NL1017549C2

NL1017549C2 - Hay collecting device

Info

Publication number: NL1017549C2
Application number: NL1017549A
Authority: NL
Inventors: Thomas Hanusch
Original assignee: Stoll Maschf Gmbh Wilhelm
Priority date: 2000-03-10
Filing date: 2001-03-09
Publication date: 2001-09-13
Also published as: DE10110096A1; FR2806253A1; FR2806253B1; DE20004538U1

Description

HooiverzamelinrichtingHay collecting device

De uitvinding heeft betrekking op een hooiverzamelinrichting welke aan een trekker te hangen is, in het bijzonder een zwader, voorzien van ten minste twee door 5 middel van cardanassen en overbrenging om een oprecht staande zwenkas, in de omtreksinrichting aangedreven, over in hoogte verstelbare loopwielen op de ondergrond afsteunende draaiharken, waarbij de eerste draaihark door middel van een trekdisseluithouder met de aankoppelinrichting van een trekker koppelbaar is en de tweede draaihark door middel van een tweede uithouder met de trekdisseluithouder van 10 de eerste draaihark is gekoppeld door middel van een scharnierpunt met een rechtopstaande, in de langsrichting van de uithouder liggende, alsmede ongeveer evenwijdig aan de bodem zijnde zwenkas die binnen een begrenzing vrij zwenkbaar gekoppeld is en voor het zwenken van de tweede draaihark ten opzichte van de eerste draaihark de loopwielen van de tweede draaihark met het onderstel daarvan, 15 respectievelijk het machinegestel ten opzichte van de uithouder vanuit een transportstand in ten minste een zijdelingse werkstand en omgekeerd zwenkbaar en vastzetbaar zijn.The invention relates to a hay collecting device which can be hung on a tractor, in particular a swather, provided with at least two cardan shafts and transmission about an upright pivot shaft, driven in the circumferential device, over height-adjustable running wheels rotary swivels supporting the ground, wherein the first rotary rake can be coupled to the coupling device of a tractor by means of a drawbar jib and the second rotary rake is coupled to the drawbar jib of the first rotary rake by means of a second jib with an upright point with an upright in the longitudinal direction of the jib, and pivot axis which is freely parallel to the ground and which is freely pivotally coupled within a boundary, and for rotating the second rotary rake relative to the first rotary rake, the running wheels of the second rotary rake with its chassis, 15 respectively the machine frame be pivotable and lockable relative to the boom from a transport position in at least a lateral working position and vice versa.

Hooiverzamelinrichtingen van de hierboven genoemde soort zijn bijvoorbeeld uit DE-GM-89 08 404 van aanvraagster bekend.Hay collecting devices of the above-mentioned type are known, for example, from DE-GM-89 08 404 of the applicant.

20 Bepaalde nadelen van deze bekende zwaders zijn nog steeds, dat de werkbreedte daarvan, in het bijzonder voor grootschalige toepassingen, gedeeltelijk niet toereikend is. Nadat grenzen gesteld zijn aan een diametervergroting voor dergelijke draaiharken met gestuurde getande armen, enerzijds op grond van de hanteerbaarheid van de draaiharken en anderzijds op grond van de benodigde goede bodemaanpassing, is een 25 verdere vergroting van de werkbreedte bij deze bekende zwaders niet zinvol en slechts met kwaliteitsverlies door te voeren.Certain disadvantages of these known windrowers are still that the working width thereof, in particular for large-scale applications, is partly insufficient. After limits have been set on an increase in diameter for such rotary rakes with steered toothed arms, on the one hand because of the maneuverability of the rotary rakes and on the other hand because of the required good ground adaptation, a further increase of the working width with these known rakes is not useful and only with loss of quality.

De uitvinding heeft tot doel een getrokken zwader van het in de aanhef genoemde soort zodanig uit te rusten, dat daarmee bij een goede bodemaanpassing van de draaihark een grotere werkbreedte verkregen wordt.The object of the invention is to equip a trailed swather of the type mentioned in the preamble, such that a greater working width is obtained with a good ground adaptation of the rotary rake.

30 Volgens de onderhavige uitvinding wordt dit hierdoor bereikt, doordat aan het zwenkbare machinegestel van de tweede draaihark door middel van een scharnierpunt met een rechtopstaande, alsmede een ongeveer evenwijdig aan de bodem zijnde zwenkas, een derde uithouder binnen een begrenzing vrij zwenkbaar gekoppeld is, aan 1017549· 2 een vrij uiteinde waarvan om een in de langsrichting van de uithouder liggende as binnen een begrenzing zwenkbaar een derde draaihark gekoppeld is, waarvan de loopwielen met het onderstel daarvan respectievelijk het machinegestel ten opzichte van de derde uithouder om een rechtopstaande zwenkas vanuit een transportstand in ten 5 minste een werkstand en omgekeerd zwenkbaar is en vast te zetten is.According to the present invention, this is achieved in that a third jib within a boundary is freely pivotally coupled to the pivotable machine frame of the second rotary rake by means of a pivot point with an upright and a pivot axis which is approximately parallel to the ground. 1017549 · 2 a free end of which a third rotary swivel is coupled about a shaft lying in the longitudinal direction of the bracket within a boundary, the running wheels of which with the undercarriage thereof and the machine frame relative to the third bracket, about an upright pivot axis from a transport position is pivotable and lockable in at least one working position and vice versa.

Deze zwader, waarbij in het bovenaanzicht gezien drie draaiharken, die trapsgewijs schuin achter elkaar geplaatst zijn, een groot zijzwad bij eenharken, is in het bijzonder vanwege de grote werkbreedte speciaal voor grote ondernemingen geschikt, omdat bij iedere overtocht over het veld telkens een groot zijzwad bijeen 10 geharkt wordt. Dankzij de aanwezige zwenkmogelijkheden kunnen de afzonderlijke draaiharken telkens de oneffenheden van de bodem volgen, waardoor een goede bodemaanpassen verkregen wordt voor de drie draaiharken.This swather, in which three rotary rotors, which are placed diagonally behind each other in plan view, is a large side swath for single rotors, and is particularly suitable for large companies because of the large working width, because a large side swath is always used for every crossing across the field. is raked together 10. Thanks to the swiveling options available, the individual rotary rakes can always follow the unevenness of the ground, so that a good ground adaptation is obtained for the three rotary rakes.

Volgens een voordelig uitvoeringsvoorbeeld is voor het zwenken van de loopwielen van de tweede draaihark alsmede voor het zwenken van de loopwielen van 15 de derde draaihark voorzien in een synchroonsturing.According to an advantageous exemplary embodiment, synchronous steering is provided for pivoting the running wheels of the second rotary rake as well as for pivoting the running wheels of the third rotary rake.

Bij een langzame rit voorwaarts is de zwader met behulp van deze synchroonbesturing gemakkelijk vanuit de werkstand in de transportstand of ook omgekeerd in te stellen.With a slow forward drive, the swather can be easily adjusted from the working position to the transport position or vice versa with the help of this synchronous steering.

Volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is voorzien, dat de 20 loopwielen van de tweede draaihark met behulp van een stuurhefboom door een hydraulische cilinder bestuurbaar zijn en dat voor de synchroonbesturing van de loopwielen van de tweede en van de derde draaihark tussen deze geplaatste stuurhefbomen een kabeltrek voorzien is. Door deze tussen de stuurhefbomen geplaatste kabeltrek wordt op eenvoudige wijze en met eenvoudige middelen een 25 synchroonbesturing voor de loopwielen van de tweede en derde draaihark verkregen.According to an exemplary embodiment of the invention, it is provided that the running wheels of the second rotary rake can be controlled by a hydraulic cylinder with the aid of a steering lever and that a cable pull is arranged between these placed steering levers for synchronous control of the running wheels of the second and third rotary rakes is provided. As a result of this cable pull placed between the steering levers, synchronous control for the running wheels of the second and third rotary rakes is obtained in a simple manner and with simple means.

De uitvinding heeft verder tot doel, dat de loopwielen van de tweede draaihark en de loopwielen van de derde draaihark met het onderstel daarvan respectievelijk het machinegestel door middel van een stuurhefboom aan telkens een hydraulische cilinder zijn gekoppeld en met het andere uiteinde daarvan gekoppeld zijn met de telkens daar 30 geplaatste uithouder. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de besturing van de loopwielen van elke draaihark telkens bereikt met behulp van een afzonderlijke hydraulische cilinder. Hierbij is het in het bijzonder voordelig, wanneer de beide hydraulische 1017549· 3 cilinders voor de besturing van de loopwielen hydraulisch parallel geschakeld zijn, omdat hierdoor tevens een vergaande gesynchroniseerde besturing bereikt wordtAnother object of the invention is that the running wheels of the second rotary rake and the running wheels of the third rotary rake with their undercarriage and machine frame are coupled to a hydraulic cylinder by means of a steering lever and are coupled to the other end thereof with the 30 spacers each placed there. In this exemplary embodiment, the control of the running wheels of each rotary rake is each time achieved with the aid of a separate hydraulic cylinder. It is particularly advantageous if the two hydraulic 1017549 · 3 cylinders for the control of the impellers are hydraulically connected in parallel, because this also achieves a far-reaching synchronized control

Volgens de uitvinding is verder voorzien, dat de aandrijving van de draaiharken plaatsvindt door cardanassen, assen met cardanschamieren en hoekoverbrengingen.According to the invention, it is further provided that the rotary rakes are driven by cardan shafts, shafts with cardan joints and angle transmissions.

5 Met behulp van de hierboven genoemde aandrijfmiddelen wordt ondanks de talrijke instel- en verstelmogelijkheden van de inrichting een relatief eenvoudige aandrijving bereikt.In spite of the numerous adjustment and adjustment possibilities of the device, a relatively simple drive is achieved with the aid of the above-mentioned drive means.

Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is in het gebied boven de eerste alsmede de tweede draaihark telkens een hoekoverbrengingspaar voor de aandrijving om de 10 betreffende draaihark, alsmede voor het verder leiden van de aandrijving voorzien en de rechtopstaande assen van de hoekoverbrenging vallen telkens samen met de zwenkas van de tweede respectievelijk derde uithouder.According to an exemplary embodiment, in the area above the first and the second rotary rake, an angular transmission pair for the drive around the respective rotary rake is provided, as well as for guiding the drive further, and the upright axes of the angular transmission each coincide with the pivot axis of the second and third bracket respectively.

Het onderwerp van de onderhavige uitvinding strekt zich niet alleen uit tot de kenmerken van de afzonderlijke conclusies, maar ook tot combinaties daarvan.The subject of the present invention extends not only to the features of the individual claims, but also to combinations thereof.

15 De uitvinding is aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld in de tekening getoond en wordt hieronder nader toegelicht.The invention is shown in the drawing on the basis of an exemplary embodiment and is explained in more detail below.

Hierin toont:Herein shows:

Fig. 1 in bovenaanzicht een aan een trekker gekoppelde drievoudige 20 zwenkzwader, waarbij de loopwielen van de tweede en van de derde draaihark door een kabeltrek-synchroonhesturing bestuurbaar zijn;Fig. 1 is a top plan view of a three-fold pivoting wheel hitch coupled to a tractor, the running wheels of the second and of the third rotary rake being controllable by a cable pull synchronous control;

Fig. 2 de inrichting volgens fig. 1, eveneens in bovenaanzicht, waarbij echter de loopwielen van de tweede en van de derde draaihark door middel van evenwijdig 25 geschakelde hydraulische cilinders bestuurbaar zijn, enFig. 2 shows the device according to FIG. 1, also in top view, but the running wheels of the second and of the third rotary rake are controllable by means of hydraulic cylinders connected in parallel, and

Fig. 3 de inrichting volgens fig. 1 en 2 in zijaanzicht.Fig. 3 shows the device according to FIGS. 1 and 2 in side view.

Fig. 1 toont in schematisch bovenaanzicht een aan een trekker 1 gekoppelde 30 drievoudige cirkelzwader 2, waarvan de cirkels 3, 4 en 5 in de transportstand telkens achter elkaar geplaatst zijn en die in de arbeidsstand trapsgewijs schuin achter elkaar geplaatst werken. De cirkel 3 is met behulp van een trekdisseluithouder aan de koppelinrichting 7 van de trekker 1 aangehangen. Ten opzichte van de bodem wordt de 1017549* 4 cirkel 3 door middel van een onderstel 8 met loopwielen 9 en 10 afgesteund. Door middel van een niet getoonde rechtopstaande middenas is het onderstel 8 met de loopwielen 9 en 10 daarvan gekoppeld met de trekdisseluithouder 6.Fig. 1 shows a schematic plan view of a triple circular swather 2 coupled to a tractor 1, the circles 3, 4 and 5 of which are placed one behind the other in the transport position and which work in an oblique manner, one after the other, in the working position. The circle 3 is attached to the coupling device 7 of the tractor 1 by means of a drawbar holder. With respect to the bottom, the 1017549 * 4 circle 3 is supported by means of a chassis 8 with running wheels 9 and 10. The chassis 8 with the running wheels 9 and 10 thereof is coupled to the drawbar holder 6 by means of an upright central axis (not shown).

In het gebied voor de zwenkas van de eerste cirkel 3 en boven respectievelijk 5 voor een verbindingslijn van de loopwielassen van de loopwielen 9 en 10 geplaatst, is aan de trekdisseluithouder 6 een aanhaakpunt 11 voor een uithouder 12 voorzien. Aan het achterste uiteinde van de uithouder 12 is dóór middel van een ondersteuningsplaat 13 het machinegestel 14 van de tweede cirkel 4 gekoppeld. De nadere uitwerking van de ondersteuningsplaat 13 wordt later aan de hand van fig. 3 verduidelijkt.In the area for the pivot axis of the first circle 3 and above, respectively, for a connecting line of the running wheel shafts of the running wheels 9 and 10, a draw-on point 11 for an outrigger 12 is provided on the drawbar extension 6. The machine frame 14 of the second circle 4 is coupled to the rear end of the bracket 12 by means of a support plate 13. The further elaboration of the support plate 13 will be explained later with reference to Fig. 3.

10 De tweede cirkel 4 is net als de eerste cirkel 3 door middel van een onderstel 15 alsmede door middel van loopwielen 16, 17 ten opzichte van de bodem ondersteund. Op het machinegestel 14 is een tweede koppelpunt 18 voorzien die evenals het eerste koppelpunt 11 van de draaihark 3 voor de zwenkas van de draaihark 4 en boven respectievelijk voor een verbindingslijn van de loopwielassen van de beide loopwielen 15 16 en 17 ligt. In het koppelpunt 18 is een derde uithouder 19 aangehaakt, aan het achterste uiteinde waarvan in een ondersteuningspunt 20 het machinegestel 21 van de derde cirkel 5 gekoppeld is. Ten opzichte van de bodem is de cirkel 5 door middel van een onderstel 22 met de loopwielen 23 en 24 afgesteund.Like the first circle 3, the second circle 4 is supported relative to the ground by means of a chassis 15 as well as by means of running wheels 16, 17. A second coupling point 18 is provided on the machine frame 14, which, like the first coupling point 11 of the rotary rake 3, is located in front of the pivot axis of the rotary rake 4 and above, respectively, for a connecting line of the running wheel shafts of the two running wheels 15 and 17. In the coupling point 18 a third bracket 19 is hooked, at the rear end of which the machine frame 21 of the third circle 5 is coupled in a support point 20. The circle 5 is supported with respect to the bottom by means of an undercarriage 22 with the running wheels 23 and 24.

Voor een zwenken van het onderstel 15 van de tweede cirkel 4 is een 20 dubbelwerkende hydraulische cilinder 25 voorzien, die aan één uiteinde door middel van een lagerhouder 26 aan de uithouder 12 ondersteund is en die aan het andere uiteinde aan een met het machinegestel 14 gekoppelde stuurhefboom 27 aangrijpt. Door middel van de niet getoonde vanuit de stoel van de trekker te bedienen dubbelwerkende hydraulische cilinders 25 is een zwenken van het machinegestel 14, 25 alsmede het onderstel 15 ten opzichte van de tweede uithouder 12 mogelijk. Tussen de cirkel 4 en de cirkel 5 is bovendien tevens voorzien in een Bowden-kabel 28, die in het gebied van de cirkel 4 aan een stuurhefboom 29 en aan een lagerhouder 30 en in het gebied van de derde cirkel 5 aan een stuurhefboom 31 en aan een lagerhouder 32 aangrijpt.For pivoting the undercarriage 15 of the second circle 4, a double-acting hydraulic cylinder 25 is provided, which is supported at one end by means of a bearing holder 26 on the jib 12 and which, at the other end, is coupled to the machine frame 14 control lever 27 engages. Pivoting of the machine frame 14, 25 as well as the chassis 15 relative to the second jib 12 is possible by means of the double-acting hydraulic cylinders 25 which cannot be operated from the tractor seat. In addition, between the circle 4 and the circle 5, a Bowden cable 28 is also provided, which in the area of the circle 4 on a control lever 29 and on a bearing holder 30 and in the area of the third circle 5 on a control lever 31 and engages a bearing holder 32.

30 Door middel van deze Bowden-kabel 28 is op eenvoudige wijze een gesynchroniseerde besturing van het onderstel 22 van de derde cirkel 5 naar het onderstel 15 van de tweede cirkel 4 mogelijk. Bij een ingedrukte hydraulische cilinder 25 zijn de onderstellen 15 en 22 zo ingesteld, dat de drievoudige cirkelzwader 2 bij het 1017549· 5 vooruit rijden van de trekker 1 zelfstandig in de in fig. 1 getoonde arbeidstoestand treedt, in welke de cirkels 4 en 5 achter de cirkel 3 telkens trapsgewijs schuin achter elkaar verplaatst geplaatst zijn.By means of this Bowden cable 28, synchronized control of the frame 22 of the third circle 5 to the frame 15 of the second circle 4 is possible in a simple manner. With the hydraulic cylinder 25 pressed in, the undercarriages 15 and 22 are adjusted such that the triple circle swather 2 moves independently in the working condition shown in Fig. 1 when the tractor 1 is driven forward, in which circles 4 and 5 the circle 3 are each placed in a cascading manner, one behind the other.

Bij een uitgetrokken hydraulische cilinder 25 worden de onderstellen 15 en 22 5 dusdanig gezwenkt, dat de cirkels 3, 4 en 5 bij het voorwaarts rijden van de trekker de eveneens getoonde transportstand aannemen, waarin de cirkels 3, 4 en 5 telkens achter elkaar geplaatst zijn.With the hydraulic cylinder 25 pulled out, the undercarriages 15 and 22 5 are pivoted in such a way that circles 3, 4 and 5 assume the transport position, also shown, in which circles 3, 4 and 5 are placed one behind the other when the tractor is driven forward. .

' Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 is zoals reeds bij fig. 1 voor de verstelling van het onderstel 15 van de cirkelhark 4 de hydraulische cilinder 25 10 voorzien. Bij draaihark 5 vindt de zwenkende verstelling van het onderstel 22 plaats door middel van een afzonderlijke hydraulische cilinder 33. De beide hydraulische cilinders 25 en 33 zijn door middel van hydraulische leidingen 34 en 35 vanuit de trekker 1 te besturen. De hydraulische cilinder 25 en 33 zijn daarbij in een evenwijdige schakeling gekoppeld, waardoor een verregaande gelijktijdige en gelijkmatige 15 bediening daarvan kan plaatsvinden.In the exemplary embodiment according to Fig. 2, as already in Fig. 1, the hydraulic cylinder 25 is provided for adjusting the chassis 15 of the rotary rake 4. In rotary rake 5, the pivoting adjustment of the chassis 22 takes place by means of a separate hydraulic cylinder 33. The two hydraulic cylinders 25 and 33 can be controlled from tractor 1 by hydraulic lines 34 and 35. The hydraulic cylinders 25 and 33 are coupled in a parallel circuit, whereby a substantially simultaneous and uniform operation thereof can take place.

Zoals fig. 3 toont, zijn de cirkels 3, 4 en 5 door middel van de loopwielen 9, 10, 16, 17 alsmede 23, 24 afgesteund op de bodem en door middel van de hydraulische cilinders 36, 37 respectievelijk 38, die op niet nader aangeduide wijze vanuit de zetel van de trekker bedienbaar zijn, in hoogte verstelbaar zijn respectievelijk in een 20 transportstand te zetten zijn.As Fig. 3 shows, the circles 3, 4 and 5 are supported on the bottom by means of the running wheels 9, 10, 16, 17 and 23, 24 and by means of the hydraulic cylinders 36, 37 and 38 respectively, which are not can be operated from the seat of the tractor, are height-adjustable or can be put in a transport position.

De trekdisseluithouder 6 van de voorste cirkel 3 toont een trekdissel 39, die door middel van een scharnier 40 met een hoofdzakelijk aan de bodem evenwijdige zwenkas gekoppeld is met de trekdisseluithouder 6.The drawbar holder 6 of the front circle 3 shows a drawbar 39, which is coupled to the drawbar holder 6 by means of a hinge 40 with a pivot axis which is essentially parallel to the bottom.

Door middel van een instelinrichting 41, die aan het ene uiteinde aan de 25 trekdisseluithouder 6 en aan het andere uiteinde aan een hendel 66 van de trekdissel 39 aangrijpt, is de hoogte van het voorste uiteinde van de trekdissel 39 instelbaar.The height of the front end of the drawbar 39 is adjustable by means of an adjustment device 41, which engages at one end on the drawbar holder 6 and at the other end on a handle 66 of the drawbar 39.

De aandrijving van de cirkel 3, 4 en 5 vindt plaats vanuit de trekker 1 door middel van een niet getoonde cardanas, door middel van een as 42, cardanschamieren 43 en een doorgaande as 44 van een hoekaandrijving 45 tot de aandrijvingsingang 46 30 van de eerste cirkel 3. In de hoekaandrijving 45 volgt een vermogenssplitsing naar de ingang van een om de gemeenschappelijke as 47 zwenkbaar geplaatste tweede hoekaandrijving 48. Door deze plaatsing van de tweede hoekaandrijving 48 kan de uitgaande aandrijvingsas 49 de zijdelingse zwenkbeweging van de tweede uithouder 12 1017549· 6 om zijn loodrechte zwenkas aan de trekdisseluithouder 6 van de eerste cirkel 3 volgen. Van de uitgaande aandrijvingsas 49 wordt het aandrijfVermogen door middel van een cardanschamier 50, een as 51 door middel van een verder cardanschamier 52, alsmede door middel van een verder as 53 en nogmaals cardanschamier 54 overgedragen op de 5 hoekaandrijving 45' van de tweede cirkel 4. De vermogenssplitsing voor de aandrijving van de tweede cirkel 4 door middel van de ingaande aandrijving 46' alsmede van de derde cirkel 5 vindt plaats in het gebied van de tweede cirkel 4 op dezelfde wijze als reeds bij de eerste cirkel 3. Van de uitgaande aandrijvingsas 49' vindt dan door middel van de cardanschamieren 55, 56 en 57 alsmede over assen 58 en 59 de aandrijving van 10 de derde cirkel 5 door middel van de aandrijvingsingang 60 daarvan plaats.The drive of the circle 3, 4 and 5 takes place from the tractor 1 by means of a cardan shaft (not shown), by means of a shaft 42, cardan hinges 43 and a through shaft 44 of an angle drive 45 to the drive input 46 of the first circle 3. In the corner drive 45, a power split follows to the entrance of a second corner drive 48 pivotally disposed about the common shaft 47. Due to this placement of the second corner drive 48, the output drive shaft 49 can perform the lateral pivoting movement of the second boom 12 1017549 · 6 around its perpendicular pivot axis on the drawbar holder 6 of the first circle 3. From the output drive shaft 49, the drive power is transferred to the angular drive 45 'of the second circle 4 by means of a cardan joint 50, an shaft 51 by a further shaft joint 52, as well as by a further shaft 53 and a further shaft joint 54'. The power splitting for the drive of the second circle 4 by means of the input drive 46 'as well as of the third circle 5 takes place in the region of the second circle 4 in the same manner as already with the first circle 3. From the output drive shaft 49 'the drive of the third circle 5 then takes place by means of the drive input 60 thereof by means of the cardan hinges 55, 56 and 57 as well as over shafts 58 and 59.

Ten opzichte van de eerste cirkel 3 is de uithouder 12 zwenkbaar om een rechtopstaande as 61, die samenvalt met de rechtopstaande as van de tweede hoekaandrijving 48 en tevens om een evenwijdig aan de bodem en dwars op de rijrichting liggende as 62 zwenkbaar. De derde uithouder 19 is in het gebied van de 15 tweede cirkel 4 op overeenkomstige wijze gekoppeld.With respect to the first circle 3, the jib 12 is pivotable about an upright axis 61, which coincides with the upright axis of the second angular drive 48 and also pivotable about an axis 62 parallel to the ground and transverse to the direction of travel. The third bracket 19 is correspondingly coupled in the region of the second circle 4.

Met de uithouder 12 is de tweede cirkel 4 door middel van een onderschamier 63 alsmede door middel van een bovenschamier 64 gekoppeld, waarbij beide scharnieren een gemeenschappelijk rechtopstaande zwenkas hebben. Het onderschamier 63 is bij voorkeur kogelschamierachtig gevormd, en het bovenschamier 64 is door middel van 20 een tussenschamier 65 gekoppeld aan de uithouder 12. Door middel van het tussenschamier 65 alsmede door middel van het kogelschamierachtig gevormde onderste scharnier 63 zijn de zwenkbewegingen van de cirkel 4 om de langsas van de uithouder 12 mogelijk.The second circle 4 is coupled to the bracket 12 by means of a bottom hinge 63 as well as by means of an upper hinge 64, the two hinges having a common upright pivot axis. The bottom hinge 63 is preferably ball-hinged, and the top hinge 64 is coupled to the jib 12 by means of an intermediate hinge 65. By means of the intermediate hinge 65 as well as by means of the ball-hinge-shaped lower hinge 63, the pivoting movements of the circle 4 about the longitudinal axis of the bracket 12.

De derde cirkel 5 is nagenoeg op gelijke wijze met de derde uithouder 19 25 gekoppeld. Voor de cirkel 4 respectievelijk 5 wordt door deze wijze van koppelen een goede aanpassing aan de bodem bereikt.The third circle 5 is coupled almost in the same manner to the third bracket 19. For the circle 4 and 5, respectively, a good adaptation to the bottom is achieved by this coupling method.

1017549·1017549

Claims

Hay collecting device which can be hung on a tractor, such as a swather, provided with at least two pivot shafts and transmission 5 about an upright pivot shaft, driven in the circumferential direction, over height-adjustable running wheels supporting on the ground, wherein the the first rotary rake can be coupled to the coupling device of a tractor by means of a drawbar hitch, and the second rotary rake is coupled to the drawbar hitch of the first rotary rake by means of a second jib by means of a pivot point with an upright, in the longitudinal direction of the the pivot axis which is cantilevered and which is approximately parallel to the ground, which is freely pivotally coupled within a boundary and for the pivoting of the second rotary rake relative to the first rotary rake the running wheels of the second rotary rake with the chassis thereof and the machine frame respectively of the boom 15 from a tr Transport position in at least a lateral working position and vice versa pivotable and lockable, characterized in that the pivotable machine frame (14) of the second rotary rake (4) is pivoted with an upright as well as an approximately parallel to the bottom pivot axis a third jib (19) is freely pivotally mounted within a boundary, at a free end of which a third rotary rake (5), of which the running wheels is coupled about a shaft pivotable in the longitudinal direction of the jib (19), is coupled (33, 34) with its chassis (22) and the machine frame (21), respectively, relative to the third jib (19) for pivoting an upright pivot axis from a transport position into at least one working position and vice versa.

Swather according to claim 1, characterized in that for pivoting the running wheels (16, 17) of the second rotary rake (4) and for pivoting the running wheels (23, 24) of the third rotary rake (5) is in synchronous control. 30

Rotor according to claim 2, characterized in that the running wheels (16, 17) of the second rotary rake (4) are steerable by means of a control lever (27) by a hydraulic cylinder (25) and that a cable pull (Bowden- cable 28) is provided for 1017949 · for the synchronous control of the running wheels (16, 17 and 23, 24) of the second and the third rotary rake (4, 5) between control levers (29 and 31) fitted therewith.

Rotor according to claim 2, characterized in that the running wheels (16, 17) of the second rotary rake (4) and the running wheels (23, 24) of the third rotary rake (5) with the chassis (15, 22) thereof, respectively the machine frame (14, 21) are coupled by means of a control lever (27, 31) to one hydraulic cylinder (25, 33) each and are coupled to the other end thereof with the jib (12 and 19, respectively) provided therewith . 10

Swather according to claim 4, characterized in that the two hydraulic cylinders (25, 33) are hydraulically connected in parallel for controlling the running wheels (16, 17 and 23, 24).

Rake according to claim 1, characterized in that the rotary rakes (3, 4 and 5) are driven by cardan shafts, shafts with cardan joints and angle transmissions.

Swather as claimed in claim 6, characterized in that in the area above the first and the second rotary rake (3 and 4, respectively), an angle transmission pair (45, 48 or 45 ', 48') for the drive of the respective rotary rake (3 or 4) as well as for further guiding the drive is provided and the upright axles (61, 61 ") of the angular gearbox (48, 48 ') each with the pivot axis of the second or third bracket (12 or. 19) coincide.25 1017949