NL8403158A - Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL8403158A
NL8403158A NL8403158A NL8403158A NL8403158A NL 8403158 A NL8403158 A NL 8403158A NL 8403158 A NL8403158 A NL 8403158A NL 8403158 A NL8403158 A NL 8403158A NL 8403158 A NL8403158 A NL 8403158A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feed
cages
pipes
troughs
animal shelter
Prior art date
Application number
NL8403158A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Malestein Teus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Malestein Teus filed Critical Malestein Teus
Priority to NL8403158A priority Critical patent/NL8403158A/nl
Priority to US06/786,086 priority patent/US4697547A/en
Priority to CA000492721A priority patent/CA1242364A/en
Priority to EP85201672A priority patent/EP0178738B1/en
Priority to DE8585201672T priority patent/DE3568687D1/de
Priority to FI853995A priority patent/FI853995L/fi
Priority to ES547926A priority patent/ES8707409A1/es
Publication of NL8403158A publication Critical patent/NL8403158A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/03Housing for domestic or laboratory animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • A01K31/005Battery breeding cages, with or without auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/14Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
    • A01K31/16Laying nests for poultry; Egg collecting
    • A01K31/17Laying batteries including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/18Chicken coops or houses for baby chicks; Brooders including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Clinical Laboratory Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Description

dW/EM/13-300 -1-
Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
De uitvinding heeft betrekking op een verblijf voor kleine dieren, voorzien van een aantal kooien en een verzor-gingsstelsel voor het toevoeren van voedsel en/of drinken voor zich in de kooien bevindende dieren en voor het afvoeren 5 van van de dieren afkomstig materiaal, zoals uitwerpselen en eventueel eieren.
Tergelijke verblijven voor kleine dieren zijn op ruime schaal bekend, bijvoorbeeld leg-, opfok- of mestbatterijen voor hoenders of kooienstelsels voor kleine pelsdieren enz.
10 Daarbij worden de kooien onderling en in combinatie met belangrijke delen van het verzorgingsstelsel als een constructieve eenheid uitgevoerd.
Wanneer de dieren uit de kooien verwijderd moeten worden, betekent dit betrekkelijk veel zwaar en onaangenaam 15 werk. De dieren worden dan in containers of kratten gedaan en daarmede naar de slachterij vervoerd.
Ook dit laatste is betrekkelijk arbeidsintensief, omdat eerst de kratten naar het bedrijf, waar het dierenverblijf zich bevindt, moeten worden gebracht, daarna, meestal 's nachts 20 door een aparte ploeg, moeten worden gevuld en dan weer moeten worden opgehaald voor transport naar de slachterij, hetgeen betekent dat de vrachtwagen tweemaal voor moet rijden dan wel moet wachten op het vullen van de kratten of containers. Ook kunnen bij het zogenaamde vangen van de dieren beschadigingen 25 optreden, die tot bloeduitstortingen en/of kneuzingen kunnen leiden, hetgeen direct een verlaging van de kwaliteit betekent en bovendien vanuit een oogpunt van menselijke behandeling van de dieren vermeden zou moeten worden, wanneer dit mogelijk is.
Hog een nadeel van de bekende gang van zaken is, dat 30 bij het uit de kooien halen (vangen) van de dieren men voor de kooien over betrekkelijk veel ruimte in het veelal daar voor gelegen gangpad moet beschikken. Daarbij moet bedacht worden, dat in moderne dierenverblijven van de geschetste soort, zoals batterijen voor hoenders het veelal om installa-35 ties gaat met een lengte tot in de buurt van 100 meter. Een 8403158 • « -2- aantal dergelijke rijen kooien naast elkaar moet een gangpad hebben, dat, wanneer men de hoenders wil vangen, tenminste ruimte moet hebben voor een krat,terwijl er ook ruimte moet zijn om de kratten er goed uit te kunnen halen.
5 Hog een nadeel van de bekende dierenverblijven is, dat zowel de kratten als de kooien ontsmet moeten worden.
De uitvinding heft de in het bovenstaande aangegeven nadelen, althans in principe, op.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in 10 voorzien, dat de kooien verwijderbaar zijn in de vorm van. transportabele kooieenheden, die elk één of meer zelfstandige kooien bevatten.
— Bij de uitvinding is het mogelijk de voedertoevoer, watertoevoer en eventuele eierafvoer aan de achterzijde van 15 de· kooien aan te brengen, zodat de gang tussen batterijen kooien vrij van belemmeringen blijft en het uitzicht op de dieren niet wordt belemmerd door voorlangs geplaatste voeöer-goten en eventuele eierafvoergoten.
Ben bijzonder compacte opstelling van de kooien wordt 20 mogelijk door er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in te voorzien, dat het verzorgingsstelsel een langgerekt smal middenframe heeft met ter weerszijde daarvan een aantal transportabele kooieenheden. Hierbij wordt bereikt, dat het verzorgingsstelsel naar beide zijden de kooien kan 25 verzorgen, zodat naast een belangrijke materiaalbesparing ook. nog op twee rijen kooien dén maal de breedte van het verzorgingsstelsel wordt uitgespaard.
Hoewel bij de uitvinding het verzorgingsstelsel bijzonder goed toegankelijk is voor bijvoorbeeld reinigingsdoeleinden, 50 wanneer de kooieenheden verwijderd zijn, is het bij de laatst geschetste uitvoeringsvorm van de uitvinding niet goed mogelijk gebruik.fee maken van een verrijdbare voorraad-hopper om de voedergoten van voer te voorzien. In dergelijke inrichtingen met een verrijdbare hopper werd in de praktijk 55 het voer met betrekkelijk grote tussenpozen toegevoerd omdat het bedienen van de hopper tijd en arbeid vergt. Dit nu is voor de dieren minder gunstig, vooral omdat tegenwoordig het voer om economische redenen op een bedrijfskundig optimum wordt gerantsoeneerd. Doordat de dieren daarbij slechts 40 enkele malen per dag een betrekkelijk grote portie voer 8403158 -3- ontvangen hebben zij tussentijds te weinig te doen en eten zij per keer teveel. Het gevolg is dat zij zich tussen de voedertijden ernstig vervelen en ook, mogelijk mede door het uitzetten van de maag bij de grote voederporties, betrekkelijk 5 veel hongergevoel hebben.
Het toevoeren van voer door middel van in een voedergoot lopende transportorganen, waar het voer bijvoorbeeld door hoenders uitgepikt kan worden over de gehele lengte van de batterij, heeft het bezwaar, dat een dergelijke goot met 10 transportorganen gewoonlijk een betrekkelijk geringe snelheid heeft. Dit betekent, dat de eerste kippen al beginnen te pikken en zelfs uit gemalen voer met voorkeur bepaalde bestanddelen halen, zodat de dieren die in de laatste kooien zitten negatief geselecteerd en in het algemeen ook minder voer 15 krijgen dan de dieren vooraan. Daarentegen leidt het opvoeren van de snelheid van de transportorganen tot gevaar-voor de pikkende kippen, terwijl bovendien daardoor belangrijke • kostenverhogende eisen aan het stelsel worden gesteld. Wanneer men bedenkt, dat dergelijke transportorganen bijvoorbeeld 20 een snelheid hebben van 5 meter per minuut en dat het om een lengte van in de buurt van 100 meter kan gaan, zal men inzien, dat de hoenders achteraan een batterij voer zullen krijgen, dat gedurende 20 minuten aan de eerste aanval van hongerige hoenders is bloot gesteld. In de praktijk is dan 25 ook een dierenverblijf met in voedergoten bewegende transportorganen ongeschikt voor rantsoenering van het voer.
De uitvinding beoogt nu deze moeilijkheid op te heffen door er in te voorzien, dat toevoerinrichtingen voor het toevoeren van voer aan deze goten op regelmatige onderlinge 30 afstanden zijn aangebracht. Hierbij wordt er bij voorkeur in voorzien, dat de toevoerinrichtingen toevoerpijpen bevatten, die opeenvolgend met elke van de boven elkaar gelegen voedergoten zijn gekoppeld, welke pijpen bij boven de benedenste voedergoot gelegen voedergoten zijn ingericht 35 zowel voer aan de desbetreffende voedergoot als aan de daar beneden gelegen voedergoten af te geven.
Ingeval de kooien vertikaal boven elkaar liggen zullen in het algemeen de toevoerpijpen ook vertikaal staan, maar bij opstelling, waarbij de kooien trapvormig boven elkaar 40 zijn opgesteld zullen de pijpen hellend zijn opgesteld.
8403158 * i -4-
Omdat evenwel, bijvoorbeeld voor hoenders, een voeder-goot een zo grote breedte moet hebben, dat door de pikbewe-ging van de hoenders weggeworpen voer binnen de goot blijft, ontstaat een zo breed verzorgingsstelsel, dat zonder bezwaar 5 de als toevoerpijpen uitgevoerde toevoerinrichtingen door de veelal-als hellende zijwanden uitgevoerde zijden van de goten kunnen gaan, waarbij de transportorganen naast de pijpen zijn gelegen.
Tevens bestaat bij toepassing van de uitvinding de 10 mogelijkheid een eierafvoerbaan aan te brengen, waarbij de standpijpen door zijdelen van een flauw hellende goot kunnen gaan, die in het midden een afvoerhand heeft, die langs de toevoerpijpen loopt.
Om een eenvoudige constructie te verkrijgen wordt er 15 volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat de toevoerinrichtingen ter plaatse van de voedergoten die de door de desbetreffende transportorganen meegenomen hoeveelheid voer bepaalt. Uiteraard kan een afstrijkrand zowel in de bewegingsrichting van de transportorganen als 20 aan de andere zijde worden aangebracht om te verhinderen dat een listige in die buurt gestationeerde kip onbeperkt voedsel tot zich kan nemen.
Bij toepassing van de uitvinding op een mestbatterij kan mede door het ontbreken van een eierafvoerhand met een 25 smaller verzorgingsstelsel worden volstaan. Dienovereenkomstig wordt er volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding in voorzien, dat de horizontale voedergoten van openingen voorziene transportorganen hebben en door de toevoerpijpen heen gaan, waarbij de voedergoten, die boven 30 de benedenste gelegen zijn, een opening ter plaatse van de toevoerpijpen hebben.
Uiteraard is het bij toepassing van de uitvinding ook mogelijk de watertoevoer met horizontale pijpen en drink-nippels te verzorgen, die dan door een tussenruimte tussen 35 de tralies van een kooi steken, zodat de verwijdering van de kooien er niet door gehinderd wordt.
De uitvinding kan door verschillende bedrijven, namelijk een kooienvervaardigingsbedrijf en een verzorgingsstelsel-vervaardigingsbedrijf gedeeltelijk worden toegepast, zodat 40 het duidelijk zal zijn dat zowel het verzorgingsstelsel als S4Q3158 -5- de kooieenheden een zelfstandig onderdeel van de uitvinding vormen. Dienovereenkomstig voorziet een nadere uitwerking van de uitvinding in een verzorgingsstelsel, toe te passen in een dierenverblijf als bovenomschreven,gekenmerkt door 5 een vertikaal in hoofdzaak vlak frame met uitstekende dragers voor afvoerbanden voor uitwerpselen met daartussen vrije ruimten, waarin kooien van kooieenheden kunnen steken.
Uiteraard kan een dergelijk verzorgingsstelsel op dezelfde wijze als het dierenverblijf worden verbeterd door het dubbel 10 uit te voeren met aan beide zijden dragers voor uitwerpselen-afvoer, er uitstekende vloeistofleidingen met vloeistof-afgeefmiddelen, waarbij horizontale voedergoten met trans-portorganen kunnen zijn aangebracht en voedertoevoerpijpen die van boven naar beneden lopen om de voedergoten te voeden.
15 De uitvinding omvat eveneens een kooieenheid voor toepassing in een dierenverblijf als bovenomschreven, welke eenheid gekenmerkt wordt doordat een aantal kooien vertikaal boven elkaar in een transportabel draaggestel is aangebracht, waarbij tussen de kooien aan één zijde open smalle horizon-20 tale tussenruimten aanwezig zijn.
Bij voorkeur is een dergelijke kooieenheid van rij-middelen voorzien. Dit vergemakkelijkt het transport, zowel in het dierenhoudersbedrijf, als bij het inbrengen in een vrachtauto, als ter plaatse van de slachterij.
25 In dit verband wordt er op gewezen, dat in kratten zoals die op dit ogenblik gebruikelijk zijn, veelal meer dieren per volume-eenheid worden ondergebracht dan in de kooien, waarin zij gedurende lange tijd verblijven. Wil men het aantal naar een slachterij te brengen kooien verkleinen, 50 clan kan men sommige kooien leeghalen en de inhoud bij andere kooien in doen. Dan wordt weliswaar het vangen gedeeltelijk weer ingevoerd, maar in de eerste plaats in aanmerkelijk geringere aantallen en in de tweede plaats op een aanmerkelijk beter toegankelijke wijze.
35 Uog een nadere uitwerking van de uitvinding geeft de mogelijkheid van een vergaande standaardisering. Die bestaat daarin, dat de kooien een scharnierende bodem hebben. Wanneer de bodem nu in horizontale stand is gesteld, kunnen de kooien dienst doen voor kuikens, maar wanneer de bodems hellend neergelate: 40 ‘kunnen worden naar een eierafvoer, kan in principe voor kuikens 3403158 » -6- en leghoenders dezelfde kool worden gebruikt, waarbij er op gewezen wordt, dat de tussenruimte die beschikbaar is voor het doorlaten van eieren eventueel wel een kuiken zou hebben doorgelaten, maar stellig geen legkip.
5 Omdat de kooieenheden volgens de uitvinding bestemd zijn van het dierenverblijf naar een afvoerinrichting zoals een slachterij te worden getransporteerd, zal men hen bij voorkeur voor transport geschikte afmetingen geven. Bij transport per vrachtauto, hetgeen in de meeste gevallen de 10 meest aangewezen methode is, kan men dan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding er in voorzien, dat de lengte van de kooien geschikt is voor transportjin vrachtwagens, bijvoorbeeld ongeveer de helft van de breedte van de laadruimte bedraagt, dus bijvoorbeeld 120 cm.
15 Be uitvinding omvat eveneens een nieuwe en voordelige werkwijze voor het in kooien brengen en houden van kleine dieren, zoals hoenders en kleine pelsdieren, en voor het vervoeren van de dieren naar een afvoerplaats, waarbij de dieren in de kooien gebracht worden, daarin gehouden worden 20 en daar weer uit verwijderd worden, met het kenmerk dat de dieren in de kooien naar de afvoerplaats gebracht worden.
Ben nadere uitwerking van deze werkwijze voor hoenders voorziet er in, dat de kooien in een broederij van kuikens worden voorzien, in de kooien naar een mesterij, opfok-25 batterij of legbatterij gebracht worden, alwaar zij gehouden worden en dat vervolgens de kooien met de dieren naar een slachterij worden gebracht, aldaar geleegd en ontsmet. Beze gang van zaken voorkomt twee keer het overladen van de dieren, namelijk eerst bij de broederij, waar voor hoenders 30 gewoonlijk kuikendozen met kuikens gevuld worden en daarna in de mesterij of legbatterij, wanneer de dieren moeten worden afgevoerd naar de slachterij. Baardoor is ook minder verpakkingsmateriaal nodig en, ingeval dit hergebruikt wordt, minder ontsmettingsarbeid. Ook is weer aanmerkelijk minder 35 vangarbeid nodig.
Be uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin fig. 1 schematisch een dwarsdoorsnede door een dierenverblijf volgens de uitvinding toont; 8403158 -7- fig. 2 een gedeeltelijke doorsnede op vergrote schaal door een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; en fig. 3 een overeenkomende doorsnede door een andere uitvoeringsvorm toont.
5 In de tekening is met 1 een kooièeniieid aangeduid, die aan de benedenzijde gedragen wordt door wielen 2 en kooien 3 bevat. Deze eenheid is verrijdbaar, zoals aan de linkerzijde van fig. 1 schematisch met de eenheid 1' is aangegeven.
In fig. 1 is een tweetal kooieenheden weergegeven, 10 namelijk 1 en 4, die elk in de richting van de aangegeven pijlen verschoven kunnen worden en elk samenwerken met een centraal verzorgingsstelsel 5 in een frame.
Dit verzorgingsstelsel 5 bevat horizontale voedergoten 6, vertikale toevoerpijpen 9 om deze goten van voer te 15 voorzien, ondersteuningsrollen 25 voor mestafvoerbanden, die op assen 26 zijn gelegerd en in sommige gevallen eveneens eierafvoerbanden 17, die op flauw hellende goten 16 lopen.
In fig. 2 is een tweetal kooien 3 en 4 getekend en daarbij een voedergoot , die van bekende doorsnedevorm is, 20 namelijk ter weerszijde een hellend deeyen in het midden een goot van rechthoekige doorsnede 7. In deze goot ligt een transportketting 8. Door de linker schuine kant van de goot is een standpijp 9 gevoerd, die bij 10 door het hellende deel 6 van de goot gaat en een zijwaartse opening 11 heeft.
25 Boven de opening 11 bevindt zich een afdekking 12, die ter weerszijde van de standpijp 9 een benedenrand of afstrijk-rand of -plaat 13 heeft.
Verder is, zoals bij de kooi 3 is getekend, de bodem 14 scharnierbaar om een scharnier 15 en wordt in de neerge-30 klapte stand vastgehouden, bijvoorbeeld door een niet getekend aan de kooi bevestigd vasthoudorgaan. Het uiteinde van de bodem 14 komt in aanraking met een zwak hellende zijkant van een goot 16, waar een eierafvoerband 17 op rust. Het gootgedeelte 16 is om de standpijpen 9 aangebracht en 35 eieren kunnen gemakkelijk om deze standpijpen heen naar de band 17 rollen, waar zij, eventueel op gezette tijden, worden afgevoerd.
De standpijp 9 wordt in de lengterichting van de legbatterij op regelmatige afstanden herhaald om de afstanden 40 tussen de voedertoevoerplaatsen klein te houden. Daardoor 840 3 1 5 8 -8- behoeven de kettingen 8 niet snel te bewegen en wordt toch bereikt dat het voer nauwelijks is "uitgepikt" (dat wil zeggen van de lekkerste bestanddelen ontdaan) wanneer het punt bereikt wordt waar een volgende toevoer aanwezig is.
5 Dit wordt bij toepassing van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding bereikt zander dat ongewone of buitensporige snelheden van de ketting 8 noodzakelijk zijn.
Daardoor is het op eenvoudige wijze met een kleine automaat mogelijk de dieren een groot aantal malen (bijvoor-10 beeld 10 keer per dag) te voederen. Dit betekent, dat zij zich niet gedurende zo lange perioden als vaak gebruikelijk is, behoeven te vervelen en ook dat zij weer voer krijgen alvorens zich te sterke hongergevoelens hebben ontwikkeld.
Ook is het bij herhaling toevoeren van kleinere porties 15 gunstig gebleken voor de voederopname, hetgeen wil zeggen dat het rendement van een bepaalde hoeveelheid voer gunstiger is.
Een waterleiding 21 is tevens in fig. 2 aangegeven met een dwarsbüis 23 waaraan zich waternippels 22 kunnen bevinden. 20 Uiteraard zal meestal een dwarsbüis ook de andere kant uitsteken en heeft men bij elke kooietage tenminste één zo een waterleiding 21. Yoor aanpassing aan de grootte van de dieren kan de waterleiding evenals de voedergoot vertikaal instelbaar zijn. Bij de kooien geeft de waterleidingbuis 25 zoals 23 geen problemen, omdat hij tussen de tralies door steekt, zodat de kooien zonder meer verwijderd kunnen worden.
Bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 gaat het om een aanmerkelijk smallere uitvoering van het verzorgingsstelsel. Deze uitvoeringsvorm wordt bij voorkeur gebruikt voor kuikens. 30 Dan is de aanbrenging van een afvoerband voor eieren overbodig en kan tevens met een smallere voedergoot worden volstaan, omdat kuikens minder de neiging hebben voer bij het omhoog bewegen aan de andere zijde over de goot te gooien dan volwassen hoenders. Wanneer dit evenwel gewenst is kan ook 35 hier buiten de standpijpen om een verbreding overeenstemmend met 6 uit fig. 2 worden aangebracht.
In fig. 3 zijn de goten19 in gaten 18 in een standpijp 9 aangebracht en in de goten 19 lopen kettingen 8. Tevens is, zoals bij het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 2 is aange-40 geven, een afstrijkrand aanwezig, thans met 20 aangeduid.
840 3 1 5 8 -9-
Omdat de watertoevoerleiding betrekkelijk dun kan zijn, kan die naast de standpijpen zijn aangebracht. Ter plaatse van de standpijpen zijn in de goten 19 doorlaatopeningen 24 aangebracht. Daarbij dienen de kettingen 8 van een type te 5 zijn, dat van openingen is voorzien. Dit betekent'dat de standpijpen 9 niet alleen voer toevoeren aan de toevoergoot, maar ook voer doorlaten naar beneden, zoals ook bij het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 2 het geval is.
Een verder voordeel van de kooien volgens fig. 2 is, 10 dat zij geschikt zijn voor zowel kuikens als leghoenders.
Dit is bereikt met de hellende bodem 14, die in horizontale stand kan worden bevestigd of in de getekende hellende stand.
Verder kunnen zowel de watertoevoerleidingen 21 met dwarsleidingen 23 als de voedergoten zoals 6 en 19 in hoogte 15 instelbaar zijn, waarbij uiteraard dan ook de pijpen 9 zodanig zijn aangebracht, dat zij vertikaal mee kunnen bewegen, waardoor het mogelijk is de dieren, bijvoorbeeld kuikens, steeds water en voer toe te dienen op de hoogte die bij hun lichaamsgrootte past.
20 Om daarbij een nog verdere aanpassing aan de grootte van de dieren te verkrijgen, kunnen de waterleidingbuizen 23 door openingen in de tralies steken die aan de beneden-zijde smal zijn en hogerop breder. Dan kunnen aan de beneden-zijde de kleine kuikens er niet uit, maar zullen zij, 25 wanneer zij zijn opgegroeid of wanneer de kooi voor leghoenders wordt gebruikt, te breed zijn om door de hogere gedeelten van de openingen te gaan, wanneer zij daar bij kunnen.
In fig. 2 en 3 is niet aangegeven, dat de kooien zoals 3 in een kooieenheid zitten, maar dit is uiteraard wel het 30 geval. 3en dergelijke kooieenheid kan, zoals in fig. 1 is weergegeven van rijmiddelen zijn voorzien, bijvoorbeeld zogenaamde pianowieltjes, maar het is ook mogelijk de kooien op daartoe geeigende wagentjes te vervoeren wanneer die onder hen gereden zijn en iets opgekrikt.
35 Ook is het bij andere uitvoeringsvormen mogelijk kooien, die niet tot een gestel behoren, te verwijderen, bijvoorbeeld wanneer uitgegaan wordt van een trapvormige opbouw van de batterij. Bij de uitvinding is het evenwel essentieel, dat de kooien zoals 1, 3 en 4 al dan niet in de 40 vorm van een kooieenheid, verwijderbaar zijn.
.8403153 -10-
In de meeste gevallen zal het verzorgingsstelsel vast zijn opgesteld,
De toevoer van voer aan de standpijpen zoals 9 kan met willekeurige bekende middelen, bijvoorbeeld door een buizen-5 transporteur zoals bovenaan in fig. T' schematisch is -aangegeven, plaats vinden. Ook is het mogelijk de pijpen 9 aan hun benedenzijde van een afvoermogelijkheid te voorzien, bijvoorbeeld voor reinigingsdoeleinden.
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding in principe 10 niet alleen voor batterijen voor hoenders geschikt is, maar overal waar dieren in kooien gehouden worden.
Bij de uitvinding zullen de kooien zoals 1, 3 en 4 op bepaalde afstanden tussenwanden hebben, waardoor zij als gesloten eenheid verwijderd kunnen worden. Deze tussenwanden 15 kunnen bijvoorbeeld op een afstand van 120 cm zijn aangebracht, waardoor het mogelijk is twee kooien naast elkaar dwars in een vrachtauto op te stellen.
Zoals meer in het bijzonder uit fig. 1 blijkt heeft men voor een tweetal stellen kooien slechts een breedte 20 nodig·;· die overeenstemt met de breedte van deze kooien plus eenmaal de breedte van het verzorgingsstelsel. Daarbij: heeft men vanaf de andere zijde een volledig onbelemmerd zicht op de zich in de kooien bevindende dieren.
8403158

Claims (32)

1. Verblijf voor kleine dieren, voorzien van een aantal kooien en een verzorgingsstelsel voor het toevoeren van voedsel en/of drinken voor zich. in de kooien bevindende dieren en voor het afvoeren van van de dieren afkomstig 5 materiaal, zoals uitwerpselen en eventueel eieren, met het kenmerk, dat de kooien verwijderbaar zijn in de vorm van transportabele kooieenheden, die elk één of meer zelfstandige kooien bevatten.
2. Dierenverblijf volgens conclusie 1, m e t het 10 kenmerk, dat het verzorgingsstelsel een langgerekt smal middenframe heeft met ter weerszijde daarvan een aantal transportabele kooieenheden.
3. Dierenverblijf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verzorgingsstelsel een 15 draagrame heeft met één of meer naar de kooien toe gerichte, in hoofdzaak horizontale uitstekende delen, zoals afvoer-banden voor uitwerpselen, en dat elke kooieenheid een aantal kooien boven elkaar bevat met horizontale uitsparingen om de genoemde uitstekende delen tussen boven elkaar gelegen 20 kooien op te nemen.
4·. Dierenverblijf volgens conclusie 3, m e t het kenmerk , dat de kooieenheden aan hun van het verzorgingsstelsel afgekeerde zijde een vlak vertikaal begrenzings-vlak hebben en verrijdbaar zijn.
5. Dierenverblijf volgens één of meer van de vooraf gaande conclusies, met een verzorgingsstelsel dat een aantal boven elkaar gelegen voedergoten met transportorganen heeft, met het kenmerk, dat toevoerinrichtingen voor het toevoeren van voer aan deze goten op regelmatige onder-30 linge afstanden zijn aangebracht.
6. Dierenverblijf volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de toevoerinrichtingen toevoerpijpen bevatten, die opeenvolgend met elke van de boven elkaar gelegen voedergoten zijn gekoppeld, welke pijpen bij boven 35 de benedenste voedergoot gelegen voedergoten zijn ingericht zowel voeder aan de desbetreffende voedergoot als aan de daar beneden gelegen voedergoten af te geven. 8403158 ,- 1-2- «r v
7. Dierenverblijf volgens conclusie 6, m e t het kenmerk , dat de pijpen in hoofdzaak vertikaal staan.
8. Dierenverblijf volgens een of meer van de conclusies 6 en ?, i e t het kenmerk, dat de toevoerpijpen 5 gezamenlijk met de horizontale voedergoten zodanig zijn gevormd, dat de sfcorteigenschappen van het voer verhinderen, dat het voer overloopt.
9. Dierenverblijf volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de voedergoten ter weerszijde van hun 10 transportorganen hellende zijwanden hebben en dat de trans-portorganen naast de toevoerpijpen zijn gelegen, waarbij de hellende zijwanden tenminste voor de boven de benedenste voedergoten gelegen voedergoten doorlaten voor de toevoerpi jpen hebben.
10. Dierenverblijf volgens één of meer van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de horizontale voedergoten van openingen voorziene transportorganen hebben en door de toevoerpijpen heen gaan, waarbij de voedergoten, die boven de benedenste gelegen zijn, een opening ter plaatse 20 van de toevoerpijpen hebben.
11. Dierenverblijf volgens één of meer van de conclusies 5-10, voorzien van horizontale produktafvoerbanden, met het kenmerk, dat de produktafvoerbanden naast de toevoerinrichtingen zijn gelegen.
12. Dierenverblijf volgens één of meer van de conclusies 5-11, met het kenmerk, dat de toevoerinrichtingen ter plaatse van de voedergoten die de door de desbetreffende transportorganen meegenomen hoeveelheid voer bepaalt.
13. Dierenverblijf volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verzorgingsstelsel in hoofdzaak horizontale waterpijpen bevat, die van waternippels zijn voorzien en door de tralies van de kooien steken.
14. Dierenverblijf volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodems van de kooien scharnierbaar zijn om een as, die aan de van het verzorgingsstelsel afgekeerde zijde van de kooien is gelegen. 8403158 Ί3~
15. Verzorgingsstelsel, toe te passen bij een dierenverblijf volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, gekenmerkt door een vertikaal in hoofdzaak vlak frame met uitstekende dragers voor afvoerbanden voor uitwerp- 5 selen met daartussen vrije ruimten, waarin kooien van kooi-eenheden kunnen steken.
16. Verzorgingsstelsel volgens conclusie 15» me t het kenmerk, dat het aan twee tegenover elkaar liggende, vlakke,: in hoofdzaak vertikale zijden van de genoemde 10 dragers is voorzien.
17. Verzorgingsstelsel volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat het is voorzien van een vloeistoftoevoerstelsel met in hoofdzaak horizontaal uitstekende vloeistofleidingen, die van vloeistofafgiftemiddelen, 15 zoals drinknippels, zijn voorzien en tussen de tralies van kooien kunnen steken.
18. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat het van horizontale boven elkaar gelegen voedergoten is voorzien.
19. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat het van boven elkaar gelegen produktafvoerbanden is voorzien.
20. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de conclusies 15-19, met het kenmerk, dat het 25 van van boven naar beneden lopende toevoerpijpen voor de horizontale voedergoten is voorzien, waarbij de goten horizontale transportorganen bevatten.
21. Verzorgingsstelsel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de voedergoten elk worden 30 gevormd door een gedeelte waarin aandrijfbare transportorganen lopen, ter weerszijde waarvan hellende zijwanden zijn gelegen, waarbij de transportorganen naast de toevoerpijpen zijn gelegen en de toevoerpijpen door een hellende zijwand van tenminste de boven de benedenste voedergoten 35 heen gaan.
22. Verzorgingsstelsel volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de horizontale transportorganen door de toevoerpijpen heen gaan en dat de horizontale transportorganen, die boven de benedenste gelegen zijn, een 40 opening ter plaatse van de toevoerpijpen hebben. 8403158 -IW-
* 23. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de conclusies 20-22, met het kenmerk , dat de transportorganen van openingen voor het doorlaten van voer zijn voorzien.
24. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de conclusies 19-23, met het kenmerk, dat de horizontale produktafvoerbanden naast de toevoerpijpen liggen.
25. Verzorgingsstelsel volgens één of meer van de 10 conclusies 20-24, ure t het kenmerk, dat ter plaatse waar een toevoerpijp met een voedergoot samenwerkt een afstrijkrand aanwezig is, die de meegenomen hoeveelheid voer bepaalt.
26. Kooieenheid voor toepassing in een dierenverblijf 15 volgens één of meer van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat een aantal kooien vertikaal boven elkaar in een transportabel draaggestel is aangebracht, waarbij tussen de kooien aan één zijde open smalle horizontale tussenruimten aanwezig zijn.
27. Kooieenheid volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat zij van rijmiddelen is voorzien.
28. Kooieenheid volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat de kooien aan één zijde van beneden af van smal naar breder uitlopende openingen zijn 25 voorzien.
29. Kooieenheid volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kooien scharnierende bodems hebben met de scharnieras aan de tegenover de tussenruimten gelegen zijde.
30. Kooieenheid volgens conclusies 26-29, met het kenmerk , dat de lengte van de kooien geschikt is voor transport in vrachtwagens, bijvoorbeeld ongeveer de helft van de breedte van de laadruimte bedraagt, dus bijvoorbeeld 120 cm.
31. Werkwijze voor het in kooien brengen en houden van kleine dieren zoals hoenders, kleine pelsdieren, konijnen en biggen en voor het vervoeren daarvan naar een afvoerplaats, waarbij de dieren in kooien gebracht worden, daarin gehouden worden en daar weer uit verwijderd worden, met het 40 kenmerk, dat de dieren in de kooien naar de afvoer- 8403158 -15- 5 9 ' plaats gebracht worden.
32. werkwijze volgens conclusie 30 voor tiet houden van hoenders, met het kenmerk, dat de kooien in een broederij van kuikens worden voorzien, in de kooien 5 naar een mesterij, opfokbatterij of legbatterij gebracht worden, alwaar zij gehouden worden en dat vervolgens de kooien met de dieren naar een slachterij worden gebracht, aldaar geleegd en ontsmet. 3403158
NL8403158A 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren. NL8403158A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403158A NL8403158A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
US06/786,086 US4697547A (en) 1984-10-16 1985-10-10 Apparatus and method for rearing and/or keeping animals
CA000492721A CA1242364A (en) 1984-10-16 1985-10-10 Apparatus and method for rearing and/or keeping animals and a service system and cage set to be used in the apparatus
EP85201672A EP0178738B1 (en) 1984-10-16 1985-10-11 Apparatus for rearing and/or keeping animals and a service system and cage set to be used in the apparatus
DE8585201672T DE3568687D1 (en) 1984-10-16 1985-10-11 Apparatus for rearing and/or keeping animals and a service system and cage set to be used in the apparatus
FI853995A FI853995L (fi) 1984-10-16 1985-10-15 Anordning och foerfarande foer uppfoedning och/eller haollning av djur samt underhaolls- och bursystem foer anvaendning i anordningen.
ES547926A ES8707409A1 (es) 1984-10-16 1985-10-16 Aparato para criar y-o guardar animales provisto de jaulas y sistema de servicio utilizable con dicho aparato.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403158 1984-10-16
NL8403158A NL8403158A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403158A true NL8403158A (nl) 1986-05-16

Family

ID=19844625

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403158A NL8403158A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4697547A (nl)
EP (1) EP0178738B1 (nl)
CA (1) CA1242364A (nl)
DE (1) DE3568687D1 (nl)
ES (1) ES8707409A1 (nl)
FI (1) FI853995L (nl)
NL (1) NL8403158A (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5000120A (en) * 1989-10-25 1991-03-19 Allentown Caging Equipment Co., Inc. Animal caging assembly with a ventilation system
DE4019868A1 (de) * 1990-05-25 1991-11-28 Big Dutchman Gmbh Fallschacht zur verteilung von rieselfaehigem schuettgut, insbesondere futtermittel, auf fuetterungsbahnen einer kaefigbatterie fuer nutztiere
WO1992000006A1 (de) * 1990-06-22 1992-01-09 Big Dutchman Gmbh Fallschacht zur verteilung von rieselfähigem schüttgut, insbesondere futtermittel, auf fütterungsbahnen einer käfigbatterie für nutztiere
ES2036952B1 (es) * 1991-12-12 1994-03-01 Allibert Sa Jaula multiple para el transporte de animales vivos.
IL114743A0 (en) * 1995-07-26 1995-11-27 Yissum Res Dev Co Watering commercially hatched birds
US5950565A (en) * 1995-09-22 1999-09-14 Guyot; Jean Noel Animal husbandry containment apparatus
CA2454956C (en) * 2003-01-09 2008-08-19 Farmer Automatic Josef Kuehlmann Gmbh & Co. Kg Cage installation for poultry
US7077075B2 (en) * 2003-04-07 2006-07-18 Holyoak H Kenneth Activated feed through, feeding systems incorporating same, and methods of use of same
US8132536B2 (en) * 2009-01-30 2012-03-13 Rose Steven M Portable and collapsible housing for poultry or other animals
DE202009017565U1 (de) * 2009-12-23 2011-05-05 Big Dutchman International Gmbh Geflügelkäfig mit Einstreuplatte
US11044892B2 (en) * 2013-11-04 2021-06-29 Rose Acre Farms, Inc. Aviary system and method of circulating litter in an aviary
CN103907543B (zh) * 2014-04-29 2015-09-23 四川宁氏牧业设备有限公司 H型肉鸡笼笼架侧面连接机构
CN105340782A (zh) * 2015-12-01 2016-02-24 王建伟 自动喂鸽清粪一体机
CN105638508B (zh) * 2015-12-31 2019-05-31 西北农林科技大学 一种单元化组合装配型蛋鸡福利养殖笼具
PL3402322T3 (pl) 2016-01-13 2022-01-31 Big Dutchman International Gmbh Obora, w szczególności do chowu trzody chlewnej
US10412936B2 (en) * 2016-02-12 2019-09-17 Rose Acre Farms, Inc. Resilient platform
BR102017005407B1 (pt) * 2017-03-16 2022-08-23 Tuffi Bichara Sistema em circuito fechado para nutrição líquida, hidratação, inoculação de microbiota benéfica e carreador para outros agentes beneficos, para aves recém-eclodidas, durante a fase de nascedouro até o momento da expedição
CN107873532B (zh) * 2017-11-30 2023-08-01 英德德辉农业发展有限公司 一种自动化养殖舍
CN108184710A (zh) * 2018-01-26 2018-06-22 安徽鲜森绿色食品有限公司 一种生态立体养殖鸡舍
DE102018114037A1 (de) * 2018-06-12 2019-12-12 Salmet Gmbh & Co Kg Käfigbatterie für die Geflügelhaltung

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2302314A (en) * 1940-10-07 1942-11-17 Haggart Harold Park Automatic poultry feeding apparatus
US3319606A (en) * 1965-08-02 1967-05-16 Virgil Florence Chicken feeding and maintaining apparatus
GB1169886A (en) * 1965-11-09 1969-11-05 Samuel Duff Improvements in or relating to Battery Cages
FR1543184A (fr) * 1966-09-21 1968-10-25 Centre Nat Rech Scient Batterie d'élevage pour animaux de laboratoires
US3903851A (en) * 1968-12-23 1975-09-09 Us Industries Inc Containerized production of poultry
CA978037A (en) * 1973-01-12 1975-11-18 Crawfords Foods Ltd. Poultry brooding and rearing apparatus
IL46226A (en) * 1973-12-19 1978-03-10 Behringwerke Ag Automatic device for the maintenance of small animals
US3994260A (en) * 1975-01-15 1976-11-30 Fleshman Roger L Universal poultry cage
US4020793A (en) * 1975-12-29 1977-05-03 B & J Machinery Co., Inc. Apparatus and method for raising and transporting poultry
US4528941A (en) * 1984-05-07 1985-07-16 Spengler Charles W Free-standing environmental chambers supported by plenum

Also Published As

Publication number Publication date
EP0178738A1 (en) 1986-04-23
ES8707409A1 (es) 1987-08-16
EP0178738B1 (en) 1989-03-15
ES547926A0 (es) 1987-08-16
FI853995A0 (fi) 1985-10-15
CA1242364A (en) 1988-09-27
FI853995L (fi) 1986-04-17
US4697547A (en) 1987-10-06
DE3568687D1 (en) 1989-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8403158A (nl) Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
SU1082352A1 (ru) Коровник
US3796189A (en) Cage battery, particularly for table chickens
EP0609057A2 (en) Chicken rearing apparatus
BE1000327A4 (nl) Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.
US4474137A (en) Broiler rearing unit
CN210445309U (zh) 一种新型蛋鸡养殖用的框架结构
US3785345A (en) Automated systems for raising and transporting broilers
US2068566A (en) Hen battery
US4213422A (en) Grated floor conveyor for poultry enclosure
US3650246A (en) Automatic egg collection system for poultry nests
US2264959A (en) Laying battery
RU2619286C2 (ru) Клетка для группового содержания телят молочного периода выращивания
US4715323A (en) Apparatus for supplying food to a plurality of cages
US3225741A (en) Laying cages
RU168708U1 (ru) Автоматическая мини-ферма
CA1147218A (en) Chick cage system
RU2027355C1 (ru) Двухъярусная клетка егорова для кроликов
CN212993790U (zh) 一种种禽限饲本交笼
NL8403730A (nl) Inrichting voor het huisvesten van dieren.
CN212728447U (zh) 一种七彩山鸡养殖笼
SU1130283A1 (ru) Станочное оборудование дл содержани подсосных свиноматок
SU1724122A1 (ru) Свиноводческа ферма
NL1004441C1 (nl) In een gebouw voor het houden van pluimvee te gebruiken inrichting.
NL2019353B1 (en) Improved Manger

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed