NL1034008C2 - Drankfles. - Google Patents

Description

9

Titel: Drankfles

De uitvinding betreft een drankfles, voorzien van een houder, een hals en een afsluitelement, waarbij het afsluitelement een schenkopening van de hals afsluit, waarbij de houder is voorzien van een opening met een drinkrand, de hals op de houder is geplaatst en de opening afsluit, en de 5 houder en de hals van elkaar losneembaar zijn.

In de internationale aanvrage WOOO/69743 is een drankfles beschreven, waarbij een deel van de drankfles als drinkglas kan fungeren. De drankfles omvat een houder, een bovendeel en een dop, waarbij het bovendeel is voorzien van een schenkopening die door de dop is afgesloten. 10 De houder en het bovendeel vormen in verbonden toestand een drankfles.

De houder en het bovendeel kunnen van elkaar worden genomen zodat de houder op zichzelf als drinkglas kan fungeren.

In verbonden toestand is het bovendeel deels over de houder geschoven en is aan de buitenzijde een afsluitring voorzien die het 15 bovendeel en de houder bij elkaar houdt. Eventueel zijn in het bovendeel en de houder additionele corresponderende verbindingsdraden gevormd die de houder en het bovendeel bij elkaar houden. Deze afsluitring breekt af bij het losnemen van het bovendeel van de houder.

Een doel van de uitvinding is in een alternatieve drankfles te 20 voorzien, waarbij een deel van de fles als drinkglas kan fungeren.

Om dit doel en/of andere doelen te bereiken is een drankfles volgens de uitvinding voorzien van een houder, een hals en een afsluitelement, waarbij het afsluitelement een schenkopening van de hals afsluit, waarbij de houder is voorzien van een opening met een drinkrand, 25 de hals op de houder is geplaatst en de opening afsluit, en de houder en de hals van elkaar losneembaar zijn, waarbij afdichtmateriaal zich tussen de houder en de hals uitstrekt.

1034008 f 2

Onder een afsluitelement kan in deze beschrijving bijvoorbeeld een dop worden verstaan. Onder een hals kan in deze beschrijving worden verstaan het deel van de drankfles tussen de houder en de dop, bijvoorbeeld tenminste het tot het afsluitelement toelopend deel van de fles. Daarnaast 5 kan de hals zich ook verder uitstrekken dan het toelopend deel, bijvoorbeeld de hals ook zijn voorzien van een onder het toelopend deel aansluitend deel, dat niet toeloopt. De hals hoeft echter niet toe te lopen maar kan bijvoorbeeld ook ongeveer cilindervormig of anders gevormd zijn.

De hals is verbonden met een houder zodat na afname van het 10 afsluitelement drank in de fles via de hals door de schenkopening kan worden uitgegoten, evenals bij een conventionele fles, althans een fles die uit één stuk bestaat.

In plaats van de drank via de hals uit te gieten kan er volgens de uitvinding ook voor worden gekozen de hals van de houder te nemen en 15 direct uit de houder te drinken. Om uit de houder te drinken hoeft de dop in principe niet te worden afgenomen.

De drankhouder volgens de uitvinding is bovendien voorzien van afdichtmateriaal dat zich tussen de houder en de hals uitstrekt. Dit afdichtmateriaal sluit de fles bij voorkeur althans nagenoeg gasdicht af.

20 Bij voorkeur kan ook nadat de houder al een keer als drinkglas is gebruikt de hals de houder nogmaals gas- en/of vochtdicht afsluiten zodat nagenoeg geen gas en/of vocht uit de fles ontsnapt of ongewenst naar binnen treedt. Bijvoorbeeld bij koolzuurhoudende dranken kan ontsnappen van gas tussentijds worden tegengegaan door het drinkglas af te sluiten met de hals, 25 bijvoorbeeld zodat de eindgebruiker een gashoudende drank op later moment kan consumeren nagenoeg zonder gasverlies.

In een uitvoeringsvorm is de drankfles volgens de uitvinding geschikt voor hergebruik. De houders en/of de halzen kunnen geschikt zijn voor hergebruik, bijvoorbeeld voor navulling door een bottelarij of 30 eindgebruiker.

3 «

In een uitvoeringsvorm omvat het afdichtmateriaal een sluitring, waarbij de sluitring zich langs, bij voorkeur over de drinkrand van de houder uitstrekt. Hiermee kan op gunstige wijze worden bewerkstelligd dat bij het sluiten van de hals op de houder, de ring tegen de drinkrand van de 5 houder wordt gedrukt, terwijl het ontsluiten van de hals van de houder relatief soepel verloopt. De ring werkt dan weinig tegen, bijvoorbeeld in de vorm van wrijving, bij het openen en/of sluiten van de houder met de hals. Bij voorkeur is de ring met de hals verbonden bijvoorbeeld met een binnenrand aan de binnenzijde van de hals.

10 In nog een uitvoeringsvorm zijn de houder en de hals met behulp van tenminste een bajonetsluiting verbonden. Hiermee kunnen de houder en de hals in een relatief snelle en bij voorkeur intuïtieve beweging met elkaar worden verbonden en van elkaar worden gehaald. In een uitvoering met een draaidop die op de hals is gepositioneerd, kan de draaidop met een 15 draaiende beweging worden geopend zonder dat de hals meedraait, doordat de hals wordt tegengehouden door nokken van de bajonetsluiting die zijn voorzien in de houder. Er wordt dan bijvoorbeeld voorkomen dat de dop en de hals in tegengestelde draairichtingen dienen te worden gedraaid, wat het geval zou kunnen zijn bij een uitvoeringsvorm met een 20 schroefdraadverbinding tussen de hals en de houder.

Bij voorkeur kan een bajonetsluiting in twee richtingen, dat wil zeggen zowel linksom als rechtsom worden gesloten en geopend, bijvoorbeeld zodat de bajonetsluiting nog intuïtiever is te bedienen. Door in een uitvoeringsvorm in meer dan twee bajonetsluitingen te voorzien, 25 bijvoorbeeld drie, kan worden voorkomen dat de hals om twee recht tegenover elkaar liggende bajonetsluitingen zou scharnieren.

Ondanks het ontbreken van de mogelijkheid tot het stevig kunnen aandraaien van de sluitverbinding, zoals dat bij sluitdoppen veelal het geval is, kan de bajonetsluiting alsnog een gasdichte afsluiting creëren. In het 30 bijzonder in combinatie met de sluitring die zich langs de drinkrand van de 4 houder uitstrekt wordt door de bajonetsluiting een intuïtief en snel werkende, gasdichte afsluiting gecreëerd.

Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding volgen uit de volgende beschrijving, waarin de uitvinding in meerdere 5 uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader wordt beschreven. Daarin toont: figuur 1 een uitvoeringsvorm van een drankfles, enkele losse houders en een hals met dop; figuur 2 een detailweergave in doorsnede van een drankfles; 10 figuur 3 en 3A een schematische weergave van nokken van een bajonetsluiting; figuur 4 doorsneden van geneste halzen, een fles en geneste houders, respectievelijk.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 15 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. De in de figuren getoonde 20 verhoudingen van de uitvoeringsvormen kunnen schematisch en/of overdreven zijn weergegeven en dienen niet beperkend te worden uitgelegd, tenzij dit uitdrukkelijk is vermeld.

In figuur 1 is in het midden van de tekening een drankfles 1 getoond, voorzien van een houder 2 en een hals 3. De schenkopening van de 25 fles 1 is gesloten door een afsluitelement in de vorm van een dop 4. De houder 2 en de hals 3 zijn losneembaar met elkaar verbonden zodat de houder 2 separaat als drinkglas kan fungeren, zoals te zien aan de rechterzijde van de tekening. De houder 2 is voorzien van een drinkopening 5 met een drinkrand 6 en heeft de eigenschappen van een al of niet 30 conventioneel drinkglas. Bij voorkeur toont de houder 2 een comfortabele 5 verhouding tussen drinkopening 5 en inhoudsvolume, zodat de drank op relatief comfortabele wijze via de opening naar de mond wordt gevoerd. De opening 5 van de houder 2 is bijvoorbeeld ongeveer even groot als of groter dan het steunvlak 11 van de houder 2, waarmee de houder 2 zich in feite 5 onderscheidt van een conventionele fles, aangezien bij een conventionele fles de drink- of schenkopening meestal kleiner is dan het steunvlak 11. Als de hals 3 en de houder 2 zijn verbonden, sluit de hals 3 de opening 5 van de houder 2 af, zodat het samenstel van de hals 3 en de houder 2 als drankfles 1 kan fungeren. Tussen de hals 3 en de houder 2 strekt zich bij voorkeur 10 elastisch afdichtmateriaal 7 uit zodat wanneer de hals 3 op de houder 2 is bevestigd geen gas of vloeistof langs de opening 5 zal ontsnappen.

Een illustratief voorbeeld van een drankfles 1 is bijvoorbeeld een bierflesje 1, waarbij het materiaal van glas is. De drankfles 1 heeft bijvoorbeeld een binnenvolume van ongeveer tussen de 15 en 100 cl, in het 15 bijzonder bijvoorbeeld 25 cl, 33 cl, of 50 cl. Ook kan de drankfles 1 bijvoorbeeld geschikt worden gemaakt voor passing in een krat, bijvoorbeeld een bier of frisdrankkrat. Dit zou eventueel hergebruik door de eindgebruiker en/of bottelarij kunnen bevorderen.

In figuur 2 is op schematische wijze een detailweergave van een 20 verbinding tussen de hals 3 en de houder 2 in doorsnede getoond. In dit voorbeeld omvat het afdichtmateriaal 7 een sluitring 8, die zich over de drinkrand 6 van de houder 2 uitstrekt. De sluitring 8 is bij voorkeur met de hals 3 verbonden, zodat deze automatisch bij het sluiten van de hals 3 tegen de houder 2 de opening 5 van de houder 2 gasdicht afsluit, althans met 25 gesloten dop 4.

De sluitring 8 kan vast of los met de hals 3 zijn verbonden. De sluitring 8 kan bijvoorbeeld zijn verlijmd met de hals 3 of mechanisch met de hals 3 zijn verbonden, bijvoorbeeld door tegen een binnenrand 9 in de hals 3 te worden gepositioneerd (zie figuur 4). De ring 8 kan zodanig 30 mechanisch zijn verbonden dat deze uit de hals 3 kan worden genomen en 6 worden vervangen, bijvoorbeeld vóór het bottelproces en/of tijdens het schoonmaken van de binnenzijde van de hals. De ring 8 is bijvoorbeeld relatief plat (figuur 2) en/of boogvormig of gekruld (figuur 4) uitgevoerd, zodat deze zich over de drinkrand 6 kan uitstrekken en/of goed daarop 5 aansluit.

Bij voorkeur is de lengte van het deel h van de hals 3 dat zich in verbonden toestand uitstrekt tussen de dop 4 en de drinkrand 6 van de houder 2 relatief kort (zie figuur 4). De hals 3 van de drankfles 1 loopt bij voorkeur over een relatief korte afstand a naar binnen toe ten opzichte van 10 veel conventionele typen flessen, waar de hals veelal enigszins langgerektere vormen heeft. Hierdoor wordt het binnenvolume van de gehele fles 1 zo optimaal mogelijk benut terwijl het binnenvolume van de hals 3 leeg kan blijven, althans in rechtop staande toestand beneden het niveau van de drinkrand 6 kan blijven. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat eerst 15 een deel van de fles 1 uit dient te worden geschonken voordat de hals 3 van de houder 2 kan worden genomen. De hoogte h2 van de totale losse hals 3 is bijvoorbeeld ongeveer de helft, éénderde, of minder, van de hoogte van de houder.

Het is voordelig als de houder 2 en de hals 3 door een 20 bajonetsluiting 10 worden verbonden. Bijvoorbeeld omvat de bajonetsluiting een met de hals 3 verbonden eerste nok 10A die aangrijpt achter een met de houder 2 verbonden tweede nok 10B, zodat de hals 3 niet zomaar is los te nemen van de houder 2. Daarbij kan bijvoorbeeld de ring 8 elastisch zijn uitgevoerd en een veerkracht F uitoefenen die ervoor zorgt dat de eerste nok 25 10Λ tegen de tweede nok 10B wordt getrokken (zie figuur 2 en figuur 3).

Ook kan een ander veerkrachtig of elastisch materiaal worden toegepast. Wanneer de hals 3 ten opzichte van de houder 2 naar beneden wordt bewogen komt de eerste nok 10A vrij van de tweede nok 10B, zodat de hals 3 naar links of rechts kan worden gedraaid (zie figuur 3A). Door de hals 3 30 voldoende naar links of rechts te draaien kan de eerste nok 10A de tweede 7 nok 10B, in een richting van de houder 2 vandaan, vrij passeren en kan de hals 3 van de houder 2 worden genomen.

Het is voordelig als de eerste 10A of tweede nokken 10B niet exact tegenover elkaar zijn ingericht anders zou de hals 3 immers om twee 5 tegenover elkaar gelegen nokken 10A, 10B kunnen scharnieren. Om scharnieren tegen te gaan kunnen derhalve bijvoorbeeld drie, vier of meer bajonetsluitingen 10A, 10B om de omtrek van de fles 1 worden aangebracht, verdeeld over de omtrek van de fles 1. In een uitvoeringsvorm omvat de fles 1 bijvoorbeeld drie bajonetsluitingen 10, waarbij de bajonetsluitingen 10 elk 10 om een hoek van ongeveer 120° om de omtrek van de fles zijn gepositioneerd. Overeenkomstig heeft de hals 3 bij voorkeur tenminste drie eerste nokken 10A en de houder 2 tenminste drie tweede nokken 10B.

Zoals te zien in figuren 2, 3 en 3A volgen in een uitvoeringsvorm de nokken 10A, 10B een golvende lijn. Op intuïtieve wijze kan hiermee de 15 bajonetsluiting 10 in twee richtingen worden geopend. Door een golvende vorm van tenminste één nok 10A, 10B kan worden bewerkstelligd dat door de hals 3 en de houder 2 ten opzichte van elkaar te draaien de houder 2 en de hals 3 als vanzelf enigszins van elkaar worden gedrukt. Hierdoor zal de gebruiker op intuïtieve wijze voelen dat de hals 3 enigszins dient te worden 20 ingedrukt voor het ontsluiten van de bajonetsluiting 10. Tegelijk wordt bij voorkeur voldoende weerstand geboden tegen het ten opzichte van elkaar draaien van de houder 2 en de hals 3 zodat bijvoorbeeld de hals 3 niet meedraait bij het draaien van de dop.

Zoals schematisch is weergegeven in figuur 4, kunnen de houder 2 25 en/of hals 3 nestbaar met gelijkgevormde houders 2 en/of halzen 3 zijn ingericht. Dit is voordelig voor de productie en het transport van de flessen 1 vóór of na het bottelen, in het bijzonder bij hergebruik van de flessen 1. Tevens kan de nestbaarheid opslagruimte besparen bij het opslaan van de flessen 1.

8

In weer andere uitvoeringsvormen zijn de houders 2 niet nestbaar, of slechts voor een klein deel. Bijvoorbeeld heeft de houder 2 daarbij een kelkvorm en/of een voet. De houder 2 kan bijvoorbeeld bepaalde krommingen hebben die de nestbaarheid niet te goede komen.

5 In nog een uitvoeringsvorm is bovendien een seal voorzien die zich tenminste deels langs de houder 2 en de hals 3 aan de buitenzijde van de fles 1 uitstrekt. Deze seal scheurt, althans tenminste deels bij het van elkaar nemen van de houder 2 en hals 3 zodat voor de gebruiker duidelijk is of een fles 1 met de huidige drankvulling al eerder is geopend.

10 In een uitvoeringsvorm omvat het materiaal van de houder 2 glas en bij voorkeur is dan ook de bajonetsluiting 10, althans zijn de nokken 10A, 10B ook tenminste deels uit glas vervaardigd. Ook kan de hals 3 uit glas zijn vervaardigd. Een voordeel van glas is dat het geschikt is meerdere malen te worden hergebruikt door de eindgebruiker, horeca en/of de 15 bottelarij. Bovendien heeft glas als materiaal voor een drinkglas of drankfles veelal de voorkeur van de eindgebruiker. Glas kan bijvoorbeeld de temperatuur van de drank op de handen of mond van de eindgebruiker op aangename wijze overdragen, vaak beter dan bijvoorbeeld kunststof of metaal. Andere voordelen van het gebruik van glas kunnen zijn het niet 20 doorlaten van gassen, de specifieke warmtegeleiding van het glas en/of het feit dat bij glas relatief weinig tot geen verwering of oxidatie optreedt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld metaal of plastic. Ook blijft glas meestal onaangetast door relatief grote temperatuurswisselingen.

In een andere uitvoeringsvorm is de houder 2 van glas vervaardigd 25 en de hals 3 van ander materiaal, bijvoorbeeld kunststof. Hierbij is het glas bijvoorbeeld geschikt voor hergebruik, bijvoorbeeld door de eindgebruiker of de bottelarij, en kan de hals na het consumeren van de drank al of niet worden weggeworpen.

Een drankfles 1 volgens de uitvinding kan in principe in een 30 conventioneel bottelproces worden opgenomen en gevuld. Hoewel het 9 eenvoudiger zou lijken de houder 2 te vullen voordat de hals 3 op de houder 2 wordt geplaatst voor het vullen van de fles 1, wordt de fles 1 dan bijvoorbeeld pas gevuld, via de schenkopening van de fles 1 nadat de hals 3 met de houder 2 is verbonden. De drankfles 1, of althans tenminste de 5 houder 2, is geschikt voor hergebruik, dat wil zeggen kan in het bottelproces of bij thuisgebruik herhaaldelijk worden gevuld. Ook is de fles 1 volgens de uitvinding geschikt om in een krat, van bijvoorbeeld doch niet uitsluitend zes, acht, twaalf, zestien, achttien, twintig, vierentwintig of dertig flessen 1, te worden opgenomen, en/of bijvoorbeeld in een al of niet kartonnen of 10 kunststoffen verpakking voor bijvoorbeeld doch niet uitsluitend twee, vier, zes, acht of tien flessen 1.

De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van 15 verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties en/of variaties daarvan met elkaar worden gecombineerd en uitgewisseld. Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden beperkt.

1034008

Claims (14)

1. Drankfles, voorzien van een houder, een hals en een afsiuitelement, waarbij het afsluitelement een schenkopening van de hals afsluit, waarbij de houder is voorzien van een opening met een drinkrand, 5 de hals op de houder is geplaatst en de opening afsluit, en de houder en de hals van elkaar losneembaar zijn, waarbij afdichtmateriaal zich tussen de houder en de hals uitstrekt.

2. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 10 afdichtmateriaal een sluitring omvat, die zich over de drinkrand van de houder uitstrekt.

3. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder en de hals met behulp van tenminste een bajonetsluiting zijn verbonden.

4. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder en de hals met behulp van tenminste drie bajonetsluitingen zijn verbonden.

5. Drankfles volgens conclusie 3 of 4, waarbij de bajonetsluiting tenminste een nok omvat, waarbij de nok een golvende lijn volgt.

6. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opening van de houder nagenoeg even groot is als of groter is dan het steunvlak.

7. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder en/of hals nestbaar met gelijkgevormde houders en/of halzen is 25 ingericht.

8. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de of elke bajonetsluiting in twee richtingen kan worden geopend en/of gedicht. 1034008

9. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een binnenvolume heeft van tussen 15 en 100 cl

10. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder uit glas is gevormd.

11. Drankfles volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich langs de houder en de hals aan de buitenzijde van de fles een seal uitstrekt.

12. Gebruik van een drankfles volgens een der voorgaande conclusies in een bottelproces en/of krat en/of verpakking voor conventionele drankflessen.

13. Werkwijze voor het vullen van een drankfles, waarbij een houder en een hals met elkaar worden verbonden zodat beide een drankfles vormen, waarna de drankfles via de schenkopening wordt gevuld, waarna de schenkopening wordt afgesloten.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de drankfles, of althans 15 tenminste de houder, voor tenminste de tweede keer wordt gevuld. 1 0 34U08