NL1033091C2 - Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame - Google Patents
Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033091C2 NL1033091C2 NL1033091A NL1033091A NL1033091C2 NL 1033091 C2 NL1033091 C2 NL 1033091C2 NL 1033091 A NL1033091 A NL 1033091A NL 1033091 A NL1033091 A NL 1033091A NL 1033091 C2 NL1033091 C2 NL 1033091C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- processing unit
- frame
- crop processing
- hinge
- control rod
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D78/00—Haymakers with tines moving with respect to the machine
- A01D78/08—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
- A01D78/10—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
- A01D78/1007—Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Abstract
Description
HOOIBOUWMACHINE MET STUURSTANGHAY BUILDING MACHINE WITH HANDLEBAR
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1. Een hooibouwmachine kan bijvoorbeeld gebruikt worden 5 voor het bij elkaar verzamelen van een op een stuk landbouwgrond liggend gewas.The invention relates to a hay-making machine according to the preamble of claim 1. A hay-making machine can for instance be used for gathering together a crop lying on a piece of agricultural land.
NL-1022564 openbaart een hooibouwmachine. De bekende hooibouwmachine omvat een hoofdgestel dat aan een tractor gekoppeld kan worden. Verder steunt het hoofdgestel af op een nabij een achterzijde van het hoofdgestel gelegen transportonderstel met wielen. De hooibouwmachine omvat verder een 10 gewasbewerkingseenheid die door middel van een kogelscharnier meerdere rotatievrijheden heeft ten opzichte van een dragend gestel. De rotatievrijheid van het kogelscharnier rond een verticale as wordt beperkt door een stuurstang. Deze stuurstang is met een eerste uiteinde via het dragende gestel verbonden aan het hoofdgestel. Een tweede uiteinde van de stuurstang is verbonden aan de 15 gewasbewerkingseenheid.NL-1022564 discloses a hay-making machine. The known hay-making machine comprises a main frame that can be coupled to a tractor. Furthermore, the main frame rests on a transport chassis with wheels located near a rear side of the main frame. The hay-making machine further comprises a crop-processing unit which, by means of a ball joint, has several rotational freedom with respect to a supporting frame. The freedom of rotation of the ball joint around a vertical axis is limited by a steering rod. This control rod is connected with a first end to the main frame via the supporting frame. A second end of the control rod is connected to the crop processing unit.
Het dragende gestel kan ten opzichte van het hoofdgestel rond een rotatieas omhoog roteren. Deze rotatieas strekt zich parallel aan de rijrichting van het hoofdgestel uit. Door het dragend gestel omhoog te roteren wordt de gewasbewerkingseenheid in geheven stand, zoals een kopakkerstand, of een 20 transportstand gebracht. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een bedieningscilinder. Om de gewasbewerkingseenheid in de geheven stand te vergrendelen is voorzien in een tweede bedieningscilinder en een vergrendelingsmiddel in de vorm van een U-profiel.The supporting frame can rotate upwards relative to the main frame about an axis of rotation. This axis of rotation extends parallel to the direction of travel of the main frame. By rotating the supporting frame upwards, the crop processing unit is brought into a raised position, such as a headland position, or a transport position. A control cylinder is used for this purpose. To lock the crop processing unit in the raised position, a second operating cylinder and a locking means in the form of a U-profile are provided.
Nadelig aan de bekende hooibouwmachine is dat deze relatief complex 25 en daarmee duur en kwetsbaar is.A drawback of the known hay-making machine is that it is relatively complex and therefore expensive and vulnerable.
De voorliggende uitvinding beoogt om genoemde nadeel ten minste gedeeltelijk op te heffen, of om althans een alternatief te verschaffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een hooibouwmachine te verschaffen, waarbij een vergrendeling in de geheven stand op een relatief eenvoudige wijze tot stand 30 gebracht kan worden.The present invention has for its object to at least partially eliminate said disadvantage, or to at least provide an alternative. In particular, it is an object of the invention to provide a hay-making machine in which a locking in the raised position can be achieved in a relatively simple manner.
De uitvinding voorziet in een hooibouwmachine volgens conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.The invention provides a hay-making machine according to claim 1. Advantageous embodiments are defined in the subclaims.
Een hooibouwmachine omvat een hoofdgestel, een nevengestel, een gewasbewerkingseenheid, en een stuurstang. De gewasbewerkingseenheid is met 35 een volgschamier beweegbaar verbonden aan het nevengestel. Het volgschamier : OS 1 Λ 2 laat ten minste twee rotatievrijheden toe van de gewasbewerkingseenheid ten opzichte van het nevengestel. Het nevengestel is met een hefscharnier verbonden aan het hoofdgestel voor het vormen van een zodanig draaibare verbinding rond een draaias van het hefscharnier, dat de gewasbewerkingseenheid hefbaar is van een 5 werkstand naar een eerste geheven stand, zoals een kopakkerstand. De stuurstang omvat een eerste en een tweede uiteinde. De stuurstang is nabij het eerste uiteinde met een eerste stuurstangscharnier verbonden aan een stuurstangbevestigingspunt en nabij het tweede uiteinde met een tweede stuurstangscharnier verbonden aan de gewasbewerkingseenheid. Het stuurstangbevestigingspunt is voorzien op het 10 hoofdgestel, op een afstand van de draaias van het hefscharnier.A haymaking machine comprises a main frame, a secondary frame, a crop processing unit, and a control rod. The crop-processing unit is movably connected to the secondary frame with a follower hinge. The follower: OS 1 Λ 2 allows at least two freedom of rotation of the crop processing unit relative to the ancillary frame. The secondary frame is connected to the main frame with a lifting hinge to form such a rotatable connection about an axis of rotation of the lifting hinge that the crop processing unit can be lifted from an operating position to a first raised position, such as a headland position. The control rod comprises a first and a second end. The control rod is connected near the first end with a first control rod hinge to a control rod attachment point and near the second end with a second control rod hinge connected to the crop processing unit. The control rod attachment point is provided on the main frame, at a distance from the axis of rotation of the lifting hinge.
Door de onderlinge afstand tussen het stuurstangbevestigingspunt met het eerste stuurstangscharnier en de draaias van het hefscharnier laat de stuurstang de gewasbewerkingseenheid bewegen ten opzichte van het nevengestel. Hierdoor kan bijvoorbeeld de tweede bedieningscilinder uit NL-1022564 weggelaten worden, 15 waardoor een eenvoudiger en goedkopere oplossing gerealiseerd kan worden dan in de stand van de techniek.Due to the mutual distance between the control rod attachment point with the first control rod hinge and the axis of rotation of the lifting hinge, the control rod causes the crop processing unit to move relative to the ancillary frame. As a result, for example, the second operating cylinder can be omitted from NL-1022564, whereby a simpler and cheaper solution can be realized than in the prior art.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine samenwerkende eerste en tweede vergrendelmiddelen die ingericht zijn om in ten minste de eerste geheven stand ten minste één van de rotatievrijheden van de 20 gewasbewerkingseenheid te beperken, waarbij de eerste vergrendelmiddelen zijn verbonden aan de gewasbewerkingseenheid en de tweede vergrendelmiddelen zijn verbonden aan het nevengestel. Doordat de stuurstang de gewasbewerkingseenheid laat bewegen ten opzichte van het nevengestel, is het aldus mogelijk de eerste vergrendelmiddelen aan te laten grijpen met de tweede vergrendelmiddelen, 25 waardoor een eenvoudige en robuuste vergrendeling wordt verkregen.In an embodiment, the hay-making machine comprises cooperating first and second locking means which are adapted to limit at least one of the rotational freedoms of the crop processing unit in at least the first raised position, the first locking means being connected to the crop processing unit and the second locking means being connected to the secondary system. Because the control rod causes the crop processing unit to move relative to the ancillary frame, it is thus possible to have the first locking means engage with the second locking means, whereby a simple and robust locking is obtained.
In het bijzonder omvatten de eerste vergrendelmiddelen een as, welke as vast verbonden is aan de gewasbewerkingseenheid, en omvatten de tweede vergrendelmiddelen een V-vormige borging. Dankzij de V-vorm van de V-vormige borging wordt de vaste as tijdens de beweging van de gewasbewerkingseenheid ten 30 opzichte het nevengestel de borging ingeleid.In particular, the first locking means comprise a shaft, which shaft is fixedly connected to the crop processing unit, and the second locking means comprise a V-shaped lock. Thanks to the V-shape of the V-shaped lock, the fixed shaft is introduced into the lock during the movement of the crop processing unit relative to the ancillary frame.
Meer in het bijzonder is de beweegbare verbinding tussen de stuurstang en de gewasbewerkingseenheid voorzien nabij een uiteinde van de vaste as. Dit is een constructief eenvoudige oplossing, waarbij de eerste vergrendelmiddelen geïntegreerd wordt met de verbinding tussen 35 gewasbewerkingseenheid en stuurstang.More in particular, the movable connection between the control rod and the crop processing unit is provided near one end of the fixed shaft. This is a constructionally simple solution, wherein the first locking means are integrated with the connection between crop processing unit and control rod.
33
In een bijzondere vorm omvatten de tweede vergrendelmiddelen een scharnierbaar blok dat draaibaar is verbonden aan het nevengestel en ten minste in de werkstand onder veerspanning tegen een gestelaanslag van het nevengestel wordt gehouden. Dit maakt het mogelijk om dat deel van de onderlinge beweging 5 tussen de gewasbewerkingseenheid en nevengestel dat optreedt na het onderling aangrijpen van de vergrendelmiddelen op te vangen in een verdraaiing, tegen de veerspanning, van het scharnierbare blok.In a special form, the second locking means comprise a hinged block which is rotatably connected to the ancillary frame and is held at least in the working position under spring tension against a frame stop of the ancillary frame. This makes it possible to compensate for that part of the mutual movement between the crop processing unit and ancillary frame that occurs after the interlocking engagement of the locking means in a rotation, against the spring tension, of the hinged block.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine een eerste en een tweede aanslag voor het begrenzen van een uitslag van ten minste één van 10 rotatievrijheden tussen de gewasbewerkingseenheid en het nevengestel. Dit voorkomt extreme rotaties van de gewasbewerkingseenheid, die zouden kunnen optreden indien de gewasbewerkingseenheid bijvoorbeeld ergens aan blijft hangen.In an embodiment, the hay-making machine comprises a first and a second stop for limiting a stroke of at least one of 10 freedom of rotation between the crop processing unit and the sub-frame. This prevents extreme rotations of the crop processing unit, which could occur if, for example, the crop processing unit gets stuck somewhere.
In het bijzonder zijn de eerste en tweede aanslag voorzien op het scharnierbare blok. Aldus wordt het scharnierbare blok een multifunctioneel 15 onderdeel.In particular, the first and second stop are provided on the hinged block. The hinged block thus becomes a multifunctional component.
In een uitvoeringsvorm omvat de hooibouwmachine een kabel, welke kabel zich uitstrekt van de gewasbewerkingseenheid naar het hoofdgestel voor het begrenzen van een beweegbaarheid van de gewasbewerkingseenheid tijdens het heffen van de gewasbewerkingseenheid van de werkstand naar de eerste geheven 20 stand.In an embodiment, the hay-making machine comprises a cable, which cable extends from the crop processing unit to the main frame for limiting the movability of the crop processing unit during lifting of the crop processing unit from the working position to the first raised position.
In een bijzonder vorm omvat de hooibouwmachine een transportaanslag op het nevengestel, waarbij de gewasbewerkingseenheid in een tweede geheven stand tegen de transportaanslag rust. Door de gewasbewerkingseenheid in de tweede geheven stand tegen transportaanslag aan 25 te draaien ontstaat een stabiele toestand waarin de hooibouwmachine bijvoorbeeld getransporteerd kan worden.In a special form, the hay-making machine comprises a transport stop on the sub-frame, wherein the crop processing unit rests against the transport stop in a second raised position. By turning the crop processing unit against transport stop in the second raised position, a stable condition is created in which the hay-making machine can for instance be transported.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld wordt getoond in drie verschillende 30 standen, waarbij:The invention will be further elucidated with reference to the accompanying drawing, in which an exemplary embodiment is shown in three different positions, wherein:
Figuur 1 een ruimtelijk aanzicht van een hooibouwmachine volgens de uitvinding toont in een werkstand;Figure 1 shows a spatial view of a hay-making machine according to the invention in a working position;
Figuur 2 een ruimtelijk aanzicht van een rotoreenheid van de hooibouwmachine in de stand van figuur 1 toont; 35 Figuur 3 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont; 4Figure 2 shows a spatial view of a rotor unit of the hay-making machine in the position of Figure 1; Figure 3 shows a rear view of the rotor unit of Figure 2; 4
Figuur 4 het aanzicht van figuur 3 toont, waarbij enkele onderdelen zijn weggelaten;Figure 4 shows the view of Figure 3, with some parts omitted;
Figuur 5 een bovenaanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont;Figure 5 shows a top view of the rotor unit of Figure 2;
Figuur 6 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont, in 5 een kopakkerstand;Figure 6 shows a rear view of the rotor unit of Figure 2, in a headland position;
Figuur 7 het aanzicht van figuur 6 toont, waarbij enkele onderdelen zijn weggelaten;Figure 7 shows the view of Figure 6, with some parts omitted;
Figuur 8 een bovenaanzicht van de rotoreenheid in de kopakkerstand van figuur 6 toont; en 10 Figuur 9 een achteraanzicht van de rotoreenheid van figuur 2 toont in een transportstand.Figure 8 shows a top view of the rotor unit in the headland position of Figure 6; and Figure 9 shows a rear view of the rotor unit of Figure 2 in a transport position.
Een hooibouwmachine wordt in figuur 1 in zijn geheel aangeduid met referentiecijfer 1. De hooibouwmachine 1 omvat een hoofdgestel 2, een rechter 15 gewasbewerkingseenheid, hier in de vorm van een rechter rotoreenheid 4, een linker gewasbewerkingseenheid, hier in de vorm van een linker rotoreenheid 6, een rechter achtergestel 8, en een linker achtergestel 10. De hooibouwmachine 1 kan via trekhaakkoppeling 12 gekoppeld worden aan een trekkend voertuig, zoals een tractor. Verder rust de hooibouwmachine 1 rolbaar op achterwielen 14 welke 20 draaibaar verbonden zijn aan de rechter- en linker achtergestellen 8,10.A hay-making machine is indicated in its entirety in Figure 1 by reference numeral 1. The hay-making machine 1 comprises a main frame 2, a right-hand crop processing unit, here in the form of a right-hand rotor unit 4, a left-hand crop processing unit, here in the form of a left-hand rotor unit 6 , a right-hand rear frame 8, and a left-hand rear frame 10. The hay-making machine 1 can be coupled via towbar coupling 12 to a towing vehicle, such as a tractor. Furthermore, the hay-making machine 1 rests on rear wheels 14 which are rotatably connected to the right and left rear frames 8, 10.
De hooibouwmachine 1 is voorts voorzien van aandrijfmiddelen 16. De aandrijfmiddelen 16 omvatten een aandrijfkoppeling 18, welke werkzaam verbonden kan worden aan een complementaire (niet getoonde) aandrijfkoppeling van de (niet getoonde) tractor. De aandrijfmiddelen 16 worden via de aandrijfkoppeling 18 in 25 rotatie gebracht om via een rechter 20 en een linker 22 aandrijfstang de rechter- en linker rotoreenheid 4, 6 aan te drijven.The hay-making machine 1 is furthermore provided with drive means 16. The drive means 16 comprise a drive coupling 18, which can be operatively connected to a complementary (not shown) drive coupling of the (not shown) tractor. The drive means 16 are rotated via the drive coupling 18 to drive the right and left rotor units 4, 6 via a right-hand drive 20 and a left-hand drive rod.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de rechter rotoreenheid 4. Opgemerkt wordt dat in dit uitvoeringsvoorbeeld ook de linker 6 rotoreenheid volgens de uitvinding is uitgevoerd. Overigens verschillen de 30 rotoreenheden 4, 6 op onderdelen van elkaar, in dit uitvoeringsvoorbeeld onder meer in hun oriëntatie ten opzichte van het hoofdgestel 2. In een alternatieve uitvoeringsvorm zou ook slechts één van de rotoreenheden 4, 6, of juist meer dan twee rotoreenheden, volgens de uitvinding kunnen zijn uitgevoerd.The invention will be further described with reference to the right-hand rotor unit 4. It is noted that in this exemplary embodiment the left-hand rotor unit according to the invention is also designed. Incidentally, the rotor units 4, 6 differ from each other in parts, in this exemplary embodiment inter alia in their orientation with respect to the main frame 2. In an alternative embodiment also only one of the rotor units 4, 6, or more than two rotor units, according to the invention.
Figuur 2 toont omwille van de duidelijkheid slechts een deel van het 35 hoofdgestel 2. Het hoofdgestel 2 omvat een voorgelegen koppelstuk 24 en een 5 achtergelegen koppelstuk 26, die vast verbonden zijn aan het hoofdgestel 2. Via een voorgelegen hefscharnier 28 en een achtergelegen hefscharnier 30 die zijn voorzien aan het voorgelegen 24, respectievelijk achtergelegen 26 koppelstuk, is een nevengestel 32 draaibaar verbonden aan het hoofdgestel 2. Het nevengestel 32 5 heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld de vorm van een A en wordt daar ook wel als A-gestel aangeduid. Het A-gestel 32 kan met behulp van een bedieningscilinder 34, bijvoorbeeld een dubbele hydraulische cilinder, in opwaartse en neerwaartse richting geroteerd worden om de draaias van de hefscharnieren 28 en 30. Onder draaias wordt hier verstaan een denkbeeldige as die door, in dit geval beide, hefscharnieren 10 28 en 30 heenloopt. De bedieningscilinder 34 is aan een eerste van zijn uiteinden draaibaar verbonden aan het voorgelegen koppelstuk 24. Een tweede uiteinde van de bedieningscilinder 34 is draaibaar verbonden aan het A-gestel 32, nabij een scharnierpunt 36 hiervan.Figure 2 shows for the sake of clarity only a part of the main frame 2. The main frame 2 comprises a front coupling piece 24 and a rear coupling piece 26, which are fixedly connected to the main frame 2. Via a front lifting hinge 28 and a rear lifting hinge 30 which are provided on the front 24 or rear 26 coupling piece, a secondary frame 32 is rotatably connected to the main frame 2. In this exemplary embodiment, the secondary frame 32 has the shape of an A and is also referred to therein as an A-frame. The A-frame 32 can be rotated in an upward and downward direction by means of an operating cylinder 34, for example a double hydraulic cylinder, about the axis of rotation of the lifting hinges 28 and 30. The axis of rotation is here understood to mean an imaginary axis which, in this case both, lifting hinges 28 and 30 extend. The operating cylinder 34 is rotatably connected at a first of its ends to the front coupling piece 24. A second end of the operating cylinder 34 is rotatably connected to the A-frame 32, near a pivot 36 thereof.
Het A-gestel 32 is via zijn scharnierpunt 36 en een daarmee 15 samenwerkend volgscharnier, hier in de vorm van een eerste kogelschamier 38, beweegbaar verbonden aan een rotorgestel 40. Het rotorgestel 40 is voorzien van een zich in achterwaartse richting uitstrekkende vaste as 42. De vaste as 42 is nabij een uiteinde voorzien van een tweede kogelschamier 44.The A-frame 32 is movably connected via its pivot point 36 and a follower hinge cooperating therewith, here in the form of a first ball joint 38, to a rotor assembly 40. The rotor assembly 40 is provided with a fixed shaft 42 extending in the rearward direction. The fixed shaft 42 is provided with a second ball joint 44 near one end.
Een stuurstang 46 is via een eerste stuurstangscharnier 48 nabij een 20 eerste uiteinde van de stuurstang 46 verbonden aan een stuurstangbevestigingspunt 49 op het achtergelegen koppelstuk 26. Het eerste stuurstangscharnier 48 definieert een draaias waaromheen de stuurstang 46 en het achtergelegen koppelstuk 26 ten opzichte van elkaar kunnen draaien. De stuurstang 46 is nabij een tweede uiteinde van de stuurstang 46 via het tweede kogelschamier 44 beweegbaar verbonden aan 25 de vaste as 42 en via de vaste as 42 aan het rotorgestel 40. Het tweede kogelschamier 44 is aldus te beschouwen als een tweede stuurstangscharnier dat de stuurstang 46 verbindt aan de rechter rotoreenheid 4. Opgemerkt wordt dat het tweede stuurstangscharnier voorzien is op een vast punt (hier het uiteinde van de vaste as 42) van de rechter rotoreenheid 4.A control rod 46 is connected via a first control rod hinge 48 near a first end of the control rod 46 to a control rod attachment point 49 on the rear coupling piece 26. The first control rod hinge 48 defines a pivot axis about which the control rod 46 and the rear coupling piece 26 can be relative to each other to twist. The control rod 46 is movably connected near a second end of the control rod 46 via the second ball joint 44 to the fixed shaft 42 and via the fixed shaft 42 to the rotor gear 40. The second ball joint 44 can thus be regarded as a second control rod joint that control rod 46 connects to the right rotor unit 4. It is noted that the second control rod hinge is provided at a fixed point (here the end of the fixed shaft 42) of the right rotor unit 4.
30 Het eerste stuurstangscharnier 48 bevindt zich aan een zelfde uiteinde van het achtergelegen koppelstuk 26 als het achtergelegen hefscharnier 30, waarbij de draaiassen van het eerste stuurstangscharnier 48 en het achtergelegen hefscharnier 30 zich op een afstand van elkaar bevinden. Deze afstand is klein ten opzichte van de lengte van de stuurstang 46. Anders gezegd, de draaiassen van het 6 eerste stuurstangschamier 48 en het achtergelegen hefschamier 30 lopen in hoofdzaak parallel, hetgeen impliceert dat ze niet samenvallen.The first control rod hinge 48 is located at the same end of the rear coupling piece 26 as the rear lifting hinge 30, the pivots of the first control rod hinge 48 and the rear lifting hinge 30 being spaced apart. This distance is small with respect to the length of the control rod 46. In other words, the pivot axes of the first control rod pivot 48 and the rear lifting pivot 30 run substantially parallel, implying that they do not coincide.
Een schamierbaar V-blok 50 is via een V-blokdraaias 52 en een hulpstuk 54 draaibaar verbonden aan het A-gestel 32. In figuren 4 en 7 zijn omwille 5 van de duidelijkheid de stuurstang 46 en het hulpstuk 54 weggelaten. Hierdoor is in deze figuur de vorm van het schamierbare V-blok 50 goed te zien. Het scharnierbare V-blok 50 omvat een V-vormige borging 56, een eerste rotoraanslag 58 en een tweede rotoraanslag 60. Het schamierbare V-blok 50 omvat verder een gestelaanslag 62 die ingericht is om samen te werken met een deel van het A-gestel 10 32. Het schamierbare V-blok 50 omvat tevens een veerarm 64, die een hefboom vormt ten opzichte van de V-blokdraaias 52. Een veer, in dit geval een schroefvormige trekveer 66, is met een eerste uiteinde verbonden aan de veerarm 64. Een tweede uiteinde van de trekveer 66 is verbonden aan een veerpont 68 van het hulpstuk 54.A pivotable V-block 50 is rotatably connected to the A-frame 32 via a V-block pivot 52 and an attachment 54. In figures 4 and 7, for the sake of clarity, the control rod 46 and the attachment 54 have been omitted. As a result, the shape of the hinged V-block 50 can be clearly seen in this figure. The hinged V-block 50 comprises a V-shaped lock 56, a first rotor stop 58 and a second rotor stop 60. The hinged V block 50 further comprises a frame stop 62 which is adapted to cooperate with a part of the A-frame 32. The pivotable V-block 50 also comprises a spring arm 64, which forms a lever relative to the V-block pivot axis 52. A spring, in this case a helical tension spring 66, is connected to the spring arm 64 with a first end. A second end of the tension spring 66 is connected to a spring ferry 68 of the attachment 54.
15 In de werkstand heeft de rechter rotoreenheid 4 de vrijheid om te draaien rond een in hoofdzaak horizontaal lopende langsas, die zich in de langsrichting van de hooibouwmachine 1 uitstrekt, en een dwarsas die eveneens in hoofdzaak horizontaal loopt en dwars op de langsrichting staat. Deze vrijheid wordt verschaft door een gecombineerde werking van het eerste kogelscharnier 38, het 20 tweede kogelscharnier 44 en de stuurstang 46. Om rond de langsas te draaien, draait het rotorgestel 40 in hoofdzaak in gelijke mate rond de beide kogelschamieren 38, 44. Om rond de dwarsas te draaien, roteert het rotorgestel 40 in hoofdzaak rond het eerste kogelscharnier 38. Tegelijkertijd zal de stuurstang 46 om het eerste stuurstangschamier 48 draaien om via het tweede kogelscharnier 44 de betreffende 25 kanteling toe te laten. Daarbij beperken de eerste 58 en tweede 60 rotoraanslag de mate van kanteling, zoals in figuur 4 te zien is. De stuurstang 46 beperkt tegelijkertijd de mogelijkheid om rond een verticale as door het eerste kogelscharnier 38 te roteren. Aldus heeft de rechter rotoreenheid twee rotatievrijheden ten opzichte van het A-gestel 32, waardoor het in staat is een onregelmatige ondergrond te volgen.In the working position, the right-hand rotor unit 4 has the freedom to rotate about a substantially horizontally extending longitudinal axis, which extends in the longitudinal direction of the haymaking machine 1, and a transverse axis which also runs substantially horizontally and is transverse to the longitudinal direction. This freedom is provided by a combined action of the first ball joint 38, the second ball joint 44 and the steering rod 46. To rotate about the longitudinal axis, the rotor assembly 40 rotates substantially equally around the two ball joints 38, 44. to rotate the transverse axis, the rotor frame 40 rotates substantially around the first ball joint 38. At the same time, the control rod 46 will rotate around the first control rod joint 48 so as to allow the relevant tilt via the second ball joint 44. The first 58 and second 60 rotor stops thereby limit the degree of tilt, as can be seen in Figure 4. The control rod 46 at the same time limits the possibility of rotating through the first ball joint 38 about a vertical axis. The right-hand rotor unit thus has two freedom of rotation relative to the A-frame 32, whereby it is able to follow an irregular surface.
30 Het rotorgestel 40 is voorzien van een kabelarm 70 die zich aan een bovenzijde van het rotorgestel 40 in hoofdzaak (in de werktoestand) naar boven uitstrekt. De kabelarm 70 is nabij zijn bovengelegen uiteinde 72 verbonden aan een eerste uiteinde van een kabel 74. De kabel 74 is aan zijn tweede uiteinde verbonden aan een kabelbevestigingspunt 76 dat gelegen is op het voorgelegen koppelstuk 24.The rotor frame 40 is provided with a cable arm 70 which extends substantially upwards (in the working condition) on an upper side of the rotor frame 40. The cable arm 70 is connected near its upper end 72 to a first end of a cable 74. The cable 74 is connected at its second end to a cable fixing point 76 which is located on the front coupling piece 24.
77
De rotoreenheid 4 omvat een rotor 78 welke is ingericht om harken (niet getoond) op te nemen. De rotor 78 is via een draaias 80, die zich in werkstand in hoofdzaak verticaal uitstrekt, verbonden aan het rotorgestel 40. Het kan daarbij draaibaar aangedreven worden door de eerder beschreven aandrijfmiddelen 16.The rotor unit 4 comprises a rotor 78 which is adapted to receive rakes (not shown). The rotor 78 is connected to the rotor frame 40 via a pivot axis 80, which extends substantially vertically in the working position. It can thereby be rotatably driven by the previously described driving means 16.
5 Het rotorgestel 40 steunt in de werkstand van figuren 1 - 5 af op een rotoronderstel 82. Het rotoronderstel 82 is voorzien van wielen 84, die draaibaar rond een wielas verbonden zijn aan het rotoronderstel 82. Via de rotorwielen 84 rust de rechter rotoreenheid 4 op een ondergrond 86. De rotoreenheid 4 omvat tevens een beschermconstructie 88.In the working position of figures 1 - 5, the rotor frame 40 rests on a rotor chassis 82. The rotor chassis 82 is provided with wheels 84 which are rotatably connected to the rotor chassis 82 about a wheel axle. The right-hand rotor unit 4 rests via the rotor wheels 84 a substrate 86. The rotor unit 4 also comprises a protective structure 88.
10 Tijdens het bewerken van de ondergrond 86 kan het regelmatig nodig zijn om de linker 6 en/of de rechter 4 rotoreenheid tijdelijk van de ondergrond 86 op te tillen tot de kopakkerstand. Hiertoe wordt de bedieningscilinder 34 aangedreven, die het A-gestel 32 rond de gemeenschappelijke draaias van de voorgelegen 28 en achtergelegen 30 hefschamieren omhoog roteert. De V-vormige borging 56 van het 15 scharnierbare V-blok 50 maakt hierdoor een cirkelsegmentvormige beweging ten opzichte van de draaias van het achtergelegen hefscharnier 30. Tegelijkertijd maakt de vaste as 42, met het hieraan bevestigde tweede kogelscharnier 44, een cirkelsegmentvormige beweging rond de draaias van het eerste stuurstangschamier 48. Doordat het achtergelegen hefscharnier 30 en het eerste stuurstangschamier 48 20 niet samenvallen, d.w.z. op een afstand van elkaar liggen, snijden de cirkelsegmentvormige bewegingen van de V-vormige borging 56 en de vaste as 42 elkaar op een punt dat overeenkomt met de gewenste kopakkerpositie (figuur 7), waarbij de vaste as 42 aangrijpt in de V-vormige borging 56.During the processing of the substrate 86 it may regularly be necessary to temporarily lift the left-hand 6 and / or the right-hand 4 rotor unit from the substrate 86 to the headland position. To this end, the operating cylinder 34 is driven, which rotates the A-frame 32 upwards about the common axis of rotation of the front 28 and rear lifting hinges. The V-shaped lock 56 of the hinged V-block 50 thereby makes a circle segment-shaped movement relative to the axis of rotation of the rear lifting hinge 30. At the same time, the fixed shaft 42, with the second ball hinge 44 attached thereto, makes a circle-segment-shaped movement around the pivot axis of the first control rod pivot 48. Because the rear lifting pivot 30 and the first control pivot hinge 48 do not coincide, ie are spaced apart, the circle segment movements of the V-shaped lock 56 and the fixed shaft 42 intersect at a point that corresponds to the desired headland position (Figure 7), wherein the fixed shaft 42 engages in the V-shaped lock 56.
De vaste as 42 en de V-vormige borging 56 vormen samenwerkende 25 eerste en tweede vergrendelmiddelen. Uit voorgaande beschrijving wordt duidelijk dat de draaiassen van het achtergelegen hefscharnier 30 en het eerste stuurstangschamier 48 onderling een zodanige afstand hebben dat de eerste en tweede vergrendelmiddelen 42, 56 in een geheven stand, zoals de transportstand, onderling aangrijpen en in de werkstand elkaar vrijlaten.The fixed shaft 42 and the V-shaped locking 56 form cooperating first and second locking means. From the foregoing description it becomes clear that the pivot axes of the rear lifting hinge 30 and the first control rod hinge 48 are spaced apart such that the first and second locking means 42, 56 engage with each other in a raised position, such as the transport position, and release each other in the working position.
30 Dankzij de V-vorm van de V-vormige borging 56 wordt de vaste as 42 naar het punt van de V-vormige borging 56 toe geleid, waar het rotorgestel 40 via de vaste as 42 geborgd wordt. Hierdoor is de vrijheid van het rotorgestel 40 om te roteren rond de dwarsas beperkt. Bij voldoende wrijving tussen de vaste as 42 en de V-vormige borging 56, of bij een vormsluiting tussen de vaste as 42 en de V-vormige 35 borging 56, wordt tevens de vrijheid van het rotorgestel 40 om te roteren rond de 8 langsas beperkt. Opgemerkt wordt dat de kabel 74 er tijdens het optillen van de rechter rotoreenheid 4 voor zorgt dat deze slechts beperkt om een langsas kan roteren.Owing to the V-shape of the V-shaped lock 56, the fixed shaft 42 is guided to the point of the V-shaped lock 56, where the rotor assembly 40 is secured via the fixed shaft 42. This limits the freedom of the rotor assembly 40 to rotate about the transverse axis. With sufficient friction between the fixed shaft 42 and the V-shaped lock 56, or with a form closure between the fixed shaft 42 and the V-shaped lock 56, the freedom of the rotor assembly 40 to rotate about the 8 longitudinal axis is also limited. . It is noted that the cable 74 during lifting of the right-hand rotor unit 4 ensures that it can only rotate about a longitudinal axis to a limited extent.
Om vanuit de kopakkerstand de rechter rotoreenheid 4 door te draaien 5 naar de transportstand van figuur 9 zal de bedieningscilinder 34 verder worden bediend. Hierdoor roteert het A-gestel 32 verder om de voorgelegen 28 en achtergelegen 30 hefscharnieren. Gedurende een deel van deze beweging zal de vaste as 42 verder ten opzichte van het A-gestel 32 willen bewegen, tengevolge van de eerder beschreven cirkelsegmentvormige bewegingen. Om dit mogelijk te maken 10 roteert het scharnierbare V-blok 50 rond de V-blokdraaias 52 tegen de werking van de trekveer 66 in. Hierbij zal de gestelaanslag 62 loskomen van het A-gestel 32. Overigens neemt deze verdraaiing van het scharnierbare V-blok 50 weer af tegen het eind van de hefbeweging, zoals getoond in figuur 9. Aangezien het eerste stuurstangschamier 48 niet recht onder het achtergelegen hefschamier 30 ligt, maar 15 enigszins naar het hoofdgestel 2 toe ligt ten opzichte van het achtergelegen hefschamier 30, beweegt de vaste as 42 weer iets terug ten opzichte van het A-gestel 32 ten opzichte van het grootste onderlinge verschil.In order to rotate the right-hand rotor unit 4 from the headland position to the transport position of Figure 9, the operating cylinder 34 will be further operated. As a result, the A-frame 32 rotates further around the front 28 and rear 30 hinges. During a part of this movement, the fixed shaft 42 will want to move further with respect to the A-frame 32, due to the previously described circle segment movements. To make this possible, the hinged V-block 50 rotates around the V-block pivot 52 against the action of the tension spring 66. The frame stop 62 will hereby separate from the A-frame 32. Incidentally, this rotation of the pivotable V-block 50 decreases again towards the end of the lifting movement, as shown in Fig. 9. Since the first control rod pivot 48 is not directly below the rear lifting pivot 30, but 15 slightly to the main frame 2 with respect to the rear lifting hinge 30, the fixed shaft 42 moves slightly back again relative to the A-frame 32 relative to the greatest mutual difference.
De linker rotoreenheid 4, en in het bijzonder een deel van de bovenkant van het rotorgestel 40 steunt ter plaatse van een transportaanslag 90 tegen een deel 20 van de onderkant van het A-gestel 32. Hierdoor worden resterende bewegingsvrijheden van het rotorgestel 40 ten opzichte van het A-gestel 32 beperkt. Dankzij de gecombineerde werking van de V-vormige borging 56 en de transportaanslag 90 bevindt de rechter rotoreenheid 4 zich in een stabiele geborgde toestand in de transportstand.The left-hand rotor unit 4, and in particular a part of the top of the rotor frame 40, is supported at the location of a transport stop 90 against a part 20 of the bottom of the A-frame 32. This leaves residual freedom of movement of the rotor frame 40 relative to the A-frame 32 limited. Thanks to the combined action of the V-shaped lock 56 and the transport stop 90, the right-hand rotor unit 4 is in a stable locked state in the transport position.
25 Binnen het bereik van de uitvinding zijn vele varianten mogelijk. In plaats van een bolschamier kan als volgscharnier ook een ander scharnier met drie rotatievrijheden worden toegepast. Ook kan een volgscharnier met twee rotatieassen worden toegepast. In dat laatste geval hoeft de stuurstang niet één rotatievrijheid van het volgscharnier te beperken, maar kan er nog wel voor zorgen dat de rotoreenheid 30 in de transport- en/of kopakkerstand naar een vergrendelpositie wordt gestuurd.Many variants are possible within the scope of the invention. Instead of a ball joint, another hinge with three freedom of rotation can also be used as the follower hinge. A follower hinge with two rotational axes can also be used. In the latter case, the control rod does not have to limit one freedom of rotation of the follower hinge, but it can still ensure that the rotor unit 30 is steered to a locking position in the transport and / or headland position.
Als tweede stuurstangschamier kan in plaats van een bolschamier ook een ander scharnier met twee of drie rotatievrijheden worden toegepast. Dit kan een samengesteld scharnier zijn met meerdere fysieke, of denkbeeldige assen. De vergrendelmiddelen kunnen ook meer nabij het volgscharnier aangrijpen, of zelfs 35 rechtstreeks op dit scharnier aangrijpen.Instead of a ball joint, another hinge with two or three rotational freedom can be used as the second control rod joint. This can be a composite hinge with multiple physical or imaginary axes. The locking means can also engage more close to the follower hinge, or even engage directly on this hinge.
99
Het hefscharnier strekt zich bij voorkeur in een in hoofdzaak horizontale richting uit, maar kan zich ook in een ten minste gedeeltelijk horizontale richting uitstrekken. Het hefscharnier kan in plaats van een fysieke draaias ook een denkbeeldige draaias omvatten.The lifting hinge preferably extends in a substantially horizontal direction, but can also extend in an at least partially horizontal direction. The lifting hinge may also comprise an imaginary axis of rotation instead of a physical axis of rotation.
5 Hoewel een hooibouwmachine naast een werkstand bij voorkeur zowel een kopakkerstand, als een transportstand kan innemen, kan de uitvinding reeds voordelig worden toegepast in een hooibouwmachine met één, of meer dan twee, geheven standen.Although a hay-making machine can preferably take both a headland position and a transport position in addition to an operating position, the invention can already be applied advantageously in a hay-making machine with one, or more than two, raised positions.
10 Indien de hooibouwmachine bedoeld is om één geheven stand in te nemen, is het niet noodzakelijk om de tweede vergrendelmiddelen, in het bijzonder het V-blok, door middel van een scharnier, veer, en aanslag beweegbaar met het nevengestel te verbinden. De tweede vergrendelmiddelen kunnen dan vast met het nevengestel verbonden zijn.If the hay-making machine is intended to assume one raised position, it is not necessary to movably connect the second locking means, in particular the V-block, to the secondary frame by means of a hinge, spring, and stop. The second locking means can then be fixedly connected to the ancillary frame.
15 De tweede vergrendelmiddelen kunnen ook vast met het nevengestel verbonden zijn, indien er wel meer dan één geheven stand beoogd wordt. In dat geval kan de stuurstang verlengbaar worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat het eerste en tweede stuurstangschamier tegen een veerkracht in uit elkaar beweegbaar zijn. De benodigde veerkracht kan geleverd worden door bijvoorbeeld een 20 schroefveer, of een gascilinder. In een mogelijke uitvoeringsvorm is omvat de stuurstang een eerste stuurstangpijp en een tweede stuurstangpijp, waarbij de eerste stuurstangpijp schuifbaar in de tweede stuurstangpijp is opgenomen. Uiteraard hoeft de eerste stuurstangpijp niet hol te zijn. De tweede stuurstangpijp is inwendig voorzien van een aanslag, of de eerste stuurstangpijp is uitwendig voorzien van een 25 aanslag. De tweede stuurstangpijp wordt onder veerkracht tegen de aanslag gehouden.The second locking means can also be fixedly connected to the ancillary frame if more than one raised position is intended. In that case, the steering rod can be made extendable. That is, the first and second control rod pivot are movable apart against a spring force. The required spring force can be supplied by, for example, a coil spring, or a gas cylinder. In a possible embodiment, the control rod comprises a first control rod pipe and a second control rod pipe, the first control rod pipe being slidably received in the second control rod pipe. Of course, the first handlebar pipe does not have to be hollow. The second control rod pipe is provided internally with a stop, or the first control rod pipe is externally provided with a stop. The second handlebar pipe is held against the stop under spring force.
‘ V H' ... l"V H" ... l
Claims (9)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1033091A NL1033091C2 (en) | 2006-12-20 | 2006-12-20 | Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1033091A NL1033091C2 (en) | 2006-12-20 | 2006-12-20 | Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame |
| NL1033091 | 2006-12-20 |
Publications (2)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1033091A1 NL1033091A1 (en) | 2007-09-12 |
| NL1033091C2 true NL1033091C2 (en) | 2007-10-16 |
Family
ID=38292635
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1033091A NL1033091C2 (en) | 2006-12-20 | 2006-12-20 | Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1033091C2 (en) |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| EP2457433A3 (en) * | 2007-11-09 | 2017-09-06 | Lely Patent N.V. | Haymaking machine |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE3930827A1 (en) * | 1988-10-18 | 1990-09-20 | Josef Nusser | Driven mower or hay-making machine - has units hinging on transverse axes close to ground in frame |
| DE19618839A1 (en) * | 1995-05-31 | 1996-12-05 | Fella Werke Gmbh | Double rotary swath harvester with wheeled chassis |
| NL1022564C2 (en) | 2003-02-03 | 2004-08-04 | Lely Entpr Ag | Haymaking machine has connecting component with first outer end fixable to towing vehicle and has two crop processing components |
| EP1665922A1 (en) * | 2004-12-03 | 2006-06-07 | Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH | Haymaking machine |
-
2006
- 2006-12-20 NL NL1033091A patent/NL1033091C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE3930827A1 (en) * | 1988-10-18 | 1990-09-20 | Josef Nusser | Driven mower or hay-making machine - has units hinging on transverse axes close to ground in frame |
| DE19618839A1 (en) * | 1995-05-31 | 1996-12-05 | Fella Werke Gmbh | Double rotary swath harvester with wheeled chassis |
| NL1022564C2 (en) | 2003-02-03 | 2004-08-04 | Lely Entpr Ag | Haymaking machine has connecting component with first outer end fixable to towing vehicle and has two crop processing components |
| EP1665922A1 (en) * | 2004-12-03 | 2006-06-07 | Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH | Haymaking machine |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| EP2457433A3 (en) * | 2007-11-09 | 2017-09-06 | Lely Patent N.V. | Haymaking machine |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NL1033091A1 (en) | 2007-09-12 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US8657025B2 (en) | Folding frame for an agricultural implement | |
| CA2530674C (en) | V-rake | |
| EP1965630A1 (en) | Agricultural implement comprising an improved hitch structure | |
| EP1241298B1 (en) | Vehicle, especially for cleaning beaches | |
| NL1036352C2 (en) | TOPHEF COUPLING. | |
| NL1033091C2 (en) | Haymaking machine, has steering linkage mounting point located in main frame at distance from axis of hinge between main frame and sub frame | |
| EP3097771B1 (en) | Forestry machine | |
| NL1034660C2 (en) | Haymaking machine. | |
| NL1034636C2 (en) | Trailed agricultural machine. | |
| EP1639880B1 (en) | Windrower | |
| NL1037078C2 (en) | AGRICULTURAL MACHINE. | |
| EP2525643B1 (en) | Implement and assembly for carrying out operations on an agricultural land | |
| NL1029929C2 (en) | Front trailed linkage for hitching mower to tractor, has machine and support frames connected by pivoting support arms which allow side shift of mower around obstacles | |
| BE1021114B1 (en) | IMPROVED SWIVEL WHEEL WHOLE OF GRAPER FOR A FARM MACHINE | |
| NL1022564C2 (en) | Haymaking machine has connecting component with first outer end fixable to towing vehicle and has two crop processing components | |
| DK2210473T3 (en) | CUTTING MACHINE WITH CROSSING TRANSPORTER | |
| CA2931729C (en) | Implement wing caster wheel for transport | |
| NL1022539C2 (en) | Trailed agricultural wagon and method of moving it. | |
| BE1024692A1 (en) | EXCAVATOR | |
| NL2015453A (en) | Ag Waan Torque Tool. | |
| FR2975565A1 (en) | Agricultural machine e.g. loading wagon connected to tractor, has wheel that is pivoted between working and transport positions by tilting the pivot arm together with pivot axis relative to working unit and mounting bracket | |
| NL1017549C2 (en) | Hay collecting device | |
| NL1027727C1 (en) | Hay making machine, has central frame rotatably mounted on central wheel arrangement | |
| NL2014732B1 (en) | Agricultural raking device. | |
| NL1018532C2 (en) | Agricultural machine. |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| AD1B | A search report has been drawn up | ||
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| PD | Change of ownership |
Owner name: LELY PATENT N.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), MERGE, DEMERGER; FORMER OWNER NAME: MAASLAND N.V. Effective date: 20170728 |
|
| MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190101 |