NL1032531C2 - Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem. - Google Patents

Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL1032531C2
NL1032531C2 NL1032531A NL1032531A NL1032531C2 NL 1032531 C2 NL1032531 C2 NL 1032531C2 NL 1032531 A NL1032531 A NL 1032531A NL 1032531 A NL1032531 A NL 1032531A NL 1032531 C2 NL1032531 C2 NL 1032531C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
copper
containing element
compartment
metal
current
Prior art date
Application number
NL1032531A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Jacob Moerland
Original Assignee
Materiaal Metingen Europ B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Materiaal Metingen Europ B V filed Critical Materiaal Metingen Europ B V
Priority to NL1032531A priority Critical patent/NL1032531C2/nl
Priority to PCT/NL2007/050456 priority patent/WO2008035969A2/en
Priority to EP07808587A priority patent/EP2069704A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032531C2 publication Critical patent/NL1032531C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F19/00Preventing the formation of deposits or corrosion, e.g. by using filters or scrapers
    • F28F19/004Preventing the formation of deposits or corrosion, e.g. by using filters or scrapers by using protective electric currents, voltages, cathodes, anodes, electric short-circuits
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D1/00Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
    • F28D1/02Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid
    • F28D1/0206Heat exchangers immersed in a large body of liquid
    • F28D1/022Heat exchangers immersed in a large body of liquid for immersion in a natural body of water, e.g. marine radiators

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Electrolytic Production Of Non-Metals, Compounds, Apparatuses Therefor (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Prevention Of Electric Corrosion (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.
De uitvinding heeft betrekking op respektievelijk een werkwijze en een systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler volgens de aanhef van respektievelijk conclusie 1 en conclusie 11. De uitvinding heeft verder betrekking op een 5 samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem, alsmede op een vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijk systeem zijn uit de praktijk bekend.
10 Beunkoelers worden steeds vaker toegepast in de maritieme industrie, waarbij de voordelen met name te vinden zijn in de afwezigheid van een zeewatercirculatiesysteem. Een beunkoeler is een warmtewisselaar die bijvoorbeeld op zeeschepen wordt gebruikt, bijvoorbeeld om het koelwater van scheepsmotoren te koelen. Ook voor warmte uitwisseling met 15 koelvloeistof voor andere te koelen delen van een installatie worden beunkoelers toegepast. Ten behoeve van de koeling vindt warmteuitwisseling plaats tussen de koelvloeistof en het omringende (zee)water. Een beunkoeler wordt opgesteld in een compartiment (beun) van bijvoorbeeld een schip. In het inwendige van het compartiment is een 20 maritiem milieu aanwezig. In het geval van een schip is dit gerealiseerd middels openingen in de scheepshuid. Het maritieme milieu in de beun zorgt voor uitwendige koeling van de in een gesloten systeem circulerende 1 03253 f 2 koelvloeistof. Onderdelen van de beunkoeler worden derhalve blootgesteld aan verschillende soorten (zee)water.
Derhalve bestaat het gevaar van biologische (maritieme) aangroei op de beunkoeler, zoals aangroei van mosselen, zeepokken, grasachtigen, 5 schaaldieren, zeewier, algen en dergelijke. Het aangroeien van een beunkoeler met een of meerdere van dergelijke organismen heeft een negatieve invloed op het koelend vermogen van de beunkoeler. Dit zal uiteindelijk leiden tot een situatie waarin een kostbare schoonmaakoperatie noodzakelijk is, hetgeen bij een schip mogelijk een ongewenste dokking van 10 het schip vereist.
Bij de bekende werkwijze en inrichting wordt de biologische aangroei bestreden door het in de beun aanbrengen van een of meer koperanoden in de buurt van de koelelementen van de beunkoeler. Deze koperanoden zijn op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van 15 aardingsdelen van de beun in de beun opgesteld. De koperanoden worden met behulp van een stroombron geforceerd opgelost. Hierbij komen positieve koperionen vrij die zich in het zeewater mengen en met de zeewaterstroming worden meegevoerd langs delen van de beunkoeler. Door de opgeloste koperionen wordt een toxische omgeving gecreëerd, hetgeen de 20 biologische (aan)groei belemmert.
De door de stroombron opgewekte elektrische stromen worden onder meer afgevoerd naar oppervlakken van de beun en van de koelelementen, welke dan als kathode oppervlakken fungeren. Om de potentialenverschillen in de beun te verlagen, wordt bij de bekende 25 werkwijze en inrichting gebruik gemaakt van een of meer op geringe afstand langszij de koperanoden aangebrachte stalen kathodeplaten. Deze stalen kathodeplaten zijn aan aardingsdelen van de besloten ruimte vastgelast of vastgebout.
Een bezwaar van de bekende werkwijze en inrichting is, dat 30 genoemde wijze van bestrijden van biologische aangroei een vergroot gevaar 3 van kalkvorming op diverse delen van de beunkoeler en de beun met zich brengt. Dit laat zich als volgt verklaren.
Aan de kathode-oppervlakken, zoals aan die van de metalen kathodeplaten, ontstaat door de elektrochemische reactie, een alkalisch 5 milieu waardoor o.a. kalkvorming wordt bevorderd volgens de reacties:
OH- + HCO-3 -► CO32- + H2O
CO32- + Ca2+ —> CaCOe (Calcium carbonaat)
Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar de chemie van deze zogenaamde “calcareous deposits formation” in zeewater, en deze hebben 10 aangetoond dat dit een extreem complexe materie is. Ook maken bijvoorbeeld magnesiumzouten deel uit van de gevormde kalklaag.
De oplosbaarheid van calciumcarbonaat neemt af met hogere temperaturen, waardoor de combinatie van warme koelers en een alkalisch milieu veroorzaakt door de toegepaste wijze van bestrijden van biologische 15 aangroei de kans op kalkvorming sterk verhoogt.
Door kalkopbouw op de metalen kathode platen wordt de elektrische weerstand tussen de koperanoden en deze platen steeds groter, en stuurt het bekende systeem automatisch een hogere spanning uit om een ingestelde stroomsterkte te handhaven. Hierdoor neemt ook het 20 potentiaalverschil tussen de koelelementen en het zeewater toe, waardoor ook een verhoogde kans op kalkvorming op de koelelementen ontstaat. In de praktijk worden kalklagen van meer dan 2 centimeter bereikt. Uit de literatuur blijkt verder dat calciumcarbonaten bij temperaturen boven de 60 graden Celcius een significante laag kunnen vormen, zeker wanneer dit in 25 combinatie met een slechte doorstroming plaatsvindt.
Het zal duidelijk zijn dat dergelijke kalkopbouw kan leiden tot een verlaagde efficiëntie van beunkoelers, niet adekwaat gekoelde machinerieën en onvoorziene reparaties en dokbeurten.
4
Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen volgens welke niet alleen biologische aangroei maar ook opbouw van kalklagen op een beunkoeler effectief wordt bestreden.
Daartoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze volgens de 5 aanhef van conclusie 1 gekenmerkt doordat de werkwijze voorts een de koperoplossende stap afwisselende ontkalkende stap omvat, tijdens welke ontkalkende stap het metaalhoudend element dat op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van aardingsdelen van het compartiment in het compartiment is opgesteld via een tweede stroomverbinding op een 10 anodische potentiaal ingesteld wordt, waarbij het metaalhoudend element ontkalkt als gevolg van een optredende anodische reactie aan het metaalhoudend element en waarbij het koperhoudend element als kathode fungeert. Voorts wordt daartoe volgens de uitvinding een systeem volgens de aanhef van conclusie 11 gekenmerkt doordat in bedrijf het 15 metaalhoudend element op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van aardingsdelen van het compartiment in het compartiment is opgesteld en dat de regeleenheid voorts is ingericht voor het onderling wisselen tussen de koperoplossende bedrijfstoestand en een ontkalkende bedrijfstoestand van het systeem en voor het in de ontkalkende bedrijfstoestand via een tweede 20 stroomverbinding van het systeem op een anodische potentiaal instellen van het metaalhoudend element, in welke ontkalkende bedrijfstoestand het metaalhoudend element ontkalkt als gevolg van een optredende anodische reactie aan het metaalhoudend element en het koperhoudend element als kathode fungeert.
25 Door het op een anodische potentiaal instellen van het metaalhoudend element gaat metaal (M) van het metaalhoudend element in oplossing volgens de anodische reactie: M —* Mn+ + ne_. Indien het metaalhoudend element bijvoorbeeld van staal is, zou deze formule er als volgt uit zien: 2Fe —> 2Fe2+ + 4e-. Doordat het metaal (bijvoorbeeld ijzer 30 Fe) van het metaalhoudend element aan het oppervlak in oplossing gaat en 5 een oxide vormt, onthecht dit zich en neemt in volume toe om samen met de afgezette kalklaag door de waterstroming meegevoerd te worden. Het metaalhoudend element wordt in zekere zin opofferend en kan na verloop van tijd vervangen worden, bijvoorbeeld gelijktijdig met de vervanging van 5 het koperhoudend element tijdens bijvoorbeeld een reguliere dokkingsbeurt van een vaartuig. Door het onderling wisselen tussen de koperoplossende bedrijfstoestand en de ontkalkende bedrijfstoestand wordt zowel biologische aangroei als opbouw van kalklagen effectief bestreden.
De uitvinding wordt voorts belichaamd in een samenstel volgens 10 conclusie 13, in een vaartuig volgens conclusie 14 en in een werkwijze volgens conclusie 15 voor het installeren van een systeem.
Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de volgconclusies.
In het volgende wordt de uitvinding nader toe gelicht met 15 verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Figuur 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding toegepast bij een beunkoeler.
Figuur 2 toont schematisch een voorbeeld van bij een 20 uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding toegepaste ingestelde stroomsterkten tijdens koperoplossende en ontkalkende werkwij zestappen.
Verwezen wordt nu eerst naar Fig. 1. In Fig. 1 is een beunkoeler 1 getoond die is opgesteld in een compartiment 2, in dit geval in een beun 2 25 van een vaartuig. De wanden van de beun 2 worden gevormd door de scheepshuid 3 en schotten 4. De beunkoeler 1 omvat koelpijpen 5 waardoorheen koelvloeistof stroomt. Met pijlen A en B zijn de plaatsen aangegeven waar de koelvloeistof respektievelijk de beunkoeler in- en uitgaat. In de scheepshuid 3 bevinden zich in- en uitstroomopeningen 6 voor 30 (zee)water. Met pijlen C en D zijn de plaatsen aangegeven waar het 6 zeewater via de openingen 6 respektievelijk de beun 2 in- en uitgaat. Aan de koelpijpen 5 vindt warmteuitwisseling plaats tussen de koelvloeistof en het zeewater.
De beunkoeler 1 is voorzien van een systeem voor het bestrijden 5 van biologische aangroei op de beunkoeler. Dit systeem omvat een regeleenheid 7. In de beun 2 zijn twee koperhoudende staven 8 opgesteld. Elk van deze koperhoudende staven 8 is met behulp van beugels 10 verbonden met aan de wanden 3, 4 van de beun 2 verbonden dragers 21. Isolatiemateriaal 9 zorgt ervoor dat elke staaf 8 op elektrisch geïsoleerde 10 wijze ten opzichte van aardingsdelen 21, 3 en 4 van de beun 2 is opgesteld. Op gemerkt wordt dat in plaats van de twee staven 8 ook andere aantallen en vormen van koperhoudende elementen kunnen worden toegepast. Ook kunnen dergelijke elementen op andere wijzen in de beun 2 georiënteerd, opgehangen en elektrisch geïsoleerd ten opzichte van aardingsdelen van de 15 beun 2 zijn.
Het systeem omvat verder een eerste stroom verbinding 11 die een elektrische aansluiting op een niet getoonde gelijkstroombron, alsmede elektrische aansluitingen op de koperhoudende staven 8 heeft. De regeleenheid 7 is ingericht voor het in een koperoplossende bedrijfstoestand 20 van het systeem via de eerste stroomverbinding 11 op een anodische potentiaal instellen van de koperhoudende staven 8. In deze koperoplossende be drijfstoe stand komen positieve koperionen 17 vrij van de staven 8. De vrij gekomen positieve koperionen mengen zich in het zeewater en worden met de zeewaterstroming meegevoerd door de beun 2. Door de 25 opgeloste koperionen wordt een toxische omgeving in de beun 2 gecreëerd. Deze toxische omgeving belemmert de biologische (aan)groei in de beun 2 en op de beunkoeler 2.
In de beun 2 zijn verder drie stalen strippen 18 opgesteld. Deze strippen 18 worden gedragen door de dragers 21, waarbij isolatiemateriaal 30 19 ervoor zorgt dat elke strip 18 op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte 7 van aardingsdelen 21, 3 en 4 van de beun 2 is opgesteld. In het getoonde voorbeeld zijn de twee staven 8 en de drie strippen 18 zodanig opgesteld dat zich aan weerszijden van elke staaf 8 telkens een strip 18 bevindt. Opgemerkt wordt dat in plaats van de drie strippen 18 ook andere aantallen 5 en vormen van metaalhoudende elementen kunnen worden toegepast. Ook kunnen dergelijke elementen op andere wijzen in de beun 2 georiënteerd, op gehangen en elektrisch geïsoleerd ten opzichte van aardingsdelen van de beun 2 zijn. Tijdens de genoemde koperoplossende bedrijfstoestand van het systeem fungeren de in de beun 2 opgestelde metaalhoudende elementen 18 10 als kathode.
Het systeem omvat verder een tweede stroomverbinding 12 die een elektrische aansluiting op een niet getoonde stroombron, alsmede elektrische aansluitingen op de stalen strippen 18 heeft. Ook omvat het systeem nog een derde stroomverbinding 14 die dient voor het tot stand 15 brengen van een aardingsverbinding met aardingsdelen 3, 4, 21 van de beun 2. De regeleenheid 7 is ingericht voor het onderling wisselen tussen genoemde koperoplossende bedrijfstoestand en een ontkalkende bedrijfstoestand van het systeem en voor het in de ontkalkende bedrijfstoestand via de tweede stroomverbinding 12 op een anodische 20 potentiaal instellen van de stalen strippen 18. Het genoemde wisselen tussen genoemde bedrijfstoestanden kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door het door de regeleenheid 7 onderling ompolen van op een gelijkstroombron aangesloten elektrische aansluitingen van de eerste stroomverbinding 11 en de tweede stroomverbinding 12 .
25 In genoemde ontkalkende bedrijfstoestand ontkalken de stalen strippen 18 als gevolg van een optredende anodische reactie aan de stalen strippen 18, te weten de anodische reactie: 2Fe —> 2Fe2+ + 4e\ Meer algemeen kunnen in plaats van een of meer stalen strippen 18 een of meer metaalhoudende elementen worden toegepast. In dat geval gaat metaal (M) 30 van de metaalhoudende elementen in oplossing volgens de anodische 8 reactie: Μ —* Mn+ + ne-. Doordat het metaal (bijvoorbeeld ijzer Fe) van het metaalhoudend element aan het oppervlak in oplossing gaat en een oxide vormt, onthecht dit zich en neemt in volume toe om samen met de afge zette kalklaag door de waterstroming mee gevoerd te worden.
5 Tijdens genoemde ontkalkende bedrijfstoestand fungeren de koperhoudende staven 8 elk als kathoden. Aan de koperhoudende staven 8 treedt dan de volgende kathodische reactie op: O2 + 2H2O + 4e- —» 40H\ Bij het tijdens genoemde ontkalkende bedrijfstoestand op een anodische potentiaal instellen van de stalen strippen 18 verhindert het 10 isolatiemateriaal 19 een ongeregelde elektrische verbinding tussen de stalen strippen 18 en de aardingsdelen 21, 3 en 4 van de beun 2.
Om te voorkomen dat zoutbruggen ontstaan tussen delen van de stalen strippen 18 en/of de aardingsdelen 3, 4, 21 en/of de koperhoudende staven 8, is gebleken dat het voordelig is wanneer de stalen strippen en de 15 koperhoudende staven zodanig ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de aardingsdelen zijn opgesteld dat de lengte van de kortste “elektrische” afstanden tussen een stalen strip en een aardingsdeel, tussen een stalen strip en een koperhoudende staaf en tussen een aardingsdeel en een koperhoudende staaf telkens ten minste 20 millimeter bedraagt.
20 Verwezen wordt nu naar Figuur 2 welke figuur een voorbeeld toont van bij een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding toegepaste, door de regeleenheid 7 ingestelde stroomsterkten I, weergegeven in Ampère, als functie van de tijd T, weergegeven in minuten.
In Figuur 2 wordt met een positieve stroomsterkte I de 25 stroomsterkte aangegeven van de elektrische gelijkstroom door de tijdens koperoplossend bedrijf van het systeem op een anodische potentiaal ingestelde koperhoudende staven 8. Met een negatieve stroomsterkte I wordt de stroomsterkte aangegeven van de elektrische gelijkstroom door de tijdens ontkalkend bedrijf van het systeem op een anodische potentiaal 30 ingestelde stalen strippen 18.
9
In het in Figuur 2 getoonde voorbeeld wordt de stroomsterkte I gedurende elk van opeenvolgende aaneengesloten tijdsintervallen telkens op een constante waarde ingesteld, waarbij de ingestelde constante waarde bij overgang van een dergelijk tijdsinterval naar een volgend dergelijk 5 tijdsinterval steeds stapsgewijs verspringt. In bet getoonde voorbeeld zijn de betreffende ingestelde constante waarden II = +1.5 Ampère, 12 = +0.5 Ampère, 13 = +2.5 Ampère en 14 = -2.5 Ampère. Hierna wordt II ook wel hoge stroomsterkte genoemd, 12 lage stroomsterkte en 13 extra hoge stroomsterkte. In het voorbeeld is de duur van de tijdsintervallen waarin de 10 waarden II, 12 en 14 zijn ingesteld steeds 15 minuten en is de duur van de tijdsintervallen waarin de waarde 13 is ingesteld steeds 30 minuten.
In het voorbeeld worden in een koperoplossende bedrijfsperiode van 705 minuten eerst een aantal malen afwisselend de hoge en lage stroomsterkten II en 12 ingesteld en wordt vervolgens de extra hoge 15 stroomsterkte 13 ingesteld. De hoge stroomsterkte II wordt geacht voldoende hoog te zijn om voldoende ionair koper te genereren om maritieme aangroei te weren, bijvoorbeeld om te voorkomen dat een zeepok zich vastzet. Omdat bij een lagere stroomsterkte minder kalkopbouw plaatsvindt, wordt de hoge stroomsterkte II afgewisseld met de lage 20 stroomsterkte 12. De duur van de tijdsintervallen waarin de lage stroomsterkte 12 is ingesteld (in het voorbeeld 15 minuten) is afgestemd op de minimale tijd die nodig is voor bijvoorbeeld een zeepok om zich vast te zetten. Door de afwisseling van de hoge en lage stroomsterkten krijgen bijvoorbeeld zeepokken aldus geen kans zich vast te zetten, terwijl 25 kalkopbouw wordt bestreden. Ten opzichte van een situatie waarin naast de hoge stroomsterkte II geen lage stroomsterkte 12 wordt toegepast, biedt de toepassing van de lage stroomsterkte 12 verder het voordeel dat de hoeveelheid op geloste koper wordt gereduceerd, waardoor de koperhoudende staven 8 minder snel vervangen hoeven te worden.
10
Meer in het algemeen, is het voordelig dat tijdens de koperoplossende stap de koperhoudende staven 8 zodanig op een anodische potentiaal ingesteld worden dat tijdens de koperoplossende stap perioden met door de koperhoudende staven 8 optredende hoge stroomsterkten II en 5 perioden met door de koperhoudende staven 8 optredende lage stroomsterkten 12 elkaar afwisselen.
Geschikte waarden voor laatstgenoemde hoge stroomsterkten II kunnen bepaald worden in afhankelijkheid van het totale koeloppervlak van de beunkoeler. Zo kan bijvoorbeeld in sommige omstandigheden een hoge 10 stroomsterkte II van circa 3.0 Ampère geschikt zijn voor een totaal koeloppervlak van de beunkoeler van circa 100 vierkante meter, terwijl in vergelijkbare omstandigheden een hoge stroomsterkte II van circa 0.3 Ampère geschikt kan zijn voor een totaal koeloppervlak van de beunkoeler van circa 10 vierkante meter. Gebleken is dat laatstgenoemde lage 15 stroomsterkten 12 bij voorkeur tussen 20% en 40% van de hoge stroomsterkten II bedragen.
In het voorbeeld wordt de koperoplossende bedrijfsperiode afgesloten met een ingestelde extra hoge stroomsterkte 13 gedurende een tijdsinterval van 30 minuten ("boost-periode"). Na afloop van deze 20 boostperiode vangt de ontkalkende bedrijfsperiode aan, waarin gedurende 15 minuten de negatieve stroomsterkte 14 wordt ingesteld. Een voordeel van het toepassen van de boostperiode voorafgaand aan de ontkalkende bedrijfsperiode is, dat tijdens de boostperiode de maritieme aangroei nog eens extra sterk geweerd wordt om te voorkomen dat in de ontkalkende 25 bedrijfsperiode waarin geen koper wordt opgelost de maritieme aangroei zich te snel zou kunnen ontwikkelen.
Meer in het algemeen, is het voordelig dat tijdens de koperoplossende stap de koperhoudende staven 8 zodanig op een anodische potentiaal ingesteld worden dat de koperoplossende stap een boostperiode 30 omvat met door de koperhoudende staven 8 optredende extra hoge 11 stroomsterkten 13 ten opzichte van genoemde hoge stroomsterkten. Daarbij is gebleken dat laatstgenoemde extra hoge stroomsterkten 13 bij voorkeur tussen 130% en 200% van de hoge stroomsterkten II bedragen. Voorts is het dan voordelig dat de ontkalkende stap aansluit op een van de perioden met 5 door de koperhoudende staven 8 optredende hoge stroomsterkten dan wel op de boostperiode, bij voorkeur op de laatstgenoemde boostperiode. Daarbij is gebleken dat de tijdens de ontkalkende stap toegepaste negatieve stroomsterkten 14 bij voorkeur tussen minus 130% en minus 200% van de hoge stroomsterkten II bedragen.
10 Na afloop van de ontkalkende bedrijfsperiode vangt de koperoplossende bedrijfsperiode weer aan, bij voorkeur met een ingestelde hoge stroomsterkte II, zoals in het voorbeeld, of met een ingestelde extra hoge stroomsterkte 13. Een voordeel van het toepassen van de hoge of de extra hoge stroomsterkte aansluitend op de afloop van de ontkalkende 15 bedrijfsperiode is, dat aldus de maritieme aangroei versterkt geweerd wordt als tegenwicht tegen de voorafgaande ontkalkende bedrijfsperiode waarin geen koper werd opgelost en de maritieme aangroei zich te snel ontwikkeld zou kunnen hebben. Ook de duur van de tijdsintervallen waarin de stroomsterkte 14 is ingesteld (in het voorbeeld 15 minuten) is afgestemd op 20 de minimale periode die nodig is voor bijvoorbeeld een zeepok om zich vast te zetten.
De regeleenheid van een systeem volgens de uitvinding, zoals de regeleenheid 7 van het systeem dat aan de hand van Figuur 1 werd beschreven, kan zijn ingericht voor het uitvoeren van werkwijzen volgens de 25 uitvinding die bovenstaand aan de hand van Figuur 2 werden beschreven.
Voorts is van belang dat de beunkoeler 1 c.q. de aardingsdelen 3, 4, 21 van de beun 2 beschermd worden tegen corrosie. Hiertoe is van belang dat een goed aangebrachte conservering aangevuld wordt met kathodische bescherming. Het tot hiertoe beschreven systeem voor het bestrijden van 30 biologische aangroei kan tevens ingericht zijn om in bedrijf ten behoeve van 12 genoemde kathodische bescherming het potentiaalverschil tussen het (zee)water en de beunkoeler c.q. de aardingsdelen naar ingestelde waarden te regelen. Laatstgenoemde regeling voorkomt dan tevens dat genoemd potentiaalverschil te groot wordt, in welk geval een verhoogd risico van 5 kalkvorming op de beunkoeler c.q. de beun zou ontstaan.
Hiertoe is het in Fig. 1 getoonde systeem voorzien van een referentiecel 20 die in bedrijf het genoemde potentiaalverschil meet en is de regeleenheid 7 ingericht om te voorkomen dat een ingesteld maximaal toelaatbaar potentiaalverschil tussen het (zee)water en de beunkoeler c.q.
10 de aardingsdelen niet overschreden wordt. In het voorbeeld van Fig. 1 is de referentiecel 20 aangebracht aan een schot 4 van de beun 2. De referentiecel 20 is via een communicatieve verbinding 15 verbonden met de regeleenheid 7. Het systeem omvat een geregelde schakeling die, telkens zodra het door de referentiecel 20 gemeten potentiaalverschil het ingestelde maximum of 15 een ingesteld minimum dreigt te overschrijden c.q. onderschrijden, tijdelijk stroom naar de aardingsdelen 21, 3 en 4 van de beun 2 geleidt, c.q deze onderbreekt, zodat het potentiaalverschil tussen het (zee)water en de beunkoeler c.q. de aardingsdelen optimaal wordt gemaakt en het ingestelde maximum potentiaalverschil niet overschreden wordt. Deze tijdelijke stroom 20 wordt afgenomen uit het stroomkringcircuit dat de stalen strippen 18 en de koperhoudende platen 8 elektrisch met elkaar verbindt, in het getoonde voorbeeld via de eerste en tweede stroomverbindingen 11 en 12. De geregelde schakeling kan bijvoorbeeld een in de regeleenheid 7 ondergebrachte schakelaar 22 omvatten die in afhankelijkheid van het door 25 de referentiecel 20 gemeten potentiaalverschil een verbinding tussen de tweede stroomverbinding 12 en de derde (aardings)stroomverbinding 14 tot stand brengt dan wel opheft.
Verder kan de referentiecel 20 een temperatuursensor omvatten, zodat gemeten temperaturen doorgegeven kunnen worden aan de 30 regeleenheid 7. Communicatief met de regeleenheid 7 verbonden 13 temperatuursensoren kunnen ook op andere plaatsen in de beun 2 voorzien zijn, bijvoorbeeld geïntegreerd in de koperhoudende staven 8. De door dergelijke temperatuursensoren gemeten temperaturen kunnen bijvoorbeeld ter registratie in een electronisch geheugen opgeslagen worden, zodat 5 achteraf gekeken kan worden welke temperaturen op plaatsen in de beun 2 hebben geheersd. Ook kunnen de gemeten temperaturen gebruikt worden door de regeleenheid voor het in afhankelijkheid van de temperaturen regelen van de ingestelde stroomsterkten en/of de bovengenoemde ingestelde waarde van het potentiaalverschil tussen het (zee)water en de 10 beunkoeler c.q. de wanden van de beun. Op deze wijze kan dan rekening gehouden worden met de temperatuurafhankelijkheid van het risico van kalkvorming. Zo is het bijvoorbeeld bekend dat het risico van kalkvorming siginificant toeneemt bij temperaturen boven de 60 graden Celcius, terwijl tevens bekend is dat de kans op maritieme aangroei bij dit soort 15 temperaturen significant afneemt.
Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. Zo kan de regeleenheid diverse regelcomponenten omvatten, waarvan individuele 20 regelcomponenten of groepen van regelcomponenten in een gezamenlijke behuizing of in meerdere behuizingen al dan niet direct of indirect communicatief met elkaar verbonden zijn. Verder zijn vele variaties mogelijk in bijvoorbeeld het aantal van de verschillende ingestelde stroomsterkten, in de waarden van de verschillende ingestelde 25 stroomsterkten en in de duur van de verschillende tijdsintervallen waarin de verschillende stroomsterkten worden toegepast. Voorts is het mogelijk tijdens de koperoplossende bedrijfstoestanden meer of minder vaak boostperiodes toe te passen. Dergelijke en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de 30 bijgevoegde conclusies.
1032531

Claims (15)

1. Werkwijze voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment (2) geplaatste beunkoeler (1), omvattende een koperopiossende stap, waarbij, ter bestrijding van biologische aangroei als gevolg van in het compartiment aanwezig (zee)water, een koperhoudend 5 element (8) dat op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van aardingsdelen (3, 4, 21) van het compartiment in het compartiment is op gesteld via een eerste stroomverbinding (11) op een anodische potentiaal ingesteld wordt, waarbij positieve koperionen (17) vrij komen van het koperhoudend element (8) en waarbij een in het compartiment opgesteld 10 metaalhoudend element (18) als kathode fungeert, met het kenmerk, dat de werkwijze voorts een de koperopiossende stap afwisselende ontkalkende stap omvat, tijdens welke ontkalkende stap het metaalhoudend element (18) dat op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van aardingsdelen (3, 4, 21) van het compartiment in het compartiment is opgesteld via een tweede 15 stroomverbinding (12) op een anodische potentiaal ingesteld wordt, waarbij het metaalhoudend element (18) ontkalkt als gevolg van een optredende anodische reactie aan het metaalhoudend element en waarbij het koperhoudend element (8) als kathode fungeert.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende het meten van een potentiaalverschil tussen het (zee)water en de beunkoeler (1) c.q. de aardingsdelen (3, 4, 21), het in afhankelijkheid van het gemeten potentiaalverschil op geregelde wijze afnemen van elektrische stroom uit een stroomkringcircuit (11,12) dat het koperhoudend element (8) en het 25 metaalhoudend element (18) elektrisch met elkaar verbindt, alsmede het op geregelde wijze geleiden van de afgenomen stroom naar de aardingsdelen. 1032531
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij tijdens de koperoplossende stap het koperhoudend element (8) zodanig op een anodische potentiaal ingesteld wordt dat tijdens de koperoplossende stap perioden met door het koperhoudend element optredende hoge 5 stroomsterkten (II) en perioden met door het koperhoudend element optredende lage stroomsterkten (12) elkaar afwisselen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij genoemde lage stroomsterkten (12) tussen 20% en 40% van de hoge stroomsterkten (II) 10 bedragen.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij tijdens de koperoplossende stap het koperhoudend element (8) zodanig op een anodische potentiaal ingesteld wordt dat de koperoplossende stap een 15 boostperiode omvat met door het koperhoudend element optredende extra hoge stroomsterkten (13) ten opzichte van de hoge stroomsterkten (II).
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij genoemde tijdens de boostperiode optredende extra hoge stroomsterkten (13) tussen 130% en 20 200% van de hoge stroomsterkten (II) bedragen.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 3 t/m 6, waarbij de ontkalkende stap aansluit op een van de perioden met door het koperhoudend element (8) optredende hoge stroomsterkten (II). 25
8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij de ontkalkende stap aansluit op de boostperiode.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 3 t/m 8, waarbij een van de perioden met door het koperhoudend element (8) optredende hoge stroomsterkte (II) op de ontkalkende stap aansluit.
10. Werkwijze volgens een der conclusies 5, 6 of 8, waarbij de boostperiode op de ontkalkende stap aansluit.
11. Systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment (2) geplaatste beunkoeler (1), welk systeem een regeleenheid 10 (7) omvat die is ingericht voor het in een koperoplossende bedrijfstoestand van het systeem via een eerste stroom verbinding (11) van het systeem op een anodische potentiaal instellen van een koperhoudend element (8) dat op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van aardingsdelen (3, 4, 21) van het compartiment in het compartiment is opgesteld, in welke koperoplossende 15 bedrijfstoestand, ter bestrijding van biologische aangroei als gevolg van in het compartiment aanwezig (zee)water, positieve koperionen vrij komen van het koperhoudend element (8) en een in het compartiment opgesteld metaalhoudend element (18) als kathode fungeert, met het kenmerk, dat in bedrijf het metaalhoudend element (18) op elektrisch geïsoleerde wijze 20 ten opzichte van aardingsdelen (3, 4, 21) van het compartiment in het compartiment is opgesteld en dat de regeleenheid (7) voorts is ingericht voor het onderling wisselen tussen de koperoplossende bedrijfstoestand en een ontkalkende bedrijfstoestand van het systeem en voor het in de ontkalkende bedrijfstoestand via een tweede stroomverbinding (12) van het systeem op 25 een anodische potentiaal instellen van het metaalhoudend element (18), in welke ontkalkende bedrijfstoestand het metaalhoudend element ontkalkt als gevolg van een optredende anodische reactie aan het metaalhoudend element en het koperhoudend element (8) als kathode fungeert.
12. Systeem volgens conclusie 11, verder omvattende een communicatief met de regeleenheid (7) verbonden referentiecel (20) voor het meten van een potentiaalverschil tussen het (zee)water en de beunkoeler (1) c.q. de aardingsdelen (3, 4, 21), alsmede een geregelde schakeling (22) voor 5 het in afhankelijkheid van een door de referentiecel gemeten potentiaalverschil afnemen van elektrische stroom uit een stroomkringcircuit (11, 12) dat het koperhoudend element (8) en het metaalhoudend element (18) elektrisch met elkaar verbindt en voor het geleiden van de afgenomen stroom naar de aardingsdelen. 10
13. Samenstel van een beunkoeler (1) en een systeem volgens conclusie 11 of 12.
14. Vaartuig voorzien van een samenstel volgens conclusie 13. 15
15. Werkwijze voor het installeren van een systeem volgens conclusie 11 of 12, waarbij het metaalhoudend element (18) op elektrisch geïsoleerde wijze ten opzichte van de aardingsdelen (3, 4, 21) van het compartiment (2) in het compartiment wordt geplaatst en de tweede stroomverbinding (12) 20 wordt aangesloten op het metaalhoudend element. 1032531
NL1032531A 2006-09-18 2006-09-18 Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem. NL1032531C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032531A NL1032531C2 (nl) 2006-09-18 2006-09-18 Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.
PCT/NL2007/050456 WO2008035969A2 (en) 2006-09-18 2007-09-18 Method and system for controlling biological growth on a bin cooler placed in a compartment
EP07808587A EP2069704A2 (en) 2006-09-18 2007-09-18 Method and system for controlling biological growth on a bin cooler placed in a compartment

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032531 2006-09-18
NL1032531A NL1032531C2 (nl) 2006-09-18 2006-09-18 Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032531C2 true NL1032531C2 (nl) 2008-03-19

Family

ID=37965019

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032531A NL1032531C2 (nl) 2006-09-18 2006-09-18 Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2069704A2 (nl)
NL (1) NL1032531C2 (nl)
WO (1) WO2008035969A2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2015040096A1 (en) * 2013-09-19 2015-03-26 Corrosion & Water Control Shared Services B.V. Heat exchanger for a vessel with anti-fouling system

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6609336A (nl) * 1965-07-05 1967-01-06
NL1013224C2 (nl) * 1999-10-06 2001-04-09 Bloksma B V Beunkoeler.
NL1017403C2 (nl) * 2001-02-19 2002-08-20 Bloksma B V Beunkoeler.
NL1025078C2 (nl) * 2003-12-19 2005-06-21 Pahebo Beheer B V Beunkoeler.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6609336A (nl) * 1965-07-05 1967-01-06
NL1013224C2 (nl) * 1999-10-06 2001-04-09 Bloksma B V Beunkoeler.
NL1017403C2 (nl) * 2001-02-19 2002-08-20 Bloksma B V Beunkoeler.
NL1025078C2 (nl) * 2003-12-19 2005-06-21 Pahebo Beheer B V Beunkoeler.

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008035969A2 (en) 2008-03-27
WO2008035969A3 (en) 2008-07-17
EP2069704A2 (en) 2009-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2300638B1 (en) A marine surface vessel and a method for a sacrificial anode in a marine construction
US6871014B2 (en) Water treatment system and water heater with cathodic protection and method
US9045834B2 (en) Sacrificial anode
TW201923153A (zh) 用於在船上使用的電解除生物劑生成系統
EP2812287B1 (en) Electrode for electrochemical abatement of chemical oxygen demand of industrial wastes
NL1032531C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het bestrijden van biologische aangroei op een in een compartiment geplaatste beunkoeler; samenstel van een beunkoeler en een dergelijk systeem; vaartuig voorzien van een dergelijk samenstel; alsmede werkwijze voor het installeren van een dergelijk systeem.
CN103189319A (zh) 压载水处理系统以及压载水处理方法
CN1356946A (zh) 避免在船舶和近海石油平台等的船舱和海水系统中有机体生长的方法和装置
JPH0146595B2 (nl)
JP3523864B1 (ja) 水処理方法、及び水処理装置
Młynarczak Box coolers as an alternative to existing cooling systems
JP2007076495A (ja) 船舶防食における水中電界の低減法
US1512557A (en) mills
JP2006219708A (ja) 塩化第二鉄による銅エッチング劣化液の電解再生方法及びその電解再生装置
JP5162759B2 (ja) 船舶のuep低減方法及び装置
JP5217001B2 (ja) 船体のuep低減方法及び装置
WO2013131574A1 (en) Subsea processing
JP2004176088A (ja) プレート型熱交換器およびその防汚装置
EP1700015B1 (en) Well cooler
JP2014185373A (ja) 電気ニッケルめっき液中の希土類不純物の除去装置
JP2019211148A (ja) 冷却装置
JP2005248257A (ja) 金属構造物の防汚・防食装置及び防汚・防食装置通電方法
EP1999299B1 (en) Electro-chemical method in an enrichment process
NL1021789C2 (nl) Anti-fouling inrichting.
EP2591142B1 (en) Method and arrangement for depositing a metal coating

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171001