NL1032049C2 - Inrichting en werkwijze voor gebruik bij dierhouderijen voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor gebruik bij dierhouderijen voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren.

5 BESCHRIJVING;

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor gebruik bij 10 dierhouderij en voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor gebruik bij pelsdierhouderijen.

Stand van de techniek.

15

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend. De bekende inrichting heeft een aantal naar een centrale afvoerbuis aflopende mestgoten die onder de dierverblijven doorlopen. De ontlasting van de dieren, zowel vaste uitwerpselen als urine valt in de mestgoten en wordt door op de mestgoten aanwezige inrichtingen met schuiven 20 gezamenlijk naar de afvoerbuis geschoven. De vaste uitwerpselen en de urine vermengen zich met elkaar waardoor een reactie tussen beide optreedt die stank veroorzaakt.

Samenvatting van de uitvinding.

25 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van de in de aanhef omschreven soort die eenvoudiger en daardoor ook goedkoper is dan de bekende inrichting. Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de inrichting een bunkervoertuig omvat dat langs een vooraf aangegeven baan verplaatsbaar is langs kopse einden van rijen van dierenverblijven, alsmede een pendelvoertuig dat op en van het 30 bunkervoertuig gereden kan worden en door het bunkervoertuig verplaatst kan worden, en welk pendelvoertuig verplaatsbaar is vanaf de genoemde baan langs de in de rijen aanwezige dierenverblijven en terug. In plaats van dat elke mestgoot over de hele lengte is 1032049- 2 voorzien van een inrichting met beweegbare schuiven om de mest af te voeren, hetgeen bij de bekende inrichting het geval is, is de inrichting volgens de uitvinding uitgerust met een langs de mestgoten verplaatsbaar pendelvoertuig voor het ophalen van mest. De goten hoeven hierdoor niet van beweegbare schuiven te zijn voorzien waardoor kosten bespaard 5 kunnen worden. Slechts één pendelvoertuig hoeft voorzien te worden van schuiven of schrapers voor het verzamelen van mest. Dit is een eenvoudigere en goedkopere inrichting dan de bekende inrichting.

Bij voorkeur omvat het bunkervoertuig een hoofdcontainer en het pendelvoertuig een verzamelcontainer voor tijdelijke opslag van voer of mest, en bij 10 voorkeur is het pendelvoertuig voorzien van middelen voor het vullen van de verzamelcontainer met voedsel uit de hoofdcontainer van het bunkervoertuig respectievelijk ledigen van de verzamelcontainer in de hoofdcontainer. Het pendelvoertuig kan hiertoe bijvoorbeeld op of onder het bunkervoertuig gereden worden tot boven respectievelijk onder de hoofdcontainer.

15 Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, die vooral gunstig is bij het ophalen van mest uit mestgoten, is gekenmerkt, doordat de inrichting voorts een geleiderad omvat die de baan aangeeft waarlangs het bunkervoertuig verplaatsbaar is, welke geleiderad loopt langs kopse kanten van pelsdierverblijven, en dat de inrichting mestgoten omvat die aanwezig zijn onder de pelsdierverblijven, waarbij het 20 pendelvoertuig verplaatsbaar is over en geleid wordt door de mestgoten.

Om te voorkomen dat de geleiderad hinderlijk aanwezig is buiten de tijden dat het bunkervoertuig langs de rail rijdt, is de geleiderad bij voorkeur op pennen bevestigd die in en uit, in de grond aanwezige, bussen verplaatsbaar zijn.

Om de stankvorming bij de dierenverblijven tegen te gaan, is een verdere 25 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de mestgoten elk een scheidingsplaat omvatten die op afstand boven de bodem van de goot aanwezig is en dat de mestgoten in lengterichting hellend verlopen. Tijdens bedrijf loopt de urine hierbij van de scheidingsplaat af en komt in de goot onder de scheidingsplaat terecht waar de urine wegstroomt. De vaste uitwerpselen vallen op de plaat en worden om de zoveel tijd door het 30 pendelvoertuig weggehaald. De urine is hierdoor slechts kortstondig met de vaste uitwerpselen in contact waardoor de stank veroorzakende reactie tussen urine en uitwerpselen slecht in zeer geringe mate kan optreden. De afscheidingsplaat is hierbij bij 3 voorkeur hellend opgesteld om ervoor te zorgen dat de urine sneller van de plaat afloopt en in een gesloten opslag komt.

Bij voorkeur heeft de scheidingsplaat een convexe vorm waarbij de bolle zijde naar boven is gericht. Voorts kan de scheidingsplaat voorzien zijn van gaten voor het 5 doorlaten van urine.

Om de vaste uitwerpselen goed te kunnen verwijderen, omvat het pendelvoertuig bij voorkeur schraapmiddelen voor het schoonschrapen van de mestgoten en/of scheidingsplaten.

Een voor het automatisch voeren van dieren in dierenverblijven gunstige 10 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het pendelvoertuig is voorzien van geleidingswielen die aan weerszijden van het voertuig aanwezig zijn en waarvan loopvlakken verticaal zijn gericht om contact te maken met zijwanden van twee parallelle en op afstand van elkaar aanwezige rijen dierenverblijven. Hierdoor hoeven tussen de rijen dierenverblijven geen extra geleiderail aanwezig te zijn 15 maar kan gebruik gemaakt worden van de wanden van de dierenverblijven die op deze wijze als geleiding dienst kunnen doen.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de inrichting een camera of geluidsensor omvat die op het pendelvoertuig aanwezig is voor het inspecteren van de dieren.

20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren. Voort wat betreft de werkwijze is de uitvinding gekenmerkt, doordat een van een hoofdcontainer voorzien bunkervoertuig met daarop een van een verzamelcontainer voorzien pendelvoertuig automatisch langs kopse einden van rijen van dierenverblijven verplaatst wordt en nabij het kopse einde van 25 elke rij of van elk paar rijen gedurende enige tijd stilstaat, tijdens welke stilstand het pendelvoertuig van of op het bunkervoertuig gereden kan worden, en dat het pendelvoertuig automatisch heen en terug langs of onder in de rijen aanwezige dierenverblijven verplaatst wordt en tijdens het verplaatsen automatisch mest verzamelt of voer uitdeelt, waarbij tijdens de aanwezigheid op het bunkervoertuig de verzamelcontainer geledigd wordt in de 30 hoofdcontainer en/of de verzamelcontainer gevuld wordt met voer uit de hoofdcontainer.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

4

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van pelsdierverblij ven voorzien van een 5 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht;

Figuur 2 een detail van de inrichting tijdens het ophalen van uitwerpselen;

Figuur 3 een detail van de geleiderad van de inrichting in doorsnede;

Figuur 4 een zijaanzicht van de pelsdierverblijven met daaronder een goot en leidingen voor afvoer van urine; 10 Figuur 5 een detail van de goot van de inrichting;

Figuur 6 het pendelvoertuig aanwezig op een goot tijdens het verzamelen van uitwerpselen in zijaanzicht;

Figuur 7 het pendelvoertuig op de goot in bovenaanzicht;

Figuur 8 het pendelvoertuig op de goot in vooraanzicht; en 15 Figuur 9 een detail van de inrichting tijdens het voeren van de pelsdieren.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding 20 in een pelsdierhouderij 3 schematisch weergegeven in bovenaanzicht. De pelsdierhouderij 3 heeft een aantal in paren opgestelde rijen van pelsdierverblijven 5, waarbij tussen de rijen van een paar een gangpad 6 aanwezig is. Onder deze verblijven bevinden zich mestgoten 7 voor afvoer van ontlasting van de pelsdieren. De inrichting 1 heeft een langs een, door een geleiderad 9 gedefinieerde, baan verplaatsbaar bunkervoertuig 11 dat langs de kopse 25 einden van de rijen pelsdierverblijven 5 verplaatsbaar is. Het bunkervoertuig 11 kan voorts boven een mestkelder 13 en naast een voersilo 15 gebracht worden voor het ledigen of vullen van een op het bunkervoertuig 11 aanwezige hoofdcontainer 17.

In figuur 2 is een detail van de in figuur 1 getoonde pelsdierhouderij 3 en inrichting 1 weergegeven tijdens het ophalen van uitwerpselen. De inrichting 1 heeft voorts 30 een pendelvoertuig 19 dat tijdens verplaatsing van het bunkervoertuig op het bunkervoertuig aanwezig is en dat tijdens stilstand van het bunkervoertuig van en naar het bunkervoertuig beweegbaar is over de mestgoten 7 en daarbij de vaste uitwerpselen van de 5 pelsdieren verzamelt. Het bunkervoertuig 11 bezit een railstuk 21 dat verdraaibaar is tussen een stand waarin het railstuk op een goot is aangesloten (met getrokken lijn weergegeven stand) en een stand boven de hoofdcontainer 17 (met onderbroken lijn weergegeven) voor het ledigen van het pendelvoertuig. Het pendelvoertuig 19 heeft een verzamelcontainer 23 5 voor tijdelijke opslag van voer of mest, en is voorzien van middelen (niet weergegeven) voor het vullen van de verzamelcontainer met voedsel uit de hoofdcontainer van het bunkervoertuig of ledigen van mest uit de verzamelcontainer in de hoofdcontainer.

Om te voorkomen dat de geleiderad 9 hinderlijk aanwezig is buiten de tijden dat het bunkervoertuig langs de rail rijdt, is de geleiderad 9 op pennen 25 bevestigd die in 10 en uit, in de grond 27 aanwezige, bussen 29 verplaatsbaar zijn, zie figuur 3 waarin een doorsnede van de geleiderad ter plaatse van één van de bussen is weergegeven.

In figuur 4 is een zijaanzicht van een rij pelsdierverblijven 5 weergegeven met daaronder een goot 7 en leidingen voor afvoer van urine. De goot 7 is via een sibvanger 31 aangesloten op een onder de grond aanwezige leiding 33 die uitmondt in een opslagput 15 35. De goot 7 is in lengterichting licht hellend opgesteld. In figuur 5 is een detail getoond van de goot 7. In de goot is een scheidingsplaat 37 aanwezig, die zich op afstand boven de bodem 39 van de goot bevindt. Hierdoor loopt de urine van de scheidingsplaat af en komt in de goot 7 onder de scheidingsplaat 37 terecht, waar de urine weg kan stromen. De vaste uitwerpselen vallen op de scheidingsplaat 37 en worden om de zoveel tijd door het 20 pendelvoertuig weggehaald. De scheidingsplaat 3 7 heeft een convexe vorm, hier uitgevoerd als een overlangs geknikte plaat, waarbij de bolle zijde naar boven is gericht.

In de figuren 6,7 en 8 is het pendelvoertuig 19 tijdens het verzamelen van uitwerpselen in zij- boven- en vooraanzicht weergegeven. Het pendelvoertuig 19 heeft een verzamelcontainer 23 die zich onder een frame 41 bevindt. Het pendelvoertuig 19 heeft 25 voorts wielen 43 die over randen 45 van de goot 7 kunnen rijden en door de goot geleid worden. Om de vaste uitwerpselen goed van de afscheidingsplaat 37 van de goot te kunnen verwijderen, is het pendelvoertuig 19 voorzien van schraapmiddelen 47 die voorzien zijn van schuiven 49 en in de richting van pijl 51 (zie figuur 6) over de bodem 53 van de verzamelcontainer 23 schuiven. Na een schuifbeweging worden de schuiven 49 opgetild 30 en terug gebracht naar de uitgangspositie volgens onderbroken pijl 55 (zie figuur 6). Het pendelvoertuig 19 heeft voorts een schraper 57, die verplaatsbaar is tussen een omhoog getrokken stand en een schraapstand waarbij de schraper contact maakt met de 6 scheidingsplaat 37.

In figuur 9 een detail van de inrichting 1 weergegeven tijdens het voeren van de pelsdieren. Voor deze functie is het pendel voertuig 19 voorzien van geleidings wielen 59 die aan weerszijden van het voertuig aanwezig zijn. De loopvlakken 61 van de 5 geleidingswielen zijn verticaal georiënteerd en maken contact met zijwanden 63 van twee parallelle en op afstand van elkaar aanwezige rijen dierenverblijven 5. Het pendelvoertuig 19 is voor het voeren voorzien van middelen (niet weergegeven) voor het brengen van het voer uit de verzamelcontainer 23 naar de dierenverblijven.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de 10 tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan het pendelvoertuig in plaats van ophalen van uitwerpselen ook voer of naar de pelsdierverblij ven brengen of strooisel verzamelen of over 15 de pelsdierverblij ven verspreiden. Ook kan het pendelvoertuig uitgerust worden met een camera of geluidsensor voor het inspecteren van de dieren.

1032049

Claims (11)

1. Inrichting voor gebruik bij dierhouderijen voor onder andere het voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren, met het kenmerk, dat de inrichting een bunkervoertuig omvat dat langs een vooraf aangegeven baan verplaatsbaar is langs kopse 5 einden van rijen van dierenverblijven, alsmede een pendel voertuig dat op en van het bunkervoertuig gereden kan worden en door het bunkervoertuig verplaatst kan worden, en welk pendelvoertuig verplaatsbaar is vanaf de genoemde baan langs de in de rijen aanwezige dierenverblijven en terug.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bunkervoertuig een 10 hoofdcontainer en het pendelvoertuig een verzamelcontainer omvat voor tijdelijke opslag van voer of mest en dat het pendelvoertuig is voorzien van middelen voor het vullen van de verzamelcontainer met voedsel uit de hoofdcontainer van het bunkervoertuig respectievelijk ledigen van de verzamelcontainer met daarin mest in de hoofdcontainer.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting voorts 15 een geleiderad omvat die de baan aangeeft waarlangs het bunkervoertuig verplaatsbaar is, welke geleiderad loopt langs kopse kanten van pelsdierverblijven, en dat de inrichting mestgoten omvat die aanwezig zijn onder de pelsdierverblijven, waarbij het pendelvoertuig verplaatsbaar is over en geleid wordt door de mestgoten.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geleiderad op 20 pennen bevestigd is die in en uit, in de grond aanwezige, bussen verplaatsbaar zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de mestgoten elk een scheidingsplaat omvatten die op afstand boven de bodem van de goot aanwezig is en dat de mestgoten in lengterichting hellend verlopen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de scheidingsplaat een 25 convexe vorm heeft waarbij de bolle zijde naar boven is gericht.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de scheidingsplaat is voorzien van gaten voor het doorlaten van urine.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 3 tot en met 7, met het kenmerk, dat het pendelvoertuig schraapmiddelen omvat voor het schoonschrapen van de 30 mestgoten en/of scheidingsplaten.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het pendelvoertuig is voorzien van geleidingswielen die aan weerszijden van het voertuig 1032049 aanwezig zijn en waarvan loopvlakken verticaal zijn gericht om contact te maken met zijwanden van twee parallelle en op afstand van elkaar aanwezige rijen dierenverblijven.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een camera en/of geluidsensor omvat die op het pendelvoertuig aanwezig is voor 5 het inspecteren van de dieren.

11. Werkwijze voor het onder andere voeren van dieren en/of ophalen van mest van dieren, met het kenmerk, dat een van een hoofdcontainer voorzien bunkervoertuig met daarop een van een verzamelcontainer voorzien pendelvoertuig automatisch langs kopse einden van rijen van dierenverblijven verplaatst wordt en nabij het kopse einde van elke rij 10 of van elk paar rij en gedurende enige tij d stilstaat, tij dens welke stilstand het pendelvoertuig van of op het bunkervoertuig gereden kan worden, en dat het pendelvoertuig automatisch heen en terug langs of onder in de rijen aanwezige dierenverblijven verplaatst wordt en tijdens het verplaatsen automatisch mest verzamelt of voer uitdeelt, waarbij tijdens de aanwezigheid op het bunkervoertuig de verzamelcontainer geledigd wordt in de 15 hoofdcontainer en/of de verzamelcontainer gevuld wordt met voer uit de hoofdcontainer. 1032049.