NL1033867C2

NL1033867C2 - Vloerconstructie en werkwijze.

Info

Publication number: NL1033867C2
Application number: NL1033867A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Jacob Bruinekool
Original assignee: Bruinekool Yacht Support & Ind
Priority date: 2007-05-18
Filing date: 2007-05-18
Publication date: 2008-11-20
Also published as: EP2470418B1; WO2008143499A3; WO2008143499A2; EP2470418A2; US20110017113A1

Description

VLOERCONSTRUCTIE EN WERKWIJZE

De onderhavige uitvinding betreft een vloerconstructie voor in een schip. Voorts betreft de uitvinding 5 een verlengingskoppeling en een dwarskoppeling voor elementen van een dergelijke vloerconstructie. Voorts betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen en/of monteren van een dergelijke vloerconstructie.

In schepen wordt voor de onderste ruimten veelal 10 een vloer gebouwd zodat mensen veilig in deze onderste ruimten kunnen vertoeven. Dergelijke onderste ruimten zijn veelal technische ruimten, zoals machinekamers. De bekende vloeren worden derhalve gemonteerd ten opzichte van con-structionele elementen van een schip, zoals de romp en/of 15 spanten daarvan. Hierbij worden arbeidsintensieve werkwijzen toegepast omdat dergelijke ruimten een complexe vorm hebben vanwege de vorm van het schip en zijn voorzien van complicerende elementen zoals aandrijfmachines, leidingen en dergelijke.

20 Teneinde dergelijke problemen te ondervangen ver schaft de onderhavige uitvinding een vloerconstructie voor in een schip, omvattende: - stutorganen voor het ondersteunen van de vloerconstructie ten opzichte van een constructie van het 25 schip, zoals spanten of een romp; - aan de stutorganen bevestigbare steunorganen, omvattende inhaakopeningen voor het inhaken van verbin-dingsorganen; - ten minste een verbindingsorgaan voor het ver-30 binden van steunorganen waarbij de verbindingsorganen in- haakorganen omvatten voor het inhaken in inhaakopeningen van de steunorganen.

1033867 2

Een voordeel van een dergelijke constructie is dat deze op een eenvoudige wijze monteerbaar op een ge-bruikslocatie. Hierbij kunnen vakmensen met een relatief geringe ambachtservaring en opleiding worden ingezet, het-5 geen voordelig is vanwege de schaarste van ambachtsmensen met een hoge ervaring en opleiding. Voorts kan een vloerconstructie worden toegepast uit organen die prefabriceer-baar zijn op gestandaardiseerde wijze kunnen worden gemonteerd en ingehaakt.

10 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de steunorganen en de verbindingsorganen vervaardigd op basis van profielen waarbij de openingen definieerbaar zijn in de wanden. Een voordeel van deze uitvoering is dat de elementen op eenvoudige wijze kunnen worden vervaardigd uit 15 eenvoudig verkrijgbaar basismateriaal zoals de profielen. De gewenste of vereiste stevigheid kan worden verkregen door het selecteren van de respectieve wanddikte van de steunorganen en verbindingsorganen die de stevigheid in belangrijke mate bepalen.

20 Bij voorkeur zijn de openingen in de steunorganen en/of de inhaakorganen vervaardigbaar zijn doormiddel van een snijbewerking, zoals doormiddel van lasersnijden. Middels een dergelijke techniek is een grote vormvrijheid bereikbaar en een hoge productiesnelheid.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de vloerconstructie tenminste een vloerelement met langs vooraf bepaalde vormlijnen gesneden randen. Dergelijke vloerelementen hebben als voordeel dat deze op basis van de vooraf bepaalde vormlijnen kunnen worden geprefabri- 30 ceerd hetgeen lastig meten dat een hoog vakmanschap vereist tijdens het montageproces niet langer vereist. De voorgefabriceerde platen kunnen eenvoudig worden geplaatst nadat een onderliggende constructie is geplaatst.

3

In een verder uitvoering omvatten de vloerconstructie langs buitenranden van de vloerplaten aangebrachte stoot- of schopranden. Ook hierbij geldt het voordeel van voorfabriceerbaarheid op basis van de eerdere vormbe-5 paling. Bij vloeren volgens de stand van de techniek werden de platen bij de montage ingemeten hetgeen ook weer hoog vakmanschap vereiste. Dit werk diende voorts te geschieden in de ruimte waar de vloer ook werd geplaatst en dergelijke ruimten zijn over het algemeen voor dergelijke 10 werkzaamheden tamelijk ontoegankelijk.

Voor het bevestigen van de vloerplaten omvat de constructie bij voorkeur bevestigingsmiddelen omvattende door middel van zich door de platen uitstrekkende vanaf de bovenzijde bedienbare vergrendelingsorganen die onder ro-15 tatie aangrijpen onder een steun- of een verbindingsor- gaan. Bij voorkeur zijn de bedienmiddelen hiervan verzonken in het vloerelement.

Voor trillingsdemping omvat de vloerconstructie bij voorkeur dempingsmiddelen tussen de steun- en/of ver-20 bindingsorganen en de vloerplaten. Dit voorkomt onwenselijke doorgifte en/of door resonantie versterkte geluiden.

Een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de vloerconstructie omvat ten minste een verlengingskoppeling voor het verlengen van de steunorganen. Een interessant 25 voordeel hiervan is dat de steunorganen een relatief korte lengte kunnen hebben voor de samenstelling of assemblage van de vloerconstructie. Hierdoor kunnen deze delen op eenvoudig hanteerbare wijze worden verwerkt. Het is over het algemeen niet praktisch om met lange elementen de on-30 derste ruimten van een schip te bereiken.

Bij voorkeur omvat de verlengingskoppeling middelen omvat voor het langs een doorsnede lijn van het steun- 4 orgaan voorkomen van een verschuiving tussen te koppelen steunorgaandelen in ten minste een bewegingsrichting.

Bij verdere voorkeur omvat de verlengingskoppeling voorts ten minste een longitudinale verplaatsingsbegrenzer 5 die in de zijwand van het steunorgaan is gerangschikt, en/of ten minste een laterale bewegingsbegrenzer die is gerangschikt in een boven- en/of onderwand van het steunorgaan, en/of een verticale bewegingsbegrenzer omvat. Met behulp van dergelijke middelen wordt een eenvoudige ver-10 werking gerealiseerd gepaard aan een grote degelijkheid van de constructie. Middels de genoemde snijdtechnieken zijn de vormen van deze onderdelen op snelle en nauwkeurige wijze vervaardigbaar.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding 15 betreft een verlengingskoppeling voor profielen omvattende voor het langs een doorsnedelijn van het steunorgaan voorkomen van een verschuiving tussen te koppelen steunorgaandelen in ten minste een bewegingsrichting. Hierbij omvat deze bij voorkeur ten minste een longitudinale verplaat-20 singsbegrenzer die in de zijwand van het steunorgaan is gerangschikt, en/of ten minste een laterale bewegingsbegrenzer die is gerangschikt in een boven- en/of onderwand van het steunorgaan, en/of een verticale bewegingsbegrenzer.

25 Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een dwarskoppeling voor profielen en dwarsprofielen voor een vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende inhaakorganen voor het inhaken in inhaakopeningen van de steunorganen, waarbij de 30 steunorganen en de verbindingsorganen zijn vervaardigd op basis van profielen waarbij de openingen definieerbaar zijn in de wanden.

5

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerconstructie voor toepassing van een of meer onderdelen uit een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende stap-5 pen voor: - het ten opzichte van een omgevingsruimte van de vloer, zoals de machinekamer van een schip, bepalen van de juiste oriëntatie van de vloer, zoals de hoogte; - het bepalen van de vorm van de vloer door het 10 bepalen van de omtreksvorm en eventuele openingen in de vloer voor bijvoorbeeld leidingen of apparatuur; - het definiëren van een draagconstructie. Een voordeel van een dergelijke werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is dat de maatbepaling van de constructie 15 wordt gescheiden van de montage waardoor de onderdelen op een voordelige en arbeidskrachtenvriendelijke wijze kan worden uitgevoerd in een hiertoe goed ingericht omgeving.

Hiertoe wordt in een verdere uitvoeringsvorm voorzien in stappen voor het prefabriceren voor latere montage 20 in een gebruiksomgeving van de onderdelen.

Voor het realiseren van een voordelig hulpmiddel bij de montage voorziet de uitvinding voorts in een uitvoering met stappen voor het aanbrengen van een onderdeel-code op een onderdeel ten behoeve van het bepalen waar het 25 onderdeel dient te worden geplaatst in de vloer. Hierdoor behoeft de montagemedewerker slechts het onderdeel met de juiste code toe te passen. De code kan op of in het onderdeel worden aangebracht met hetzelfde snijdgereedschap dat wordt gebruikt voor de vervaardiging daarvan.

30 Verdere kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren.

6

Figuur 1 is een perspectiefaanzicht van drie onderdelen van een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een perspectiefaanzicht van de onder-5 delen van figuur 1 omvattende een verdere maatregel.

Figuur 3 toont een weergave in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een weergave in perspectief van een 10 verdere voorkeursuitvoeringsvorm in geassembleerde toestand.

In de figuren zijn soortgelijke onderdelen van verschillende uitvoeringsvormen aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers. De vakman zal de onderlinge verschil-15 len van dergelijke onderdelen die zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers kunnen waarderen binnen het begrip van deze tekst.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding (fig. 1) betreft een drietal balkde-20 len 1,2,3 van een vloerconstructie. De verbindingsbalk 3 is vervaardigd uit een profiel omvattende de zijwanden 32,34 en de onderwanden 33,31. Dit profiel is bij voorkeur vervaardigd uit een metaal. Een dergelijk metaal is bij voorkeur een metaal met een hoge mate van inertheid, zoals 25 een roestvrij staal, aluminium en dergelijke. Vanzelfsprekend kan een dergelijk profiel ook zijn vervaardigd uit meer laagwaardige soorten van metaal. Een voordeel van een inert metaal in de toepassing volgens de onderhavige uitvinding is dat de figuurconstructie uiteen kan worden ge-30 nomen waarbij geen of slechts in geringe mate hinder wordt ondervonden van effecten zoals corrosie die het materiaal kan aantasten.

7

Aan de einden van de verbindingshall·: bevinden zich inhaakorganen 36,37 die zijn gerangschikt in het verlengde van de zijwanden 34 respectievelijk 32. Aan de bovenzijde strekt de bovenwand 31 zich uit middels het gedeelte 35 op 5 zodanige wijze dat de inhaakorganen 36, 37 onderling zijn verbonden middels dit deel van de bovenwand. Dit verbindingsdeel is niet essentieel maar verschaft enige stevigheid. De vorm van de inhaakorganen 36,37 en de bovenwand 35 worden uit een profieldeel gesneden. Hierbij wordt bij 10 voorkeur gebruikt gemaakt van lasersnijden omdat hiermee een geschikte nauwkeurigheid kan worden behaald bij vervaardigen van deze delen. Deze snijdtechniek is echter niet bedoeld als beperkend. Andere snijdtechnieken zijn evenzeer bruikbaar.

15 Verder omvat de uitvoeringsvorm steunbalken 1,2.

Deze steunbalken kunnen als een geheel worden uitgevoerd. Voor een verbeterde verwerkbaarheid van de steunbalken is echter voorzien in een koppeling om twee relatief korte steunbalken in de lengterichting aan elkaar koppelbaar te 20 maken op een eenvoudige en robuuste wijze. In deze voorkeursuitvoeringsvorm worden hiertoe uit een balkprofiel vormen gesneden waardoor de twee balkdelen 1 en 2 aan elkaar aanpasbaar zijn terwijl tevens wordt bereikt dat deze in de lengte, breedte en hoogterichting geen of vrijwel 25 geen bewegingsvrijheid meer hebben na de bevestiging.

De steunbalk 1,2 is in zijn geheel gedefinieerd door middel van de bovenwand 11, de onderwand 10 en de zijwanden 12,14. Het steunbalkdeel 1 wordt gedefinieerd als omvattend de bovenkoppeling. Het steunbalkdeel 2 wordt 30 gedefinieerd als omvattend een onderkoppeling. De bovenkoppeling omvat een verlengd wanddeel 15 van de bovenwand 11 alsmede verlengde zijwanddelen 16, 17 van respectievelijk de zijwanden 12, 14. Voorts omvat de onderwand 13 van 8 steunbalkdeel 1 een uitstekend deel 21 in het verlengde van een deel van de onderwand 13.

Op analoge wijze omvat de onderkoppeling wanddelen 18, 19 die in het verlengde zijn van de respectieve zij-5 wanden 14,12. Voorts omvat deze onderkoppeling een verlengd deel 13 van de onderwand 10. Aan de bovenwand 11 is een verlengd uitstekend deel 23 gerangschikt.

In deze uitvoeringsvorm zal na plaatsing tegen elkaar van de bovenkoppeling en de onderkoppeling de wand 10 van de samengestelde draagbalk 1,2 in hoofdzaak rondom gesloten zijn. Het is echter evenzeer mogelijk een dergelijke koppeling te verschaffen met bijvoorbeeld aan de onderzijde een opening voor het doorlaten van bijvoorbeeld vocht. Het is verder evenzeer mogelijk om voor het opvan-15 gen van imperfecties in de snijbewerking voor het vervaardigen van de delen van de koppeling geringe openingen te laten, bijvoorbeeld nabij snijdhoeken zodat de positione-ringwerking van de koppeling gehandhaafd blijft maar eventuele snijdimperfecties een juiste passing van de koppe-20 ling niet in de weg zullen staan. Dergelijke snijdimperfecties kunnen bijvoorbeeld een scheve oriëntatie van een zaag of laserstraal als oorzaak hebben dan wel het achterblijven van bijvoorbeeld bramen. Een van de redenen dat enkele onderdelen van deze koppeling afgeschuinde hoeken 25 hebben heeft te maken met de opvangen van snijdimperfec-ties. Dergelijke afgeschuinde hoeken maken derhalve geen essentieel deel uit van de uitvinding en kunnen ook worden weggelaten. Verder is het bijvoorbeeld mogelijk om 'bin-nenhoeken' te voorzien van een omsnijding teneinde eventu-30 ele bramen in buitenhoeken op te vangen. Een dergelijke omsnijding kan worden vervaardigd door het snijden van bijvoorbeeld een kleine cirkel om de binnenhoek. Ten behoeve van een fixatie in de lengterichting is er voorzien 9 in uitstekend gedeelte 25 in elk van de wanddelen 18, 19 van de onderkoppeling van steunbalkdeel 2. Door inpassing van deze uitstekende gedeelten 25 in de respectieve ope-ningen 24 van de zijwanddelen 16,17 van de bovenkoppeling 5 van het balkdeel 1 kan op effectieve wijze een verschuiving van de beide balkdelen 1 en 2 ten opzichte van elkaar na koppeling daarvan worden tegengegaan waardoor de lengte van het resulterende deel wordt gedefinieerd en de koppelingen in de lengterichting tot stand blijft. Ten behoeve 10 van de fixatie in de overdwarse richting is voorzien in uitstekende delen 23 in de bovenwand 11 en 21 in de onderwand 13 die inhakken in inkepingen 22 respectievelijk 20 van de bovenwand 11 respectievelijk onderwanddeel 13. Een verticale fixatie kan tot stand worden gebracht door mid-15 del van een bout, bij voorkeur met een verzonken kop in de bovenwand 11 ten behoeve van daarop te plaatsen vloerplaten, die aan de onderzijde van bodemwand deel 13 met een moer kan bevestigd nadat deze door de openingen 27,28 is gestoken en de beide delen van de koppeling op elkaar zijn 20 geplaatst. Deze openingen bevinden zich zodanig gerangschikt in de balkdelen dat deze ten opzichte van elkaar in lijn bevinden wanneer de koppelingsdelen op elkaar zijn geplaatst.

In figuur 2 is in de steunbalk een opening getoond 25 voor het inhaken daarin van de haakdelen 36,37 en het uitstekende bovenwanddeel 35 van steunbalkdeel 3. In figuur 3 is een alternatieve variant met twee openingen op dezelfde hoogte van de balk getoond. Tussen de openingen bevindt zich een brugdeel 52 ter verdere versterking van het 30 steunbalkdeel 50.

In figuur 4 is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding getoond. Er zijn twee steunbalken 1 getoond die door middel van stutten 56 10 afsteunen op de constructie van de ruimte waarin de vloer dient te worden geplaatst. Deze stutten steunen bijvoorbeeld af op constructionele elementen van een schip of een romp van een schip. Tussen de beide steunbalken 1 zijn 5 verbindingsbalken 3 gerangschikt die middels de scheve haakelementen zijn ingehaakt in de steunbalken 1.

Verder is een vloer getoond die wordt opgebouwd uit plaatdelen 51 die op basis van vooraf uitgevoerde metingen op maat zijn gemaakt en die een vorm hebben die 10 past bij de omgeving. Deze vorm wordt bijvoorbeeld aangepast aan de aanwezigheid van leidingen, installaties of constructionele elementen van een schip bij toepassing van de uitvinding in een schip.

Bij een machinekamervloer van een schip volgens de 15 stand van de techniek wordt een stootrand of schoprand voorzien die wordt bevestigd aan een vloerframe en ter plaatse op maat wordt gemaakt. Hierbij wordt deze stootrand over het algemeen vastgelast aan steunbalken voor de vloer. Dit vereist een grote hoeveelheid maatwerk ter 20 plekke waarbij de werkomgeving voor de werklieden tamelijk onpraktisch. Derhalve wordt volgens de onderhavige uitvinding een stootrand vooraf op maat gemaakt ten opzichte van de vloerplaten en hieraan bevestigd. Het geheel kan vervolgens op eenvoudige wijze op de juiste locatie worden 25 geplaatst. In het voorbeeld van figuur 4 is een stootrand getoond omvattende de randdelen 52,53,54,55 die ook vooraf zijn gevormd en aan de bodemplaat 51 zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van lassen in een werkplaatsomgeving die geoptimaliseerd is voor het uitvoeren van dergelijke 30 laswerkzaamheden.

Een veel toegepast materiaal voor vloerplaten is traanplaat. Door de onderhavige uitvinding wordt het mogelijk om de traanplaat zodanig op maat te snijden en in de 11 vloer in te passen dat het motief van de tranen over de gehele vloer gezien een patroon vormt. Dit is mogelijk doordat de vorm van de gehele vloer als een geheel vooraf wordt bepaald waarna middels computerberekeningen de sne-5 den in de plaat kunnen worden bepaald.

Verdere belangrijke voordelen van de onderhavige uitvinding voor de praktijk van het aanleggen van dergelijke vloerconstructies zijn dat alle onderdelen kunnen worden voorgefabriceerd op basis van informatie die wordt 10 verkregen van bijvoorbeeld metingen waarbij het ontwerp van elk onderdeel tot in detail kan worden bepaald. Bij het bepalen van dit ontwerp is het mogelijk alle onderdelen te voorzien van een code zodat op basis van een ontwerptekening met aanduiding van de codes eenvoudig elk 15 vooraf bepaald onderdeel kan worden geplaatst. Hierbij is het uiteindelijke werk van het plaatsen van de vloerconstructie strikt vereenvoudigd door minder eisen behoeven te worden gesteld aan de ervaring, vakmanschap en kunde van de uitvoerende. Hierdoor kan de vloerconstructie snel-20 Ier worden geplaatst dan voorheen mogelijk was. Dit biedt tevens in het totaalbeeld van de constructie van een schip de mogelijkheid om veel flexibeler om te gaan met het indelen van deze werkzaamheden waardoor een positieve invloed aanwezig is op de totale bouwkosten en projectdoor-25 looptijd van het bouwen van het schip. Hierbij zijn besparingen van vele maanden mogelijk.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen 30 worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die op basis van dit document door een vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor 12 de beschermingsomvang van deze tekst. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

5 1033867

Claims

1. Vloerconstructie voor in een schip, omvattende: - stutorganen voor het ondersteunen van de vloer-5 constructie ten opzichte van een constructie van het schip, zoals spanten of een romp - aan de stutorganen bevestigbare steunorganen, omvattende inhaakopeningen voor het inhaken van verbin-dingsorganen 10. ten minste een verbindingsorgaan voor het ver binden van steunorganen waarbij de verbindingsorganen in-haakorganen omvatten voor het inhaken in inhaakopeningen van de steunorganen.

2. Vloerconstructie volgens conclusie 1 waarbij de steunorganen en de verbindingsorganen zijn vervaardigd op basis van profielen waarbij de openingen definieerbaar zijn in de wanden.

3. Vloerconstructie volgens conclusie 1 of 2 waar bij de openingen vervaardigbaar zijn doormiddel van een snijbewerking, zoals doormiddel van lasersnijden.

4. Vloerconstructie volgens een of meer van de 25 voorgaande conclusies, omvattende tenminste een vloerele-ment met langs vooraf bepaalde vormlijnen gesneden randen. esneden randen.

5. Vloerconstructie volgens conclusie 4 omvattende langs buitenranden van de vloerplaten aangebrachte stoot-of schopranden. 1033867

6. Vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van vloerplaten door middel van zich door de platen uitstrekkende vanaf de bovenzijde bedienbare 5 vergrendelingsorganen die onder rotatie aangrijpen onder een steun- of een verbindingsorgaan.

7. Vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende dempingsmiddelen tussen 10 de steun- en/of verbindingsorganen en de vloerplaten.

8. Vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende ten minste een verlen-gingskoppeling voor het verlengen van de steunorganen. 15

9. Vloerconstructie volgens conclusie 8 waarbij de verlengingskoppeling middelen omvat voor het langs een doorsnede lijn van het steunorgaan voorkomen van een verschuiving tussen te koppelen steunorgaandelen in ten min- 20 ste een bewegingsrichting.

10. Vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies 8 of 9 waarbij de verlengingskoppeling ten minste een longitudinale verplaatsingsbegrenzer 25 die in de zijwand van het steunorgaan is gerangschikt, en/of ten minste een laterale bewegingsbegrenzer die is gerangschikt in een boven- en/of onderwand van het steunorgaan, en/of een verticale bewegingsbegrenzer omvat.

11. Verlengingskoppeling voor profielen omvattende voor het langs een doorsnede lijn van het steunorgaan voorkomen van een verschuiving tussen te koppelen steunorgaandelen in ten minste een bewegingsrichting. 1033867

12. Verlengingskoppeling volgens conclusie 11 omvattende ten minste een longitudinale verplaatsingsbegren-zer die in de zijwand van het steunorgaan is gerangschikt, 5 en/of ten minste een laterale bewegingsbegrenzer die is gerangschikt in een boven- en/of onderwand van het steunorgaan, en/of een verticale bewegingsbegrenzer omvat.

13. Dwarskoppeling voor profielen en dwarsprofie-10 len voor een vloerconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende inhaakorganen voor het inhaken in inhaakopeningen van de steunorganen, waarbij de steunorganen en de verbindingsorganen zijn vervaardigd op basis van profielen waarbij de openingen definieerbaar 15 zijn in de wanden.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloerconstructie voor toepassing van een of meer onderdelen uit een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende stap- 20 pen voor: - het ten opzichte van een omgevingsruimte van de vloer, zoals de machinekamer van een schip, bepalen van de juiste oriëntatie van de vloer, zoals de hoogte; - het bepalen van de vorm van de vloer door het 25 bepalen van de omtreksvorm en eventuele openingen in de vloer voor bijvoorbeeld leidingen of apparatuur; - het definiëren van een draagconstructie.

15. Werkwijze volgens conclusie 14 omvattende 30 stappen voor het prefabriceren voor latere montage in een gebruiksomgeving van de onderdelen. 1033867

16. Werkwijze volgens conclusie 14 en 15 omvattende stappen voor het aanbrengen van een onderdeelcode op een onderdeel ten behoeve van het bepalen waar het onderdeel dient te worden geplaatst in de vloer. 5

17. Werkwijze volgens conclusie 14, 15 of 16 waarbij gebruik wordt gemaakt van laserstralen voor het meten van de afstand van de vorm van de vloer ten opzichte van een lasermeetinrichting. 10 1033867