzen in ruime mate beschikbaar en heeft als bijkomend voordeel dat het op milieuvriendelijke wijze geplant en gekapt kan worden.
In een uitvoeringsvorm van een deur volgens de uitvinding is het brandwerende materiaal een epoxyhars, 35 bijvoorbeeld een twee-componenten epoxy op basis van een polyethyleenamine.
De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het 4 vervaardigen van naar keuze een randhout, een steunlat of een glaslat voor een hierboven beschreven deur, omvattend de stappen van (i) het verschaffen van een langwerpig houtlichaam en 5 het bewerken daarvan tot een halfproduct voor respectievelijk een randhout, een steunlat of een glaslat,voorzien van ten minste één langsgroef, (ii) het vullen van de langsgroef met een hardhaar vloeibaar brandwerend materiaal 10 (iii) het doen harden van het vloeibare materiaal, en (iv) het verwijderen van overtollig materiaal, op zodanige wijze dat respectievelijk een randhout, een steunlat of een glaslat wordt verkregen.
De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan 15 de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekeningen.
In de tekeningen tonen
Fig. 1 in vooraanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een raamwerk van een deur volgens de uitvinding, 20 Fig. 2 in een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 een stijl van het getoonde raamwerk,
Fig. 3 in een doorsnede volgens de lijn III-III in fig.
1 een steunlat met stabilisatiestroook van het getoonde raamwerk, 25 Fig. 4 in een dwarsdoorsnede een uitvoeringsvorm van een glaslat voor een deur volgens de uitvinding,
Fig. 5 in een dwarsdoorsnede een uitvoeringsvorm van een halfproduct voor een randhout voor een deur volgens de uitvinding, 30 Fig. 6 in een dwarsdoorsnede een deel van een tweede uitvoeringsvorm een deur volgens van de uitvinding, met een bovendorpel en onderdorpel, en een deel van een aansluitend deurkozijn,
Fig. 7 in een dwarsdoorsnede een stijl en een deel van 35 de in fig. 5 getoonde deur en een aansluitend deurkozijn.
In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.
5
Fig. 1 toont een raamwerk 1 voor een brandwerende deur, dat is samengesteld uit stijlen 2 en dorpels 3, die volgens een op zich bekende wijze met elkaar zijn verbonden. Aan beide zijden van het raamwerk 1 worden deurpanelen bevestigd, 5 waarbij de ruimte die door raamwerk en deurpanelen wordt omsloten gevuld kan zijn met een brandwerend materiaal.
Fig. 2 toont de rechter stijl 2 van het raamwerk 1 van fig. 1 volgens de doorsnede II-II. Deze stijl 2 vertoont in de richting dwars op het hoofdvlak van de deur en het 10 raamwerk 2 (voorgesteld door pijl d) een de vorm van een hoofdletter E, waarbij telkens tussen de horizontale benen 5 een laag van een brandwerend materiaal 4 is opgenomen.
Fig. 3 toont de metalen stabilisatiestrook 24 van het raamwerk 1 en de houten steunlat 25 van fig. 1 volgens de 15 doorsnede III-III. De stabilisatiestrook 24 is met schroeven 26 bevestigd aan de steunlat 25, waarbij in de richting dwars op het hoofdvlak van de deur en het raamwerk 2 (voorgesteld door pijl d) een laag van een brandwerend materiaal 4 is opgenomen tussen respectieve lagen hout 5.
20 Fig. 4 toont twee glaslatten 6 die op een deur 8 zijn bevestigd, waarvan een rand 10 een glasopening begrenst. Deze glaslatten 6 bevatten in de richting dwars op het hoofdvlak van de deur 8 (voorgesteld door pijl d) een laag van een brandwerend materiaal 4, die is opgenomen tussen respectieve 25 lagen hout 7. De figuur toont voorts nog een deel van een glasplaat 9, ingeklemd tussen de deur 8 en de glaslatten 6.
Fig. 5 toont een halfproduct 11 voor een randhout, dat bestaat uit een langwerpig houtlichaam waarin twee langsgroeven 21 zijn gefreesd die zich uitstrekken tot in het 30 overtollig houtmateriaal 23, dat na het vullen van de groeven 21 met een hardbaar vloeibaar brandwerend materiaal en het uitharden daarvan, indien gewenst, volgens de stippellijn 22 verwijderd kan worden. Het verwijderen van het overtollige houtmateriaal 14 en daarmee het onderste deel van het 35 brandwerende materiaal in de groeven 21 kan resulteren in een randhout met een zodanige structuur, dat in een richting dwars op het hoofdvlak van de betreffende deur het randhout 6 geen enkel massief deel vertoont, zonder dat evenwel sprake is van een laminaat volgens de stand der techniek, en dus vrij van de nadelen die aan een dergelijk laminaat zijn verbonden.
5 Fig. 6 toont een deur 12 met bovendorpel 13 en onderdorpel 14, waarop deurpanelen 15 zijn bevestigd, waarbij de ruimte tussen de dorpels 13, 14 en de panelen 15 is gevuld met een zogeheten mineraalplaat 16 van een onbrandbaar materiaal. In de dorpels 13, 14 is een brandwerend materiaal 10 4 opgenomen in langsgroeven, die zich over nagenoeg de gehele dikte van de dorpels 13, 14 uitstrekken, waarbij in een richting dwars op het hoofdvlak van de deur 12 twee lagen brandwerend materiaal 4 telkens zijn opgenomen tussen lagen hout. De figuur toont voorts een deel van een aansluitend 15 deurkozijn 17, waarin een strook 18 van een schuimend brandwerend materiaal is opgenomen.
Fig. 7 toont de deur 12 van fig. 6 met stijl 19, waarin een brandwerend materiaal 4 opgenomen in langsgroeven, die zich over nagenoeg de gehele dikte van de stijl 19 20 uitstrekken, waarbij in een richting dwars op het hoofdvlak van de deur 12 twee lagen brandwerend materiaal 4 telkens zijn opgenomen tussen lagen hout. De figuur toont voorts een deel van een aansluitende deurpost 20, waarin een strook 18 van een opschuimend brandwerend materiaal is opgenomen.
25 De volgende proef toont de brandwerende werking van een deur volgens de uitvinding aan.
Voorbeeld
Een stompe deur 12 volgens de figuren 5 en 6 met afmetingen 940 x 1800 x 39 mm is samengesteld uit vurenhouten 30 dorpels 13, 14 en stijlen 19 met een diepte van 4,5 cm en dekplaten 15 met een dikte van 3 mm, waartussen mineraalplaten 16 met een dikte van 33 mm zijn opgesloten.
Het brandwerende materiaal 4 in de dorpels 13, 14 en stijlen 19 is een twee-componenten epoxy op basis van een 35 polyethyleenamine. Het deurkozijn 17, 20 is van roodhout, waarin een opschuimende band 18 is opgenomen van 2 x 10 mm.
In een proef om te controleren of de deur 12 voldoet aan 7 de vigerende normen voor brandveiligheid, is deze aan een zijde blootgesteld geweest aan een standaard vuurhaard, waarbij de temperatuur aan de van de vuurhaard afgewende zijde van de deur en de doorbuiging van de deur op 5 verschillende punten van het oppervlak daarvan werden gemeten als functie van de tijd.
Gevonden is dat de temperatuur langs de zijkant en de onderzijde van de deur na 0, 10, 30, 45, 53, 55 en 73 minuten repectievelijk 19, 49, 71, 107, 139, 147 en 176 °C bedroeg.
10 De doorbuiging van de deur na 44 minuten bedroeg aan elk van de vier hoeken 2 mm, en in het midden van het deuroppervlak 44 mm.
1034320
Claims (9)
1. Deur (8, 12) die ten minste langs één omtrekszijde is voorzien van een brandvertragend randhout (2, 19; 3, 13, 14), bijvoorbeeld een brandvertragende stijl (2, 19) of dorpel (3, 13, 14), met het kenmerk, dat het brandvertragende randhout 5 (2, 19; 3, 13, 14) is vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur (12) uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens gehard 10 brandwerend materiaal (4) is opgenomen.
2. Deur (8, 12) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in langwerpige lichaam (2, 19; 3, 13, 14) ten minste twee zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur (12) uitstrekkende langsgroeven zijn 15 gevormd, in welke langsgroeven een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens gehard brandwerend materiaal (4) is opgenomen.
3. Deur volgens een der conclusies 1-2, voorzien van een stabilisatiestrook (24) en een steunlat (25) daarvoor met 20 het kenmerk, dat de steunlat (25) is vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur (8) uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en vervolgens 25 gehard brandwerend materiaal (4) is opgenomen.
4. Deur (8) volgens een der conclusies 1-3, voorzien van glaslatten (6) voor het opnemen van een glaspaneel (9), met het kenmerk, dat de glaslatten (6) elk zijn vervaardigd uit een massief langwerpig lichaam, waarin ten minste een zich in 30 gebruikstoestand in een richting evenwijdig aan het hoofdvlak van de deur (8) uitstrekkende langsgroef is gevormd, in welke langsgroef een in vloeibare toestand ingebracht en gehard brandwerend materiaal (4) is opgenomen.
5. Deur (8, 12) volgens een der conclusies 1-4, met het 1034320 kenmerk, dat het massieve lichaam (2, 19; 3, 13, 14) in hoofdzaak is gevormd uit een hout bevattend composietmateriaal.
6. Deur (8, 12) volgens een der conclusies 1-4, met het 5 kenmerk, dat het massieve lichaam (2, 19; 3, 13, 14) in hoofdzaak is gevormd uit vuren- of grenenhout.
7. Deur (8, 12) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het brandwerende materiaal (4) een epoxyhars is.
8. Deur (8, 12) volgens conclusie 7, met het kenmerk, 10 dat de epoxyhars een twee-componenten epoxy op basis van een polyethyleenamine is.
9. Werkwijze voor het vervaardigen van naar keuze een randhout (2, 19; 3, 13, 14) voor een deur (8, 12) volgens een der conclusies 1-8, een steunlat (25) voor een deur volgens 15 conclusie 3 of een glaslat (6) voor een deur (8) volgens conclusie 4, omvattend de stappen van (i) het verschaffen van een langwerpig massief langwerpig lichaam en het bewerken daarvan tot een halfproduct (11) voor respectievelijk een randhout (2, 19; 3, 20 13, 14), een steunlat (25) of een glaslat (6), voorzien van ten minste één langsgroef (21), (ii) het vullen van de langsgroef (21) met een hardhaar vloeibaar brandwerend materiaal (iii) het doen harden van het vloeibare materiaal, en 25 (iv) het verwijderen van overtollig materiaal, op zodanige wijze dat respectievelijk een randhout (2, 19; 3, 13, 14), een steunlat (25) of een glaslat (6) wordt verkregen. 1034320
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1034320A NL1034320C1 (nl) | 2006-09-05 | 2007-08-31 | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032436 | 2006-09-05 | ||
NL1032436A NL1032436C2 (nl) | 2006-09-05 | 2006-09-05 | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. |
NL1034320A NL1034320C1 (nl) | 2006-09-05 | 2007-08-31 | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. |
NL1034320 | 2007-08-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1034320C1 true NL1034320C1 (nl) | 2008-03-07 |
Family
ID=39366945
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1034320A NL1034320C1 (nl) | 2006-09-05 | 2007-08-31 | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1034320C1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2010048C2 (en) * | 2012-12-21 | 2014-06-24 | Wwp Woodproducts B V | Edge beam, door and method for manufacturing an edge beam. |
-
2007
- 2007-08-31 NL NL1034320A patent/NL1034320C1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2010048C2 (en) * | 2012-12-21 | 2014-06-24 | Wwp Woodproducts B V | Edge beam, door and method for manufacturing an edge beam. |
EP2746520A1 (en) * | 2012-12-21 | 2014-06-25 | WWP Woodproducts B.V. | Edge beam, door and method for manufacturing an edge beam |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1032436C2 (nl) | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. | |
US10648222B2 (en) | Door with frameless glazed unit, and related kit and methods | |
US5887398A (en) | Synthetic door casement structure for patio doors and like, and method | |
US20060254197A1 (en) | Building construction element | |
US9834981B2 (en) | Door component and door with laminated strengthening bars | |
EA018965B1 (ru) | Профильная система для раздвижной двери | |
NL1034320C1 (nl) | Brandwerende deur en werkwijze voor de vervaardiging van een randhout, een steunlat en glaslatten daarvoor. | |
US20120272601A1 (en) | Frame and Panel Door | |
CA3031347A1 (en) | Door assemblies with insulated glazing unit venting | |
CA2915100A1 (en) | Door and method of forming a door | |
US8281844B1 (en) | Sectional overhead door | |
EA018304B1 (ru) | Створный переплет для стеклянного окна или стеклянной двери и оконная система | |
JP7122626B2 (ja) | パネル | |
US11193325B2 (en) | Traffic door construction and method of making same | |
GB2367747A (en) | Fire barriers | |
JP5502781B2 (ja) | 木造建築の面構造とその構築方法 | |
US20240293995A1 (en) | Method of Constructing Composite Stiffened Building Materials | |
EP2672054A1 (de) | Bauelement mit Feucht- oder Nassraumeigenschaften | |
BE1012556A3 (nl) | Samengesteld gevelpaneel. | |
JP2009263973A (ja) | 仕切壁 | |
JP6997651B2 (ja) | 建具 | |
BE1024074B1 (nl) | Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een deurvleugel voor een buitendeur | |
NL1042771B1 (en) | Structural panel and method for providing such a panel | |
PL231250B1 (pl) | Konstrukcja skrzydła drzwiowego o zwiększonych parametrach użytkowych | |
NL2009755C2 (en) | Panel for providing a barrier to a building. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20130831 |