NL8403730A - Inrichting voor het huisvesten van dieren. - Google Patents

Inrichting voor het huisvesten van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL8403730A
NL8403730A NL8403730A NL8403730A NL8403730A NL 8403730 A NL8403730 A NL 8403730A NL 8403730 A NL8403730 A NL 8403730A NL 8403730 A NL8403730 A NL 8403730A NL 8403730 A NL8403730 A NL 8403730A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cages
row
laying
nests
laying nests
Prior art date
Application number
NL8403730A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Malestein Teus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Malestein Teus filed Critical Malestein Teus
Priority to NL8403730A priority Critical patent/NL8403730A/nl
Priority to EP85202004A priority patent/EP0184266B1/en
Priority to DE85202004T priority patent/DE3587339T2/de
Priority to US06/803,958 priority patent/US4697548A/en
Priority to CA000496733A priority patent/CA1246402A/en
Priority to FI854834A priority patent/FI854834A/fi
Priority to ES549676A priority patent/ES8700899A1/es
Publication of NL8403730A publication Critical patent/NL8403730A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/04Dropping-boards; Devices for removing excrement
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/14Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
    • A01K31/16Laying nests for poultry; Egg collecting
    • A01K31/17Laying batteries including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

i-—— i d:v/myi3.3i6 -1-
Inrichting voor het huisvesten van dieren.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het huisvesten van dieren, voorzien van een aantal in een rij gelegen kooien, waar zich een nestafvoerband beneden bevindt.
5 Dergelijke inrichtingen voor het huisvesten van dieren zijn op ruime schaal bekend. In het algemeen wordt daarbij een gaas- of roostervornige bodem gebruikt, waar de dieren op vertoeven. Beneden deze bodem bevindt zich dan de mestaf voer band.
10 Bij gebruik van een dergelijke inrichting voor mest kuikens treden in de praktijk borstblaren en pootafwijkingen op. Vooral borstblaren verlagen de waarde van de kuikens in sterke mate omdat het borstvlees een hoge verkoopwaarde heeft. Daarom worden mestkuikens in de praktijk overwegend 15 op de vloer gehouden en heeft toepassing van een inrichting als boven omschreven slechts in geringe omvang plaats ondanks het feit dat daarmee grote voordelen verkregen kunnen worden ten aanzien van intensieve benutting van het vloeroppervlak en mogelijkheden van automatisering-r 20 ï/anneer mestkuikens op de vloer gehouden worden is het gebruikelijk, dat zij hun hele mestperiode op hetzelfde strooisel doorbrengen, dat dan tegen het einde van die periode sterk met mest vervuild kan zijn en vochtig, hetgeen eveneens tot borstblaren kan leiden, zij het in aanmerkelijk mindere 25 mate dan bij gebruik van gaasbodems.
«ranneer leghennen in een inrichting van het bovenomschreven type worden gehouden, is het optreden van borstblaren van geen of gering economisch belang, omdat de hennen, nadat zij uitgelegd zijn, als kip voor de soep en dergelijke worden 30 verkocht, waarbij de borstblaren weinig invloed op de opbrengst hebben.
Ben nadeel van de bekende inrichting voor zowel mestkuikens als leghennen is, dat op een gaasbodem hun krabbehoefte niet kan worden uitgeleefd.
35 De uitvinding beoogt de genoemde nadelen tegen te gaan.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien, \dat de mestafvoerband de bodem van de rij kooien vormt.
8403730 j*· * -2- ïïr wordt op gewezen, dat de uitvinding een belangrijke stap voorwaarts betekent bij het zogenaamd diervriendelijk houden van dieren en dat daarbij in elk geval in belangrijke mate aan het welzijn van de dieren tegemoet gekomen wordt.
5 De uitvinding bereikt deze resultaten en de geschetste economische voordelen zonder dat daarbij de kostprijs van de inrichting hoger behoeft te worden, ja het is zelfs mogelijk door toepassing van de uitvinding tot een goedkopere inrichting te komen.
10 Een belangrijk voordeel van de uitvinding is, dat het mogelijk is strooisel op de mestafvoerhand aan te brengen, dat zeer eenvoudig verwijderd of vervangen kan worden door de band te laten bewegen.
Een verder belangrijk voordeel van de uitvinding is, 15 dat het daarmede mogelijk wordt in een bepaalde kooienbatterij de voor de daa?en beschikbare ruimte in afhankelijkheid van hun groei te vergroten.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien, dat de hoogtestand van de mestafvoerhand ten 20 opzichte van de overige kooi instelbaar is. Daarbij wordt er op gewezen, dat wanneer de dieren nog klein zijn, de kooien toch al ruim voldoende hoogte hebben. Wanneer nu, naar mate de dieren groeien, de overige kooi omhoog bewogen wordt ten opzichte van de mestafvoerband of 'andersom, krijgen 25 de dieren meer hoogte ter beschikking naar mate zij groter worden, waarbij de grotere dieren toch niet tussen de benedenrand van de kooien en de mestband door kunnen.
Bij toepassing van de uitvinding zal bij het bewegen van de mestband, hetgeen uiteraard slechts bij betrekkelijk 50 grote tussenpozen zal gebeuren, deze onder de dieren door bewegen. Bij een geringe loopsnelheid kunnen de dieren dan tegen de beweging van de band in lopen en zullen dit in het algemeen ook zeer spoedig leren.
De uitvinding heeft bijzondere voordelen bij toepassing 35 voor leghoenders. Deze hoenders worden in het algemeen in kooien met een hellende bodem gehouden, omdat de eieren via de hellende bodem naar een eierafvoerband moeten kunnen rollen. Dit ongemak' van de hellende bodem heft evenwel niet O het nadeel op, dat het leggen op een bevuilde bodem dient 40 plaats te hebben.
\ 6403730 *ï
F
-3-
De uitvinding voorziet er nu volgens een nadere uitwerking in, dat de kooien in verbinding staan met een rij legnesten.
Bij voorkeur wordt er daarbij in voorzien, dat vanuit twee evenwijdige rijen kooien verbinding bestaat met leg-5 nesten uit de rij.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding met legnesten heeft niet alleen het voordeel, dat geen hellende bodem nodig is, maar tevens dat de leghennen zich rustiger gedragen, waarbij een legnest veelal aantrekkelijk is, vooral wanneer 10 het zich boven de vloer bevindt en weinig of niet verlicht is.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvoeringsvorm met legnesten wordt er in voorzien, dat de rij legnesten tussen twee rijen kooien is aangebracht, waarbij een aantal 15 legnesten open is naar de ene rij kooien en gesloten ten opzichte van de andere rij kooien en de overige legnesten open zijn naar de andere rij kooien en gesloten naar de ene rij kooien.
Hiermede wordt de afstand tussen de twee rijen kooien 20 zeer doelmatig -gebruikt, verkrijgt men een overzichtelijke constructie en wordt toch voorkomen dat leghennen van de ene rij kooien naar de andere kunnen komen.
Bij voorkeur wordt er in voorzien, dat de legnesten van een rij samenwerken met een eierafvoerhand.
25 Br wordt op gewezen, dat ook bij kooien, waarbij nog een rooster boven de mestafvoerhand aanwezig is, het aanbrengen van aparte legnesten met een eigen eierafvoer een belangrijke verbetering kan betekenen. Dienovereenkomstig voorziet een ander aspect van de uitvinding in een inrichting 30 voor het houden van leghoenders, voorzien van een rij kooien, die daardoor wordt gekenmerkt, dat de kooien van aparte legnesten zijn voorzien, die met een eierafvoerhand samen-werken.
Yolgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt 35 er bij aanbrenging van aparte legnesten in voorzien, dat een gedeelte van de wand van de kooien omklapbaar is, waarbij een legnest aan het bij het omklappen van het desbetreffende 7/anagedeelte vrij gekomen gedeelte van het wandopper-vlak aansluit.
4-0 -2631 eenvoudige uitvoeringsvorm, die er daarbij in voor- \ 8403730 σ* τ -4- ziet dat bij verwijdering van de legnesten in het algemeen de wand of automatisch sluit of zeer gemakkelijk gesloten kan worden, is daardoor gekenmerkt, dat de wandgedeelten omklapbaar zijn om een aan hun bovenzijde gelegen horizontale 5 as.
Er wordt op gewezen, dat de legnesten geheel of gedeeltelijk in de kooien kunnen steken, maar ook zich buiten die kooien kunnen bevinden, dan wel zich gedeeltelijk binnen de kooien gedeeltelijk buiten de kooien uit kunnen breiden.
10 Ook wordt ér op gewezen, dat de uitvinding eveneens met goed gevolg combineerbaar is met een inrichting voor het huisvesten van dieren, waarbij een verzorgingsstelsel met boven elkaar gelegen toevoergoten voor voedsel aanwezig is, ter weerszijde waarvan kooien zijn opgesteld, waarbij het 15 verzorgingsstelsel en de kooien ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Een dergelijke inrichting is beschreven in de oudere niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8403158 op naam van aanvrager.
Toepassing van de onderhavige uitvinding op een inrich-20 ting volgens dit oudere voorstel kan nu verkregen worden door er in te voorzien, dat de legnesten aan het verzorgingsstelsel zijn bevestigd.
Een verder belangrijk voordeel van de uitvinding is, dat het daarmede op bijzonder eenvoudige wijze mogelijk is 25 aan de natuurlijke neiging van kippen te voldoen, te willen krabben. Dit was bij rooster- of gaasbodems van de kooien praktisch onmogelijk. Bij de uitvinding is het evenwel zeer goed mogelijk de dieren een gelegenheid tot krabben te geven door er bij het gebruiken van een inrichting zoals boven 30 omschreven in te voorzien, dat de als bodem gebruikte mest-afvoerband met strooisel bedekt wordt.
Behalve dat hiermede aan de natuurlijke neiging tot krabben wordt voldaan, is ook het op gezette tijden aanbrengen van vers strooisel een belangrijke maatregel, die ook in de 35 praktijk de aanraking tussen de dieren en hun mest verkleint.
Nog een verdere mogelijkheid om aan natuurlijke neigingen van de leghoenders tegemoet te komen is, er voor te zorgen, dat de verlichting de legnesten minder verlicht dan de kooien.
O Een praktische oplossing daarvoor bestaat daarin, dat de leg- 40 nesten bij de bovenzijde van de kooi zijn gelegen en dat \ 8403730 -5-.
zich daar beneden een ondoorzichtige eierafvoergoot met band bevindt, waar beneden zich de verlichting bevindt.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 iig. 1 schematisch een doorsnede toont door een uit voeringsvorm van de uitvinding voor leghoenders; en fig. 2 schematisch een uitvoeringsvorm toont voor kuikens.
In fig. 1 is een kooi 1, die geen bodem heeft, bevestigd aan een-rijgestel, dat vertikale staanders 2 heeft en een 10 horizontaal liggergedeelte 5, dat aan zijn bovenzijde een steunlaag heeft, bij voorkeur in de vorm van een gaasbodem.
Dit rijgestel kan verreden worden op wielen 4. Aan de vertikale staanders 2 zijn met daartoe geeigende constructies een aantal bodemloze kooien met een onderlinge tussenruimte 15 bevestigd, welke kooien elk vertikale wanden en een. plafond hebben.
lussen twee dergelijke kooien 1 zijn rollen 5 aange-bracht, die vanuit een vast gestel 9 uitsteken, op welke rollen een mestband 6 kan lopen, die van strooisel 7 is 20 voorzien.
De rollen 6 zijn in het getekende uitvoeringsvoorbeeld door middel van een langwerpige gatverbinding 8 vertikaal instelbaar bevestigd aan het. gestel 9* dat een voedergoot 10 bevat met een transporteur 11 om het voeder in horizontale 25 richting door de goot 10 te transporteren. Uitvoeringsvormen van dergelijke voedergoten zijn beschreven in de oudere niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8405158 ten name van aanvrager.
Yolgens de uitvinding is nu een gedeelte 12 van de 30 rechter wand van de kooi 1 opklapbaar om een draaias 13.
Uanneer de kooi 1 en de rij legnesten 14 naar elkaar toe worden aevwgen, klapt het gedeelte 12 om de as 13 omhoog.
De rij legnesten 14 wordt door het vaste gestel 9 gedragen, zodat de getekende onderlinge stand van de kooi 1 en de rij 35 legnesten 14 tot stand komt door het rijgestel naar het vaste gestel 9 toe te rijden.
De rij legnesten 14 kan een hellende goot hebben, waarbij de eieren door openingen in de bodem op een eieropvanggoot 015 kunnen rollen, die op op zichzelf bekende wijze een band 40 16 voor de eierafvoer heeft.
\ 8403730 -6- 7 «
Er wordt op gewezen, dat legnesten op zichzelf in verschillende uitvoeringsvormen beleend zijn en ook op zichzelf geen deel van de uitvinding uitmaken.
Zoals uit de tekening blijkt, is het mogelijk een 5 zelfde rij legnesten H te gebruiken voor de kooi 1 en voor een overeenkomende aan de andere zijde van het gestel 9 gelegen kooi, waarbij evenwel bij voorkeur de legnesten afwisselend aan de zijde van de ene rij kooien of de andere rij een gesloten wand hebben.
10 Bij toepassing van de uitvinding zijn de rijgestellen bij voorkeur 1,20 m lang, hetgeen betekent dat er twee van naast elkaar in een vrachtauto geplaatst kunnen worden. De rollen 5 kunnen een kleinere middellijn hebben dan in de tekening en zelfs uit betrekkelijk dunne stangen bestaan.
15 In de fig. 1 weergegeven stand bevinden zich de rollen 5 en daarop de mestafvoerhand 7 in praktisch hun laagste stand. Dit is ook de stand, waarin de inrichting gebruikt wordt voor leghennen en (bij ontbreken van de rij legnesten) voor mestkuikens aan het einde van de mestperiode.
20 Daarbij kan de band 5 op het plafond van de daar onder liggende kooi of op het gaasrooster van de horizontale ligger 3 rusten. Bit heeft het voordeel, dat een ondersteuning van de band verkregen wordt wanneer de belasting het grootste is, nl. de dieren het zwaarste. In de praktijk hebben de vertikale 25 wanden van de kooien een hoogte van bijvoorbeeld 33 om en kunnen de onderranden van de vertikale wanden bijvoorbeeld 7 cm boven de mestafvoerband liggen. Hoewel deze.gespannen wordt zal die toch doorbuigen, maar de spleet tussen de onderzijde van de kooien en de mestafvoerband is voor vol-30 wassen hennen dan onvoldoende dat zij er door zouden kunnen gaan.
Wanneer daarentegen kuikens worden ingebracht, ligt, zoals in fig. 2 schematisch is weergegeven, de benedenzijde van de vertikale wanden van de kooi 1 bijna direct boven de 35 mestafvoerband 6.
ïïr kan, wanneer dit nodig of gewenst is, in de lengterichting van de rijgestellen, dus loodrecht op de tekening 3 van fig. 1 of 2, een zekere tussenruimte tussen de rijgestellen zijn, waar zich dan een rol 5 voor het dragen van de afvoer-40 band 6 bevindt. Wanneer de dieren in de kooien 1 gebracht zijn, \ 8403730 $ -7- kunnen die op h.un plaats gereden worden, waarbij in het geval van leghennen de wandgedeelten 12 automatisch omklappen. Wanneer kuikens 7/orden ingebracht, kan, naarmate 213 groeien, de hoogtestand van de mestalvoerband 6 verlaagd' worden.
5 V.'anneer leghennen of afgsaeste nestkuikens in de kooien aanwezig zijn, kunnen de rijgestellen eenvoudig worden weggereden, waarbij de afstand tussen de onderkant van de zijwanden en de bovenzijde en het plafond van de daaronder liggende kooi respectievelijk de gaasbodem 3, voldoende 10 klein is om te verhinderen dat de dieren ontsnappen.
Bij toepassing van de uitvinding voor leghennen kan zich het geval voordoen, dat deze aanvankelijk niet alle haar eieren in de legnesten deponeren. Rapen van deze eieren leidt er evenwel in de praktijk betrekkelijk snel toe, dat 15 alle leghennen van de legnesten gebruik maken.
In fig. 2 zijn dezelfde referenties gehruikt als in fig. 1. Het belangrijke verschil met fig. 1 is, dat hier het gestel 9 smaller is, zoals voor kuikens gewenst en voldoende is. Verder zijn de rollen 5 hier in hun hoogste 20 stand in de sleuven 8 aangebracht teneinde de afstand tussen deze rollen en de onderkant van de vertikale wanden van de kooien 1 te verkleinen.
In fig. 1 is bij 17 een verlichting aangegeven, die aldaar bijzonder gunstig gelegen is, omdat de bodem van de 25 legnesten verhindert, dat de legnesten verlicht worden, terwijl juist het voer in de voedergoot 10 sterk verlicht wordt. Beide effekten zijn gunstig. Uiteraard kan voor de verlichting 17 elk geschikt type van lichtbron worden gebruikt .
30 Eet zal duidelijk zijn, dat het bij toepassing van de uitvinding niet noodzakelijk is, dat gebruik; gemaakt wordt van kooien, die verrijdbaar zijn ten opzichte van een vast gestel. Ook is het niet noodzakelijk, dat het geschetste verzorgingsstelsel met een voedertoevoergoot waar zich een 35 transportketting of dergelijke in bevindt, bij toepassing van de uitvinding wordt gebruikt.
Verder zal het duidelijk zijn, dat op de uitvinding vele variaties mogelijk zijn. Zo is het bijvoorbeeld mogeiijk, dat ni~t de rollen 5» maar de kooiconstructies zoals 1 . j 40 vertikaal instelbaar zijn, bijvoorbeeld door de verrijdbare 1 0403730 \ . _
7- K
-8- kooien een variabele hoogtestand te geven. De uitvinding geeft steeds het belangrijke voordeel, dat de dieren minder met hun mest in aanraking komen en op hygiënischer wijze eieren kunnen leggen, wanneer het om leghoenders gaat en 5 daarbij aan hun krabneiging kunnen voldoen, zonder dat dit wezenlijk kostenverhogend werkt.
y / Λ 8403730 "\ '% _

Claims (12)

1. Inrichting voor het huisvesten van dieren, voorzien van een aantal in een rij gelegen kooien, 7/aar zich een mest-afvoerband beneden bevindt, met het kenmerk, dat de mestafvoerbard de bodem van de rij kooien vormt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de hoogtestand van de mestafvoerband ten opzichte van de overige kooi instelbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, in het bijzonder voor leghoenders, met het kenmerk, dat de 10 kooien in verbinding staan met een rij legnesten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het k.e n m e r k , dat vanuit twee evenwijdige rijen kooien verbinding bestaat met legnesten uit de rij.
5. Inrichting volgens 3 of 4, met het ken- 15. e r k , dat de rij legnesten tussen twee rijen kooien is aangebracht, waarbij een aantal legnesten open is naar de ene rij kooien en gesloten ten opzichte van de andere rij kooien en de overige legnesten open zijn naar de andere rij kooien en gesloten naar de ene rij kooien.
6. Inrichting volgens conclusie 3, 4 of 5} me t het kenmerk, dat de legnesten van een rij samenwerken met een eierafvoerhand.
7. Inrichting voor het houden van leghoenders, voorzien van een rij kooien, met het kenmerk, dat de 25 kooien van aparte legnesten zijn voorzien, die met een aierafvoerband samenwerken.
8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3,4, 5, β of 7, met het kenmerk, dat een gedeelte van de wand van de kooien omklapbaar is, waarbij 30 een legnest aan het bij het omklappen van het desbetreffende wandgedeelte vrij gekomen gedeelte van het wandoppervlak aansluit.
9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk , dat dewandgedeelten omklapbaar zijn om een 35 aan hun bovenzijde gelegen horizontale as.
10. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande __ conclusies, waarbij een verzorgingsstelsel met boven elkaar gelegen toevoergoten voor voedsel aanwezig is, ter weerszijde 8403730 Cr * -10- « waarvan kooien zijn opgesteld, waarbij het verzorgingsstelsel en de kooien ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, met het kenmerk, dat de legnesten aan het verzorgingsstelsel zijn bevestigd.
11. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3-10, met het kenmerk, dat de legnesten hoog zijn gelegen en dat zich beneden de legnesten een verlichting bevindt, die bijgevolg de legnesten in nagenoeg onverlichte toestand laat.
12. Werkwijze voor het bedrijven,van een inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-6 en 8-10, met het kenmerk, dat de als bodem gebruikte mest-afvoerband met strooisel bedekt wordt. o \ 8403730
NL8403730A 1984-12-07 1984-12-07 Inrichting voor het huisvesten van dieren. NL8403730A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403730A NL8403730A (nl) 1984-12-07 1984-12-07 Inrichting voor het huisvesten van dieren.
EP85202004A EP0184266B1 (en) 1984-12-07 1985-11-29 Device for keeping animals
DE85202004T DE3587339T2 (de) 1984-12-07 1985-11-29 Vorrichtung zum Halten von Tieren.
US06/803,958 US4697548A (en) 1984-12-07 1985-12-03 Device and method for keeping animals
CA000496733A CA1246402A (en) 1984-12-07 1985-12-03 Device and method for keeping animals
FI854834A FI854834A (fi) 1984-12-07 1985-12-05 Anordning och foerfarande foer skoetsel av djur.
ES549676A ES8700899A1 (es) 1984-12-07 1985-12-06 Dispositivos y metodo para albergar animales

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403730 1984-12-07
NL8403730A NL8403730A (nl) 1984-12-07 1984-12-07 Inrichting voor het huisvesten van dieren.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403730A true NL8403730A (nl) 1986-07-01

Family

ID=19844877

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403730A NL8403730A (nl) 1984-12-07 1984-12-07 Inrichting voor het huisvesten van dieren.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4697548A (nl)
EP (1) EP0184266B1 (nl)
CA (1) CA1246402A (nl)
DE (1) DE3587339T2 (nl)
ES (1) ES8700899A1 (nl)
FI (1) FI854834A (nl)
NL (1) NL8403730A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2254235A (en) * 1991-04-03 1992-10-07 Ip Co Ltd Facility for raising chickens.
WO1992020222A1 (en) * 1991-05-23 1992-11-26 Smith, Christine, Anne Egg harvester
ES2070669B1 (es) * 1992-02-05 1996-01-01 Montero Aleu Francisco Jose Nuevo suelo para jaulas de animales constituido por una malla flexible corredera.
US5737850A (en) * 1996-10-31 1998-04-14 Rose Acre Farms, Inc. Method and apparatus for drying poultry manure
US6647925B1 (en) * 2002-07-30 2003-11-18 Lawrence A. Waiters Animal carrier

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE540420C (de) * 1931-12-18 Gottlieb Kilchhofer Vorrichtung zur Zufuehrung von Sand aus Aufnahmebehaeltern auf verschiebbare Bandboeden insbesondere von Kaefigen
US1597107A (en) * 1925-04-24 1926-08-24 Petersen William Combination chicken coop, nest, brooder, and hatchery
US2604874A (en) * 1948-02-06 1952-07-29 Forbes Henry Lancelot Apparatus for the preliminary rearing of livestock
US2536621A (en) * 1948-05-24 1951-01-02 Arnold Raymond Feeding apparatus for fowl
FR1086493A (fr) * 1953-07-30 1955-02-14 Cage d'élevage pour volailles
DE1192449B (de) * 1964-09-23 1965-05-06 Josef Kuehlmann Legenest fuer Gefluegelfarmen
GB1169886A (en) * 1965-11-09 1969-11-05 Samuel Duff Improvements in or relating to Battery Cages
DE1607349B1 (de) * 1966-06-03 1972-04-27 Sharman Harold Darlington Vorrichtung zur Entfernung von Huehnerkot an Kaefigreihen
FR1574834A (nl) * 1968-05-07 1969-07-18
CA978037A (en) * 1973-01-12 1975-11-18 Crawfords Foods Ltd. Poultry brooding and rearing apparatus
DE2555357A1 (de) * 1975-12-09 1977-06-23 Schmidt Ankum Batterie zur aufzucht von broilern
US4020793A (en) * 1975-12-29 1977-05-03 B & J Machinery Co., Inc. Apparatus and method for raising and transporting poultry
CH655831A5 (de) * 1980-08-13 1986-05-30 Delta Vas Mueanyag Szolgaltato Kaefigbatterie fuer tiere, insbesondere fuer die haltung von kleintieren.
US4364332A (en) * 1980-09-29 1982-12-21 Smith William V Integrally constructed poultry nesting housing for automatically collecting eggs
DE3238244C2 (de) * 1982-10-15 1986-01-16 Josef 4419 Laer Kühlmann Futtertrog für Käfiganlagen für die Kükenaufzucht

Also Published As

Publication number Publication date
ES8700899A1 (es) 1986-12-01
FI854834A (fi) 1986-06-08
EP0184266B1 (en) 1993-05-12
EP0184266A2 (en) 1986-06-11
ES549676A0 (es) 1986-12-01
DE3587339D1 (de) 1993-06-17
FI854834A0 (fi) 1985-12-05
US4697548A (en) 1987-10-06
CA1246402A (en) 1988-12-13
DE3587339T2 (de) 1993-12-02
EP0184266A3 (en) 1987-05-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2257734A (en) Husbandry system
US4020793A (en) Apparatus and method for raising and transporting poultry
EP0684761B1 (de) Anordnung zur aufzucht von geflügel in käfiganlagen
US4697547A (en) Apparatus and method for rearing and/or keeping animals
DK157051B (da) Aeglaegningsrede til fjerkrae
US2756721A (en) Automatic feed and egg conveyor type laying cage battery
NL8403730A (nl) Inrichting voor het huisvesten van dieren.
US3948219A (en) Battery farming equipment
US5562067A (en) Egg harvester
US3585968A (en) Rack for automatic care of laboratory animals
US2264959A (en) Laying battery
US4213422A (en) Grated floor conveyor for poultry enclosure
US3650246A (en) Automatic egg collection system for poultry nests
JPS60186234A (ja) 集卵システム
US2694381A (en) Egg collecting and retaining nest
NL1009455C2 (nl) Inrichting voor het houden van pluimvee.
US20090126646A1 (en) Nest box system and egg collection apparatus
US3768444A (en) Multi deck cage construction
US3631839A (en) Hygenic, variable confinement area pigpen
US3225741A (en) Laying cages
RU168708U1 (ru) Автоматическая мини-ферма
CA1147218A (en) Chick cage system
EP0178739B1 (en) Apparatus for supplying food to a plurality of cages
SU847958A1 (ru) Клеточна батаре дл содержани птицы
GB2103915A (en) Broiler rearing unit

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed