NL1033091C2 - Hooibouwmachine met stuurstang. - Google Patents

Hooibouwmachine met stuurstang. Download PDF

Info

Publication number
NL1033091C2
NL1033091C2 NL1033091A NL1033091A NL1033091C2 NL 1033091 C2 NL1033091 C2 NL 1033091C2 NL 1033091 A NL1033091 A NL 1033091A NL 1033091 A NL1033091 A NL 1033091A NL 1033091 C2 NL1033091 C2 NL 1033091C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
processing unit
frame
crop processing
hinge
control rod
Prior art date
Application number
NL1033091A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1033091A1 (nl
Inventor
Egbert Antonie Stremmelaar
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1033091A priority Critical patent/NL1033091C2/nl
Publication of NL1033091A1 publication Critical patent/NL1033091A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033091C2 publication Critical patent/NL1033091C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

HOOIBOUWMACHINE MET STUURSTANG
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1. Een hooibouwmachine kan bijvoorbeeld gebruikt worden 5 voor het bij elkaar verzamelen van een op een stuk landbouwgrond liggend gewas.
NL-1022564 openbaart een hooibouwmachine. De bekende hooibouwmachine omvat een hoofdgestel dat aan een tractor gekoppeld kan worden. Verder steunt het hoofdgestel af op een nabij een achterzijde van het hoofdgestel gelegen transportonderstel met wielen. De hooibouwmachine omvat verder een 10 gewasbewerkingseenheid die door middel van een kogelscharnier meerdere rotatievrijheden heeft ten opzichte van een dragend gestel. De rotatievrijheid van het kogelscharnier rond een verticale as wordt beperkt door een stuurstang. Deze stuurstang is met een eerste uiteinde via het dragende gestel verbonden aan het hoofdgestel. Een tweede uiteinde van de stuurstang is verbonden aan de 15 gewasbewerkingseenheid.
Het dragende gestel kan ten opzichte van het hoofdgestel rond een rotatieas omhoog roteren. Deze rotatieas strekt zich parallel aan de rijrichting van het hoofdgestel uit. Door het dragend gestel omhoog te roteren wordt de gewasbewerkingseenheid in geheven stand, zoals een kopakkerstand, of een 20 transportstand gebracht. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een bedieningscilinder. Om de gewasbewerkingseenheid in de geheven stand te vergrendelen is voorzien in een tweede bedieningscilinder en een vergrendelingsmiddel in de vorm van een U-profiel.
Nadelig aan de bekende hooibouwmachine is dat deze relatief complex 25 en daarmee duur en kwetsbaar is.
De voorliggende uitvinding beoogt om genoemde nadeel ten minste gedeeltelijk op te heffen, of om althans een alternatief te verschaffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een hooibouwmachine te verschaffen, waarbij een vergrendeling in de geheven stand op een relatief eenvoudige wijze tot stand 30 gebracht kan worden.
De uitvinding voorziet in een hooibouwmachine volgens conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.
Een hooibouwmachine omvat een hoofdgestel, een nevengestel, een gewasbewerkingseenheid, en een stuurstang. De gewasbewerkingseenheid is met 35 een volgschamier beweegbaar verbonden aan het nevengestel. Het volgschamier : OS 1 Λ 2 laat ten minste twee rotatievrijheden toe van de gewasbewerkingseenheid ten opzichte van het nevengestel. Het nevengestel is met een hefscharnier verbonden aan het hoofdgestel voor het vormen van een zodanig draaibare verbinding rond een draaias van het hefscharnier, dat de gewasbewerkingseenheid hefbaar is van een 5 werkstand naar een eerste geheven stand, zoals een kopakkerstand. De stuurstang omvat een eerste en een tweede uiteinde. De stuurstang is nabij het eerste uiteinde met een eerste stuurstangscharnier verbonden aan een stuurstangbevestigingspunt en nabij het tweede uiteinde met een tweede stuurstangscharnier verbonden aan de gewasbewerkingseenheid. Het stuurstangbevestigingspunt is voorzien op het 10 hoofdgestel, op een afstand van de draaias van het hefscharnier.
Door de onderlinge afstand tussen het stuurstangbevestigingspunt met het eerste stuurstangscharnier en de draaias van het hefscharnier laat de stuurstang de gewasbewerkingseenheid bewegen ten opzichte van het nevengestel. Hierdoor kan bijvoorbeeld de tweede bedieningscilinder uit NL-1022564 weggelaten worden, 15 waardoor een eenvoudiger en goedkopere oplossing gerealiseerd kan worden dan in de stand van de techniek.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine samenwerkende eerste en tweede vergrendelmiddelen die ingericht zijn om in ten minste de eerste geheven stand ten minste één van de rotatievrijheden van de 20 gewasbewerkingseenheid te beperken, waarbij de eerste vergrendelmiddelen zijn verbonden aan de gewasbewerkingseenheid en de tweede vergrendelmiddelen zijn verbonden aan het nevengestel. Doordat de stuurstang de gewasbewerkingseenheid laat bewegen ten opzichte van het nevengestel, is het aldus mogelijk de eerste vergrendelmiddelen aan te laten grijpen met de tweede vergrendelmiddelen, 25 waardoor een eenvoudige en robuuste vergrendeling wordt verkregen.
In het bijzonder omvatten de eerste vergrendelmiddelen een as, welke as vast verbonden is aan de gewasbewerkingseenheid, en omvatten de tweede vergrendelmiddelen een V-vormige borging. Dankzij de V-vorm van de V-vormige borging wordt de vaste as tijdens de beweging van de gewasbewerkingseenheid ten 30 opzichte het nevengestel de borging ingeleid.
Meer in het bijzonder is de beweegbare verbinding tussen de stuurstang en de gewasbewerkingseenheid voorzien nabij een uiteinde van de vaste as. Dit is een constructief eenvoudige oplossing, waarbij de eerste vergrendelmiddelen geïntegreerd wordt met de verbinding tussen 35 gewasbewerkingseenheid en stuurstang.
3
In een bijzondere vorm omvatten de tweede vergrendelmiddelen een scharnierbaar blok dat draaibaar is verbonden aan het nevengestel en ten minste in de werkstand onder veerspanning tegen een gestelaanslag van het nevengestel wordt gehouden. Dit maakt het mogelijk om dat deel van de onderlinge beweging 5 tussen de gewasbewerkingseenheid en nevengestel dat optreedt na het onderling aangrijpen van de vergrendelmiddelen op te vangen in een verdraaiing, tegen de veerspanning, van het scharnierbare blok.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine een eerste en een tweede aanslag voor het begrenzen van een uitslag van ten minste één van 10 rotatievrijheden tussen de gewasbewerkingseenheid en het nevengestel. Dit voorkomt extreme rotaties van de gewasbewerkingseenheid, die zouden kunnen optreden indien de gewasbewerkingseenheid bijvoorbeeld ergens aan blijft hangen.
In het bijzonder zijn de eerste en tweede aanslag voorzien op het scharnierbare blok. Aldus wordt het scharnierbare blok een multifunctioneel 15 onderdeel.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine een kabel, welke kabel zich uitstrekt van de gewasbewerkingseenheid naar het hoofdgestel voor het begrenzen van een beweegbaarheid van de gewasbewerkingseenheid tijdens het heffen van de gewasbewerkingseenheid van de werkstand naar de eerste geheven 20 stand.
In een bijzonder vorm omvat de hooibouwmachine een transportaanslag op het nevengestel, waarbij de gewasbewerkingseenheid in een tweede geheven stand tegen de transportaanslag rust. Door de gewasbewerkingseenheid in de tweede geheven stand tegen transportaanslag aan 25 te draaien ontstaat een stabiele toestand waarin de hooibouwmachine bijvoorbeeld getransporteerd kan worden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld wordt getoond in drie verschillende 30 standen, waarbij:
Figuur 1 een ruimtelijk aanzicht van een hooibouwmachine volgens de uitvinding toont in een werkstand;
Figuur 2 een ruimtelijk aanzicht van een rotoreenheid van de hooibouwmachine in de stand van figuur 1 toont; 35 Figuur 3 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont; 4
Figuur 4 het aanzicht van figuur 3 toont, waarbij enkele onderdelen zijn weggelaten;
Figuur 5 een bovenaanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont;
Figuur 6 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont, in 5 een kopakkerstand;
Figuur 7 het aanzicht van figuur 6 toont, waarbij enkele onderdelen zijn weggelaten;
Figuur 8 een bovenaanzicht van de rotoreenheid in de kopakkerstand van figuur 6 toont; en 10 Figuur 9 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont in een transportstand.
Een hooibouwmachine wordt in figuur 1 in zijn geheel aangeduid met referentiecijfer 1. De hooibouwmachine 1 omvat een hoofdgestel 2, een rechter 15 gewasbewerkingseenheid, hier in de vorm van een rechter rotoreenheid 4, een linker gewasbewerkingseenheid, hier in de vorm van een linker rotoreenheid 6, een rechter achtergestel 8, en een linker achtergestel 10. De hooibouwmachine 1 kan via trekhaakkoppeling 12 gekoppeld worden aan een trekkend voertuig, zoals een tractor. Verder rust de hooibouwmachine 1 rolbaar op achterwielen 14 welke 20 draaibaar verbonden zijn aan de rechter- en linker achtergestellen 8,10.
De hooibouwmachine 1 is voorts voorzien van aandrijfmiddelen 16. De aandrijfmiddelen 16 omvatten een aandrijfkoppeling 18, welke werkzaam verbonden kan worden aan een complementaire (niet getoonde) aandrijfkoppeling van de (niet getoonde) tractor. De aandrijfmiddelen 16 worden via de aandrijfkoppeling 18 in 25 rotatie gebracht om via een rechter 20 en een linker 22 aandrijfstang de rechter- en linker rotoreenheid 4, 6 aan te drijven.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de rechter rotoreenheid 4. Opgemerkt wordt dat in dit uitvoeringsvoorbeeld ook de linker 6 rotoreenheid volgens de uitvinding is uitgevoerd. Overigens verschillen de 30 rotoreenheden 4, 6 op onderdelen van elkaar, in dit uitvoeringsvoorbeeld onder meer in hun oriëntatie ten opzichte van het hoofdgestel 2. In een alternatieve uitvoeringsvorm zou ook slechts één van de rotoreenheden 4, 6, of juist meer dan twee rotoreenheden, volgens de uitvinding kunnen zijn uitgevoerd.
Figuur 2 toont omwille van de duidelijkheid slechts een deel van het 35 hoofdgestel 2. Het hoofdgestel 2 omvat een voorgelegen koppelstuk 24 en een 5 achtergelegen koppelstuk 26, die vast verbonden zijn aan het hoofdgestel 2. Via een voorgelegen hefscharnier 28 en een achtergelegen hefscharnier 30 die zijn voorzien aan het voorgelegen 24, respectievelijk achtergelegen 26 koppelstuk, is een nevengestel 32 draaibaar verbonden aan het hoofdgestel 2. Het nevengestel 32 5 heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld de vorm van een A en wordt daar ook wel als A-gestel aangeduid. Het A-gestel 32 kan met behulp van een bedieningscilinder 34, bijvoorbeeld een dubbele hydraulische cilinder, in opwaartse en neerwaartse richting geroteerd worden om de draaias van de hefscharnieren 28 en 30. Onder draaias wordt hier verstaan een denkbeeldige as die door, in dit geval beide, hefscharnieren 10 28 en 30 heenloopt. De bedieningscilinder 34 is aan een eerste van zijn uiteinden draaibaar verbonden aan het voorgelegen koppelstuk 24. Een tweede uiteinde van de bedieningscilinder 34 is draaibaar verbonden aan het A-gestel 32, nabij een scharnierpunt 36 hiervan.
Het A-gestel 32 is via zijn scharnierpunt 36 en een daarmee 15 samenwerkend volgscharnier, hier in de vorm van een eerste kogelschamier 38, beweegbaar verbonden aan een rotorgestel 40. Het rotorgestel 40 is voorzien van een zich in achterwaartse richting uitstrekkende vaste as 42. De vaste as 42 is nabij een uiteinde voorzien van een tweede kogelschamier 44.
Een stuurstang 46 is via een eerste stuurstangscharnier 48 nabij een 20 eerste uiteinde van de stuurstang 46 verbonden aan een stuurstangbevestigingspunt 49 op het achtergelegen koppelstuk 26. Het eerste stuurstangscharnier 48 definieert een draaias waaromheen de stuurstang 46 en het achtergelegen koppelstuk 26 ten opzichte van elkaar kunnen draaien. De stuurstang 46 is nabij een tweede uiteinde van de stuurstang 46 via het tweede kogelschamier 44 beweegbaar verbonden aan 25 de vaste as 42 en via de vaste as 42 aan het rotorgestel 40. Het tweede kogelschamier 44 is aldus te beschouwen als een tweede stuurstangscharnier dat de stuurstang 46 verbindt aan de rechter rotoreenheid 4. Opgemerkt wordt dat het tweede stuurstangscharnier voorzien is op een vast punt (hier het uiteinde van de vaste as 42) van de rechter rotoreenheid 4.
30 Het eerste stuurstangscharnier 48 bevindt zich aan een zelfde uiteinde van het achtergelegen koppelstuk 26 als het achtergelegen hefscharnier 30, waarbij de draaiassen van het eerste stuurstangscharnier 48 en het achtergelegen hefscharnier 30 zich op een afstand van elkaar bevinden. Deze afstand is klein ten opzichte van de lengte van de stuurstang 46. Anders gezegd, de draaiassen van het 6 eerste stuurstangschamier 48 en het achtergelegen hefschamier 30 lopen in hoofdzaak parallel, hetgeen impliceert dat ze niet samenvallen.
Een schamierbaar V-blok 50 is via een V-blokdraaias 52 en een hulpstuk 54 draaibaar verbonden aan het A-gestel 32. In figuren 4 en 7 zijn omwille 5 van de duidelijkheid de stuurstang 46 en het hulpstuk 54 weggelaten. Hierdoor is in deze figuur de vorm van het schamierbare V-blok 50 goed te zien. Het scharnierbare V-blok 50 omvat een V-vormige borging 56, een eerste rotoraanslag 58 en een tweede rotoraanslag 60. Het schamierbare V-blok 50 omvat verder een gestelaanslag 62 die ingericht is om samen te werken met een deel van het A-gestel 10 32. Het schamierbare V-blok 50 omvat tevens een veerarm 64, die een hefboom vormt ten opzichte van de V-blokdraaias 52. Een veer, in dit geval een schroefvormige trekveer 66, is met een eerste uiteinde verbonden aan de veerarm 64. Een tweede uiteinde van de trekveer 66 is verbonden aan een veerpont 68 van het hulpstuk 54.
15 In de werkstand heeft de rechter rotoreenheid 4 de vrijheid om te draaien rond een in hoofdzaak horizontaal lopende langsas, die zich in de langsrichting van de hooibouwmachine 1 uitstrekt, en een dwarsas die eveneens in hoofdzaak horizontaal loopt en dwars op de langsrichting staat. Deze vrijheid wordt verschaft door een gecombineerde werking van het eerste kogelscharnier 38, het 20 tweede kogelscharnier 44 en de stuurstang 46. Om rond de langsas te draaien, draait het rotorgestel 40 in hoofdzaak in gelijke mate rond de beide kogelschamieren 38, 44. Om rond de dwarsas te draaien, roteert het rotorgestel 40 in hoofdzaak rond het eerste kogelscharnier 38. Tegelijkertijd zal de stuurstang 46 om het eerste stuurstangschamier 48 draaien om via het tweede kogelscharnier 44 de betreffende 25 kanteling toe te laten. Daarbij beperken de eerste 58 en tweede 60 rotoraanslag de mate van kanteling, zoals in figuur 4 te zien is. De stuurstang 46 beperkt tegelijkertijd de mogelijkheid om rond een verticale as door het eerste kogelscharnier 38 te roteren. Aldus heeft de rechter rotoreenheid twee rotatievrijheden ten opzichte van het A-gestel 32, waardoor het in staat is een onregelmatige ondergrond te volgen.
30 Het rotorgestel 40 is voorzien van een kabelarm 70 die zich aan een bovenzijde van het rotorgestel 40 in hoofdzaak (in de werktoestand) naar boven uitstrekt. De kabelarm 70 is nabij zijn bovengelegen uiteinde 72 verbonden aan een eerste uiteinde van een kabel 74. De kabel 74 is aan zijn tweede uiteinde verbonden aan een kabelbevestigingspunt 76 dat gelegen is op het voorgelegen koppelstuk 24.
7
De rotoreenheid 4 omvat een rotor 78 welke is ingericht om harken (niet getoond) op te nemen. De rotor 78 is via een draaias 80, die zich in werkstand in hoofdzaak verticaal uitstrekt, verbonden aan het rotorgestel 40. Het kan daarbij draaibaar aangedreven worden door de eerder beschreven aandrijfmiddelen 16.
5 Het rotorgestel 40 steunt in de werkstand van figuren 1 - 5 af op een rotoronderstel 82. Het rotoronderstel 82 is voorzien van wielen 84, die draaibaar rond een wielas verbonden zijn aan het rotoronderstel 82. Via de rotorwielen 84 rust de rechter rotoreenheid 4 op een ondergrond 86. De rotoreenheid 4 omvat tevens een beschermconstructie 88.
10 Tijdens het bewerken van de ondergrond 86 kan het regelmatig nodig zijn om de linker 6 en/of de rechter 4 rotoreenheid tijdelijk van de ondergrond 86 op te tillen tot de kopakkerstand. Hiertoe wordt de bedieningscilinder 34 aangedreven, die het A-gestel 32 rond de gemeenschappelijke draaias van de voorgelegen 28 en achtergelegen 30 hefschamieren omhoog roteert. De V-vormige borging 56 van het 15 scharnierbare V-blok 50 maakt hierdoor een cirkelsegmentvormige beweging ten opzichte van de draaias van het achtergelegen hefscharnier 30. Tegelijkertijd maakt de vaste as 42, met het hieraan bevestigde tweede kogelscharnier 44, een cirkelsegmentvormige beweging rond de draaias van het eerste stuurstangschamier 48. Doordat het achtergelegen hefscharnier 30 en het eerste stuurstangschamier 48 20 niet samenvallen, d.w.z. op een afstand van elkaar liggen, snijden de cirkelsegmentvormige bewegingen van de V-vormige borging 56 en de vaste as 42 elkaar op een punt dat overeenkomt met de gewenste kopakkerpositie (figuur 7), waarbij de vaste as 42 aangrijpt in de V-vormige borging 56.
De vaste as 42 en de V-vormige borging 56 vormen samenwerkende 25 eerste en tweede vergrendelmiddelen. Uit voorgaande beschrijving wordt duidelijk dat de draaiassen van het achtergelegen hefscharnier 30 en het eerste stuurstangschamier 48 onderling een zodanige afstand hebben dat de eerste en tweede vergrendelmiddelen 42, 56 in een geheven stand, zoals de transportstand, onderling aangrijpen en in de werkstand elkaar vrijlaten.
30 Dankzij de V-vorm van de V-vormige borging 56 wordt de vaste as 42 naar het punt van de V-vormige borging 56 toe geleid, waar het rotorgestel 40 via de vaste as 42 geborgd wordt. Hierdoor is de vrijheid van het rotorgestel 40 om te roteren rond de dwarsas beperkt. Bij voldoende wrijving tussen de vaste as 42 en de V-vormige borging 56, of bij een vormsluiting tussen de vaste as 42 en de V-vormige 35 borging 56, wordt tevens de vrijheid van het rotorgestel 40 om te roteren rond de 8 langsas beperkt. Opgemerkt wordt dat de kabel 74 er tijdens het optillen van de rechter rotoreenheid 4 voor zorgt dat deze slechts beperkt om een langsas kan roteren.
Om vanuit de kopakkerstand de rechter rotoreenheid 4 door te draaien 5 naar de transportstand van figuur 9 zal de bedieningscilinder 34 verder worden bediend. Hierdoor roteert het A-gestel 32 verder om de voorgelegen 28 en achtergelegen 30 hefscharnieren. Gedurende een deel van deze beweging zal de vaste as 42 verder ten opzichte van het A-gestel 32 willen bewegen, tengevolge van de eerder beschreven cirkelsegmentvormige bewegingen. Om dit mogelijk te maken 10 roteert het scharnierbare V-blok 50 rond de V-blokdraaias 52 tegen de werking van de trekveer 66 in. Hierbij zal de gestelaanslag 62 loskomen van het A-gestel 32. Overigens neemt deze verdraaiing van het scharnierbare V-blok 50 weer af tegen het eind van de hefbeweging, zoals getoond in figuur 9. Aangezien het eerste stuurstangschamier 48 niet recht onder het achtergelegen hefschamier 30 ligt, maar 15 enigszins naar het hoofdgestel 2 toe ligt ten opzichte van het achtergelegen hefschamier 30, beweegt de vaste as 42 weer iets terug ten opzichte van het A-gestel 32 ten opzichte van het grootste onderlinge verschil.
De linker rotoreenheid 4, en in het bijzonder een deel van de bovenkant van het rotorgestel 40 steunt ter plaatse van een transportaanslag 90 tegen een deel 20 van de onderkant van het A-gestel 32. Hierdoor worden resterende bewegingsvrijheden van het rotorgestel 40 ten opzichte van het A-gestel 32 beperkt. Dankzij de gecombineerde werking van de V-vormige borging 56 en de transportaanslag 90 bevindt de rechter rotoreenheid 4 zich in een stabiele geborgde toestand in de transportstand.
25 Binnen het bereik van de uitvinding zijn vele varianten mogelijk. In plaats van een bolschamier kan als volgscharnier ook een ander scharnier met drie rotatievrijheden worden toegepast. Ook kan een volgscharnier met twee rotatieassen worden toegepast. In dat laatste geval hoeft de stuurstang niet één rotatievrijheid van het volgscharnier te beperken, maar kan er nog wel voor zorgen dat de rotoreenheid 30 in de transport- en/of kopakkerstand naar een vergrendelpositie wordt gestuurd.
Als tweede stuurstangschamier kan in plaats van een bolschamier ook een ander scharnier met twee of drie rotatievrijheden worden toegepast. Dit kan een samengesteld scharnier zijn met meerdere fysieke, of denkbeeldige assen. De vergrendelmiddelen kunnen ook meer nabij het volgscharnier aangrijpen, of zelfs 35 rechtstreeks op dit scharnier aangrijpen.
9
Het hefscharnier strekt zich bij voorkeur in een in hoofdzaak horizontale richting uit, maar kan zich ook in een ten minste gedeeltelijk horizontale richting uitstrekken. Het hefscharnier kan in plaats van een fysieke draaias ook een denkbeeldige draaias omvatten.
5 Hoewel een hooibouwmachine naast een werkstand bij voorkeur zowel een kopakkerstand, als een transportstand kan innemen, kan de uitvinding reeds voordelig worden toegepast in een hooibouwmachine met één, of meer dan twee, geheven standen.
10 Indien de hooibouwmachine bedoeld is om één geheven stand in te nemen, is het niet noodzakelijk om de tweede vergrendelmiddelen, in het bijzonder het V-blok, door middel van een scharnier, veer, en aanslag beweegbaar met het nevengestel te verbinden. De tweede vergrendelmiddelen kunnen dan vast met het nevengestel verbonden zijn.
15 De tweede vergrendelmiddelen kunnen ook vast met het nevengestel verbonden zijn, indien er wel meer dan één geheven stand beoogd wordt. In dat geval kan de stuurstang verlengbaar worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat het eerste en tweede stuurstangschamier tegen een veerkracht in uit elkaar beweegbaar zijn. De benodigde veerkracht kan geleverd worden door bijvoorbeeld een 20 schroefveer, of een gascilinder. In een mogelijke uitvoeringsvorm is omvat de stuurstang een eerste stuurstangpijp en een tweede stuurstangpijp, waarbij de eerste stuurstangpijp schuifbaar in de tweede stuurstangpijp is opgenomen. Uiteraard hoeft de eerste stuurstangpijp niet hol te zijn. De tweede stuurstangpijp is inwendig voorzien van een aanslag, of de eerste stuurstangpijp is uitwendig voorzien van een 25 aanslag. De tweede stuurstangpijp wordt onder veerkracht tegen de aanslag gehouden.
‘ V H' ... l

Claims (9)

1. Hooibouwmachine (1) omvattende een hoofdgestel (2), een nevengestel (32), een gewasbewerkingseenheid (4), en een stuurstang (46), waarbij 5 de gewasbewerkingseenheid (4) met een volgschamier (38) beweegbaar is verbonden aan het nevengestel (32), welk volgschamier (38) ten minste twee rotatievrijheden toelaat van de gewasbewerkingseenheid (4) ten opzichte van het nevengestel (32) voor het volgen van oneffenheden in een ondergrond onder de gewasbewerkingseenheid (4), 10 het nevengestel (32) met een hefscharnier (30) is verbonden aan het hoofdgestel (2) voor het vormen van een zodanig draaibare verbinding rond een draaias van het hefscharnier (30), dat de gewasbewerkingseenheid (4) hefbaar is van een werkstand naar ten minste een eerste geheven stand, zoals een kopakkerstand, en 15 de stuurstang (46) een eerste en een tweede uiteinde omvat, welke stuurstang (46) nabij het eerste uiteinde met een eerste stuurstangscharnier (48) verbonden is aan een stuurstangbevestigingspunt (49) en nabij het tweede uiteinde met een tweede stuurstangscharnier (44) verbonden is aan de gewasbewerkingseenheid (4), met het kenmerk, dat het stuurstangbevestigingspunt 20 (49) is voorzien op het hoofdgestel (2), op een afstand van de draaias van het hefscharnier (30).
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, verder omvattende samenwerkende eerste (42) en tweede vergrendelmiddelen (56) die ingericht zijn om in ten minste de eerste geheven stand ten minste één van de 25 rotatievrijheden van de gewasbewerkingseenheid (4) te beperken, waarbij de eerste vergrendelmiddelen (42) zijn verbonden aan de gewasbewerkingseenheid (4) en de tweede vergrendelmiddelen (56) zijn verbonden aan het nevengestel (32).
3. Hooibouwmachine volgens conclusie 2, waarbij de eerste 30 vergrendelmiddelen een as (42) omvatten, welke as (42) vast verbonden is aan de gewasbewerkingseenheid (4), en de tweede vergrendelmiddelen een V-vormige borging (56) omvatten.
4. Hooibouwmachine volgens conclusie 3, waarbij de beweegbare verbinding (44) tussen de stuurstang (46) en de gewasbewerkingseenheid (4) 35 voorzien is nabij een uiteinde van de vaste as (42). i o · .· ·* ·· -· ) ,
5. Hooibouwmachine volgens één van de conclusies 2-4, waarbij de tweede vergrendelmiddelen (56) een scharnierbaar V-blok (50) omvatten dat draaibaar is verbonden aan het nevengestel (32) en ten minste in de werkstand onder veerspanning tegen een gestelaanslag (62) van het nevengestel (32) wordt 5 gehouden.
6. Hooibouwmachine volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een eerste en een tweede aanslag voor het begrenzen van een uitslag van ten minste één van rotatievrijheden tussen de gewasbewerkingseenheid (4) en het nevengestel (32).
7. Hooibouwmachine volgens conclusies 5 en 6, waarbij de eerste en tweede aanslag zijn voorzien op het schamierbare V-blok.
8. Hooibouwmachine volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een kabel (74), welke kabel (74) zich uitstrekt van de gewasbewerkingseenheid (4) naar het hoofdgestel (2) voor het begrenzen van een 15 beweegbaarheid van de gewasbewerkingseenheid (4) tijdens het heffen van de gewasbewerkingseenheid (4) van de werkstand naar de eerste geheven stand.
9. Hooibouwmachine volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een transportaanslag (90) op het nevengestel (32), waarbij de gewasbewerkingseenheid (4) in een tweede geheven stand tegen de 20 transportaanslag (90) rust. f05*"9f?
NL1033091A 2006-12-20 2006-12-20 Hooibouwmachine met stuurstang. NL1033091C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033091A NL1033091C2 (nl) 2006-12-20 2006-12-20 Hooibouwmachine met stuurstang.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033091A NL1033091C2 (nl) 2006-12-20 2006-12-20 Hooibouwmachine met stuurstang.
NL1033091 2006-12-20

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1033091A1 NL1033091A1 (nl) 2007-09-12
NL1033091C2 true NL1033091C2 (nl) 2007-10-16

Family

ID=38292635

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033091A NL1033091C2 (nl) 2006-12-20 2006-12-20 Hooibouwmachine met stuurstang.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1033091C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2457433A3 (en) * 2007-11-09 2017-09-06 Lely Patent N.V. Haymaking machine

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3930827A1 (de) * 1988-10-18 1990-09-20 Josef Nusser Vorrichtung fuer maehwerke zur bodenanpassung der schneidwerke mit einer quer zur fahrtrichtung verlaufenden schwenkachse
DE19618839A1 (de) * 1995-05-31 1996-12-05 Fella Werke Gmbh Doppelkreiselschwader
NL1022564C2 (nl) 2003-02-03 2004-08-04 Lely Entpr Ag Hooibouwmachine.
EP1665922A1 (de) * 2004-12-03 2006-06-07 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Heuwerbungsmaschine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3930827A1 (de) * 1988-10-18 1990-09-20 Josef Nusser Vorrichtung fuer maehwerke zur bodenanpassung der schneidwerke mit einer quer zur fahrtrichtung verlaufenden schwenkachse
DE19618839A1 (de) * 1995-05-31 1996-12-05 Fella Werke Gmbh Doppelkreiselschwader
NL1022564C2 (nl) 2003-02-03 2004-08-04 Lely Entpr Ag Hooibouwmachine.
EP1665922A1 (de) * 2004-12-03 2006-06-07 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Heuwerbungsmaschine

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2457433A3 (en) * 2007-11-09 2017-09-06 Lely Patent N.V. Haymaking machine

Also Published As

Publication number Publication date
NL1033091A1 (nl) 2007-09-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8657025B2 (en) Folding frame for an agricultural implement
CA2530674C (en) V-rake
EP1965630B1 (fr) Engin agricole comportant un attelage perfectionne
BE1024333B1 (nl) Maaibordsteun voor een oogstmachine
EP1241298B1 (de) Fahrzeug, insbesondere zur Strandreinigung
NL1036352C2 (nl) Tophef aankoppeling.
NL1033091C2 (nl) Hooibouwmachine met stuurstang.
NL1034660C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL1034636C2 (nl) Getrokken landbouwmachine.
EP1639880B1 (fr) Andaineuse de végétaux
NL1037078C2 (nl) Landbouwmachine.
BE1021114B1 (nl) Verbeterd zwenkwielgeheel van opraper voor een landbouwmachine
NL1022564C2 (nl) Hooibouwmachine.
DK2210473T3 (en) CUTTING MACHINE WITH CROSSING TRANSPORTER
CA2931729C (en) Implement wing caster wheel for transport
NL1022539C2 (nl) Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
NL2015453A (nl) Landbouwaankoppelwerktuig.
NL194025C (nl) Inrichting voor het verzamelen van hooi.
FR2975565A1 (fr) Machine agricole comportant un groupe de travail reglable en hauteur, de preference un ramasseur, dont une roue palpeuse peut etre pivotee dans une position de transport reduisant la largeur
NL2014732B1 (en) Agricultural raking device.
NL1027727C1 (nl) Hooibouwmachine.
NL1018532C2 (nl) Landbouwwerktuig.
BE1024665B1 (nl) Maaibordsteun voor een oogstmachine
NL1006116C1 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van zich op de grond bevindend gewas.
NL9100471A (nl) Hooiverwervingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: LELY PATENT N.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), MERGE, DEMERGER; FORMER OWNER NAME: MAASLAND N.V.

Effective date: 20170728

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190101