NL1032633C1 - Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. - Google Patents
Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1032633C1 NL1032633C1 NL1032633A NL1032633A NL1032633C1 NL 1032633 C1 NL1032633 C1 NL 1032633C1 NL 1032633 A NL1032633 A NL 1032633A NL 1032633 A NL1032633 A NL 1032633A NL 1032633 C1 NL1032633 C1 NL 1032633C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- eating
- drinking
- drinking aid
- aid set
- set according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G19/00—Table service
- A47G19/02—Plates, dishes or the like
- A47G19/06—Plates with integral holders for spoons, glasses, or the like
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G21/00—Table-ware
- A47G21/06—Combined or separable sets of table-service utensils; Oyster knives with openers; Fish servers with means for removing bones
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/0081—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor of objects with parts connected by a thin section, e.g. hinge, tear line
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/0046—Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29L—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
- B29L2031/00—Other particular articles
- B29L2031/28—Tools, e.g. cutlery
- B29L2031/286—Cutlery
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29L—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
- B29L2031/00—Other particular articles
- B29L2031/74—Domestic articles
- B29L2031/7404—Dishes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Table Equipment (AREA)
Description
P77250NL10
Titel: Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset
De uitvinding betreft een kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
Het is gebruikelijk dat men separaat wegwerpbestek en wegwerpborden gebruikt, bijvoorbeeld voor picknicks, barbecues en/of in de 5 luchtvaart. Nadelen zijn dat vóór en tijdens gebruik de borden en het bestek bij elkaar dienen te worden respectievelijk verzameld en gehouden en tevens dat meerdere aparte eenheden vaak apart dienen te worden opgeslagen.
Ten minste één van genoemde nadelen en/of andere nadelen 10 kunnen worden opgeheven met een kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens de uitvinding, omvattende eet- en/of drinkhulpmiddelen en verbindingsstukken, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen middels de verbindingsstukken afbreekbaar aan elkaar zijn gekoppeld.
15 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 20 fig. 2A een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in zijaanzicht; fig. 2B een detail van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in zijaanzicht; fig. 2C twee eet en/of drinkhulpmiddelensets in perspectief; fig. 3A een schematische detailweergave van een doorsnede van een 25 matrijs voor een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een eerste tijdsstip in een spuitgietproces; 1032633 2 fig. 3B een schematische detailweergave van een doorsnede van een matrijs voor een eet· en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een tweede tijdsstip in een spuitgietproces; fig. 3C een schematische detailweergave van een doorsnede van een 5 matrijs voor een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een derde tijdsstip in een spuitgietproces; fig. 3D een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 3E een detailweergave van een doorsnede uit figuur 3D; fig. 4A een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in 10 perspectief; fig. 4B een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 4C een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 15 fig. 4D een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 5 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 6A een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 6B een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 20 fig. 7 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 8 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen van 25 de eet- en/of drinkhulpmiddelenset zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. De in de figuren getoonde verhoudingen van de uitvoeringsvormen zijn veelal schematisch en/of 3 overdreven weergegeven en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd.
In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1 volgens de uitvinding getoond. In deze beschrijving 5 zal naar een eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1 worden verwezen als een "set" 1. Deze set 1 is voorzien van eet- en/of drinkhulpmiddelen, omvattende bestekeenheden 3, 4, 5 en een bord 2 met een doordieping 7. In de doordieping 7 kan bijvoorbeeld al dan niet verpakt eten worden geserveerd. Aan de buitenzijde van het bord 2 zijn middels verbindingsstukken 6 de 10 bestekeenheden 3, 4, 5 gekoppeld, welke bestekeenheden 3, 4, 5 een lepel 3, vork 4 en mes 5 omvatten.
In deze beschrijving zal veelal worden verwezen naar de volgens Westerse normen conventionele lepel 3, vork 4 en mes 5, echter dient te worden begrepen dat hiernaast en/of hiervoor in de plaats ook andere eet-15 en/of drinkhulpmiddelen kunnen worden toegepast. Tevens kunnen andere middelen afbreekbaar worden gekoppeld aan de eet- en/of drinkhulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, ruimte voor logo’s, publicaties, etc.
Wanneer tot gebruik van de set 1 wordt overgegaan kunnen de 20 benodigde bestekeenheden 3, 4, 5 worden afgebroken. De verbindingsstukken 6 vormen een dusdanige verbinding dat de bestekeenheden 3, 4, 5 ongeveer ter plaatse van en/of nabij het verbindingsstuk 6 kunnen worden afgebroken om van het bord 2 te kunnen worden losgekoppeld. Ten overvloed wordt hierbij vermeld dat het is tevens 25 mogelijk is dat enig materiaal van het bord 2 dan wel van een bestekeenheid 3, 4, 5 kan wegscheuren, echter zal de functionaliteit van het betreffende eethulpmiddel in hoofdzaak behouden blijven.
Zoals getoond in figuur 1 zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 aan de buitenzijde langs het bord 2 bevestigd. Hierdoor zijn de bestekeenheden 3, 4, 30 5 relatief eenvoudig van het bord 2 weg te nemen. In bepaalde 4 uitvoeringsvormen zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 per twee aan de buitenzijde gekoppeld, waarbij bijvoorbeeld een mes 5 aan het bord 2 is bevestigd en de lepel 3 aan het mes 5.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1 toont de set 1 een buitencontour 5 C, hier weergegeven met een stippellijn, welke buitencontour in hoofdzaak de vorm heeft van een afgeronde rechthoek, zodat de set 1 bijvoorbeeld relatief eenvoudig is op te bergen, transporteren en/of naast en/of op elkaar is te plaatsen met relatief weinig loze ruimte. Anders gevormde buitencontouren C zijn tevens denkbaar, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, 10 een cirkel, ellips, trapezium, de buitencontouren van bepaalde logo’s, merken en/of modellen, etc.
Voor opberging, transport en/of naast en/of op elkaar plaatsen met relatief weinig loze ruimte van de set 1 is het gunstig indien de eet- en/of drinkhulpmiddelen van set 1 in een relatief ten opzichte van elkaar vlakke 15 stand zijn geconfigureerd. Zoals te zien in zijaanzicht in figuur 2A, liggen de eet- en/of drinkhulpmiddelen van de set 1, waarbij hier slechts een vork 4, bord 2 en beker 17 zijn aangegeven, relatief vlak ten opzichte van een denkbeeldig snijvlak S, aangegeven met een stippellijn. Tevens kan men hier onder een relatief vlakke stand bijvoorbeeld een serveer stand en/of 20 ligtoestand verstaan. Het snijvlak S snijdt alle of de meeste eet- en/of drinkhulpmiddelen zodat een relatief platte opstelling van de set 1 kan worden bereikt.
Ten behoeve van de nestbaarheid van meerdere sets 1 hebben een bovenzijde 22 en een onderzijde 23 van de set 1 ongeveer dezelfde vorm.
25 Hiermee past een onderzijde 23 van een eerste set 1 op de bovenzijde van een tweede set 1. Tevens bieden de doordiepingen 7 hulp om te verkomen dat gestapelde sets 1 ten opzichte van elkaar verschuiven. In een uitvoeringsvorm zijn tevens stapelranden 18 aangebracht op de eet en/of drinkhulpmiddelen, zodat de gestapelde sets 1 moeilijker ten opzichte van 30 elkaar verschuiven. Deze stapelranden 18 kunnen bijvoorbeeld onder een 5 hoek α staan ten opzichte van het denkbeeldige snijvlak S, zoals te zien in uitvergroting in figuur 2B. Deze hoek kan bijvoorbeeld tussen de 15 en de 89° liggen. Met behoud van de nestbaarheid kunnen meerdere doordiepingen 7A, 7B, 7C worden gevormd, bijvoorbeeld voor sauzen, zoals 5 getoond in figuur 2C. Aangezien het bij uitvoeringsvormen met bekers 17 wellicht moeilijker wordt op gunstige wijze te stapelen kan ten gunste van de nestbaarheid de set 1 nabij de beker 17 zijn voorzien van een speciaal geconfigureerd verbindingsstuk 6C dat toelaat dat een verbindingsstuk 6C van een eerste set 1 over een verbindingsstuk 6C van een tweede set 1 kan 10 worden geschoven.
De gehele set 1 is bij voorkeur integraal uit kunststof vervaardigd middels een spuitgietproces, bijvoorbeeld uit PS (polystyreen), aangezien PS een relatief goedkoop materiaal is. Bovendien is PS relatief eenvoudig biologisch afbreekbaar. Tevens heeft PS veelal zodanige sterkte dat hiermee 15 bijvoorbeeld de bestekeenheden 3, 4, 5 relatief eenvoudig van het bord 2 kunnen worden afgebroken. PP (polypropeen) is hiertoe tevens een geschikt materiaal.
Door bijvoorbeeld één aanspuitpunt 8 toe te passen in het spuitgietproces wordt een relatief goedkope vervaardigingswijze bereikt.
20 Hoewel de uitvinding hier niet toe dient te worden beperkt. Het is gunstig dit aanspuitpunt 8 ongeveer nabij het midden van de set 1, al thans in de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm, het bord 2, te positioneren, zodat het kunststof bij inspuiting relatief uniform vanuit het midden van een met het bord 2 corresponderend matrijsholtedeel 10 (fig. 3A) naar buiten vloeit, dit 25 wil zeggen, zonder hindernissen van matrijsholtedelen of objecten onderweg. Daarmee kunnen relatief korte spuitgietcyclustijden worden bereikt.
In een uitvoeringsvorm zijn de verbindingsstukken 6 uitgevoerd als vloeibruggen 6AA (zie figuur 1) die nabij het uiteinde 3A, 4A, 5A van de bestekeenheden 3, 4, 5 zijn ingericht. Dit is gunstig omdat dan het kunststof 30 11 tijdens het spuitgietproces de met de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 6 corresponderende matrijsholtedeel 9 in hoofdzaak in één richting 12 zal vullen, zoals in drie stappen schematisch in detail is weergegeven in figuren 3A-C. In figuur 3A is getoond hoe het kunststof 11, bijvoorbeeld vanuit het middelpunt van de met het bord 2 corresponderende matrijsholtedeel 10, 5 richting de met de vloeibrug 6A corresponderende matrijsholtedeel 13 vloeit. In figuur 3B is getoond hoe nadat het bordvormige matrijsholtedeel 10 althans grotendeels is gevuld het kunststof 11 door het vloeibrugvormige matrijsholtedeel 13 in lepelvormige matrijsholtedeel 9 vloeit. In figuur 3C is de richting 12 getoond, langs welke het kunststof 11 het lepelvormige 10 matrijsholtedeel 9 vult. Door deze vulling in de in hoofdzaak uniforme richting 12 wordt een relatief gelijkmatige vulling van het lepelvormige matrijsholtedeel 9 bereikt, hetgeen ten goede komt van de kwaliteit en/of de relatief gelijkmatige dichtheid van het eindproduct. Tevens zal een relatief uniform uithardingsproces optreden. Indien een matrijsholtedeel 9 in 15 meerdere richtingen wordt gevuld kan op ongunstige wijze bijvoorbeeld een ongelijkmatigere dichtheid van tenminste delen van het eindproduct worden bereikt dan bij de onderhavige uitvoeringsvorm. De ligging van de vloeibruggen 6A nabij genoemde uiteinden 3A, 4A, 5A is tevens gunstig omdat de gebruiker hierbij weinig hinder zal vinden van de afbreekpunten 20 die ontstaan na het afbreken van de bestekeenheden 3, 4, 5 bij het gebruikmaken van de bestekeenheden 3, 4, 5. Het heeft dan ook de voorkeur de vloeibruggen 6A bij de handvaten te plaatsen in plaats van bij het deel van de bestekeenheden 3, 4, 5 dat nabij of tegen de mond van een gebruiker zal komen, zoals bijvoorbeeld de boiling van de lepel 3.
25 In figuur 3D is een set 1 getoond, waarbij vloeikanalen 21 zijn voorzien in de bodem van het bord 2. Vanuit het aanspuitpunt 8 strekken zich in het bord 2 bijvoorbeeld meerdere vloeikanalen 8 uit richting de vloeibruggen 6A. Door met deze vloeikanalen 21 corresponderende matrijsholtedelen zal het kunststof 11 zich relatief snel richting de 30 matrijsholtedelen 9 corresponderend met de bestekeenheden 3, 4, 5 kunnen 7 verplaatsen, waardoor deze matrijsholtedelen 9 relatief snel kunnen worden gevuld. In figuur 3E is een voorbeeld van een detail met een doorsnede van een vloeikanaal 21 getoond. Met de vloeikanalen 21 vindt de kunststof een relatief vrije gang naar de vloeibrug 6A en is minder of geen drukverhoging 5 nodig voor het opvullen van de matrijsholtedeel 9. In tegenstelling tot bijvoorbeeld borden 2 zonder vloeikanalen 21, waar de druk op een gegeven moment toeneemt, dit wil zeggen, op het moment dat het kunststof 11 zich tot aan de vloeibruggen 6A heeft verspreid, aangezien het matrijsholtedeel 9 vanuit meerdere richtingen langs de vloeibrug 6A dient te worden gevuld.
10 De vloeikanalen 21 zijn tevens geschikt als verstevigingsribben 21 om het bord 2 extra stevigheid te geven. Voorts kunnen de vloeikanalen 21 bijvoorbeeld op gunstige wijze als vakverdeling dienen, waarmee drie doordiepingen 7A, 7B, 7C worden gevormd, bijvoorbeeld voor sauzen en/of salades.
15 In een alternatieve uitvoeringsvorm heeft de set 1 meerdere aanspuitpunten 8, dit is bijvoorbeeld aangegeven in figuur 8. Zo kunnen in het productieproces meerdere onderdelen apart worden aangespoten, bijvoorbeeld met behulp van hotrunners. Op een dergelijke wijze wordt elk apart aangespoten onderdeel op efficiënte wijze aangespoten. Door 20 toepassing van meerdere aanspuitpunten 8 kan betere controle over het spuitgietproces worden verkregen. Bijvoorbeeld kan een gelijkmatige vloei of verdeling van het kunststof over de set 1 worden verkregen. Tevens kunnen de meerdere aanspuitingen 8 en in het bijzonder de positionering van de aanspuitingen 8 zijn ingericht om de verschillende onderdelen van 25 bijvoorbeeld verschillende wanddikten, volumes, vormen, kleuren en/of andere eigenschappen die tussen de onderdelen bij voorkeur verschillend zijn op geschikte wijze te spuitgieten. Een uitvoeringsvorm heeft bijvoorbeeld ter plaatse van een verdikking een apart aanspuitpunt 8, bijvoorbeeld bij de overgang tussen bord 7 en bestekeenheid 4, bij het 30 verbindingsstuk 6. Zo kan het bijvoorbeeld voor het onderscheid tussen 8 verschillende onderdelen voordelig zijn indien de verschillende onderdelen in verschillende kleuren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld zijn het bestek 3, 4, 5 en het bord 2 in verschillende kleuren uitgevoerd, en/of zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 onderling in verschillende kleuren uitgevoerd.
5 Hiermee kan bijvoorbeeld duidelijker worden aangegeven dat de integraal gegoten set 1 in feite meerdere onderdelen omvat. Dit kan op voordelige wijze worden bewerkstelligd middels verschillende aanspuitpunten 8. De positionering en het aantal van de aanspuitpunten 8 kunnen op functionele wijze worden gekozen. Tevens is het voordelig indien een aanspuitpunt 8 10 nabij een uiteinde van een bestekeenheid 3 wordt gekozen. Dit komt bijvoorbeeld ten gunste van de vloei-eigenschappen van het kunststof.
Door het gebruik van meerdere aanspuitpunten 8 kan tevens een stevigere constructie worden bereikt. Bijvoorbeeld kan door meerdere aanspuitpunten 8 worden vermeden dat voor de vloeiweg van het kunststof 15 een soort bottleneck ontstaat bij een afbreekrand bij een verbindingsstuk 6. Een bestekeenheid 3, 4, 5 kan bijvoorbeeld apart van het bord 2 worden aangespoten. Dit biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid het productieproces dusdanig in te stellen dat de samenloop van de kunststof vloeistromen van meerdere onderdelen, bijvoorbeeld van een bestekeenheid 3, 4, 5 en een bord 20 2, samenkomt ter plaatse van een afbreekrand en/of verbindingsstuk 6. Zo kan bijvoorbeeld op voordelige wijze elk onderdeel in een verschillende kleur worden gespoten, zonder nadelige kleuroverlopen op nadelige plaatsen.
De meerdere aanspuitpunten 8 kunnen optimaal worden gepositioneerd. Bijvoorbeeld kan een aanspuitpunt 8 van een onderdeel ter 25 plaatse van een afbreekrand en/of verbindingsstuk 6 worden gekozen, zodat het betreffende onderdeel vanaf het aanspuitpunt 8 wordt ingespoten. Ter plaatse van een aanspuitpunt 8, bijvoorbeeld bij een afbreekrand, kunnen bijvoorbeeld schotten zijn voorzien, dit wil zeggen een soort tijdelijke afsluitkleppen, geplaatst in de matrijs, die ervoor zorgen dat de kleuren van 30 de verschillende onderdelen zich niet te veel mengen. Bijvoorbeeld worden 9 deze schotten in het spuitgietproces op het laatst pas geopend, dat wil zeggen weggetrokken, ter aansluiting en/of verbinding van de kunststof vloeistromen van de verschillende onderdelen. Het principe van meerdere aanspuitpunten 8 kan in principe op alle in deze beschrijving besproken 5 uitvoeringsvormen worden toegepast. Met de meerdere aanspuitpunten 8 kunnen tevens relatief korte cyclustijden worden bewerkstelligd.
In een uitvoeringsvorm is de set 1 voorzien van bevestigingsmiddelen 14A, 14B voor het koppelen van de bestekeenheden 3, 4, 5 met het bord 2. Hiermee kan op gunstige wijze de set 1 na het afbreken van de 10 bestekeenheden 3, 4, 5 alsnog bij elkaar worden gehouden en vervolgens zonder afbreken weer worden losgenomen. In figuur 4A en 4D is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de bevestigingsmiddelen een inkeping 14A en een daarmee corresponderende nok 14B omvatten ten einde de lepel 3 aan het bord 2 te koppelen. Voor gebruik van deze nok 14B en inkeping 14A 15 wordt de lepel 3 nadat deze reeds is afgebroken in een richting 16 ongeveer om zijn as gedraaid, of in een daaraan tegengestelde richting, totdat de inkeping 14 A relatief eenvoudig om de nok 14B is te schuiven. In een uitvoeringsvorm bevindt de inkeping 14A zich bijvoorbeeld ongeveer loodrecht op het verbindingsstuk 6 zodat de lepel 3 voor verbinding met het 20 bord 2 ongeveer 90° moet worden gedraaid. In deze uitvoeringsvorm omvat de nok 14B twee uitsteeksels 15 welke indien de nok 14B in de inkeping 14A wordt geschoven het bord 2 in de lepel 3 vastklemt. Dergelijke inkepingen 14A en nokken 14B zijn relatief eenvoudig integraal met de set 1 te spuitgieten. Andere bevestigingsmiddelen 14 zijn tevens denkbaar, 25 bijvoorbeeld kan een bestekeenheid 3, 4, 5 zijn voorzien van een clip 14C voor koppeling met het bord 2, zoals getoond in figuur 4B. Tevens kan bijvoorbeeld het verbindingsstuk 6 dienen als een soort nok 14B, zoals te zien in figuur 4C. Indien bijvoorbeeld het verbindingsstuk bij het afbreekpunt 6B nabij de bestekeenheid 5 wordt afgebroken, blijft een deel 30 van het verbindingsstuk 6A over als nok 14B, ter koppeling met een gleuf 10 14A. Tevens is het mogelijk de bestekeenheden 3, 4, 5 op elke plaats met de buitenzijde van het bord 2 te verbinden.
Zoals is getoond in figuur 5 zijn in bepaalde uitvoeringsvormen meerdere doordiepingen 7A, 7B, 7C, 7D voorzien, bijvoorbeeld voor sauzen 5 of andere substanties. Deze of enkele van deze doordiepingen 7A, 7B, 7C, 7D kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van een afdekkingsfolie ten behoeve van de versheid van een bij geleverd product en/of de hygiëne.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de vloeibruggen 6A bij het uiteinde van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 ingericht, waardoor in hoofdzaak 10 één vloeiingsrichting 12 wordt bereikt. De bestekeenheden 3, 4, 5, 19 kunnen zijn gekoppeld middels een strip 20, zoals te zien in figuur 6A. Door het aanspuitpunt 8 tegenover het uiteinde van deze vloeibruggen 6A te plaatsen wordt in hoofdzaak één vloeiingsrichting 12 bereikt per bestekeenheid 3, 4, 5, 19. Zoals reeds beschreven is dit gunstig voor de 15 stevigheid van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 van de set 1, zodat de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 relatief eenvoudig van de strip 20 kunnen worden afgebroken zonder de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 zélf te breken. Om een dergelijk gunstig proces te bevorderen zijn de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 in de getoonde uitvoeringsvorm min of meer in een ‘waaiervorm’ ingericht. Dit 20 wil zeggen dat de middellijnen M van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19, ongeveer vanuit één punt naar buiten uitstrekken en ten opzichte van elkaar onder een relatief kleine hoek staan, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, ongeveer 3° tot 20°. Genoemd punt kan bijvoorbeeld nabij het aanspuitpunt 8 liggen, waarmee een uniform gerichte vloeiing kan worden 25 bevorderd. Het aanspuitpunt 8 kan bijvoorbeeld worden gepositioneerd in de strip 20, die de vloeibruggen 6A met elkaar verbindt en waarop op gunstige wijze informatie kan worden weergegeven, zoals bijvoorbeeld een logo.
In een andere uitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 6B, zijn de bestekdelen 3, 4, 5 samen met één vloeibrug 6A gekoppeld, waarbij 30 eventueel nog additionele vloeibruggen 6A zijn voorzien om stabiliteit in de 11 set 1 toe te voegen. Ook hier kan een gunstige vloeiingsrichting 12 worden bereikt.
Naast bestekeenheden 3, 4, 5, bijvoorbeeld lepel 3, vork 4 en mes 5, zijn tevens andere middelen geschikt, bijvoorbeeld eet en/of 5 drinkhulpmiddelen zoals tandenstokers, roereenheden zoals een roer- /theelepeltjes, Aziatische eetstokjes, rietjes, bekers, kommen, dessertbakjes, etc. maar ook zijn toevoegingen zoals bijvoorbeeld ornamenten, mascottes, reclame, spelletjes, waardebonnen, etc. geschikt. Functionaliteiten die in de bovenstaande beschrijving voor de bestekeenheden 3, 4, 5 zijn beschreven 10 zijn veelal op overeenkomstige wijze op in deze paragraaf genoemde middelen van toepassing, welke functionaliteiten uiteraard separaat dan wel in combinatie door de vakman kunnen worden toegepast. Zo kunnen bijvoorbeeld meerdere eetstokjes aan één zijde van een sushiplaat 2 worden voorzien.
15 Uiteraard kunnen in plaats van vloeibruggen 6A tevens andere verbindingsstukken 6 worden toegepast binnen het raamwerk van de uitvinding. Bijvoorbeeld is het mogelijk ten opzichte van de dikte van het bestek 3, 4, 5 en/of bord 2 een relatief verdunde strook, dit wil zeggen uitsparing van materiaal, te gebruiken als verbindingsstuk 6. Ook hierlangs 20 kan het bestek 3, 4, 5 van het bord 2 worden losgescheurd. Tevens kunnen bijvoorbeeld perforaties worden toegepast.
Bijvoorbeeld voor hygiëne of publicatiedoeleinden kan de set 1, enkelstuks of in veelvoud gestapeld, in een bij voorkeur steriele verpakking worden verpakt, bijvoorbeeld een doorzichtige folie. In bepaalde 25 uitvoeringsvormen is de set 1 voorzien van ten minste één afdekfolie, bijvoorbeeld voor het afdekken van al dan niet gevulde doordiepingen 7, 17. Dergelijke folies kunnen bijvoorbeeld zijn verlijmd en/of middels een smeltproces met de set 1 worden verbonden.
Onder een bord 2 dient tevens te worden verstaan een blad, “tray”, 30 dienblad, plaat, etc., bijvoorbeeld zoals is geïllustreerd in figuur 7. Tevens 12 kunnen in meerdere configuraties en hoeveelheden vakken/doordiepingen 7 zijn voorzien bijvoorbeeld voor sushiborden, barbecuesauzen, etc. Al naar gelang de vereisten voor de kwaliteit en/of vorm kunnen tevens meerdere aanspuitpunten 8 worden toegepast bij een set 1.
5 Denkbare toepassingen van een set 1 zijn bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, de luchtvaart, openbaar vervoer, barbecues, feesten, recepties, etc. Tevens kunnen de sets 1 worden gebruikt voor dispenser automaten waarbij de sets 1 al of niet tezamen met eten en of drinken automatisch kan worden afgegeven door een automaat, bijvoorbeeld na het inwerpen en/of 10 betalen van een bepaalde hoeveelheid geld, elektronisch of met munten.
Het is tevens mogelijk dat een dergelijke set 1 bevestigingsmiddelen 14 omvat waarmee de bestekeenheden 3, 4, 5 aan het bord zijn gekoppeld zonder dat het noodzakelijk is voorzien van afbreekbare verbindingsstukken 6. Deze kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1, omvattende eet-15 en/of drinkhulpmiddelen 3, 4, 5 en bevestigingsmiddelen 14, waarbij de eet-en/of drinkhulpmiddelen 3, 4, 5 middels de bevestigingsmiddelen 14 aan elkaar zijn gekoppeld kan overigens ook als zelfstandige uitvinding worden beschouwd. Hierbij kunnen de bestekeenheden 3, 4, 5 op de gewenste plaats aan de buitenzijde van het bord 2 worden geplaatst en apart worden 20 geleverd om bijvoorbeeld naderhand te worden gekoppeld.
In figuur 8 is een uitvoeringsvorm getoond van de set 1, waarbij de inkeping 14A1 van de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 niet doorlopend is, dit wil zeggen, een bodem 14A2 heeft. Dit heeft het voordeel de kunststof vloeistroom na het passeren van de vloeibrug 6A eenvoudiger langs de 25 inkeping 14A1 door de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 kan vloeien, aangezien er meer vloeiruimte wordt verkregen door de inkeping 14A1 niet doorlopend uit te voeren. Indien de inkeping zou doorlopen zou de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 eerder kunnen kromtrekken, aangezien een matrijsdeel dat de betreffende inkeping 14A1 opvult als een soort dam 30 fungeert. Tevens zou de constructie lokaal aan stevigheid kunnen inboeten.
13
Doordat de inkeping 14A1 niet geheel doorloopt kan het kunststof relatief eenvoudiger langs de inkeping 14A1 vloeien en wordt een gelijkmatigere verdeling mogelijk gemaakt. De niet-doorlopende inkeping 14A1 is daarbij ingericht om na afbreken met de nok 14B te worden gekoppeld. Hierbij 5 steekt de nok 14B in de inkeping 14A1 en is de nok bijvoorbeeld tevens voorzien van uitsteeksels 15 zodat de nok 14B enigszins kan worden vastgezet in deze inkeping 14A1. De uitsteeksels 15 steken in een uitvoeringsvorm loodrecht op het vlak van de nok 14B naar boven uit, zoals te zien in figuur 8.
10 Voorts is een uitvoeringsvorm van een set 1 voorzien van houders 24 en/of glashouders 25. Houders 24 zijn voorzien zodat bijvoorbeeld bestek 3, 4, 5, satéstokjes, spiesen of dergelijke langwerpige voedselhulpmiddelen er ten dele in kunnen worden gelegd. Deze houders 24 zijn bijvoorbeeld ingericht als inkepingen en bij de rand van het bord 2 ingericht, zodat 15 genoemde langwerpige hulpmiddelen bijvoorbeeld bij hun einde erin kunnen rusten. Voorts kan een glashouder 25 bij de rand van het bord 2 zijn ingericht, bijvoorbeeld volgens het principe zoals getoond in figuur 8. Deze glashouder 25 is bijvoorbeeld voorzien van een doorgang 25A, waardoor heen een voet van een glas kan worden geleid, en een ringvormige steun 20 25B, waarop de boiling van het glas kan rusten. Deze glashouders 25 zijn bij uitstek geschikt voor wijnglazen maar kunnen uiteraard ook geschikt zijn voor het ophangen en/of ondersteunen van andere elementen zoals bijvoorbeeld andere glazen, bestek, spiezen met vlees, etc.
De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties 25 daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar worden gecombineerd en uitgewisseld binnen het raam van de uitvinding.
Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden 30 beperkt.
1032633
Claims (23)
1. Kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset, omvattende eet- en/of drinkhulpmiddelen en verbindingsstukken, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen middels de verbindingsstukken afbreekbaar aan elkaar zijn gekoppeld.
2. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 1, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen ten opzichte van elkaar in een relatief vlakke toestand zijn opgenomen en in hoofdzaak één denkbeeldig snijvlak snijden.
3. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 2, waarbij tenminste een deel van de bovenzijde en een deel van de onderzijde van de 10 eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1 ongeveer dezelfde vorm hebben, ten gunste van de nestbaarheid van meerdere sets op elkaar, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset vanaf bordvlak stapelranden omvat die onder een hoek staan van 15 - 89* ten opzicht van genoemd snijvlak.
4. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen tenminste een bord omvatten.
5. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen ten minste een 20 bestekeenheid omvatten, bijvoorbeeld tenminste een vork, mes en/of lepel.
6. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 4 en 5, waarbij de tenminste ene bestekeenheid en/of tenminste één ander eet- en/of drinkhulpmiddel aan de buitenzijde aan het bord is gekoppeld.
7. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen bevestigingsmiddelen omvatten voor het losneembaar met elkaar verbinden van de eet- en/of drinkhulpmiddelen. 105 2633
8. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 7, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn voorzien van een nok, een inkeping en een afbreekrand, waarbij de afbreekrand de nok van een eet- en/of drinkhulpmiddel afbreekbaar verbindt met een ander eet- en/of 5 drinkhulpmiddel en waarbij genoemd ander eet- en/of drinkhulpmiddel is voorzien van een inkeping, waarbij de nok is ingericht om in genoemde inkeping te worden gestoken voor het met elkaar verbinden van genoemde eet- en/of drinkhulpmiddelen.
9. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 8, waarbij een 10 bestekeenheid een inkeping omvat en een bord een nok omvat.
10. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 8 of 9, waarbij de inkeping niet doorlopend is.
11. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels een 15 spuitgietproces is vervaardigd.
12. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 11, waarbij een aanspuitpunt van de set zich nabij een buitenzijde en/of het midden van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset bevindt.
13. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij voor tenminste twee eet- en/of drinkhulpmiddelen tenminste twee aanspuitpunten zijn voorzien, via welke aparte onderdelen apart zijn aangespoten.
14. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij vloeikanalen zijn voorzien die zich van en/of naar 25 verbindingsstukken uitstrekken.
15. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van houders voor bestekeenheden, glazen en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen.
16. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der conclusies 5 - 15, 30 waarbij het verbindingsstuk een vloeibrug omvat, die nabij het uiteinde van het handvat van een bestekeenheid en/of ander eet- en/of drinkhulpmiddel is gepositioneerd, zodat de kunststof tijdens het spuitgietproces de met het betreffende bestekeenheid en/of ander eet- en/of drinkhulpmiddel corresponderende matrijsholtedeel in hoofdzaak in één richting vult.
17. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 16, waarbij tenminste twee bestekeenheden en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen met een strip zijn verbonden, waarbij bij voorkeur de bestekeenheden en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen een snijvlak snijden en waarbij de middellijnen van de bestekeenheden en/of andere eet- en/of 10 drinkhulpmiddelen elkaar ongeveer snijden.
18 Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 17, waarbij het aanspuitpunt zich in de strip bevindt en waarbij genoemde middellijnen genoemd aanspuitpunt ongeveer snijden.
19. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande 15 conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset een in hoofdzaak rechthoekige buitencontour heeft, bij voorkeur met afgeronde hoeken.
20. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 19, waarbij binnen genoemde buitencontour tenminste twee doordiepingen zijn voorzien.
21. Werkwijze voor het vervaardigen van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels spuitgieten wordt vervaardigd en waarbij tenminste twee afbreekbaar met elkaar verbonden eet- en/of drinkhulpmiddelen via tenminste twee aanspuitpunten worden 25 aangespoten.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels hotrunners wordt aangespoten.
23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, waarbij nabij de aanspuiting en nabij een afbreekrand van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset een 30 tussenschot in het matrijs is voorzien, welk tussenschot relatief korte duur vóór het einde van het spuitgietproces wordt teruggetrokken zodat meerdere vloeiwegen elkaar raken. 1032633
Priority Applications (14)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032633A NL1032633C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-10-05 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
NL1033065A NL1033065C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-12-15 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
NL1033411A NL1033411C1 (nl) | 2006-05-23 | 2007-02-16 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
NL1033488A NL1033488C2 (nl) | 2006-05-23 | 2007-03-05 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
RU2008150863/12A RU2008150863A (ru) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Набор пластмассовых предметов для еды и/или питья |
AU2007252331A AU2007252331A1 (en) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Set of plastic eating and/or drinking aids |
PCT/NL2007/050239 WO2007136267A2 (en) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Set of plastic eating and/or drinking aids |
EP07747462A EP2028980A2 (en) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Set of plastic eating and/or drinking aids |
CA002653130A CA2653130A1 (en) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Set of plastic eating and/or drinking aids |
KR1020087031334A KR20090034317A (ko) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | 플라스틱 취식용구 세트 |
JP2009511972A JP2009538177A (ja) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | プラスチック製飲食補助具セット |
MX2008014934A MX2008014934A (es) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Conjunto de instrumentos auxiliares de plastico para comer y beber. |
US12/302,041 US20090200315A1 (en) | 2006-05-23 | 2007-05-23 | Set of plastic eating and/or drinking aids |
NL1033995A NL1033995C1 (nl) | 2006-10-05 | 2007-06-15 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031862 | 2006-05-23 | ||
NL1031862A NL1031862C2 (nl) | 2006-05-23 | 2006-05-23 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
NL1032633 | 2006-10-05 | ||
NL1032633A NL1032633C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-10-05 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1032633C1 true NL1032633C1 (nl) | 2007-11-26 |
Family
ID=39018109
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1032633A NL1032633C1 (nl) | 2006-05-23 | 2006-10-05 | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1032633C1 (nl) |
-
2006
- 2006-10-05 NL NL1032633A patent/NL1032633C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1031862C2 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
NL1033488C2 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
CA2805660C (en) | Interlocking cutlery and related methods | |
US9119490B1 (en) | Clip on shot glasses and clip on pockets | |
US7523840B2 (en) | Plural chamber drinking cup | |
US9427100B1 (en) | Multipurpose plate | |
US9204743B2 (en) | Reversible food plate having a slope and method of making same | |
NL1032633C1 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
NL1033411C1 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
NL1033065C1 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
NL1033995C1 (nl) | Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. | |
US20190291939A1 (en) | Single-serve condiment container and associated method | |
JP3163356U (ja) | 紙コップ用の蓋体 | |
NL1034487C2 (nl) | Bekersamenstel en werkwijze voor het vormen van een bekersamenstel. | |
KR100541265B1 (ko) | 적층이 가능한 2분할 음료용기 | |
JP2011240955A (ja) | 飲料容器 | |
CN110436011A (zh) | 包装 | |
US10150583B2 (en) | Pour tray | |
KR200484021Y1 (ko) | 감자 튀김 포장용 용기 | |
NL1025318C2 (nl) | Presenteerblad voor thee. | |
BE572387A (nl) | ||
DE202004008669U1 (de) | Speisenbehälter | |
JP3097599U (ja) | 包装用容器 | |
NL1034472C2 (nl) | Houder voor het plaatsen van padhouders die gebruikt worden voor verschillende soorten koffieautomaten. | |
HEADED | Our history |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100501 |