NL1031716C2 - Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld. - Google Patents

Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld. Download PDF

Info

Publication number
NL1031716C2
NL1031716C2 NL1031716A NL1031716A NL1031716C2 NL 1031716 C2 NL1031716 C2 NL 1031716C2 NL 1031716 A NL1031716 A NL 1031716A NL 1031716 A NL1031716 A NL 1031716A NL 1031716 C2 NL1031716 C2 NL 1031716C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
blocking
holder
closing means
positioning
Prior art date
Application number
NL1031716A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Jan Morsink
Original Assignee
Pch Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pch Holding B V filed Critical Pch Holding B V
Priority to NL1031716A priority Critical patent/NL1031716C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1031716C2 publication Critical patent/NL1031716C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F9/00Details other than those peculiar to special kinds or types of apparatus
    • G07F9/06Coin boxes
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D11/00Devices accepting coins; Devices accepting, dispensing, sorting or counting valuable papers
    • G07D11/10Mechanical details
    • G07D11/12Containers for valuable papers
    • G07D11/125Secure containers

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Devices For Checking Fares Or Tickets At Control Points (AREA)

Description

Korte aanduiding: Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opname- inrichting voor geld voor een betaalautomaat, omvattende een houder voorzien van een invoeropening voor het in de houder voeren van geld, alsmede een afsluitmechanisme voor het afsluiten van de opening, omvattende afsluitmiddelen, die verplaatsbaar zijn tussen een 10 vrijgeefpositie waarin ze de invoeropening vrijgeven en een afsluitpositie waarin ze de invoeropening afsluiten; bedieningsmiddelen voor het in de vrijgeefpositie brengen en of houden van de afsluitmiddelen; terugstelmiddelen voor het onder vrijgave door de 15 bedieningsmiddelen verplaatsen van de afsluitmiddelen van de vrijgeefpositie naar de afsluitpositie; en borgmiddelen voor het in een geborgde stand in de afsluitpositie borgen van de afsluitmiddelen.
Een dergelijke opname-inrichting is bekend als geldcassette voor 20 een parkeerautomaat. De bekende geldcassette omvat een houder met een afneembaar deksel, dat overigens door middel van een slot is beveiligd tegen het van de rest van de houder afnemen door onbevoegde personen. Het deksel heeft een afzonderlijke buitenwand en een afzonderlijke binnenwand, waarin op ten opzichte van elkaar uitgelijnde posities openingen zijn voorzien waardoorheen geld 25 in de geldcassette kan worden gedaan. Tussen de binnenwand en de buitenwand strekt zich een plaatvormige schuif uit die van een vergelijkbare opening is voorzien. De schuif is verplaatsbaar tussen een vrijgeefpositie waarin de opening ervan is uitgelijnd met de openingen in de binnen- en buitenwand van het deksel en een afsluitpositie, waarin de openingen in de binnen- en buitenwand van het deksel door 30 een plaatgedeelte van de schuif wordt afgesloten. De schuif wordt door spiraalveren in de richting van de afsluitpositie gedreven of voorgespannen, in welke positie een lip van de schuif uit de houder naar buiten steekt. De lip is voorzien van een gat, waardoorheen een verzegeling kan worden aangebracht om de schuif te borgen tegen het naar de vrijgeefpositie kunnen verplaatsen wanneer de geldcassette uit de 1031716 2 parkeerautomaat is genomen. De geldcassette wordt bij toepassing door een medewerker zonder verzegeling in een parkeerautomaat geplaatst, waarbij een pen van de parkeerautomaat door een uitsparing in de geldcassette binnendringt en daarbij zodanig aangrijpt op de schuif, dat de schuif tegen de werking van de 5 spiraalveren in de vrijgeefpositie wordt geschoven. In deze positie kan geld uit de parkeerautomaat door de vrijgegeven openingen in het deksel in de geldcassette vallen. Wanneer de geldcassette uit de parkeerautomaat wordt genomen, wordt daardoor ook de pen, die deel uitmaakt van de parkeerautomaat, uit de uitsparing verwijderd, waardoor de aangrijping ervan op de schuif wordt opgeheven en de 10 spiraalveren de schuif in de afsluitpositie terugdrijven. Vervolgens wordt door de persoon die de handelingen heeft verricht een verzegeling aangebracht, zodat de schuif min of meer is geborgd tegen het in de vrijgeefpositie schuiven ervan voor het uit de geldcassette verwijderen van geld bijvoorbeeld door de schuif, met een vergelijkbare pen als die van de parkeerautomaat, te bedienen. Een aantal 15 geldcassettes dat aldus uit parkeerautomaten is verwijderd wordt op een centraal punt verzameld, alwaar de verzegelingen worden verwijderd, de geldcassettes worden geledigd en de gezamenlijke inhoud van de geldcassettes wordt geteld.
Een nadeel van een dergelijke geldcassette is, dat het mogelijk is om de schuif na het verwijderen van de geldcassette uit de parkeerautomaat en vóór 20 het verzegelen van de geldcassette in de vrijgeefpositie te verschuiven en geld door de opening uit de geldcassette te verwijderen. Parkeerautomaten hebben in de regel geen geijkt registratiesysteem voor het registreren van ingeworpen geld. Dit houdt in, dat een afwijking moet worden geaccepteerd, en momenteel ook wordt geaccepteerd, tussen de geregistreerde, theoretische, inhoud van een geldcassette 25 en de werkelijke inhoud van de geldcassette die na lediging ervan wordt geteld. Dit betekent dat geen tekort of gemis aan opbrengst wordt opgemerkt wanneer iemand steeds een klein bedrag uit de cassette neemt. Een ongeautoriseerde lediging van een cassette wordt daarom pas opgemerkt wanneer de verzegeling van een cassette is verbroken en diefstal van een cassette wordt geconstateerd wanneer 30 een cassette uit het volgsysteem voor cassettes wordt vermist, maar niet wanneer geld, bijvoorbeeld door manipulatie van de afsluitmiddelen van de invoeropening, via de invoeropening uit de cassette wordt genomen. De huidige geldcassettes zijn dus gevoelig voor dergelijke fraude.
3
De onderhavige uitvinding beoogt daarom een opname-inrichting voor geld volgens de inleiding te verschaffen die minder fraudegevoelig is dan de bekende opname-inrichting voor geld. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat door de afsluitmiddelen bekrachtigbare blokkeermiddelen zijn 5 voorzien, welke een verstelling van de afsluitmiddelen van de afsluitpositie naar de vrijgeefpositie blokkeren nadat de afsluitmiddelen door de terugstelmiddelen van de vrijgeefpositie in de afsluitpositie zijn gebracht. Hierdoor is het niet meer mogelijk de afsluitmiddelen naar de vrijgeefpositie te verplaatsen nadat de afsluitmiddelen in de afsluitpositie zijn geplaatst en wordt een minder fraudegevoelige opname-inrichting 10 voor geld verschaft.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de afsluitmiddelen bekrachtigbaar door aangrijping op de bedieningsmiddelen door een met de vaste wereld verbonden aangrijporgaan. Dit aangrijporgaan kan onderdeel uitmaken van een betaalautomaat waarin de opname-inrichting wordt toegepast. Op 15 deze wijze is het mogelijk de afsluitmiddelen als vanzelf te bekrachtigen bij plaatsing in de betaalautomaat waarin het aangrijporgaan zich op een gedefinieerde positie bevindt. Op deze wijze worden de afsluitmiddelen in de vrijgeefpositie gebracht.
De afsluitmiddelen omvatten bij voorkeur een schuif, die in de vrijgeefpositie de invoeropening vrijgeeft en in de afsluitpositie de invoeropening 20 blokkeert. Een schuif kan relatief plat worden uitgevoerd, waardoor de afsluitmiddelen compact kunnen worden vormgegeven.
Het heeft de voorkeur dat de schuif plaatvormig is en is voorzien van een gat dat zich in de vrijgeefpositie van de afsluitmiddelen ter hoogte van de invoeropening bevindt. Deze constructie is eenvoudig doch effectief.
25 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de afsluitmiddelen verder een uitsparing waarop de blokkeermiddelen kunnen aangrijpen voor het blokkeren van de afsluitmiddelen. De uitsparing kan het positioneren van de blokkeermiddelen ondersteunen en is eenvoudig en goedkoop te voorzien.
30 Het heeft verder de voorkeur dat de blokkeermiddelen een scharnierbaar met de houder verbonden aangrijporgaan omvatten dat is ingericht voor het bij de afsluitpositie van de afsluitmiddelen aangrijpen op de uitsparing van de afsluitmiddelen. Ook een scharnierbaar aangrijporgaan dat in een uitsparing kan aangrijpen is een effectieve en goedkope oplossing. Door het aangrijporgaan met 4 de houder te verbinden en de uitsparing in de schuif te voorzien kan met eenvoudige middelen een goede blokkering tot stand worden gebracht.
Het aangrijporgaan omvat verder bij voorkeur een pal die bij het terugstellen van de afsluitmiddelen in de uitsparing van de afsluitmiddelen aangrijpt.
5 Een pal draagt bij aan de eenvoud en kostenefficiëntie van de blokkeerinrichting en dus van de opname-inrichting.
De blokkeermiddelen omvatten bij voorkeur een instelorgaan met een veer die is voorgespannen voor het naar de blokkeerstand drijven van het aangrijporgaan. Dit kan bijvoorbeeld een bladveer zijn die eveneens efficiënt, doch 10 ruimte besparend en kostenefficiënt kan worden uitgevoerd.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de terugstelmiddelen ten minste één veer die is voorgespannen voor het naar de afsluitpositie drijven van de afsluitmiddelen. De veer kan door het met de veer verbonden aangrijporgaan (verder) worden voorgespannen, zodat op de 15 afsluitmiddelen een kracht wordt uitgeoefend voor het naar de afsluitpositie verplaatsen van de afsluitmiddelen wanneer er niet een grotere kracht de veerkracht van de voorgespannen veer tegenwerkt.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de opname-inrichting positioneringsmiddelen voor het positioneren van de 20 afsluitmiddelen in een van de afsluitpositie afwijkende uitgangspositie. Door deze maatregel kan worden voorkomen dat de blokkeermiddelen reeds voor het plaatsen van de opname-inrichting hün blokkeerpositie innemen, waardoor de opname-inrichting niet in een betaalautomaat zou kunnen worden geplaatst, of althans niet in de vrijgeefpositie.
25 Verder omvatten de positioneringsmiddelen bij voorkeur een positioneringspal, die bij de uitgangspositie van de afsluitmiddelen voorkomt dat de blokkeermiddelen naar de blokkeerstand verplaatsbaar zijn. Dit is wederom een eenvoudige en goedkope voorziening voor het bereiken van het gewenste effect, in dit geval de positionering van de afsluitmiddelen.
30 Het heeft de voorkeur dat de afsluitmiddelen een verdere uitsparing omvatten waarop de positioneringsmiddelen bij de uitgangspositie aangrijpen. Ook hier geldt dat een uitsparing een eenvoudig middel is om de positioneringsmiddelen in een, in dit geval uitgangspositie, te handhaven.
5
Het heeft verder de voorkeur dat de positioneringsmiddelen een positioneringspal omvatten voor aangrijping op de verdere uitsparing, waarbij bij voorkeur de positioneringspal om een as roteerbaar is naar een tweede positie die toestaat dat de afsluitmiddelen in de afsluitpositie worden versteld, waarbij verder bij 5 voorkeur de positioneringsmiddelen een bladveer omvatten voor het naar de tweede positie doen roteren van de positioneringspal. Hier geldt wederom dat een pal een effectief, doch eenvoudig en goedkoop element is, dat als gevolg van de als eenvoudig beweegbaar is en bijvoorbeeld door middel van een bladveer kan worden voorgespannen om de positioneringspal in de gewenste richting te drijven.
10 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het afsluitmechanisme voorzien in een ten opzichte van de rest van de houder beweegbaar deel van de houder. Hierdoor kan het afsluitmechanisme makkelijker toegankelijk worden gemaakt voor onderhoud maar ook voor het instellen ervan.
Daarbij heeft het de voorkeur dat het ten opzichte van de rest van 15 de houder beweegbaar deel van de houder beweegbaar is tussen een eerste positie waarin de houder zich in een gesloten toestand bevindt en een tweede positie waarin de houder zich in een geopende toestand bevindt voor het ledigen van de houder. Hierdoor is het mogelijk de opname-inrichting te ledigen door een daarvoor bestemde opening, dus niet per sé door de invoeropening, die daardoor in het 20 bijzonder kan worden vormgegeven voor het doel van het invoeren van geld in de houder.
Bij voorkeur is het ten opzichte van de rest van de houder beweegbaar deel een deksel. Het deksel kan scharnierbaar of afneembaar op de rest van de houder aanbrengbaar zijn, waarbij in het eerste geval wordt voorkomen 25 dat het deksel en de rest van de houder van elkaar worden gescheiden. In het tweede geval kan het deksel geheel worden weggenomen van de houder waardoor de houder makkelijker te hanteren is.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de blokkeermiddelen slechts bij de geopende toestand van de houder van de 30 blokkeerstand naar de niet geblokkeerde stand verplaatsbaar. Hierdoor is het slechts mogelijk voor personen die geautoriseerd zijn om de houder te openen (en te legen) om de geblokkeerde stand op te heffen.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een betaalautomaat voorzien van een opname-inrichting voor geld als hierboven 6 beschreven. Hierdoor wordt een betaalautomaat, bijvoorbeeld een parkeerautomaat, verschaft in een systeem dat minder fraudegevoelig is dan de totnutoe bekende systemen.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend onder verwijzing naar 5 de bijgevoegde figuren worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvorm, die slechts bij wijze van voorbeeld is opgenomen en op geen enkele wijze de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding beperkt.
Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een opname-inrichting voor geld volgens de onderhavige uitvinding; 10 Figuur 2 is een opengewerkt aanzicht van de houder uit figuur 1;
Figuur 3 is een bovenaanzicht van het afsluitmechanisme uit figuur 2 in de vrijgeefpositie;
Figuur 4 is het afsluitmechanisme uit figuur 2 in een afsluitpositie; en 15 Figuur 5 is een detailaanzicht van een deel van het afsluitmechanisme uit figuur 2 in de uitgangspositie.
Figuur 1 toont een geldcassette 1 als opname-inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor geld die in een parkeermeter kan worden gebruikt voor het opvangen van in de parkeermeter ingeworpen geld. De geldcassette 1 heeft een 20 deksel 2 met daarin een invoeropening 3. De geldcassette 1 is aan een voorste kopse kant 10 voorzien van een doorvoergat 4 en een lip 5 waardoorheen een verzegeling 6 kan worden aangebracht.
Figuur 2 toont de geldcassette 1 slechts ten dele en in een opengewerkt aanzicht waardoor het afsluitmechanisme 7 zichtbaar is. Het 25 afsluitmechanisme omvat een plaat 8 die door spiraalveren 9 in de richting van de voorste kopse wand 10 wordt gedreven. De plaat 8 is voorzien van een invoergat 11. Aan de voorzijde van de plaat 8 is haaks op de plaat 8 een aangrijpvlak 12 voorzien dat zich juist achter doorvoergat 4 (zie figuur 1) bevindt. Verder is de lip 5 met de verzegeling 6 zichtbaar die samenwerkt met borgpen 13 en borgpal 14 die kan 30 aangrijpen in borgopening 15.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een afsluitmechanisme 7 dat is opgenomen in een geldcassette 1, waarvan in figuur 3 de omtreksrand zichtbaar is en die is opgenomen in een parkeerautomaat waarvan een geleiding 16 en een pen 17 zijn getoond. Het afsluitmechanisme 7 heeft een behuizing 19 waarbinnen 7 een plaat 8 met een invoergat 11 is opgenomen. De plaat 8 is binnen geleidingen 20 verschuifbaar en wordt door spiraalveren 9 tegen pen 17 gedrukt. De plaat 8 is voorzien van een blokkeeruitsparing 21 voor samenwerking met een blokkeerpal 22 die door een bladveer 23 om een scharnieras 24 is voorgespannen om in de richting 5 van de wijzers van de klok om scharnieras 24 te scharnieren. Plaat 8 is verder voorzien van een positioneringsuitsparing 25 voor samenwerking met een positioneringspal 26 die door middel van een verdere bladveer 27 is voorgespannen om tegen de richting van de wijzers van de klok in om een scharnieras 28 ervan te roteren.
10 Figuur 4 toont een vergelijkbaar aanzicht met figuur 3, maar nu bevindt de geldcassette 1 zich niet in de parkeerautomaat. De plaat 8 is door de spiraalveren 9 tegen ribben 29 in de behuizing 19 gedreven, waardoor invoergat 11 zich op een andere positie bevindt en aldus niet is uitgelijnd met invoeropening 3. Een met stippellijnen getekende borgpen die zich bevindt aan de onderkant van 15 blokkeerpal 22 grijpt aan in blokkeeruitsparing 21, zoals aan de hand van figuur 5 nader zal worden toegelicht. Verder zijn in figuur 4 elementen die overeenkomen met figuur 3 aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 3.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht op de geldcassette 1 waarvan de omtrekswand 18 zichtbaar is waarbinnen het afsluitmechanisme 7 in een behuizing 20 19 is opgenomen. In dit geval bevindt het afsluitmechanisme 7 zich in de uitgangspositie waarbij een deel van het afsluitmechanisme met de blokkeerpal 22 en de positioneringspal 26 vergroot is weergegeven. In het niet vergrote deel van figuur 5 is te zien dat de plaat 8 niet geheel tegen de ribben 29 van de behuizing 19 is gelegen. Het invoergat 11 in plaat 8 overlapt de invoeropening 3 (aan de 25 onderkant van het deksel, zie figuur 1, die hier met stippellijnen is getekend) niet.
Nu weer verwijzend naar figuren 1 en 2 is te zien dat de plaat 8 binnen het deksel 2 tegen de werking van de spiraalveren 9 in verschuifbaar is van de in figuur 2 getoonde positie, naar een positie waarin invoergat 11 is uitgelijnd met invoeropening 3. De geldcassette 1 kan in de in figuur 2 getoonde toestand worden 30 geplaatst in een parkeerautomaat (niet getoond), die is voorzien van een pen (17 in figuur 3) die zodanig is gepositioneerd dat die in de geïnstalleerde toestand van de geldcassette 1 in doorvoergat 4 is opgenomen. Wanneer het invoergat 11 is uitgelijnd met invoeropening 3, hetgeen het geval is wanneer de geldcassette in de parkeerautomaat is opgenomen, valt in de parkeerautomaat geworpen geld door 8 invoeropening 3 en invoergat 11 in de geldcassette 1. Wanneer de geldcassette 1 uit de parkeerautomaat wordt genomen wordt de plaat 8 met het invoergat 11 door spiraalveren 9 in de in figuur 2 getoonde positie teruggedreven. De lip 5 met verzegeling 6 werkt samen met borgpen 13, borgpal 14 en borgopening 15 om de 5 geldcassette 1 te borgen tegen ongewenste bediening. Eén en ander zal hiernavolgend nader worden toegelicht.
Nu kijkend naar figuur 3 wordt het afsluitmechanisme 7 getoond in een toestand waarin dat zich bevindt als de geldcassette 1 in een parkeerautomaat is geplaatst. Pen 17, die onderdeel uitmaakt van een parkeerautomaat, is door het 10 doorvoergat (4, zie figuur 1) gestoken en houdt als zodanig plaat 8 tegen de werking van spraalveren 9 in in een positie waarbij invoergat 11 is uitgelijnd met invoeropening (3, zie figuur 1). Blokkeerpal 22 is aan de onderkant voorzien van een verdikking 30 die hier met een dikke lijn is getekend maar vanaf de bovenkant in werkelijkheid uiteraard niet zichtbaar is. De verdikking 30 van de blokkeerpal 22 15 wordt door bladveer 23 tegen de zijkant van plaat 8 gedreven, maar wordt door die plaat 8 tegengehouden zodat blokkeerpal 22 niet om scharnieras 24 in de richting van de wijzers van de klok kan worden gedraaid. Positioneringspal 26 wordt door verdere bladveer 27 tegen de behuizing 19 van het afsluitmechanisme 7 gehouden.
Wanneer nu de geldcassette 1 uit de parkeerautomaat wordt 20 gehaald wordt daarbij automatisch de pen 17 van de parkeerautomaat uit het doorvoergat 4 getrokken en wordt aangrijpvlak 12 aldus niet meer door pen 17 aangegrepen. Als gevolg daarvan schuift plaat 8 gedurende het uit de parkeerautomaat nemen van de geldcassette 1 onder werking van spiraalveren 9 in de richting van de linkerwand (althans in de tekening) van de behuizing 19 in de 25 richting van positioneringpal 26. De plaat 8 schuift onder de positioneringspal 26 door tot aan de ribben 29 van de behuizing 19 die de plaat 8 uiteindelijk tegenhouden. Hierbij verschuift de blokkeeruitsparing 21 met plaat 8 uiteraard in dezelfde richting waarbij de verdikking 30 van de blokkeerpal 22 ter hoogte van blokkeeruitsparing 21 komt en door bladveer 23 die werkzaam is op blokkeerpal 22 30 in uitsparing 21 wordt gedreven en door veer 23 in die positie wordt gehandhaafd. Wanneer later een pen 17 van een parkeerautomaat, of een willekeurige pen die wordt gehanteerd door een persoon in invoeropening 4 wordt gestoken, blokkeert verdikking 30 van de blokkeerpal 22 plaat 8, zodat die niet meer naar de vrijgeefpositie kan worden terug verplaatst. Aldus kan nadat de geldcassette 1 uit de 9 parkeerautomaat is genomen geen geld door invoeropening 3 worden uitgenomen omdat invoergat 11 in plaat 8 niet met de invoeropening is of kan worden uitgelijnd. Blokkeerpal 22 is namelijk tegen manipulatie beschermd door het bovenste deel van deksel 2 dat in figuur 4 omwille van de duidelijkheid van de toelichting is 5 weggelaten.
Verwijzend naar figuur 5 wordt getoond hoe het afsluitmechanisme 7 weer in de uitgangspositie van figuur 3 kan worden teruggeplaatst. Daartoe is noodzakelijk dat een gebruiker, die daartoe is geautoriseerd, de verzegeling (6, zie figuren 1 en 2) verbreekt om het bovenste deel van deksel 2 weg te nemen. 10 Hierdoor komt het afsluitmechanisme 7 vrij te liggen zoals zichtbaar is in figuur 5. Om het afsluitmechanisme 7 in de uitgangspositie terug te stellen wordt verdikking 30 van blokkeerpal 22 met de hand tegen de veerkracht van bladveer 23 tegen de wijzers van de klok in uit blokkeeruitsparing 21 geroteerd. Vervolgens wordt plaat 8, die nu niet meer door de verdikking 30 van de blokkeerpal 22 wordt geblokkeerd met 15 de hand tegen de werking van spiraalveren 9 van de ribben 29 van de behuizing weggetrokken. Nu wordt blokkeerpal 22 losgelaten en wordt de verdikking 30 tegen de zijkant van plaat 8 gedreven door bladveer 23.
Vervolgens wordt positioneringspal 26 met de hand tegen de werking van verdere bladveer 27 in om de scharnieras 28 tegen de richting van de 20 wijzers van de klok in geroteerd in de positie zoals getoond in figuur 5. Daarna wordt plaat 8 losgelaten zodat de positioneringsuitsparing 25 daarvan die positioneringspen 31 omgeeft die aldus wordt weerhouden als gevolg van de kracht van de verdere bladveer 27 in de richting van de wijzers van de klok terug te roteren. Bovendien houdt positioneringspen 31 plaat 8 op enige afstand van ribben 29. Dit 25 heeft tot gevolg dat de blokkeeruitsparing 21 in plaat 8 niet ter hoogte van verdikking 30 van blokkeerpal 22 kan komen, waardoor de verdikking 30 plaat 8 niet reeds in de nu bereikte uitgangspositie tegen verplaatsing kan blokkeren. Vervolgens wordt de bovenkant van het deksel 2 gemonteerd en is de geldcassette 1 weer gereed voor gebruik.
30 Hoewel de opname-inrichting voor geld van de onderhavige uitvinding hierboven aan de hand van een specifieke uitvoeringsvorm is toegelicht, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat vele varianten en aanpassingen mogelijk zijn die vallen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies.
1031716

Claims (20)

1. Opname-inrichting voor geld voor een betaalautomaat, omvattende 5 een houder voorzien van een invoeropening voor het in de houder voeren van geld, alsmede een afsluitmechanisme voor het afsluiten van de opening, omvattende afsluitmiddelen, die verplaatsbaar zijn tussen een vrijgeefpositie waarin ze de invoeropening vrijgeven en een afsluitpositie waarin ze de invoeropening afsluiten; 10. bedieningsmiddelen voor het in de vrijgeefpositie brengen en of houden van de afsluitmiddelen; terugstelmiddelen voor het onder vrijgave door de bedieningsmiddelen verplaatsen van de afsluitmiddelen van de vrijgeefpositie naar de afsluitpositie; en 15. borgmiddelen voor het in een geborgde stand in de afsluitpositie borgen van de afsluitmiddelen, met het kenmerk, dat door de afsluitmiddelen bekrachtigbare blokkeermiddelen zijn voorzien, welke een verstelling van de afsluitmiddelen van de afsluitpositie naar de vrijgeefpositie blokkeren nadat de afsluitmiddelen door de 20 terugstelmiddelen van de vrijgeefpositie in de afsluitpositie zijn gebracht.
2. Opname-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen bekrachtigbaar zijn door aangrijping op de bedieningsmiddelen door een met de vaste wereld verbonden aangrijporgaan.
3. Opname-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 25 de afsluitmiddelen een schuif omvatten, die in de vrijgeefpositie de invoeropening vrijgeeft en in de afsluitpositie de invoeropening blokkeert.
4. Opname-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schuif plaatvormig is en is voorzien van een gat dat zich in de vrijgeefpositie van de afsluitmiddelen ter hoogte van de invoeropening bevindt.
5. Opname-inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen verder een uitsparing omvatten waarop de blokkeermiddelen kunnen aangrijpen voor het blokkeren van de afsluitmiddelen. 1031716
6. Opname-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen een scharnierbaar met de houder verbonden aangrijporgaan omvatten dat is ingericht voor het bij de afsluitpositie van de afsluitmiddelen aangrijpen op de uitsparing van de afsluitmiddelen.
7. Opname-inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het aangrijporgaan een pal omvat die bij het terugstellen van de afsluitmiddelen in de uitsparing van de aangrijpmiddelen aangrijpt.
8. Opname-inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen een instelorgaan met een veer die is voorgespannen voor het 10 naar de blokkeerstand drijven van het aangrijporgaan omvatten.
9. Opname-inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de terugstelmiddelen ten minste één veer omvatten die is voorgespannen voor het naar de afsluitpositie drijven van de afsluitmiddelen.
10. Opname-inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opname-inrichting positioneringsmiddelen omvat voor het positioneren van de afsluitmiddelen in een van de afsluitpositie afwijkende uitgangspositie.
11. Opname-inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 positioneringsmiddelen een positioneringspal omvatten die bij de uitgangspositie van de afsluitmiddelen voorkomt dat de blokkeermiddelen naar de blokkeerstand verplaatsbaar zijn.
12. Opname-inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen een verdere uitsparing omvatten waarop de 25 positioneringsmiddelen bij de uitgangspositie aangrijpen.
13. Opname-inrichting volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 12, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen een positioneringspal omvatten voor aangrijping op de verdere uitsparing.
14. Opname-inrichting volgens één of meer van de conclusies 11 tot en 30 met 13, met het kenmerk, dat de positioneringspal om een as roteerbaar is naar een tweede positie die toestaat dat de afsluitmiddelen in de afsluitpositie worden versteld.
15. Opname-inrichting volgens één of meer van de conclusies 11 tot en met 14, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen een bladveer omvatten voor het naar de tweede positie doen roteren van de positioneringspal.
16. Opname-inrichting volgens één of meer van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitmechanisme is voorzien in een ten opzichte van de rest van de houder beweegbaar deel van de houder.
17. Opname-inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het ten opzichte van de rest van de houder beweegbaar deel van de houder beweegbaar is tussen een eerste positie waarin de houder zich in een gesloten 10 toestand bevindt en een tweede positie waarin de houder zich in een geopende toestand bevindt voor het ledigen van de houder.
18. Opname-inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het ten opzichte van de rest van de houder beweegbaar deel een deksel is.
19. Opname-inrichting volgens één of meer van de voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen slechts bij de geopende toestand van de houder van de blokkeerstand naar de niet geblokkeerde stand verplaatsbaar zijn.
20. Betaalautomaat voorzien van een opname-inrichting voor geld volgens één van de voorgaande conclusies. 20 1031716
NL1031716A 2006-04-28 2006-04-28 Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld. NL1031716C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031716A NL1031716C2 (nl) 2006-04-28 2006-04-28 Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031716 2006-04-28
NL1031716A NL1031716C2 (nl) 2006-04-28 2006-04-28 Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031716C2 true NL1031716C2 (nl) 2007-10-30

Family

ID=37498008

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031716A NL1031716C2 (nl) 2006-04-28 2006-04-28 Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1031716C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3837566A (en) * 1972-07-31 1974-09-24 Gte Automatic Electric Lab Inc Self-locking coin receptacle
EP0201427A2 (en) * 1985-05-07 1986-12-17 Compagnie De Signaux Et D'equipements Electroniques An automatic toll collecting device and a cash box for the same
EP0571188A2 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Tamura Electric Works, Ltd. Coin box storage structure
US5595129A (en) * 1992-11-17 1997-01-21 Grobe; Philip R. Removable security box

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3837566A (en) * 1972-07-31 1974-09-24 Gte Automatic Electric Lab Inc Self-locking coin receptacle
EP0201427A2 (en) * 1985-05-07 1986-12-17 Compagnie De Signaux Et D'equipements Electroniques An automatic toll collecting device and a cash box for the same
EP0571188A2 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Tamura Electric Works, Ltd. Coin box storage structure
US5595129A (en) * 1992-11-17 1997-01-21 Grobe; Philip R. Removable security box

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101228561B (zh) 用于存储钞票以及类似物的箱
EP0686948B1 (en) Coin security system
US20120186199A1 (en) Validator and bill stacker configured to store notes in sealing, tamper-evident bags within a cash management safe
JPH06508189A (ja) 施錠可能で取りはずし可能な箱装置
US5131516A (en) Parking ticket dispenser
NL8103179A (nl) Automatisch werkzame verzilvermachine voor het uitge- ven van geld.
US3807628A (en) Security means for coin collecting container
US8844705B2 (en) Cash box system for a vending machine
CA1225249A (en) Portable container for valuable articles
JP2527430B2 (ja) 不正開閉履歴表示機能付コンテナ
JPH0749977A (ja) ディスペンサに支払いとして投入される物品を分類及び貯蔵する装置
US4720092A (en) Locked bill stacker
US4381445A (en) Cash dispenser with reject dump means
NL1031716C2 (nl) Opname-inrichting voor geld en betaalautomaat voorzien van een dergelijke opname-inrichting voor geld.
JP2010182127A (ja) 自動取引装置
US5611483A (en) Coin and currency receptacle assembly for money operated machines
US4730715A (en) Exchangeable coin collection box for coin-operated automat
KR101615088B1 (ko) 버스 요금 수납기의 현금 보관함
NL1007663C2 (nl) Inworpinrichting voor een afvalhouder, in het bijzonder een houder voor het inzamelen van huishoudelijk afval.
KR20110121390A (ko) 음식물 쓰레기 수거장치
JPS61114396A (ja) シート受け取り装置
US8308055B2 (en) Container for accommodating coins and/or valuable documents
JPS5819655Y2 (ja) 紙葉類収納装置
KR20100066833A (ko) 매체자동지급기의 고객접근모듈
JP3222901B2 (ja) 自動販売機の硬貨取扱装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20111101