NL1033488C2 - Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. - Google Patents

Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. Download PDF

Info

Publication number
NL1033488C2
NL1033488C2 NL1033488A NL1033488A NL1033488C2 NL 1033488 C2 NL1033488 C2 NL 1033488C2 NL 1033488 A NL1033488 A NL 1033488A NL 1033488 A NL1033488 A NL 1033488A NL 1033488 C2 NL1033488 C2 NL 1033488C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
eating
drinking
drinking aid
set according
aid set
Prior art date
Application number
NL1033488A
Other languages
English (en)
Inventor
Etienne Herman Walter Blondeel
Original Assignee
Dishposables Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1031862A external-priority patent/NL1031862C2/nl
Priority claimed from NL1032633A external-priority patent/NL1032633C1/nl
Priority claimed from NL1033065A external-priority patent/NL1033065C1/nl
Priority claimed from NL1033411A external-priority patent/NL1033411C1/nl
Application filed by Dishposables Internat B V filed Critical Dishposables Internat B V
Priority to NL1033488A priority Critical patent/NL1033488C2/nl
Priority to MX2008014934A priority patent/MX2008014934A/es
Priority to US12/302,041 priority patent/US20090200315A1/en
Priority to AU2007252331A priority patent/AU2007252331A1/en
Priority to CA002653130A priority patent/CA2653130A1/en
Priority to EP07747462A priority patent/EP2028980A2/en
Priority to JP2009511972A priority patent/JP2009538177A/ja
Priority to KR1020087031334A priority patent/KR20090034317A/ko
Priority to PCT/NL2007/050239 priority patent/WO2007136267A2/en
Priority to NL1033995A priority patent/NL1033995C1/nl
Publication of NL1033488C2 publication Critical patent/NL1033488C2/nl
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G19/00Table service
    • A47G19/02Plates, dishes or the like
    • A47G19/06Plates with integral holders for spoons, glasses, or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G21/00Table-ware
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0081Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor of objects with parts connected by a thin section, e.g. hinge, tear line
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0046Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/28Tools, e.g. cutlery
    • B29L2031/286Cutlery
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/74Domestic articles
    • B29L2031/7404Dishes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Table Equipment (AREA)

Description

Titel: Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset
De uitvinding betreft een kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
Het is gebruikelijk dat men separaat wegwerpbestek en wegwerpborden gebruikt, bijvoorbeeld voor picknicks, barbecues en/of in de 5 luchtvaart. Nadelen zijn dat vóór en tijdens gebruik de borden en het bestek bij elkaar dienen te worden respectievelijk verzameld en gehouden en tevens dat meerdere aparte eenheden vaak apart dienen te worden op geslagen.
Ten minste één van genoemde nadelen en/of andere nadelen 10 kunnen worden opgeheven met een kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens de uitvinding, omvattende eet- en/of drinkhulpmiddelen en verbindingsstukken, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen middels de verbindingsstukken afbreekbaar aan elkaar zijn gekoppeld.
15 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens de uitvinding nader worden toe gelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 20 fig. 2A een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in zijaanzicht; fig. 2B een detail van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in zijaanzicht; fig. 2C twee eet en/of drinkhulpmiddelensets in perspectief; fig. 3A een schematische detailweergave van een doorsnede van een 25 matrijs voor een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een eerste tijdsstip in een spuitgietproces; 1033488 2 fig. 3B een schematische detailweergave van een doorsnede van een matrijs voor een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een tweede tijdsstip in een spuitgietproces; fig. 3C een schematische detailweergave van een doorsnede van een 5 matrijs voor een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in vooraanzicht op een derde tijdsstip in een spuitgietproces; fig. 3D een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 3E een detailweergave van een doorsnede uit figuur 3D; fig. 4A een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in 10 perspectief; fig. 4B een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 4C een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 15 fig. 4D een detailweergave van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig- 5 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 6A een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 6B een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; 20 fig. 7 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fig. 8 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in bovenaanzicht; fïg. 9 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 10 een eet- en/of drinkhulpmiddelenset in perspectief; fig. 11A — 11E eet- en/of drinkhulpmiddelensets in boven en 25 zijaanzicht; fig. 12A en 12B eet- en/of drinkhulpmiddelensets in perspectief; fig. 13 een werkwijze voor het verspreiden van een eet en/of drinkhulpmiddelset.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke 30 of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als 3 voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset kunnen worden toegepast binnen 5 het raam van de onderhavige uitvinding. De in de figuren getoonde verhoudingen van de uitvoeringsvormen zijn veelal schematisch en/of overdreven weergegeven en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd.
In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van een eet- en/of 10 drinkhulpmiddelenset 1 volgens de uitvinding getoond. In deze beschrijving zal naar een eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1 worden verwezen als een "set" 1. Deze set 1 is voorzien van eet- en/of drinkhulp middelen, omvattende bestekeenheden 3, 4, 5 en een bord 2 met een doordieping 7. In de doordieping 7 kan bijvoorbeeld al dan niet verpakt eten worden geserveerd. 15 Aan de buitenzijde van het bord 2 zijn middels verbindingsstukken 6 de bestekeenheden 3, 4, 5 gekoppeld, welke bestekeenheden 3, 4, 5 een lepel 3, vork 4 en mes 5 omvatten.
In deze beschrijving zal veelal worden verwezen naar de volgens Westerse normen conventionele lepel 3, vork 4 en mes 5, echter dient te 20 worden begrepen dat hiernaast en/of hiervoor in de plaats ook andere eet-en/of drinkhulpmiddelen kunnen worden toegepast. Tevens kunnen andere middelen afbreekbaar worden gekoppeld aan de eet- en/of drinkhulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, ruimte voor logo’s, publicaties, etc.
25 Wanneer tot gebruik van de set 1 wordt overgegaan kunnen de benodigde bestekeenheden 3, 4, 5 worden afgebroken. De verbindingsstukken 6 vormen een dusdanige verbinding dat de bestekeenheden 3, 4, 5 ongeveer ter plaatse van en/of nabij het verbindingsstuk 6 kunnen worden afgebroken om van het bord 2 te kunnen 30 worden losgekoppeld. Ten overvloed wordt hierbij vermeld dat het is tevens 4 mogelijk is dat enig materiaal van het bord 2 dan wel van een bestekeenheid 3, 4, 5 kan wegscheuren, echter zal de functionaliteit van het betreffende eethulpmiddel in hoofdzaak behouden blijven.
Zoals getoond in figuur 1 zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 aan de 5 buitenzijde langs het bord 2 bevestigd. Hierdoor zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 relatief eenvoudig van het bord 2 weg te nemen. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 per twee aan de buitenzijde gekoppeld, waarbij bijvoorbeeld een mes 5 aan het bord 2 is bevestigd en de lepel 3 aan het mes 5.
10 In de uitvoeringsvorm van figuur 1 toont de set 1 een buitencontour C, hier weergegeven met een stippellijn, welke buitencontour in hoofdzaak de vorm heeft van een afgeronde rechthoek, zodat de set 1 bijvoorbeeld relatief eenvoudig is op te bergen, transporteren en/of naast en/of op elkaar is te plaatsen met relatief weinig loze ruimte. Anders gevormde 15 buitencontouren C zijn tevens denkbaar, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, een cirkel, ellips, trapezium, de buitencontouren van bepaalde logo’s, merken en/of modellen, etc.
Voor opberging, transport en/of naast en/of op elkaar plaatsen met relatief weinig loze ruimte van de set 1 is het gunstig indien de eet- en/of 20 drinkhulpmiddelen van set 1 in een relatief ten opzichte van elkaar vlakke stand zijn geconfigureerd. Zoals te zien in zijaanzicht in figuur 2A, liggen de eet- en/of drinkhulpmiddelen van de set 1, waarbij hier slechts een vork 4, bord 2 en beker 17 zijn aangegeven, relatief vlak ten opzichte van een denkbeeldig snijvlak S, aangegeven met een stippellijn. Tevens kan men 25 hier onder een relatief vlakke stand bijvoorbeeld een serveer stand en/of ligtoestand verstaan. Het snijvlak S snijdt alle of de meeste eet- en/of drinkhulpmiddelen zodat een relatief platte opstelling van de set 1 kan worden bereikt.
Ten behoeve van de nestbaarheid van meerdere sets 1 hebben een 30 bovenzijde 22 en een onderzijde 23 van de set 1 ongeveer dezelfde vorm.
5
Hiermee past een onderzijde 23 van een eerste set 1 op de bovenzijde van een tweede set 1. Tevens bieden de doordiepingen 7 hulp om te verkomen dat gestapelde sets 1 ten opzichte van elkaar verschuiven. In een uitvoeringsvorm zijn tevens stapelranden 18 aangebracht op de eet en/of 5 drinkhulpmiddelen, zodat de gestapelde sets 1 moeilijker ten opzichte van elkaar verschuiven. Deze stapelranden 18 kunnen bijvoorbeeld onder een hoek a staan ten opzichte van het denkbeeldige snijvlak S, zoals te zien in uitvergroting in figuur 2B. Deze hoek kan bijvoorbeeld tussen de 15 en de 89° liggen. Met behoud van de nestbaarheid kunnen meerdere 10 doordiepingen 7A, 7B, 7C worden gevormd, bijvoorbeeld voor sauzen, zoals getoond in figuur 2C. Aangezien het bij uitvoeringsvormen met bekers 17 wellicht moeilijker wordt op gunstige wijze te stapelen kan ten gunste van de nestbaarheid de set 1 nabij de beker 17 zijn voorzien van een speciaal geconfigureerd verbindingsstuk 6C dat toelaat dat een verbindingsstuk 6C 15 van een eerste set 1 over een verbindingsstuk 6C van een tweede set 1 kan worden geschoven.
De gehele set 1 is bij voorkeur integraal uit kunststof vervaardigd middels een spuitgietproces, bijvoorbeeld uit PS (polystyreen), aangezien PS een relatief goedkoop materiaal is. Bovendien is PS relatief eenvoudig 20 biologisch afbreekbaar. Tevens heeft PS veelal zodanige sterkte dat hiermee bijvoorbeeld de bestekeenheden 3, 4, 5 relatief eenvoudig van het bord 2 kunnen worden afgebroken. PP (polypropeen) is hiertoe tevens een geschikt materiaal.
Door bijvoorbeeld één aanspuitpunt 8 toe te passen in het 25 spuitgietproces wordt een relatief goedkope vervaardigingswijze bereikt. Hoewel de uitvinding hier niet toe dient te worden beperkt. Het is gunstig dit aanspuitpunt 8 ongeveer nabij het midden van de set 1, al thans in de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm, het bord 2, te positioneren, zodat het kunststof bij inspuiting relatief uniform vanuit het midden van een met het 30 bord 2 corresponderend matrijsholtedeel 10 (fig. 3A) naar buiten vloeit, dit 6 wil zeggen, zonder hindernissen van matrijsholtedelen of objecten onderweg. Daarmee kunnen relatief korte spuitgietcyclustijden worden bereikt.
In een uitvoeringsvorm zijn de verbindingsstukken 6 uitgevoerd als vloeibruggen 6AA (zie figuur 1) die nabij het uiteinde 3A, 4A, 5A van de 5 bestekeenheden 3, 4, 5 zijn ingericht. Dit is gunstig omdat dan het kunststof 11 tijdens het spuitgietproces de met de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 corresponderende matrijsholtedeel 9 in hoofdzaak in één richting 12 zal vullen, zoals in drie stappen schematisch in detail is weergegeven in figuren 3A-C. In figuur 3A is getoond hoe het kunststof 11, bijvoorbeeld vanuit het 10 middelpunt van de met het bord 2 corresponderende matrijsholtedeel 10, richting de met de vloeibrug 6A corresponderende matrijsholtedeel 13 vloeit. In figuur 3B is getoond hoe nadat het bordvormige matrijsholtedeel 10 althans grotendeels is gevuld het kunststof 11 door het vloeibrugvormige matrijsholtedeel 13 in lepelvormige matrijsholtedeel 9 vloeit. In figuur 3C is 15 de richting 12 getoond, langs welke het kunststof 11 het lepelvormige matrijsholtedeel 9 vult. Door deze vulling in de in hoofdzaak uniforme richting 12 wordt een relatief gelijkmatige vulling van het lepelvormige matrijsholtedeel 9 bereikt, hetgeen ten goede komt van de kwaliteit en/of de relatief gelijkmatige dichtheid van het eindproduct. Tevens zal een relatief 20 uniform uithardingsproces optreden. Indien een matrijsholtedeel 9 in meerdere richtingen wordt gevuld kan op ongunstige wijze bijvoorbeeld een ongelijkmatigere dichtheid van tenminste delen van het eindproduct worden bereikt dan bij de onderhavige uitvoeringsvorm. De ligging van de vloeibruggen 6A nabij genoemde uiteinden 3A, 4A, 5A is tevens gunstig 25 omdat de gebruiker hierbij weinig hinder zal vinden van de afbreekpunten die ontstaan na het afbreken van de bestekeenheden 3, 4, 5 bij het gebruikmaken van de bestekeenheden 3, 4, 5. Het heeft dan ook de voorkeur de vloeibruggen 6A bij de handvaten te plaatsen in plaats van bij het deel van de bestekeenheden 3, 4, 5 dat nabij of tegen de mond van een gebruiker 30 zal komen, zoals bijvoorbeeld de boiling van de lepel 3.
7
In figuur 3D is een set 1 getoond, waarbij vloeikanalen 21 zijn voorzien in de bodem van het bord 2. Vanuit het aanspuitpunt 8 strekken zich in het bord 2 bijvoorbeeld meerdere vloeikanalen 8 uit richting de vloeibruggen 6A. Door met deze vloeikanalen 21 corresponderende 5 matrijsholtedelen zal het kunststof 11 zich relatief snel richting de matrijsholte delen 9 corresponderend met de bestekeenheden 3, 4, 5 kunnen verplaatsen, waardoor deze matrijsholtedelen 9 relatief snel kunnen worden gevuld. In figuur 3E is een voorbeeld van een detail met een doorsnede van een vloeikanaal 21 getoond. Met de vloeikanalen 21 vindt de kunststof een 10 relatief vrije gang naar de vloeibrug 6A en is minder of geen drukverhoging nodig voor het opvullen van de matrijsholtedeel 9. In tegenstelling tot bijvoorbeeld borden 2 zonder vloeikanalen 21, waar de druk op een gegeven moment toeneemt, dit wil zeggen, op het moment dat het kunststof 11 zich tot aan de vloeibruggen 6A heeft verspreid, aangezien het matrijsholtedeel 9 15 vanuit meerdere richtingen langs de vloeibrug 6A dient te worden gevuld.
De vloeikanalen 21 zijn tevens geschikt als verstevigingsribben 21 om het bord 2 extra stevigheid te geven. Voorts kunnen de vloeikanalen 21 bijvoorbeeld op gunstige wijze als vakverdeling dienen, waarmee drie doordiepingen 7A, 7B, 7C worden gevormd, bijvoorbeeld voor sauzen en/of 20 salades.
In een alternatieve uitvoeringsvorm heeft de set 1 meerdere aanspuitpunten 8, dit is bijvoorbeeld aangegeven in figuur 8. Zo kunnen in het productieproces meerdere onderdelen apart worden aangespoten, bijvoorbeeld met behulp van hotrunners. Op een dergelijke wijze wordt elk 25 apart aangespoten onderdeel op efficiënte wijze aangespoten. Door toepassing van meerdere aanspuitpunten 8 kan betere controle over het spuitgietproces worden verkregen. Bijvoorbeeld kan een gelijkmatige vloei of verdeling van het kunststof over de set 1 worden verkregen. Tevens kunnen de meerdere aanspuitingen 8 en in het bijzonder de positionering 30 van de aanspuitingen 8 zijn ingericht om de verschillende onderdelen van 8 bijvoorbeeld verschillende wanddikten, volumes, vormen, kleuren en/of andere eigenschappen die tussen de onderdelen bij voorkeur verschillend zijn op geschikte wijze te spuitgieten. Een uitvoeringsvorm heeft bijvoorbeeld ter plaatse van een verdikking een apart aanspuitpunt 8, 5 bijvoorbeeld bij de overgang tussen bord 7 en bestekeenheid 4, bij het verbindingsstuk 6. Zo kan het bijvoorbeeld voor het onderscheid tussen verschillende onderdelen voordelig zijn indien de verschillende onderdelen in verschillende kleuren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld zijn het bestek 3, 4, 5 en het bord 2 in verschillende kleuren uitgevoerd, en/of zijn de 10 bestekeenheden 3, 4, 5 onderling in verschillende kleuren uitgevoerd.
Hiermee kan bijvoorbeeld duidelijker worden aangegeven dat de integraal gegoten set 1 in feite meerdere onderdelen omvat. Dit kan op voordelige wijze worden bewerkstelligd middels verschillende aanspuitpunten 8. De positionering en het aantal van de aanspuitpunten 8 kunnen op functionele 15 wijze worden gekozen. Tevens is het voordelig indien een aanspuitpunt 8 nabij een uiteinde van een bestekeenheid 3 wordt gekozen. Dit komt bijvoorbeeld ten gunste van de vloei-eigenschappen van het kunststof.
Door het gebruik van meerdere aanspuitpunten 8 kan tevens een stevigere constructie worden bereikt. Bijvoorbeeld kan door meerdere 20 aanspuitpunten 8 worden vermeden dat voor de vloeiweg van het kunststof een soort bottleneck ontstaat bij een afbreekrand bij een verbindingsstuk 6. Een bestekeenheid 3, 4, 5 kan bijvoorbeeld apart van het bord 2 worden aangespoten. Dit biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid het productieproces dusdanig in te stellen dat de samenloop van de kunststof vloeistromen van 25 meerdere onderdelen, bijvoorbeeld van een bestekeenheid 3, 4, 5 en een bord 2, samenkomt ter plaatse van een afbreekrand en/of verbindingsstuk 6. Zo kan bijvoorbeeld op voordelige wijze elk onderdeel in een verschillende kleur worden gespoten, zonder nadelige kleuroverlopen op nadelige plaatsen.
De meerdere aanspuitpunten 8 kunnen optimaal worden 30 gepositioneerd. Bijvoorbeeld kan een aanspuitpunt 8 van een onderdeel ter 9 plaatse van een afbreekrand en/of verbindingsstuk 6 worden gekozen, zodat het betreffende onderdeel vanaf het aanspuitpunt 8 wordt ingespoten. Ter plaatse van een aanspuitpunt 8, bijvoorbeeld bij een afbreekrand, kunnen bijvoorbeeld schotten zijn voorzien, dit wil zeggen een soort tijdelijke 5 afsluitkleppen, geplaatst in de matrijs, die ervoor zorgen dat de kleuren van de verschillende onderdelen zich niet te veel mengen. Bijvoorbeeld worden deze schotten in het spuitgietproces op het laatst pas geopend, dat wil zeggen weggetrokken, ter aansluiting en/of verbinding van de kunststof vloeistromen van de verschillende onderdelen. Het principe van meerdere 10 aanspuitpunten 8 kan in principe op alle in deze beschrijving besproken uitvoeringsvormen worden toegepast. Met de meerdere aansp uitpunten 8 kunnen tevens relatief korte cyclustijden worden bewerkstelligd.
In een uitvoeringsvorm is de set 1 voorzien van bevestigingsmiddelen 14A, 14B voor het koppelen van de bestekeenheden 3, 4, 5 met het bord 2.
15 Hiermee kan op gunstige wijze de set 1 na het afbreken van de bestekeenheden 3, 4, 5 alsnog bij elkaar worden gehouden en vervolgens zonder afbreken weer worden losgenomen. In figuur 4A en 4D is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de bevestigingsmiddelen een inkeping 14A en een daarmee corresponderende nok 14B omvatten ten einde de lepel 3 20 aan het bord 2 te koppelen. Voor gebruik van deze nok 14B en inkeping 14A wordt de lepel 3 nadat deze reeds is afgebroken in een richting 16 ongeveer om zijn as gedraaid, of in een daaraan tegengestelde richting, totdat de inkeping 14 A relatief eenvoudig om de nok 14B is te schuiven. In een uitvoeringsvorm bevindt de inkeping 14A zich bijvoorbeeld ongeveer 25 loodrecht op het verbindingsstuk 6 zodat de lepel 3 voor verbinding met het bord 2 ongeveer 90° moet worden gedraaid. In deze uitvoeringsvorm omvat de nok 14B twee uitsteeksels 15 welke indien de nok 14B in de inkeping 14A wordt geschoven het bord 2 in de lepel 3 vastklemt. Dergelijke inkepingen 14A en nokken 14B zijn relatief eenvoudig integraal met de set 1 te 30 spuitgieten. Andere bevestigingsmiddelen 14 zijn tevens denkbaar, 10 bijvoorbeeld kan een bestekeenheid 3, 4, 5 zijn voorzien van een clip 14C voor koppeling met het bord 2, zoals getoond in figuur 4B. Tevens kan bijvoorbeeld het verbindingsstuk 6 dienen als een soort nok 14B, zoals te zien in figuur 4C. Indien bijvoorbeeld het verbindingsstuk bij het 5 afbreekpunt 6B nabij de bestekeenheid 5 wordt afgebroken, blijft een deel van het verbindingsstuk 6A over als nok 14B, ter koppeling met een gleuf 14A. Tevens is het mogelijk de bestekeenheden 3, 4, 5 op elke plaats met de buitenzijde van het bord 2 te verbinden.
Zoals is getoond in figuur 5 zijn in bepaalde uitvoeringsvormen 10 meerdere doordiepingen 7A, 7B, 7C, 7D voorzien, bijvoorbeeld voor sauzen of andere substanties. Deze of enkele van deze doordiepingen 7A, 7B, 7C, 7D kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van een afdekkingsfolie 26 en/of of een ander afdekelement 26 ten behoeve van de versheid van een bijgeleverd product en/of de hygiëne.
15 In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de vloeibruggen 6A bij het uiteinde van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 ingericht, waardoor in hoofdzaak één vloeiingsrichting 12 wordt bereikt. De bestekeenheden 3, 4, 5, 19 kunnen zijn gekoppeld middels een strip 20, zoals te zien in figuur 6A. Door het aanspuitpunt 8 tegenover het uiteinde van deze vloeibruggen 6A te 20 plaatsen wordt in hoofdzaak één vloeiingsrichting 12 bereikt per bestekeenheid 3, 4, 5, 19. Zoals reeds beschreven is dit gunstig voor de stevigheid van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 van de set 1, zodat de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 relatief eenvoudig van de strip 20 kunnen worden afgebroken zonder de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 zélf te breken. Om een 25 dergelijk gunstig proces te bevorderen zijn de bestekeenheden 3, 4, 5, 19 in de getoonde uitvoeringsvorm min of meer in een ‘waaiervorm’ ingericht. Dit wil zeggen dat de middellijnen M van de bestekeenheden 3, 4, 5, 19, ongeveer vanuit één punt naar buiten uitstrekken en ten opzichte van elkaar onder een relatief kleine hoek staan, bijvoorbeeld, doch niet 30 uitsluitend, ongeveer 3° tot 20°. Genoemd punt kan bijvoorbeeld nabij het 11 aanspuitpunt 8 liggen, waarmee een uniform gerichte vloeiing kan worden bevorderd. Het aanspuitpunt 8 kan bijvoorbeeld worden gepositioneerd in de strip 20, die de vloeibruggen 6A met elkaar verbindt en waarop op gunstige wijze informatie kan worden weergegeven, zoals bijvoorbeeld een logo.
5 In een andere uitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 6B, zijn de bestekdelen 3, 4, 5 samen met één vloeibrug 6A gekoppeld, waarbij eventueel nog additionele vloeibruggen 6A zijn voorzien om stabiliteit in de set 1 toe te voegen. Ook hier kan een gunstige vloeiingsrichting 12 worden bereikt.
10 In figuur 11A is een uitvoeringsvorm getoond waarbij bestekeenheden 3, 4, 5 aan een strip 20 zijn gekoppeld, welke strip 20 bijvoorbeeld is voorzien van een logo. Ook kan bijvoorbeeld een eet en/of drinkhulpmiddel en/of een ander hulpmiddel binnen in de strip worden geplaatst, zoals bijvoorbeeld een tandenstoker, bijvoorbeeld ook middels vloeibruggen 6A. In 15 plaats van een strip 20 kunnen de bestekeenheden 3, 4, 5 middels een verbindingsstuk 6/vloeibrug 6A met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld zonder logo. Ook kan de strip 20 velerlei vormen aannemen, bijvoorbeeld anders dan rechthoekig, bijvoorbeeld in de vorm van een logo of mascotte of iets dergelijks.
20 Vlak na het kunststof gietproces zijn de bestekeenheden en de strip 20 bijvoorbeeld gepositioneerd zoals te zien in figuur 11A. Zoals getoond zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 tegenover elkaar om de strip 20 opgesteld, met andere woorden, ze strekken zich in eikaars verlengden uit. Het aanspuitpunt 8 bevindt zich dan ook bijvoorbeeld ongeveer in het midden 25 en/of op de strip 20 zodat de vloeiingsrichting 12 van het kunststof van binnen naar buiten is gericht, door de delen 3, 4, 5 en bijvoorbeeld langs de vloeibruggen 6A. In andere uitvoeringsvormen bevinden zich bijvoorbeeld meerdere aanspuitpunten 8 op verschillende posities van de bestekeenheden 3, 4, 5, bijvoorbeeld nabij de vloeibrug 6A en/of nabij het eind van de 30 bestekeenheden 3, 4, 5. Meerdere aanspuitpunten 8 maakt het mogelijk de 12 bestekeenheden 3, 4, 5 en/of de strip 20 in verschillende kleuren te sp uitgieten.
Nadat de set 1 is gegoten kunnen de bestekeenheden 3, 4, 5 op gunstige wijze bijeen worden gebracht door deze om vouwlijnen V naar 5 binnen te vouwen, dit wil zeggen over een hoek van ongeveer 90°, in een richting R, zoals te zien in figuur 11B. De vouwlijn V is bijvoorbeeld voorzien in of nabij een verbindingsstuk 6 en/of de strip 20. In de naar binnen gevouwen toestand is de set 1 relatief compact en kan deze bijvoorbeeld een verpakking en/of folie worden verpakt. Daarbij is tussen de 10 bestekeenheden 3, 4, 5 ruimte voor bijvoorbeeld een servet, gebruiksaanwijzing of iets dergelijks. Ook kan de set 1 vervolgens tezamen met andere objecten worden verpakt, zoals bijvoorbeeld een peper en/of zoutstelletje, suiker, etc, waarna het geheel kan worden geseald. Op gunstige wijze kan het vouwen en/of verpakken worden gemechaniseerd. Nu 15 het vouwen en verpakken van de sets 1 kan worden gemechaniseerd worden aanzienlijke voordelen behaald ten opzichte van conventionele wegwerpbestekverpakkingsmethoden, waarbij veelal relatief veel personeel wordt ingezet. Dit is bijvoorbeeld het geval bij conventionele wegwerpbestekdelen in een sealverpakking voor in de vliegvelden.
20 Een gunstige configuratie van de bestekeenheden 3, 4, 5 kan worden gekozen, waarbij bijvoorbeeld de configuratie van de gevouwen bestekeenheden 3, 4, 5 tevens veranderd. Dit is bijvoorbeeld te zien in een alternatieve uitvoeringsvorm volgens hetzelfde principe in figuren 11C en 11D. In figuur 11C is te zien dat de bestekeenheden 3, 4, 5 zich tegenover 25 elkaar, ongeveer in eikaars verlengden uitstrekken vanaf een boven en onderzijde van de strip 20. Hier zijn slechts twee vouwlijnen V toegepast langs de strip, aan de boven en onderzijde van de strip 20. De lepels 3 enerzijds en de vork 4 en het mes 5 anderzijds kunnen bijvoorbeeld naar binnen worden gevouwen in een richting R, zoals getoond in figuur 11D.
30 Ook hier kan bijvoorbeeld een servet tussen de bestekeenheden 3, 4, 5 13 worden geklemd en kan de set 1 relatief eenvoudig worden verpakt. In nog een uitvoeringsvorm zijn alle bestekeenheden 3, 4, 5 aan één zijde met de strip 20 verbonden. Hierbij kunnen de vouwlijnen V bijvoorbeeld niet langs maar door de strip 20 lopen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is getoond in 5 figuur 11E waar één vouwlijn V is getoond die ongeveer tussen twee bestekeenheden 3 loopt, echter zouden bijvoorbeeld ook drie vouwlijnen V over de strip 20 kunnen zijn verdeeld, waarbij de vouwlijnen V zich bijvoorbeeld tussen de verlengden van de bestekeenheden 3, 4, 5 uitstrekken.
10 In bepaalde uitvoeringsvormen is het ook mogelijk tenminste twee sets 1 tegelijk te (spuit)gieten, bijvoorbeeld door de tenminste twee strips 20 van de tenminste twee sets 1 afbreekbaar met elkaar te verbinden. Er bevindt zich dan een vloeibrug 6A tussen de strips 20 van de verschillende sets 1. De sets 1 kunnen dan vóór verpakking van elkaar worden 15 losgebroken. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 11E bijvoorbeeld kunnen de verschillende sets 1 langs de korte of lange zijde van de strip 20 met elkaar afbreekbaar zijn verbonden.
Voor gebruik wordt de set 1 uit een verpakking gehaald, indien aanwezig, en worden de bestekeenheden 3, 4, 5 langs de verbindingstukken 20 6 van de strip 20 afgebroken voor gebruik.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 en de strip 20 voorzien van bevestigingselementen 14A, 14B, respectievelijk. De bevestigingselementen 14A, 14B kunnen op bestekeenheid 3, 4, 5 en strip 20 zijn aangebracht en samenwerken of bij voorbeeld slechts op bestekeenheid 25 3, 4, 5 of strip 20 zijn aangebracht. Bijvoorbeeld zijn de bestekeenheden 3, 4, 5 voorzien van een clip 14A waarmee de bestekeenheden 3, 4, 5 met de strip 20 kunnen worden verbonden, zoals getoond in figuur 11D. In een andere uitvoeringsvorm is de strip 20 voorzien van bevestigingselementen 14B, bijvoorbeeld in de vorm van uitsnijdingen waardoorheen de bestekeenheden 30 3, 4, 5 kunnen worden gestoken, bijvoorbeeld zoals getoond in figuur 11A.
14
De bevestigingselementen 14A en/of 14B kunnen verschillende vormen aannemen zoals bijvoorbeeld uitsnijdingen, clips, nokken, etc. en al dan niet met elkaar samenwerken. Met behulp van dergelijke bevestigingselementen 14A, 14B is het mogelijk dat de set 1 ook na het afbreken van de δ bestekeenheden 3, 4, 5 bij elkaar wordt gehouden en bijvoorbeeld kunnen worden verpakt en/of herverpakt.
Naast bestekeenheden 3, 4, 5, bijvoorbeeld lepel 3, vork 4 en mes 5, zijn tevens andere middelen geschikt, bijvoorbeeld eet en/of drinkhulpmiddelen zoals tandenstokers, roereenheden zoals een roer-10 /theelepeltjes, Aziatische eetstokjes, rietjes, bekers, kommen, dessertbakjes, etc. maar ook zijn toevoegingen zoals bijvoorbeeld ornamenten, mascottes, reclame, spelletjes, waardebonnen, etc. geschikt. Functionaliteiten die in de bovenstaande beschrijving voor de bestekeenheden 3, 4, 5 zijn beschreven zijn veelal op overeenkomstige wijze op in deze paragraaf genoemde 15 middelen van toepassing, welke functionaliteiten uiteraard separaat dan wel in combinatie door de vakman kunnen worden toegepast. Zo kunnen bijvoorbeeld meerdere eetstokjes aan één zijde van een sushiplaat 2 worden voorzien.
Alvorens de set 1 in serie wordt vervaardigd kunnen matrijsdelen met 20 holtes voor de betreffende eet en/of drinkhulpmiddelen worden uitgewisseld. Bijvoorbeeld kan een matrijsdeel voor een holte voor de mes 5 worden uitgewisseld met een matrijsdeel voor een holte voor een theelepel 3, terwijl het matrijsdeel voor het bord 2 hetzelfde blijft. Zo zijn velerlei samenstellingen van sets 1 volgens de uitvinding toepasbaar met in principe 25 één modulair opbouwbare matrijs, die meerdere uitwisselbare matrijsdelen omvat. Dergelijke uitwisselbare matrijsdelen worden in het vakgebied ook wel 'inserts' genoemd.
Uiteraard kunnen in plaats van vloeibruggen 6A tevens andere verbindingsstukken 6 worden toe gepast binnen het raamwerk van de 30 uitvinding. Bijvoorbeeld is het mogelijk ten opzichte van de dikte van het 15 bestek 3, 4, 5 en/of bord 2 een relatief verdunde strook, dit wil zeggen uitsparing van materiaal, te gebruiken als verbindingsstuk 6. Ook hierlangs kan het bestek 3, 4, 5 van het bord 2 worden losgescheurd. Tevens kunnen bijvoorbeeld perforaties worden toegepast.
5 Bijvoorbeeld voor hygiëne of publicatiedoeleinden kan de set 1, enkelstuks of in veelvoud gestapeld, in een bij voorkeur steriele verpakking worden verpakt, bijvoorbeeld een doorzichtige folie. In bepaalde uitvoeringsvormen is de set 1 voorzien van ten minste één afdekfolie 26, bijvoorbeeld voor het afdekken van al dan niet gevulde doordiepingen 7, 17. 10 Dergelijke folies 26 kunnen bijvoorbeeld zijn verlijmd en/of middels een smeltproces met de set 1 worden verbonden.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt tijdens het vervaardigen van de set 1 een label 30 meegegoten met de set 1, bijvoorbeeld een zogenaamd in-mould label 30, zie figuur 12A. Een proces 15 waarbij in een gietmatrijs, bijvoorbeeld een spuitgietmatrijs, een label 30 wordt meegegoten met het product is bijvoorbeeld bekend uit WO 01/17744, waarvan de inhoud geacht wordt hierin door referentie te zijn opgenomen. Bijvoorbeeld kan op dergelijke wijze een label 30 in het bord 7, de strip 20 en/of het bestek 3, 4, 5 worden aangebracht. Het label 30 kan bijvoorbeeld 20 een communicatie zoals reclame en/of informatie bevatten. Een voordeel van het in-mould label 30 is dat bij gebruik van de set 1, bijvoorbeeld als eet en/of drinkhulpmiddel, het label 30 zelf in principe niet door het eten of drinken wordt aangetast en/of daarmee vermengt, zodat de hygiëne op voordelige wijze wordt behouden. Bovendien blijft de bedrukking op 25 gunstige wijze lang zichtbaar. Dit komt bijvoorbeeld doordat bij inmould labelling een dun laagje kunststof wordt voorzien over het label 30. De set 1 met in-mould label 30 kan daarbij relatief goedkoop en efficiënt worden geproduceerd.
In een uitvoeringsvorm strekt het label 30 zich uit tot over de rand 30 van de strip 20 en/of tot over de vouwlijn V, zoals getoond in figuur 12A.
16
Bijvoorbeeld strekt het label 30 zich nog uit tot over althans een deel van het bestek 3, 4, 5. Dit levert onder meer het voordeel op dat bij ombuiging van de bestekdelen 3, 4, 5, en/of andere eet en/of drinkhulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een tandenstoker, om een vouwlijn V de set 1 wordt versterkt 5 bij de verbindingsstukken 6 door de label 30. Bij het ombuigen zal het label 30 de verbinding tussen de strip 30 en het bestek 3, 4, 5 versterken, ook wanneer het gevormde kunststof daaromheen, althans bij de verbindingsstukken 6, is gebarsten. Daarbij zal het label 30 een relatief soepele verbinding vormen. Met name bij toepassing van PS (polystyreen), 10 dat relatief goedkoop is en voordelig voor toepassing bij een set 1 volgens de uitvinding, zal het kunststof bij ombuiging relatief eenvoudig breken. Het label 30 zal de verbindingstukken 6, bijvoorbeeld vervaardigd uit PS, derhalve op gunstige wijze plaatselijk versterken, waarbij het bestek 3, 4, 5 relatief eenvoudig om vouwlijn V kan worden gebogen.
15 Na ombuiging zal het nog niet gebroken of gescheurde label 30, en/of nog niet gebroken kunststof dat zich in of nabij het label 20 uitstrekt, het bestek 3, 4, 5 en de strip 20 bij elkaar houden. Bij gebruik door de eindgebruiker kunnen de bestekeenheden 3, 4, 5 alsnog van de strip 20 worden gebroken, door de labels 30 te scheuren. Het gebruik van een in-20 mould label 30 volgens bovenstaand principe vereenvoudigt het vervaardigings en/of inpakproces van de set 1 in grote mate. Daarbij kan op gunstige wijze de set 1 uit PS zijn vervaardigd.
Voorts is het voordelig indien de set 1 van informatie is voorzien middels het inmould label 30, waarbij de informatie bijvoorbeeld reclame of 25 andere communicatie bevat, die als zodanig niet is gerelateerd aan de producent van de set 1 en/of een verspreider van de set 1. Dit is onder meer voordelig aangezien de sets 1 bijvoorbeeld worden verspreid door catering bedrijven, luchtvaartmaatschappij of andere bedrijven, waardoor de sets 1 een gewenst aantal eindgebruikers kan bereiken en/of gericht een bepaalde 30 doelgroep kunnen bereiken. De informatie wordt bijvoorbeeld bij herhaling 17 door eenzelfde gebruiker waargenomen, bijvoorbeeld telkens bij het afnemen van een bestekeenheid 3, 4 en/of 5, waarvoor nauwelijks extra inspanning nodig is. Het effect van de communicatie op de set 1 is derhalve een goede overdracht in kwaliteit en kwantiteit. Bijvoorbeeld bij gebruik in 5 een vliegtuig is het gunstig dat de gebruiker veelal weinig afleiding heeft, in zittende positie verkeert, en/of relatief opgesloten zit, zodat deze relatief ongestoord de communicatie kan waarnemen.
Het principe van het voorzien van een inmould label 30 kan bijvoorbeeld als separate uitvinding worden toe gepast bij andere borden of 10 bestek met bijvoorbeeld niet-afbreekbare elementen.
Het label 30 kan bijvoorbeeld een reclame boodschap of andersoortige informatie bevatten en is bijvoorbeeld aangebracht op/in het bord 7 en/of de strip 20. Bijvoorbeeld wordt een merknaam of iets dergelijks op het papier 1 geadverteerd, welke merknaam wordt beheerd door, althans 15 is gerelateerd aan een derde. Deze derde is bijvoorbeeld niet de producent of de verspreider. Zo kunnen enerzijds verschillende boodschappen gerelateerd aan verschillende derden door de verspreider worden verspreid. Anderzijds kan de derde via een bepaalde verspreider bijvoorbeeld gericht een doelgroep bereiken. De producent, bijvoorbeeld een spuitgietfabrikant, kan 20 de advertentie bijvoorbeeld digitaal aangeleverd krijgen van de derde en/of de verspreider. Zo ontstaat op gunstige wijze een communicatienetwerk.
De verspreider verspreidt de sets 1 aan een bepaald publiek, waarbij de verspreider bepaalde vlakken op de sets 1, bijvoorbeeld het bord 7 en/of de strip 20, als het ware verkoopt en/of verhuurd als 25 reclameoppervlak aan een derde. Deze derde heeft er baat bij dit publiek, bijvoorbeeld een bepaalde doelgroep, te bereiken. Bijvoorbeeld kunnen de sets 1 in bepaalde aantallen en/of gedurende bepaalde perioden van bepaalde reclame worden voorzien. De producent kan daarbij relatief eenvoudig de labels 30 in de matrijs aanpassen naar de wens van de 30 verspreider en/of bijvoorbeeld een andere derde.
18
Een scenario kan worden geschetst aan de hand van figuur 13, waarin een werkwijze voor het verspreiden van een eet en/of drinkhulpmiddelenset 1 is getoond, waarbij in dit voorbeeld een verspreider 31 een producent 33 bijvoorbeeld via een communicatienetwerk informatie 5 geeft, in stap 32, welke informatie middels een label 30 op de set 1 wordt aangebracht. De informatie heeft bijvoorbeeld betrekking op tenminste een derde of bijvoorbeeld op de verspreider 31. De opdracht kan de verspreider 31 bijvoorbeeld van een derde hebben gekregen. In een ander geval stuurt de derde bijvoorbeeld direct informatie naar de producent 33, zonder 10 tussenkomst van de verspreider 31. Op automatische of semi-automatische wijze wordt daarna de gewenste communicatie door de producent, middels het label 30, op de set 1 aangebracht, of althans daarin meegegoten, waarbij een gewenste hoeveelheid sets 1 wordt afgeleverd bij de verspreider 31, in stap 34. De verspreider 31 verspreidt vervolgens, in stap 36, de sets 1 naar 15 het ontvangend publiek 35, bij voorkeur de gewenste doelgroep. De doelgroep zal de eet en/of drinkhulpmiddelen gebruiken en na gebruik in principe wegwerpen. Op dergelijke wijze ontstaat een systeem van communicatiestromen waarbij op hygiënische wijze gebruik wordt gemaakt van wegwerpbare eet en/of drinkhulpmiddelen voor het overbrengen van 20 informatie, terwijl niet in separate extra onderdelen hoeft te worden voorzien, zoals bijvoorbeeld folders. In tegenstelling tot bijvoorbeeld folders of iets dergelijks wordt daarbij van in zichzelf voor wegwerpen bedoeld materiaal gebruik gemaakt voor het overbrengen van de informatie/communicatie. Dit is gunstiger dan het overbrengen van 25 dergelijke informatie in bijvoorbeeld folders, waarbij in principe slechts extra afval wordt gegeneerd. In een illustratief voorbeeld is hierbij de verspreider 31 een luchtvaartmaatschappij, de producent 33 een spuitgietfabrikant, en de derde bijvoorbeeld een toeristenattractie in een betreffende plaats van bestemming. Het publiek 25 omvat bijvoorbeeld 30 luchtvaartpassagiers.
19
Door het aanbrengen van een afdekelement 26 over de doordiepingen 7, 17 dient de set 1 additioneel als verpakking, zie bijvoorbeeld figuur 9. Tenminste een doordieping 7A-C kan daarbij een bepaalde eet of drinkbare substantie 27 houden waaroverheen een 5 afdekkingsfolie 26 of ander afdekelement 26 is aangebracht. Bijvoorbeeld wordt op deze wijze een bakje, zoals een dessertbakje met daaraan bevestigd een lepel 3, mes 5 en/of vork 4 bereikt. Tevens kan op deze wijze een maaltijd 27, bijvoorbeeld omvattende een substantie of recept per verschillende doordieping 7A-C, worden verpakt. De set 1 met de folie 26 10 kan zodanig zijn ingericht dat deze, gevuld met een substantie 27, geschikt is voor plaatsing in een diepvries, koeling en/of magnetron, bijvoorbeeld voor het diepgevroren bewaren, koelvers bewaren en/of het bereiden, respectievelijk van de substantie 27. Daarmee is de set 1 bijvoorbeeld geschikt als eet en/of drinkhulpmiddel en als verpakking, bijvoorbeeld voor 15 een kant-en-klaar maaltijd 27.
In plaats van een folie 26 kunnen tevens andere afdekelementen 26 geschikt zijn, bijvoorbeeld een deksel 26 en/of een afdekelement 26 dat geschikt is voor het heropenen en hersluiten van de set 1 als verpakking, zie bijvoorbeeld figuur 10. Een dergelijk afdekelement 26 kan op voordelige 20 wijze bijvoorbeeld middels een meegevormde verbinding 28, zoals bijvoorbeeld een (film)scharnier, zijn aangebracht, of bijvoorbeeld los en kan zo op voordelige wijze worden meegevormd.
De eet en/of drinkhulpmiddelenset 1 kan op voordelige wijze inclusief afdekelement 26 integraal worden gevormd, bijvoorbeeld gegoten, 25 bij voorkeur gespuitgiet. In een uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld het bestek 3, 4, 5 of een deel ervan in het afdekelement 26 verwerkt, zodat ruimte kan worden bespaard. Bijvoorbeeld kan hierbij het bestek 3, 4, 5 uit het afdekelement 26 worden genomen, bijvoorbeeld gedrukt en/of getrokken, bijvoorbeeld met behulp van een afbreekrand 6C. Uiteraard kunnen eet 30 en/of drinkhulpmiddelen, zoals het bestek 3, 4, 5, tenminste deels in het 20 deksel 26 zijn verwerkt terwijl andere eet en/of drinkhulpmiddelen met het bord 2 zijn verbonden.
Niet-limiterende voorbeelden van verpakkingsuitvoeringsvormen van het bord 2 bevatten bijvoorbeeld substanties als soep, fruit, 5 zuivelproducten, kant-en-klare maaltijden, etc. en/of combinaties daarvan. De afdekelementen 26 kunnen bijvoorbeeld tenminste deels zijn vervaardigd uit metaal en/of kunststof. Uiteraard kan een set 1 één of meerdere afdekelementen 26 bevatten. Tevens kan de set 1, na afneming van het afdekelement 26 bijvoorbeeld nestbaar zijn met andere sets 1 waarvan het 10 afdekelement 26 is verwijderd.
Onder een bord 2 dient tevens te worden verstaan een blad, “tray”, dienblad, plaat, etc., bijvoorbeeld zoals is geïllustreerd in figuur 7. Tevens kunnen in meerdere configuraties en hoeveelheden vakken/doordiepingen 7 zijn voorzien bijvoorbeeld voor sushiborden, barbecuesauzen, etc. Al naar 15 gelang de vereisten voor de kwaliteit en/of vorm kunnen tevens meerdere aanspuitpunten 8 worden toegepast bij een set 1.
Denkbare toepassingen van een set 1 zijn bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, de luchtvaart, openbaar vervoer, barbecues, feesten, recepties, etc. Tevens kunnen de sets 1 worden gebruikt voor dispenser automaten 20 waarbij de sets 1 al of niet tezamen met eten en of drinken automatisch kan worden afgegeven door een automaat, bijvoorbeeld na het inwerpen en/of betalen van een bepaalde hoeveelheid geld, elektronisch of met munten.
Het is tevens mogelijk dat een dergelijke set 1 bevestigingsmiddelen 14 omvat waarmee de bestekeenheden 3, 4, 5 aan het bord zijn gekoppeld 25 zonder dat het noodzakelijk is voorzien van afbreekbare verbindingsstukken 6. Deze kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1, omvattende eet-en/of drinkhulpmiddelen 3, 4, 5 en bevestigingsmiddelen 14, waarbij de eet-en/of drinkhulpmiddelen 3, 4, 5 middels de bevestigingsmiddelen 14 aan elkaar zijn gekoppeld kan overigens ook als zelfstandige uitvinding worden 30 beschouwd. Hierbij kunnen de bestekeenheden 3, 4, 5 op de gewenste plaats 21 aan de buitenzijde van het bord 2 worden geplaatst en apart worden geleverd om bijvoorbeeld naderhand te worden gekoppeld.
In figuur 8 is een uitvoeringsvorm getoond van de set 1, waarbij de inkeping 14A1 van de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 niet doorlopend is, 5 dit wil zeggen, een bodem 14A2 heeft. Dit heeft het voordeel de kunststof vloeistroom na het passeren van de vloeibrug 6A eenvoudiger langs de inkeping 14A1 door de betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 kan vloeien, aangezien er meer vloeiruimte wordt verkregen door de inkeping 14A1 niet doorlopend uit te voeren. Indien de inkeping zou doorlopen zou de 10 betreffende bestekeenheid 3, 4, 5 eerder kunnen kromtrekken, aangezien een matrijsdeel dat de betreffende inkeping 14A1 opvult als een soort dam fungeert. Tevens zou de constructie lokaal aan stevigheid kunnen inboeten. Doordat de inkeping 14A1 niet geheel doorloopt kan het kunststof relatief eenvoudiger langs de inkeping 14A1 vloeien en wordt een gelijkmatigere 15 verdeling mogelijk gemaakt. De niet-doorlopende inkeping 14A1 is daarbij ingericht om na afbreken met de nok 14B te worden gekoppeld. Hierbij steekt de nok 14B in de inkeping 14A1 en is de nok bijvoorbeeld tevens voorzien van uitsteeksels 15 zodat de nok 14B enigszins kan worden vastgezet in deze inkeping 14A1. De uitsteeksels 15 steken in een 20 uitvoeringsvorm loodrecht op het vlak van de nok 14B naar boven uit, zoals te zien in figuur 8.
Voorts is een uitvoeringsvorm van een set 1 voorzien van houders 24 en/of glashouders 25. Houders 24 zijn voorzien zodat bijvoorbeeld bestek 3, 4, 5, satéstokjes, spiesen of dergelijke langwerpige voedselhulp middelen er 25 ten dele in kunnen worden gelegd. Deze houders 24 zijn bijvoorbeeld ingericht als inkepingen en bij de rand van het bord 2 ingericht, zodat genoemde langwerpige hulpmiddelen bijvoorbeeld bij hun einde erin kunnen rusten. Voorts kan een glashouder 25 bij de rand van het bord 2 zijn ingericht, bijvoorbeeld volgens het principe zoals getoond in figuur 8. Deze 30 glashouder 25 is bijvoorbeeld voorzien van een doorgang 25A, waardoor 22 heen een voet van een glas kan worden geleid, en een ringvormige steun 25B, waarop de boiling van het glas kan rusten. Deze glashouders 25 zijn bij uitstek geschikt voor wijnglazen maar kunnen uiteraard ook geschikt zijn voor het ophangen en/of ondersteunen van andere elementen zoals 5 bijvoorbeeld andere glazen, bestek, spiezen met vlees, etc.
De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar 10 worden gecombineerd en uitgewisseld binnen het raam van de uitvinding.
Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden beperkt.
1033488

Claims (34)

1. Kunststoffen eet- en/of drinkhulpmiddelenset, omvattende eet- en/of drinkhulpmiddelen en verbindingsstukken, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen middels de verbindingsstukken afbreekbaar aan elkaar zijn gekoppeld.
2. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 1, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen ten opzichte van elkaar in een relatief vlakke toestand zijn opgenomen en in hoofdzaak één denkbeeldig snijvlak snijden.
3. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 2, waarbij tenminste een deel van de bovenzijde en een deel van de onderzijde van de 10 eet- en/of drinkhulpmiddelenset 1 ongeveer dezelfde vorm hebben, ten gunste van de nestbaarheid van meerdere sets op elkaar, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset vanaf bord vlak stapelranden omvat die onder een hoek staan van 15 - 89° ten opzicht van genoemd snijvlak.
4. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen tenminste een bord omvatten.
5. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen ten minste een 20 bestekeenheid omvatten, bijvoorbeeld tenminste een vork, mes en/of lepel.
6. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 4 en 5, waarbij de tenminste ene bestekeenheid en/of tenminste één ander eet- en/of drinkhulpmiddel aan de buitenzijde aan het bord is gekoppeld.
7. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelen bevestigingsmiddelen omvatten voor het losneembaar met elkaar verbinden van de eet- en/of drinkhulpmiddelen. 1033488
8. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 7, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn voorzien van een nok, een inkeping en een afbreekrand, waarbij de afbreekrand de nok van een eet- en/of drinkhulpmiddel afbreekbaar verbindt met een ander eet- en/of 5 drinkhulpmiddel en waarbij genoemd ander eet- en/of drinkhulpmiddel is voorzien van een inkeping, waarbij de nok is ingericht om in genoemde inkeping te worden gestoken voor het met elkaar verbinden van genoemde eet- en/of drinkhulpmiddelen.
9. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 8, waarbij een 10 bestekeenheid een inkeping omvat en een bord een nok omvat.
10. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 8 of 9, waarbij de inkeping niet doorlopend is.
11. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels een 15 spuitgietproces is vervaardigd.
12. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 11, waarbij een aanspuitpunt van de set zich nabij een buitenzijde en/of het midden van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset bevindt.
13. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij voor tenminste twee eet- en/of drinkhulpmiddelen tenminste twee aanspuitpunten zijn voorzien, via welke aparte onderdelen apart zijn aangespoten.
14. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij vloeikanalen zijn voorzien die zich van en/of naar 25 verbindingsstukken uitstrekken.
15. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van houders voor bestekeenheden, glazen en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen.
16. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der conclusies 5 - 15, 30 waarbij het verbindingsstuk een vloeibrug omvat, die nabij het uiteinde van het handvat van een bestekeenheid en/of ander eet- en/of drinkhulpmiddel is gepositioneerd, zodat de kunststof tijdens het spuitgietproces de met het betreffende bestekeenheid en/of ander eet- en/of drinkhulpmiddel corresponderende matrijsholtedeel in hoofdzaak in één richting vult.
17. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 16, waarbij tenminste twee bestekeenheden en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen met een strip zijn verbonden, waarbij bij voorkeur de bestekeenheden en/of andere eet- en/of drinkhulpmiddelen een snijvlak snijden en waarbij de middellijnen van de bestekeenheden en/of andere eet- en/of 10 drinkhulpmiddelen elkaar ongeveer snijden.
18 Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 17, waarbij het aanspuitpunt zich in de strip bevindt en waarbij genoemde middellijnen genoemd aanspuitpunt ongeveer snijden.
19. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der conclusies 16 - 18, 15 waarbij het verbindingsstuk en/of de strip een vouwlijn omvat, voor het vouwen zonder af breken van een eet- en/of drinkhulpmiddel om tenminste ongeveer 90 graden.
20 Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der conclusies 17 - 19, waarbij de strip een in een gietmatrijs meegegoten label omvat, welke label 20 zich tenminste tot over verbindingsstukken van de strip en de bestekeenheden uitstrekt.
21. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der conclusies 16 - 20, waarbij tenminste twee eet- en/of drinkhulpmiddelen zich in eikaars verlengden uitstrekken, tenminste alvorens deze zijn gevouwen.
22. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der conclusies 16 - 21, waarbij de eet en/of drinkhulpmiddelen in omgevouwen toestand zijn opgenomen in een verpakking.
23. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset een in hoofdzaak 30 rechthoekige buitencontour heeft, bij voorkeur met afgeronde hoeken.
24. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 23, waarbij binnen genoemde buitencontour tenminste twee doordiepingen zijn voorzien.
25. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens één der voorgaande 5 conclusies, waarbij tenminste één afdekelement over tenminste een doorverdieping is aangebracht.
26. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 25, waarbij het afdekelement middels een filmscharnier is verbonden met een bord.
27. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens conclusie 25 of 26, waarbij 10 eet en/of drinkhulpmiddelen ten minste deels uitneembaar met het afdekelement zijn verbonden, bij voorkeur in het afdekelement zijn aangebracht.
28. Eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een in-mould label is voorzien, bij voorkeur tenminste in 15 een bord en/of strip van de set.
29. Werkwijze voor het vervaardigen van een eet- en/of drinkhulpmiddelenset volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels spuitgieten wordt vervaardigd en waarbij tenminste twee afbreekbaar met elkaar verbonden eet- en/of 20 drinkhulpmiddelen via tenminste twee aanspuitpunten worden aangespoten.
30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de eet- en/of drinkhulpmiddelenset middels hotrunners wordt aangespoten.
31. Werkwijze volgens conclusie 29 of 30, waarbij nabij de aanspuiting 25 en nabij een afbreekrand van de eet- en/of drinkhulpmiddelenset een tussenschot in het matrijs is voorzien, welk tussenschot relatief korte duur vóór het einde van het spuitgietproces wordt teruggetrokken zodat meerdere vloeiwegen elkaar raken.
32. Werkwijze volgens een der conclusies 29 — 31, waarbij de matrijs uitwisselbare matrijsdelen omvat, waarbij een uitwisselbaar matrijsdeel een holte omvat voor een eet- en/of drinkhulpmiddel.
33. Werkwijze volgens een der conclusies 29 - 32, waarbij de eet- en/of 5 drinkhulpmiddelen tijdens het spuitgietproces, in de spuitgietmatrijs, worden voorzien van een label.
34. Werkwijze volgens conclusie 33, waarbij het label is voorzien van een communicatie die geen betrekking heeft op de spuitgietfabrikant van de eet- en/of drinkhulpmiddelen 10 1033488
NL1033488A 2006-05-23 2007-03-05 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset. NL1033488C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033488A NL1033488C2 (nl) 2006-05-23 2007-03-05 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
PCT/NL2007/050239 WO2007136267A2 (en) 2006-05-23 2007-05-23 Set of plastic eating and/or drinking aids
KR1020087031334A KR20090034317A (ko) 2006-05-23 2007-05-23 플라스틱 취식용구 세트
JP2009511972A JP2009538177A (ja) 2006-05-23 2007-05-23 プラスチック製飲食補助具セット
AU2007252331A AU2007252331A1 (en) 2006-05-23 2007-05-23 Set of plastic eating and/or drinking aids
US12/302,041 US20090200315A1 (en) 2006-05-23 2007-05-23 Set of plastic eating and/or drinking aids
MX2008014934A MX2008014934A (es) 2006-05-23 2007-05-23 Conjunto de instrumentos auxiliares de plastico para comer y beber.
CA002653130A CA2653130A1 (en) 2006-05-23 2007-05-23 Set of plastic eating and/or drinking aids
EP07747462A EP2028980A2 (en) 2006-05-23 2007-05-23 Set of plastic eating and/or drinking aids
NL1033995A NL1033995C1 (nl) 2006-10-05 2007-06-15 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.

Applications Claiming Priority (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031862 2006-05-23
NL1031862A NL1031862C2 (nl) 2006-05-23 2006-05-23 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1032633A NL1032633C1 (nl) 2006-05-23 2006-10-05 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1032633 2006-10-05
NL1033065A NL1033065C1 (nl) 2006-05-23 2006-12-15 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1033065 2006-12-15
NL1033411A NL1033411C1 (nl) 2006-05-23 2007-02-16 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1033411 2007-02-16
NL1033488A NL1033488C2 (nl) 2006-05-23 2007-03-05 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1033488 2007-03-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033488C2 true NL1033488C2 (nl) 2007-11-26

Family

ID=38521467

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033488A NL1033488C2 (nl) 2006-05-23 2007-03-05 Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20090200315A1 (nl)
EP (1) EP2028980A2 (nl)
JP (1) JP2009538177A (nl)
KR (1) KR20090034317A (nl)
AU (1) AU2007252331A1 (nl)
CA (1) CA2653130A1 (nl)
MX (1) MX2008014934A (nl)
NL (1) NL1033488C2 (nl)
WO (1) WO2007136267A2 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2460413A (en) * 2008-05-28 2009-12-02 Gavin Reay Biodegradable cutlery, cups and plates with a plant seed retained within its structure
WO2009156855A2 (en) * 2008-06-27 2009-12-30 Gavin Reay Biodegradable article with embedded seed
US20120097571A1 (en) * 2009-05-22 2012-04-26 Suncirc, Llc Food Packaging System with Separable Food Utensils
CL2009001597A1 (es) * 2009-07-15 2009-11-06 Simplo S A Conjunto de utensilios de alimentacion configurado a partir de una superficie rigida laminar, el cual evidencia su utilizacion previa, a traves del desprendimiento intencional de sus partes, que comprende tres o mas utensilios de uso cotidiano y reconocibles, ubicados solidariamente y sustancialmente en un unico plano.
WO2011153116A2 (en) * 2010-05-29 2011-12-08 Jackson Crisp Food container incorporating oral facility
EP2579751A4 (en) * 2010-06-08 2013-10-23 Dixie Consumer Products Llc SYSTEM AND METHOD FOR CONNECTING CUTLERY
US20120248124A1 (en) * 2011-03-30 2012-10-04 Louis John Mitri Disposable plates and bowls with attached utensils
PL213586B1 (pl) * 2011-11-29 2013-03-29 Zielinski Antoni P P H Zelan Zpchr Sposób wytwarzania i pakowania zestawów sztucców jednorazowego uzytku
US20140033540A1 (en) * 2012-07-31 2014-02-06 Michael Pinkus Disposable eating utensil set
USD793815S1 (en) * 2015-10-08 2017-08-08 Kyle Donovan Plate
US10633155B2 (en) * 2017-04-11 2020-04-28 Inno-Pak, Llc Disposable food container with utility lid
WO2019005873A1 (en) * 2017-06-27 2019-01-03 Brett Goldberg DISPOSABLE CLEANING UTENSILS MAY BE INCORPORATED IN BOXES AND CONTAINERS AND METHODS OF CREATING DISPOSABLE CLEANING UTENSILS

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2743011A (en) * 1952-11-12 1956-04-24 Brown & Bigelow Display article
US3136416A (en) * 1961-11-22 1964-06-09 Dapol Plastics Inc Package for plastic articles
US3456301A (en) * 1967-05-10 1969-07-22 Peter J Morroni Mold having complemental non-planar mating areas for parting surfaces between the mold cavities
US3565245A (en) * 1968-11-21 1971-02-23 William H Asher Combination food container and utensil
GB1224125A (en) * 1969-07-30 1971-03-03 Bernard Bouchet Meal tray
CH536097A (de) * 1970-01-30 1973-04-30 Ego Werke Wegwerf-Essgarnitur
US3894655A (en) * 1974-06-06 1975-07-15 Ethyl Dev Corp Plastic container
US4006879A (en) * 1976-04-22 1977-02-08 Morroni Peter J Degating
FR2592571A1 (fr) * 1986-01-06 1987-07-10 Dessiplast Sarl Assiette, verre, couverts solidaires jetables.
US5222622A (en) * 1992-07-01 1993-06-29 Laske Jr Lawrence L Detachable connection between a container and a utensil
US5695084A (en) * 1994-11-04 1997-12-09 Chmela; John F. Disposable one-piece container closure and eating utensil
JPH09124044A (ja) * 1995-10-30 1997-05-13 Toppan Printing Co Ltd 取り出し具付複合容器
JPH10278962A (ja) * 1997-04-04 1998-10-20 Ryoko Yamase 包装容器用内容物取り出し具の取付け構造
GB9911332D0 (en) * 1999-05-17 1999-07-14 Barnes Susan Food container
ES2241638T3 (es) * 1999-08-20 2005-11-01 Fountain Technologies B.V. I.O. Procedimiento y aparato para fabricar productos y colocar etiquetas en un molde.
JP2004261337A (ja) * 2003-02-28 2004-09-24 Yoshino Kogyosho Co Ltd 食卓用器具複合体
DE202004008669U1 (de) * 2004-05-29 2004-09-02 Breuer, Carsten Speisenbehälter

Also Published As

Publication number Publication date
AU2007252331A1 (en) 2007-11-29
WO2007136267A3 (en) 2008-06-05
JP2009538177A (ja) 2009-11-05
US20090200315A1 (en) 2009-08-13
KR20090034317A (ko) 2009-04-07
MX2008014934A (es) 2009-05-15
WO2007136267A2 (en) 2007-11-29
CA2653130A1 (en) 2007-11-29
EP2028980A2 (en) 2009-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1033488C2 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1031862C2 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
EP1964785B1 (en) Packaging
NZ555608A (en) A container for food stuff including at least two compartments where one compartment is shaped as a utensil
US20070164045A1 (en) Dual mode container
CN109475239A (zh) 堆叠餐具系统和方法
US20100044265A1 (en) Nestable integrated food tray with waste collection feature
EP1831085B1 (en) Utensil shaped container
US20090258116A1 (en) Packaged food product and method of packaging and identifying packaged products
US20140025508A1 (en) Advertising systems and methods
US20190127114A1 (en) Disposable shot glass with peel-off lid
US20190193891A1 (en) Disposable shot glass with peel-off lid
NL1033995C1 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1033411C1 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1033065C1 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
NL1032633C1 (nl) Kunststoffen eet en/of drinkhulpmiddelenset.
US20050092640A1 (en) Durable beverage advertising display unit
WO2012007530A1 (en) Device, method and system for holding and distributing food or tableware objects
CN110436011A (zh) 包装
KR100718599B1 (ko) 소스수용구조를 갖는 위생적인 튀김수용용기
WO2013157970A1 (en) Container for attachment to a plate
NL1034487C2 (nl) Bekersamenstel en werkwijze voor het vormen van een bekersamenstel.
JP2004017979A (ja) 飲料用容器
NL1042056B1 (nl) Bord met drankondersteuner voorzien van deksel
Durocher Food and Beverage: Disposables in Food Service A look at common types, their advantages, and their short comings A look at common types, their advantages, and their shortcomings

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101001