NL1017403C2 - Beunkoeler. - Google Patents

Description

Beunkoeler

De uitvinding heeft betrekking op een beunkoeler voor het koelwater van een scheepsmotor, omvattende koelpij-pen door welke het koelwater leidbaar is, een pijpenplaat waarop de koelpijpen zijn gemonteerd, en een waterkast aan de 5 van de koelpijpen afgekeerde zijde van de pijpenplaat, welke waterkast aansluitstompen heeft voor aanvoer en afvoer van het koelwater.

Een dergelijke beunkoeler is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-1013224 10 ten name van aanvraagster.

Een probleem van de bekende beunkoeler dat zich reeds voordoet sinds haar introductie circa 40 jaar geleden, is dat van vervuiling door aangroei van bioflora. Genoemd kunnen worden: schaaldieren, mosselen, zeewier, algen en der-15 gelijke. Teneinde deze bioflora tegen te gaan zijn in de loop der tijd diverse maatregelen voorgesteld, zoals het chloreren van het milieu, waarin de beunkoeler is geplaatst, het toepassen van ultrageluid, maar ook het plaatsen van een kopera-node in de ruimte waar de beunkoeler is geplaatst.

20 Het probleem doet zich daarbij echter voor dat de ruimte waarbinnen de beunkoeler geplaatst wordt en welke zich achter de scheepshuid bevindt, beperkt is, terwijl bovendien de plaatsing van een anode in deze ruimte bezwaren heeft, . doordat deze afzonderlijke anode montageproblemen en lekkage 25 kan opleveren. De anode bevindt zich immers in een zeemilieu, terwijl de voeding van de anode vanuit het schip moet plaatsvinden, zodat althans de voedingslijnen door de scheepswand moeten worden gevoerd.

Met de uitvinding is beoogd een beunkoeler van de in 30 de aanhef bedoelde soort te verschaffen, waarbij het vervui-lingsprobleem wordt tegengegaan, terwijl het genoemde ruimteen lekkageprobleem wordt vermeden.

De beunkoeler volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt, dat geïntegreerd in de beunkoeler aan de 35 neuszijde van de koelpijpen, verwijderd van de pijpenplaat, een rek is gemonteerd dat een kathode en tenminste een koper- 10 1 740 3 i 2 anode omvat.

Op deze wijze bieden de kathode en de koperanode tijdens bedrijf een effectieve bescherming tegen de uit de stand van de techniek bekende biovervuiling, terwijl de beun-5 koeler als geïntegreerd apparaat in de daarvoor beschikbare ruimte van het schip kan worden geplaatst zonder daarbij additionele lekkagerisico's op te leveren.

Voor het bereiken van de hiervoor toegelichte doelstelling van de uitvinding is met name bevorderlijk dat de 10 beunkoeler voorzien is van voedingslijnen voor de kathode en de tenminste ene koperanode welke door of tussen de koelpij-pen verlopen en door de pijpenplaat zijn gevoerd, waarbij deze op of nabij de waterkast elektrisch gekoppeld zijn met aansluitpunten voor een spanningsbron.

15 Voor het terugdringen van de onderhoudskosten van het schip ten gevolge van onderhoud dat de beunkoeler behoeft, is het wenselijk dat deze voorzien is van een aantal koperanodes, welk aantal is voorafbepaald in afhankelijkheid van het tijdens bedrijf door de koperanodes te voeren ampèra-20 ge en een gewenste levensduur van de koperanodes.

Het is overigens wenselijk dat het rek is uitgevoerd met scharnierbare armen, teneinde het rek ten behoeve van anodevervanging te kunnen openen en sluiten. Dit vergemakkelijkt in hoge mate het eventueel toch uit te voeren onderhoud 25 aan de beunkoeler, voor zover het de vervanging van anodes betreft.

De uitvinding zal nu nader wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

De tekening toont in figuur 1 in zijaanzicht een 30 schip en in een detail van dit schip een in de wand daarvan geplaatste beunkoeler volgens de stand van de techniek.

Figuur 2 toont een zijaanzicht, alsmede in een de-tailweergave de beunkoeler volgens de uitvinding.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers 35 verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar figuur 1 wordt in zijaanzicht een schip 1 getoond en in detail in doorsnede een in het schip 1 geplaatste beunkoeler. In de scheepswand ongeveer 1017403 3 ter plaatse van de omcirkeling 2, is een beunkoeler 3 opgenomen. Deze beunkoeler 3 is geplaatst in een ten gevolge van schotten 4 en 5 waterdichte ruimte achter de scheepshuid 6. Zeewater heeft vrij toegang tot de door de schotten 4 en 5 en 5 scheepshuid 6 begrensde ruimte via de openingen 7 en 8. De beunkoeler 3 is voorzien van aansluitstompen 9 en 10 voor aanvoer, respectievelijk afvoer van koelwater naar de niet getoonde scheepsmotor. Deze aansluitstompen 9 en 10 maken deel uit van een waterkast 11, die aansluit op een pijpen-10 plaat 12. Op deze pijpenplaat 12 zijn de koelpijpen 13 gemonteerd die doorstroomd worden door het via de aansluitstompen 9 en 10 aan en afgevoerde koelwater.

De voorgaande beschrijving van de beunkoeler volgens de stand van de techniek heeft tevens betrekking op de beun-15 koeler volgens de uitvinding zoals deze is getoond in figuur 2.

Verder is in figuur 2 getoond dat geïntegreerd in de beunkoeler 3 aan de neuszijde 14 van de koelpijpen 13, dat wil zeggen verwijderd van de pijpenplaat 12, een rek 15 is 20 gemonteerd dat een kathode 16 en tenminste een koperanode 17, 18 omvat. Hoewel figuur 2, twee koperanodes 17, 18 toont, dient er ten minste één koperanode te worden toegepast. Ook kunnen meer dan één of twee koperanodes worden toegepast, één en ander afhankelijk van de gewenste maximale standtijd van 25 de beunkoeler 3. De kathode 16 kan van ieder daarvoor ge-. schikt materiaal zijn gevormd, bijvoorbeeld staal.

De beunkoeler 3 kan ten behoeve van de voeding van de kathode 16 en de koperanodes 17, 18 op voor de vakman op zichzelf bekende wijze voorzien zijn van voedingslijnen die 30 de aansluiting van de kathode 16 en de koperanode 17, 18 op een spanningsbron verzorgen. Eén en ander is bij voorkeur zo uitgevoerd dat deze voedingslijnen verlopen door of tussen de koelpijpen 13 en door de pijpenplaat 12, waarbij op of nabij de waterkast 11, elektrische aansluitpunten zijn voorzien 35 voor een spanningsbron. Dit is voor de vakman geheel duidelijk zodat dit niet nader behoeft te worden toegelicht.

Het rek 15 is bij voorkeur uitgevoerd met scharnier-bare armen 19 en 20, zodat op eenvoudige wijze het rek 15 ten 1017403 » · 4 behoeve van de vervanging van koperanodes 17, 18 geopend en weer gesloten kan worden.

Opgemerkt wordt dat het getoonde uitvoeringsvoor-beeld bedoeld is ter toelichting van de navolgende conclusies 5 en derhalve niet de intentie heeft om de beschermingsomvang van deze conclusies in enig opzicht te beperken.

1017403

Claims (4)

1. Beunkoeler (3) voor het koelwater van een scheepsmotor, omvattende koelpijpen (13) door welke het koelwater leidbaar is, een pijpenplaat (12) waarop de koelpijpen (13) zijn gemonteerd, en een waterkast (11) aan de van de 5 koelpijpen (13) afgekeerde zijde van de pijpenplaat (12), welke waterkast (11) aansluitstompen (9, 10) heeft voor aanvoer en af voer van het koelwater, met het kenmerk, dat geïntegreerd in de beunkoeler (3) aan de neus zij de (14) van de koelpijpen (13), verwijderd van de pijpenplaat (12), een rek 10 (15) is gemonteerd dat een kathode (16) en tenminste een ko- peranode (17, 18) omvat.

2. Beunkoeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beunkoeler voorzien is van voedingslijnen voor de kathode en de tenminste ene koperanode welke door of tussen de 15 koelpijpen (13) verlopen en door de pijpenplaat (12) zijn gevoerd, waarbij deze op of nabij de waterkast (11) elektrisch gekoppeld zijn met aansluitpunten voor een spanningsbron.

3. Beunkoeler volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het rek (15) is uitgevoerd met scharnierbare armen 20 (19, 20), teneinde het rek ten behoeve van anodevervanging te kunnen openen en sluiten.

4. Beunkoeler volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat voorzien is van een aantal koperanodes, welk aantal is voorafbepaald in afhankelijkheid van het tijdens 25 bedrijf door de koperanodes te voeren ampèrage en een gewenste levensduur van de koperanodes. 1017403