NL1031683C2 - Presentatiemeubel. - Google Patents

Presentatiemeubel. Download PDF

Info

Publication number
NL1031683C2
NL1031683C2 NL1031683A NL1031683A NL1031683C2 NL 1031683 C2 NL1031683 C2 NL 1031683C2 NL 1031683 A NL1031683 A NL 1031683A NL 1031683 A NL1031683 A NL 1031683A NL 1031683 C2 NL1031683 C2 NL 1031683C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
furniture
foil
slot
slat
edge
Prior art date
Application number
NL1031683A
Other languages
English (en)
Inventor
Guy Gilbert Chenel
Original Assignee
Procedes Chenel Internat
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Procedes Chenel Internat filed Critical Procedes Chenel Internat
Application granted granted Critical
Publication of NL1031683C2 publication Critical patent/NL1031683C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0006Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels
    • G09F15/0025Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels display surface tensioning means
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F1/00Cardboard or like show-cards of foldable or flexible material
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F1/00Cardboard or like show-cards of foldable or flexible material
    • G09F1/04Folded cards
    • G09F1/06Folded cards to be erected in three dimensions
    • G09F1/065Totem-like displays; Portable collapsible columnar displays
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F7/00Signs, name or number plates, letters, numerals, or symbols; Panels or boards
    • G09F7/02Signs, plates, panels or boards using readily-detachable elements bearing or forming symbols
    • G09F7/08Signs, plates, panels or boards using readily-detachable elements bearing or forming symbols the elements being secured or adapted to be secured by means of grooves, rails, or slits
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F7/00Signs, name or number plates, letters, numerals, or symbols; Panels or boards
    • G09F7/18Means for attaching signs, plates, panels, or boards to a supporting structure

Landscapes

  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Illuminated Signs And Luminous Advertising (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Mirrors, Picture Frames, Photograph Stands, And Related Fastening Devices (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Freezers Or Refrigerated Showcases (AREA)
  • Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)
  • Devices For Indicating Variable Information By Combining Individual Elements (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Cartons (AREA)
  • Assembled Shelves (AREA)

Description

4 \ 1 : j PRESENTATIEMEUBEL Vakgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een presen-5 tatiemeubel met een ontwikkelbaar oppervlak met een cilindrische structuur met een convexe dwarsdoorsnede, welke structuur bestaat uit een skelet dat gevormd is uit een doek dat voorzien is van longitudinale sleuven, en tenminste één be-kledingsfolie dat aan de buitenkant tegen de structuur is 10 aangebracht om deze te omhullen en waarvan tenminste een laterale geplooide rand in een langssleuf van de structuur geschoven is om het folie vast te houden.
De uitvinding heeft met name betrekking op een presentatie-, decoratie- of informatiemeubel met een ontwik-15 kelbaar oppervlak met convexe doorsnede die meerhoekig, een continue kromme, of een combinatie daarvan kan zijn.
Stand van de techniek
Deze meubels die voorheen vervaardigd werden uit smeedwerk en vlakke of gevormde plastic platen, worden vandaag de 20 dag uitsluitend samengesteld uit plastic materialen, zoals dunne doorzichtige elastische en semi-stijve folies.
Deze meubels met convexe, ontwikkelbare oppervlakken worden gewaardeerd voor decoratie-, signalisatie- en publici-teitsdoeleinden, als grafische dragers. Dergelijke meubels 25 zijn immers bijzonder elegant en aantrekkelijk wanneer deze lichtgevend zijn en hoog kwalitatieve grafische beelden weergeven .
De ontwikkeling van deze meubels is gekoppeld aan het op de markt brengen van verschillende dunne doorschijnende fo-30 liematerialen met verschillende elasticiteitswaarden, zoals plastic folies, non-wovens of papier van verschillende samenstellingen en met verschillende diktes. Bepaalde producten 1031683 * 2 hebben bovendien een goede brandbestendigheid, welke onmisbaar is voor bepaalde toepassingen.
Deze samenvoegingen van dunne materialen laten het goedkoop vervaardigen van robuuste soepele en lichte structuren 5 toe. Het is bijvoorbeeld welbekend dat de inertie van dunne folies gemakkelijk wordt verhoogd door deze te buigen of te plooien (als een goot of een diëder). Indien dit buigen toegepast wordt op een elastisch folie moet men echter de gegeven vorm behouden door een constante spanning uit te oefenen. 10 Voor deze meubels zullen dunne verticale cilinders met een geschikte vorm om weerstand te bieden aan drukspanningen van een verticale belasting, nog doeltreffender zijn, indien men deze vervaardigt uit vlakke elastische folies die in cilindervorm gebogen zijn en in vorm gehouden worden door constan-15 te spanningen.
Deze cilindrische meubels vormen een elastische structuur onder constante spanning die een belangrijk voordeel vertoont :
In hun gebruiksvorm waarbij de plastic folies stijver gemaakt 20 zijn door buigen, blijven deze meubels voldoende elastisch om toevallige bijkomende vervormingen te absorberen en vervolgens de gegeven evenwichtsvorm te herstellen, zoals vervormingen als gevolg van schokken of een val. De axiale verlich-tingsbronnen die goed beschermd zijn, zijn nagenoeg onbreek-25 baar, evenals de meubels zelf die deze bronnen omringen en deze zo beschermen.
De geraamtes van de meubels uit semi-elastische folies zijn dus bijzonder duurzaam, en bijgevolg gedurende lange tijd herbruikbaar. De bekledingsfolies, welke drager zijn van 30 goedkope grafische verwijderbare beelden en gedrukte berichten dragen, zijn verwijderbaar. De bekledingsfolies kunnen voor elke nieuwe toepassing gewijzigd worden.
3 *
De elastische verlichtingsmeubels hebben dus een groot aantal voordelen.
Terminologie
In de volgende beschrijving zal onder de volgende termen 5 het volgende worden begrepen: — "Meubel", het geheel van het decoratief of informatief presentatie-element in de volledige gebruiksstand. Het meubel is doorgaans voorzien van een verlichtingsbron zoals een fluorescentielamp die op zijn as of nabij zijn 10 as geplaatst is.
— "Structuur", het geheel van het intern bestendig deel dat gevormd is uit één of meerdere doeken die in een ontwik-kelbare vorm gehouden worden door middel van door de elastische werking van de één of meerdere doeken gespannen 15 dwarse liggers.
— "DoeJc", het deel van de structuur dat gevormd is uit ten minste één semi-soepel doekfolie dat gebogen en/of geplooid is in gootvorm ter vorming van het volledig of een deel van het ontwikkelbaar en bestendig oppervlak van het 20 meubel waarop het bekledingsfolie aangebracht is. Het doek wordt doorgaans gevormd uit een semi-soepel plastic folie, dat aanzienlijk meer weerstand vertoont dan het bekledingsfolie.
— "Bekledingsfolie" of "Folie" "de huid" of "de mantel" of 25 "de grafische drager". Het betreft een dun doorschijnend verstrooiend bekledingsfolie van het meubel. Het folie is aanzienlijk dunner dan het folie dat het doek van het geraamte vormt. Dit afwerkingsfolie draagt doorgaans een decoratief of informatief grafisch beeld.
30 — De "breedte" van het onderdeel van een cilindrisch ele ment strekt zich uit volgens de richtlijn van de cilinder .
* 4 — De "lengte" van het onderdeel van eenzelfde element strekt zich uit in de richting van de beschrijvende of van de "hoogte" van de meubels zoals getoond in figuur 1.
— De twee "laterale stroken" verstevigen de zijkanten van 5 een folie en laten het plaatsen van de folies toe.
Meer in detail worden de huidige meubels gevormd uit twee hoofdelementen: i — Een structuur bestaande uit één of meerdere elastische semi-stijve en doorschijnende plastic folies van ongeveer 10 0,5 tot 1 mm dik. De rechtlijnige randen van een doek dat gebogen is om zijn inertie te verhogen, vormen ribben die doorgaans gericht zijn volgens de generatrices van een cilinder, (hoewel deze ontwikkelbare vorm ook conisch of piramidaal kan zijn). Deze ribben vormen samen met een 15 overslag door het op voorhand plooien van een strook van het folie, tenminste één groef die naar binnen gericht is. De folies van het doek worden in gootvorm gebogen gehouden door opgespannen elementen die het terugkeren naar een vlakke evenwichtspositie door elasticiteit te-20 genwerken.
— Het bekledingsfolie dat doorgaans het decoratief of informatief grafisch beeld draagt, wordt gevormd uit een blad dat het licht goed verspreidt, maar veel dunner is dan het folie van het skelet, met een dikte van de groot- 25 orde van 0,2 mm. Het bekledingsfolie heeft doorgaans veel minder inertie dan de folies van de structuur. Het gebruik ervan gebeurt door vervorming onder druk, en het vervolgens terugkeren naar de evenwichtsstand van één van zijn twee langsstroken die vooraf semi-stijf werden ge-30 maakt.
Deze plaatsingstechniek gaat echter gepaard met vlak-heidsdefecten en onregelmatigheden die inherent zijn aan de aard van de bekledingsfolies zelf. Deze zeer dunne folies met c 5 weinig inertie, zelfs in de gebogen vorm, trekken krom nadat ze -aangebracht zijn op de gebogen structuren. Deze uiterlijke defecten zijn nog beter zichtbaar wanneer de bekledingsfolies blinken, zoals het geval is voor het merendeel van de dunne 5 doorschijnende en diffuse fotografische dragers die bekend zijn onder de naam "backlight". De huidige versteviging van de laterale stroken van de bekleding wordt ofwel uitgevoerd door een lokale verdikking door plooien en enkelvoudig of meervoudig kleven van de randen van de panelen, ofwel door 10 het toevoegen en vastkleven van een dunne elastische semi-stijve plastic strook, ofwel door een combinatie van deze twee technieken.
Doel van de uitvinding
De onderhavige uitvinding stelt voor om de informatie- en 15 decoratiemeubels met ontwikkelbaar oppervlak die met name gebruikt worden op publieke locaties als informatieve of publicitaire elementen te verbeteren, en om het onregelmatig, gegolfd en ontspannen aspect dat waarde verminderend werkt, van de bekledingsfolies die het grafisch beeld van het meubel 20 dragen, te verhelpen.
Uiteenzetting en voordelen van de uitvinding
Daartoe heeft de uitvinding betrekking op een presenta-tiemeubel van het hierboven gedefinieerde type, met het kenmerk, dat 25 — de gleuf van het skelet een steekgleuf vormt, - tenminste één van de laterale randen van het folie voorzien is van een soepele lamel die ter hoogte van zijn verbinding een plooilijn heeft met het lichaam van het folie en bedoeld is om samen te werken met de steekgleuf 30 over een deel van zijn breedte aan de kant van zijn vrije rand terwijl het resterend deel van de breedte van de band aan de geplooide kant zich elastisch, vrij kan vervormen ten opzichte van de steekgleuf van de structuur,
V
6 — de breedte van het lichaam van het folie, gemeten tussen de rand van de lamel aan de plooikant en zijn rand die bevestigd is aan de structuur, kleiner is dan de lengte van de koorde die tenminste gedeeltelijk op de structuur 5 drukt en gemeten tussen de rand die bevestigd is aan het folie en de rand van de lamel aan de plooikant, wanneer de lamel zich in zijn neutrale niet-elastisch vervormde stand bevindt, zodanig dat de in een steekgleuf aangebrachte lamel het folie tenminste gedeeltelijk in dwars-10 richting tegen de structuur spant door de spanning die veroorzaakt wordt door de elastische vervorming en de soepele lamel.
Het meubel volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de één of meerdere bekledingsfolies perfect op het skelet 15 worden gespannen, zonder golvingen die de presentatie of het lezen van informatie omwille van esthetische redenen storen, vooral indien een meer of minder strijklicht op het meubel wordt gericht. Bovendien veroorzaakt dit op het skelet spannen van het bekledingsfolie, waarbij het geheel gevormd is 20 uit elementen uit een semi-soepel materiaal, een spanning die het geheel verstijft zonder dat een schok die lokaal een deel van het skelet met het bekledingsfolie vervormt, zich vertaalt in een breuk of een permanente vervorming. De soepelheid en de elasticiteit van de structuur met het bekledings-25 folie laat toe om opnieuw de initiële vorm in te stellen.
Dit meubel kan rechtstaan, bevestigd zijn aan een muur, verhoogd aangebracht zijn of opgehangen zijn. Het meubel kan met name één of meerder verlichtingsbronnen opnemen en in het geval van een meubel dat gevormd is uit het assembleren van 30 meerdere modules, laten de semi-soepele lamellen die verbonden zijn met het bekledingsfolie toe om de modules die eenvoudig opeengestapeld zijn of boven elkaar opgehangen zijn te assembleren en vast te houden dankzij het in elkaar grijpen . i 7 van de lamel in de steekgleuf en dankzij de spanning die veroorzaakt wordt door de vervorming van de lamel.
Volgens een ander voordelig kenmerk van de uitvinding, - is de andere laterale rand van het folie eveneens voor- 5 zien van een soepel lamel die bedoeld is om aan te grij pen in een andere steekgleuf waarin deze vastgehouden wordt door een deel van zijn breedte aan de kant van de vrije rand, terwijl het resterend deel van de breedte van de strook aan de plooikant zich elastisch kan vervormen 10 ten opzichte van de gleuf en de structuur, en — waarbij het lichaam van het folie een breedte die gemeten is tussen zijn twee plooien heeft die kleiner is dan de lengte van de koorde die tenminste gedeeltelijk op de structuur drukt, gemeten tussen de rand van elke lamel 15 aan de plooikant, waarbij tenminste één van de lamellen zich in zijn neutrale niet-elastisch vervormde stand bevindt .
Hoewel het in principe mogelijk is om het bekledingsfolie met behulp van één enkele soepele lamel die voorzien is op 20 een rand van het folie op te spannen, maakt de vereenvoudiging van de fabricage en van de assemblage om slechts één enkele bevestigingswijze van het bekledingsfolie te hebben de vervaardiging van een bekledingsfolie waarvan de twee randen voorzien zijn van een lamel interessant, waarbij in het bij- 25 zonder tenminste één van de randen voorzien is van een soepele lamel in de zin van de onderhavige uitvinding, dit wil zeggen een lamel die na aangebracht te zijn in de steekgleuf door vervorming een spanning veroorzaakt die opgewekt wordt in het lichaam van het bekledingsfolie.
30 In deze context heeft dus tenminste één van de soepele lamellen van het folie een breedte die groter is dan de diepte van de gleuf. De andere lamel kan zich uitstrekken tot aan de rand van de steekgleuf en geen elastisch effect vertonen * 8 in de richting van de spanning. Desalniettemin geniet het de voorkeur om de spanningsbelastingen die uitgeoefend worden op dit folie regelmatig te verdelen en om een zo symmetrisch I mogelijke vorm van het bekledingsfolie te hebben, dit wil 5 zeggen waarvan de twee randen uitgerust zijn met een soepel lamel dat door vervorming na aanbrenging in de respectievelijke steekgleuf een spanning veroorzaakt en dit rekening houdend met de fragiliteit van de materialen en met name van het materiaal van het bekledingsfolie.
10 Volgens een ander voordelig kenmerk is het meubel gevormd door assemblage van een doek met omgeplooide randen en opgespannen dwarsliggers die een skelet vormen waaraan de omgeplooide randen bevestigd zijn ter vorming van steekgleuven.
Volgens een ander voordelig kenmerk is het meubel gevormd 15 door assemblage van twee semi-soepele doeken met omgeplooide randen welke de structuur vormen en door deze geplooide randen verenigd zijn ter vorming van steekgleuven voor de soepele lamellen van de bekledingsfolies.
Volgens een ander zeer voordelig kenmerk zijn de uit-20 springende delen van de samengebrachte doeken of de samen-brenging van een uitspringend deel en een skelet welke de steekgleuven vormen, geassembleerd door assemblagepunten in de vorm van klinknagels of drukknoppen die op gedefinieerde wijze verspreid zijn over de hoogte van elke gleuf ter vor-25 ming van steekzones rond elke klinknagel en hebben de soepele lamellen van de bekledingsfolies buitenranden die voorzien i zijn van inkepingen die verspreid zijn in overeenstemming met de afstand tussen de klinknagels om de klinknagels gedeeltelijk te overlappen en in de gleuven te worden gestoken.
30 Deze assemblagewijze van de doeken van het skelet vormt een bijzonder eenvoudige oplossing voor het monteren en demonteren van de structuur en tevens voor het vormen van steekgleuven waarin de soepele lamellen van de één of meerder 9 bekledingsfolies opneembaar zijn. Bovendien laten de soepele lamellen dankzij hun bijzondere steekvorm een zeer interessante assemblage van meerdere boven elkaar geplaatste meubel-modules toe, waarbij deze meubels rechtop geplaatst of opge-5 hangen kunnen zijn.
Tekeningen
De onderhavige uitvinding zal hierna in meer detail beschreven worden met behulp van de tekeningen in bijlage waarin : 10 — figuur 1 is een perspectivisch aanzicht dat verschillende uitvoeringsvormen van een presentatiemeubel volgens de uitvinding toont, — figuur 2 toont verschillende doorsneden van een uitvoe-ringsmeubel volgens de richtlijnen, met name deze van 15 figuur 1, — figuren 3A-3D tonen schematisch de belangrijkste kenmerken van de onderhavige uitvinding, — figuur 3A toont een schematische doorsnede volgens gedeeltelijke doorsneden in het vlak van de richtlijn van 20 een meubel zonder zijn bekledingsfolie, — figuur 3B toont een doorsnede van een bekledingsfolie voor het skelet volgens figuur 3A, — figuur 3C toont het bepalen van de lengte van het bekledingsfolie volgens de uitvinding, 25 - figuur 3D toont een bekledingsfolie dat geïnstalleerd is op een skelet van een presentatiemeubel volgens de uitvinding, — figuur 4 toont een eerste uitvoeringsvorm van een presentatiemeubel, getoond in doorsnede volgens een richtlijn, 30 — figuren 5A, 5B zijn respectievelijk een gedeeltelijke doorsnede en een vereenvoudigd aanzicht van een variant van het presentatiemeubel van figuur 4 en van het plaatsen van een bekledingsfolie, 10 — figuur 6 is een vereenvoudigde doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een presentatiemeubel.
Beschrijving van de uitvoeringsvormen van de uitvinding
Figuur 1 toont drie voorbeelden van een presentatiemeubel 5 volgens de uitvinding. Een eerste meubel Cl heeft een cilindervorm met cirkelvormige doorsnede, en kleine afmetingen, terwijl een ander meubel C2 een cilindervorm met cirkelvormige doorsnede en met relatief grote afmetingen heeft, waarbij dit andere meubel samengesteld is uit twee delen of modules 10 die samengebracht zijn volgens een verbindingslijn LI. Het derde meubel C3 is een meubel met een prismavorm of cilindervorm met rechthoekige doorsnede, welk meubel eveneens samengesteld is uit twee boven elkaar geplaatste modules die samengebracht zijn volgens de verbindingslijn L2. Dit meubel C3 15 laat een aanduiding IG zien, welke aanduiding geschematiseerd is door de uitdrukking "tekst".
Deze meubels, groot of klein, zijn gevormd uit een skelet dat gevormd is uit één of meerdere doeken met dwarsliggers waarop één of meerdere bekledingsfolies gespannen zijn welke 20 bekledingsfolies bijvoorbeeld de decoratieve elementen, een tekst of een informatie bevatten.
Figuur 2 toont schematisch verschillende doorsneden van meubels zoals deze van figuur 1. Deze meubels met een rechthoekige vorm, een halve lensvorm, een vierkante vorm, met 25 gebogen, cirkelvormige, lensvormige, vierkante zijkanten, met rechte of driehoekige zijkanten (D1-D7) of ook met half-lens-vormige zijkanten (D8) vertonen de gleuven F ter hoogte van de ribben voor de bevestiging van de bekledingsfolies. Deze folies zijn voorzien van verticale omgeplooide randen die in 30 de gleuven geschoven worden om de folies vast te houden.
Figuur 3A toont een gedeeltelijke doorsnede van een presentatiemeubel zonder zijn bekledingsfolie; het meubel is enkel getoond via zijn elementen die gebruikt worden in de 11 beschrijving van de uitvinding. Enkel het deel van het meubel in het kwadrant I is getoond; déze doorsnede kan vervolledigd worden in de andere kwadranten II en/of III en/of IV door identieke of gelijkaardige vormen of ook door willekeurige 5 convexe vormen.
Het meubel zonder of met bekleding heeft een cilindrische of conische vorm in de mathematische betekenis van deze termen, dit wil zeggen een vorm met een ontwikkelbaar oppervlak dat gegenereerd wordt door een beschrijvende die afsteunt op 10 een convexe kromme en evenwijdig blijft met een bepaalde richting of door een vast punt loopt.
In het voorbeeld is het meubel 1 een cilinder waarvan de beschrijvende loodrecht op het folie van de tekening en is de beschrijvende kromme waarop de beschrijvende die overeenstemt 15 met de doorsnede van de cilinder afsteunt, gelegen in het vlak van het folie.
De structuur van het meubel 1 dat samengesteld is uit een verticale skelet 2 dat voorzien is van middelen 3 zoals ver-lichtingsmiddelen, is verbonden met een extern doek 4 dat in 20 doorsnede getoond is; het skelet heeft tenminste één smalle gleuf 5 die zich over de hoogte van het skelet uitstrekt en als een steekgleuf fungeert waarvan de breedte (diepte) LF vastligt.
Deze gleuf met bodem is schematisch voorgesteld door twee 25 wanden die over de breedte LF bij elkaar zijn gebracht. De gleuf kan overgaan in een wijder deel dat de vormcontinuïteit en de verbinding met het doek waarborgt. Dit verwijd deel zal echter niet beschouwd worden als onderdeel van de steekgleuf in de zin van de onderhavige uitvinding waarin zich de omge-30 plooide rand van het bekledingsfolie vastzet.
Het extern doek 4 is verbonden met de gleuf 5 op een willekeurige wijze, die schematisch getoond is door een stippellijn 6 om de afwezigheid van een vormcontinuïteit tussen 12 het uiteinde A van de boog van de kromme die de doorsnede van het doek 4 voorstelt en de ingang van de steekgleuf 5 te benadrukken. De vorm van de doorsnede van het doek 4 is convex met een continue kromming of samengesteld uit gecombi-5 neerde segmenten volgens een polygonale of gemengde baan.
Algemeen zijn het skelet of doek en de bekledingsfolies van het meubel samengesteld uit semi-stijve, elastische materialen waarmee elastische vervormingen mogelijk zijn en welke in het bijzonder de schokken kunnen absorberen zonder schade 10 te berokkenen aan de initiële vorm. De semi-stijve materialen van het doek van het meubel laten montage door buigen toe of omgekeerd het demonteren en het plat transporteren. Deze materialen zijn stijver dan de materialen van de bekledings-folies. De materialen zijn met name doorschijnend door de 15 verlichting van het meubel van binnenuit. Op voordelige wijze worden deze materialen brandbestendig gemaakt.
Figuur 3B toont de doorsnede van het bekledingsfolie 7 dat getoond is volgens dezelfde conventies als de structuur van figuur 3A.
20 Het folie 7 is samengesteld uit een lichaam 71 dat be doeld is om tenminste voor een groot deel tegen het doek 4 aangebracht te worden, en uit een soepele lamel 72 die voorzien is op tenminste één van de twee langsranden. De breedte van deze randen is loodrecht op het folie van de tekening.
25 Het lichaam 71 van het bekledingsfolie is vervaardigd uit een soepel materiaal zoals papier, een non-woven, dun plastic of een weefsel en de lamel 72 die bevestigd is aan het bekledingsfolie vormt een plooiribbe 73 ter hoogte van de verbinding met het lichaam van het folie, waarbij de assemblage-30 stroken niet getoond zijn. Dit kan gebeuren door het lijmen van een randstrook van het lichaam van het folie op de soepele lamel. Het scharnieren is schematisch getoond door de hoek α die toont dat deze hoek variabel is.
13
Het bekledingsfolie 7 is aan één kant door een hier niet gepreciseerd bevestigingspunt B, en aan de andere kant door de soepele lamel 72 die gedeeltelijk in de steekgleuf steekt, aan de structuur 1 bevestigbaar.
5 Tussen zijn bevestigingspunt B en zijn scharnierrand 73 heeft het lichaam 71 van het bekledingsfolie een breedte LH en heeft de soepele lamel 72 een breedte LL. De breedtes zijn gemeten in het vlak van de figuren 3A-3C. De andere dimensie, loodrecht op dit vlak, is de "hoogte" van het bekledingsfolie 10 of de hoogte van de structuur van het ontwikkelbaar meubel of de hoogte van de lamel.
De bevestiging van het bekledingsfolie op de structuur 1 in het punt B gebeurt op lineaire wijze. Het eveneens lineair scharnierend stemt overeen met rand 73 van de lamel 72, ge-15 naamd rand "aan de plooikant", terwijl zijn andere rand 74 de buitenrand is.
De afmetingen van het bekledingsfolie 7 zijn gedefinieerd vanaf de structuur die het folie bekleedt, zoals te zien is in figuur 3C.
20 De lamel 72 heeft een breedte LL die groter is dan de diepte LF van de steekgleuf 5 of van het deel van de gleuf dat een vergrendeling waarborgt zodanig dat een vrije breedte AL (= LL - LF) overblijft die zich elastisch kan vervormen.
In de ruststand of in de niet vervormde stand, bijvoorbeeld 25 wanneer het folie 71 niet bevestigd is in B, is de lamel 72 vlak of recht, in het verlengde van de steekgleuf en bevindt zijn rand aan de plooikant 73 zich in de theoretische stand E.
De breedte LH van het lichaam 71 van het folie 7 wordt 30 gedefinieerd vanaf de niet vervormde stand van de soepele lamel 72: de breedte LH is kleiner dan de lengte Ll tussen de punten E en B. De breedte LH van het lichaam 71 van het folie 7 wordt gedefinieerd vanaf de niet vervormde stand van de 14 soepele lamel 72: de breedte LH is kleiner dan de lengte LI tussen de punten E en B, dit wil zeggen de lengte van de koorde tussen het punt B en het punt E. Deze koorde heeft een baan die samenvalt met de omtrek van het doek 4 om zich daar-5 van te verwijderen in het raakpunt T en een rechte baan te volgen tot het punt E.
Al naargelang de geometrie van de doorsnede van het doek 4, de stand van zijn rand Δ en de vrije breedte AL van de soepele lamel 72, zal het punt T een contactpunt (ook genaamd 10 raakpunt) of een enkelvoudig buigpunt zijn in de discontinue lijn of koorde die door de punten E, T, B loopt en de maximale lengte van de ontwikkelde koorde voorstelt.
Voor deze bepaling wordt de breedte AL van de lamel 72 zodanig gekozen dat de lamel door elastische vervorming een 15 geschikte constante spanning creëert die uitgeoefend wordt op het lichaam 72 van het bekledingsfolie 7 en dit folie volledig of gedeeltelijk tegen het doek 4 drukt.
In deze theoretische voorstelling wordt de lamel 72 in de neutrale stand veronderstelt om de breedte van de verschil-20 lende elementen die het bekledingsfolie vormen te definiëren, zoals hierboven werd aangegeven. In de praktijk bestaat een dergelijke situatie echter niet aangezien de lamel steeds het bekledingsfolie 7 op het doek 4 moet spannen. In werkelijkheid is het lamel vervormbaar over zijn vrij deel AL en wordt 25 zijn rand aan de plooikant 73 naar het punt B getrokken.
Figuur 3D toont een bekledingsfolie waarvan de breedte LH gedefinieerd werd zoals hierboven aangegeven opdat dit folie in dwarsrichting (ten opzichte van de richting van de hoogte, loodrecht op het folie van de tekening) gespannen zou zijn 30 tussen zijn bevestigingspunt B en zijn rand 73 die verbonden is met de lamel 72. Deze figuur verduidelijkt de buiging van de elastische lamel 72 over zijn vrije breedte AL.
15
In figuren 3A-3D werd de verbinding tussen de rand A van het doek 4 en de ingang van de steekgleuf 5 om te benadrukken dat het insteken ophoudt en de vervorming van de vrije breedte AL van de lamel 72 toelaat.
5 Tevens dient opgemerkt te worden dat het insteken van de fractie van de breedte DL van de soepele lamel 72 veronderstelt dat zijn buitenrand 74 contact maakt met de bodem 51 van de steekgleuf 5.
De uitvinding die beschreven werd met behulp van de figu-10 ren 3A-3D kan in dezelfde omstandigheden herhaald worden voor de andere rand van de structuur 1, ter hoogte van een andere gleuf die de soepele lamel die bevestigd is aan de andere rand van het bekledingsfolie opneemt.
Deze uitvoering van de tweede rand van het folie vervangt 15 dan het bevestigingspunt B dat hierboven op schematische wijze gebruikt werd om de beschrijving van de uitvinding te vereenvoudigen. In deze uitvoeringsvorm van het meubel en van zijn bekledingsfolie wordt de breedte van het lichaam van het folie gedefinieerd vanaf de uiteinden E van de twee lamellen 20 in de theoretische ruststand, in het verlengde van de steek-gleuven.
Zelfs indien omwille van het evenwicht en de verdeling van de spanningsbelastingen en omwille van een vereenvoudiging van de fabricage van het meubel en met name van bekle-25 dingsfolie, het de voorkeur geniet dat het folie symmetrisch is met identieke soepele lamellen, is het eveneens mogelijk om indien dit om andere redenen nodig is te kiezen dat slechts één van de lamellen een vrije breedte AL heeft die dus de spanning op het lichaam van het bekledingsfolie uitoe-30 fent.
Figuur 4 is een doorsnede die analoog is aan deze van de vorige figuren van een uitvoeringsvorm van het presentatie-meubel 101 waarvan de structuur een verticaal skelet 102 in 16 de vorm van een vlak stijf paneel waaraan een doek 104 is bevestigd met uitspringende delen 104-1 die samen met het skelet 102 de steekgleuven 105 vormen, omvat; de uitspringende delen 104-1 zijn verbonden met het paneel 102 door middel 5 van verwijderbare verbindingsmiddelen zoals klinknagels 105-1 of drukknoppen die werken als klinknagels met een dubbele kraag om een zekere speling toe te laten bij het plaatsen van de lamel 72. Een klinknagel met dubbel kraag is een klinknagel die een vaste speling toelaat tussen de twee delen die de 10 nagel vastklemt zoals een bout die voorzien is van een druk-ring tussen de geklemde delen.
De steekgleuven 105 gaan over een in een verwijde ingang omwille van de bijzondere vorm van de uitspringende delen 104- 1. Het bekledingsfolie 107 is samengesteld uit een 15 lichaam 101 dat aan twee kanten begrensd is door twee soepele lamellen 172 die elk verbonden zijn met het lichaam 171 via een scharnierlijn 173. Het niet ingestoken deel van de soepele lamellen 172 vervormt elastisch en spant het lichaam 171 van het folie tegen een deel van het doek 104. Dit geheel 20 heeft een symmetrische vorm welke slechts overeenstemt met een bijzondere niet noodzakelijke keuze.
De afmetingen van de soepele lamellen 172 werden groter gemaakt om de kenmerken van de uitvinding beter tot hun recht te laten komen.
25 Figuren 5A, 5B tonen een uitvoeringsvorm van het insteken van de soepele lamel van een bekledingsfolie in de steek-gleuf, zoals één van deze van de uitvoeringsvorm van figuur 4 .
Steekgleuf 105 wordt eigenlijk gevormd door het uit-30 springende deel 104-1 rond een klinknagel met dubbel kraag 105- 1 en de gearceerde buitenrand 174 van de lamel 172 omvat j inkepingen 175 op plaatsen die overeenstemmen met deze van de klinknagels 105-1 om deze klinknagels gedeeltelijk te over- 17 lappen en om tussen de uitspringende delen 104-1 en het skelet 102 te worden gestoken.
Figuur 6 toont.een dubbel symmetrische uitvoeringsvorm in de kwadranten I, II, III en IV.
5 Het skelet is samengesteld uit twee doeken met een lens vormige doorsnede 204, 304 waarvan de twee uitspringende delen 204-1 en 304-1 twee per twee geassembleerd zijn door klinknagels 205-1 zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 4, waarbij dus steekgleuven 205 gevormd worden die gemeenschap-10 pelijk zijn voor de twee doeken.
Elk van de twee doeken 204, 304 neemt een bekledingsfolie 207, 307 op dat voorzien is van twee soepele lamellen 272, 372 die ingevoegd zijn en door buiging het opspannen van de lichamen 271, 371 van de bekledingsfolies 207, 307 waarbor-15 gen.
Merk op dat het presentatiemeubel gevormd kan zijn uit meerdere boven elkaar geplaatste modules al naargelang de te realiseren hoogte. Het meubel kan ofwel rechtop geplaatst zijn, ofwel opgehangen zijn. Het assembleren van de modules 20 gebeurt op voordelige wijze met behulp van soepele lamellen, waarbij de bekledingsfolies de verbinding van de twee modules van de meubels overlappen aangezien het assemblagefolie een hoogte kan hebben die overeenstemt met de totale hoogte van de opeenstapeling van de modules die het volledige meubel 25 vormen aangezien het bekledingsfolie zich gemakkelijk met zijn soepele uitgevouwen, dit wil zeggen plat gemaakte randen laat oprollen.
1031683'

Claims (9)

1. Presentatiemeubel met een ontwikkelbaar oppervlak met een cilindrische structuur met een convexe dwarsdoorsnede, 5 welke structuur bestaat uit een skelet dat gevormd is uit een doek dat voorzien is van longitudinale sleuven, en tenminste één bekledingsfolie dat aan de buitenkant tegen de structuur is aangebracht om deze te omhullen en waarvan tenminste een laterale geplooide rand in een langssleuf van de structuur 10 geschoven is om het folie vast te houden, met het kenmerk, dat - de gleuf (5) van het skelet (2) een steekgleuf vormt, - tenminste één van de laterale randen van het folie (7) voorzien is van een soepele lamel (72) die ter hoogte van 15 zijn verbinding een plooilijn (73) heeft met het lichaam (71) van het folie en bedoeld is om samen te werken met de steekgleuf (5) over een deel van zijn breedte aan de kant van zijn vrije rand (74) terwijl het resterend deel (AL) van de breedte van de band aan de geplooide kant 20 (74) zich elastisch, vrij kan vervormen ten opzichte van de steekgleuf (5) en de structuur, - de breedte van het lichaam (71) van het folie, gemeten tussen de rand (73) van de lamel aan de plooikant en zijn andere aan de structuur bevestigde rand (B), kleiner is 25 dan de lengte van de koorde die tenminste gedeeltelijk op de structuur rust, gemeten tussen de rand (B) die bevestigd is aan het folie (7) en de rand (73) van de lamel ! aan de plooikant (E), wanneer de lamel (72) zich in zijn 1 neutrale niet-elastisch vervormde stand bevindt, zodanig 30 dat de in een steekgleuf (5) aangebrachte lamel het folie (7) tenminste gedeeltelijk in dwarsrichting tegen de structuur (2) spant door de spanning die veroorzaakt 1031683“ r -wordt door de elastische vervorming van de soepele lamel (72).
2. Presentatiemeubel volgens conclusie 1; met het kenmerk, dat 5. de andere laterale rand van het folie (107) eveneens voorzien is van een soepele lamel (172) die bedoeld is om aan te grijpen in een andere steekgleuf (105) waarin deze vastgehouden wordt door een deel van zijn breedte aan de kant van de vrije rand, terwijl het resterend deel van de 10 breedte van de strook aan de plooikant (173) zich elas tisch kan vervormen ten opzichte van de gleuf (105) en de structuur (104), en — het lichaam (171) van het folie (107) een breedte heeft die, gemeten tussen zijn twee plooien, kleiner is dan de 15 lengte van de koorde die tenminste gedeeltelijk op de structuur (104) rust, gemeten tussen de rand van elke lamel aan de plooikant (E), waarbij tenminste één van de lamellen zich in zijn neutrale niet-elastisch vervormde stand bevindt.
3. Presentatiemeubel volgens één der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat dat tenminste één van de soepele lamellen (72, 172, 272, 372) van het folie (7, 107, 207, 307) een breedte (LL) heeft die groter is dan de diepte van de gleuf (5, 105).
4. Presentatiemeubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het meubel gevormd is door assemblage van een doek met omgeplooide randen (172) en een skelet (102) waaraan de omgeplooide randen bevestigd zijn, ter vorming van de steekgleu-30 ven (105) .
5. Presentatiemeubel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat t ,* het meubel gevormd is door assemblage van twee of meerdere doeken (207, 307) met omgeplooide randen (272, 372) die samengebracht zijn door deze omgeplooide randen ter vorming van steekgleuven (205, 305) voor het opnemen van de soepele la-5 mellen (272, 372) van de bekledingsfolies.
6. Presentatiemeubel volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de uitspringende delen van de samengebrachte doeken of de samenbrenging van een uitstekend deel en van een skelet, 10 welke de steekgleuven vormen, geassembleerd zijn door assem-blagepunten (105-1, 205-1) in de vorm van klinknagels of drukknoppen die op gedefinieerde wijze verspreid zijn over de hoogte van elke gleuf ter vorming van steekzones rond elke klinknagel en dat de soepele lamellen (172) van de bekle-15 dingsfolies (107) buitenranden hebben die voorzien zijn van inkepingen (175) die verdeeld zijn volgens de afstand tussen de klinknagels om de klinknagels gedeeltelijk te overlappen en in de gleuven gestoken te worden.
7. Presentatiemeubel volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat het meubel gevormd is uit een opeenstapeling van modules die samengebracht zijn door de soepele lamellen van tenminste één bekledingsfolie welke zich uitstrekken over de hoogte van meerdere modules van het meubel.
8. Presentatiemeubel volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de doeken geassembleerd zijn door klinknagels of bouten of andere verbindingsmiddelen zoals bijvoorbeeld lippen die 30 uitgesneden zijn in het materiaal zelf van de doeken, welke lippen aangrijpen in daartegenover gelegen gleuven van plooien van de doeken. t <
9. Presentatiemeubel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van het meubel een richting heeft die verschilt van de 5 verticale, waarbij de verbondenheid van de meubels die gevormd zijn uit meerdere elementen in een niet-verticale stand gewaarborgd kan worden door supplementaire stijve elementen zoals een inwendige doorschijnende plastic buis die verbonden is met de dwarsliggers en met de doeken van de structuur. 1 031683 '
NL1031683A 2005-04-27 2006-04-25 Presentatiemeubel. NL1031683C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR0551089 2005-04-27
FR0551089A FR2885254B1 (fr) 2005-04-27 2005-04-27 Caisson de presentation

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031683C2 true NL1031683C2 (nl) 2006-11-21

Family

ID=35429509

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031683A NL1031683C2 (nl) 2005-04-27 2006-04-25 Presentatiemeubel.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US20060260165A1 (nl)
CA (1) CA2538158C (nl)
DE (1) DE102006011979A1 (nl)
DK (1) DK176258B1 (nl)
ES (1) ES2306568B1 (nl)
FR (1) FR2885254B1 (nl)
GB (1) GB2425877B (nl)
IT (1) ITTO20060286A1 (nl)
NL (1) NL1031683C2 (nl)
SE (1) SE529071C2 (nl)
TR (1) TR200602046A2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9812038B2 (en) 2015-05-11 2017-11-07 R.R. Donnelley & Sons Company Self-erectable displays and methods of making such self-erectable displays
WO2018027118A1 (en) 2016-08-05 2018-02-08 R. R. Donnelley & Sons Company Pop-up display and pop-up display locking mechanism therefore
US10573202B2 (en) 2016-09-09 2020-02-25 R.R. Donnelley & Sons Company Self-erectable display with free floating stop and method for forming the same
US10755605B2 (en) 2017-01-25 2020-08-25 R.R. Donnelley & Sons Company Polygonal display and method for forming the same
US10741109B2 (en) * 2017-08-29 2020-08-11 R.R. Donnelley & Sons Company Quadrilateral display and method for forming the same
US10706747B2 (en) 2018-11-27 2020-07-07 R.R. Donnelley & Sons Company Pyramidical displays and methods for forming the same
DE102020110469B3 (de) 2020-04-17 2021-08-12 Wolfgang Ljubetic Bildertafel

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2132799A (en) * 1938-01-07 1938-10-11 Richard G Ostrander Display support
GB1028337A (en) * 1962-12-14 1966-05-04 Isora Illuminating Ceilings Lt Improvements in or relating to ceilings or walls
US3225476A (en) * 1963-04-08 1965-12-28 Bockmann Arthur Advertising device
US4882866A (en) * 1986-12-15 1989-11-28 Roland Gebhardt Signage system support structure
GB9201503D0 (en) * 1992-01-24 1992-03-11 Showcard Systems Retail Ltd Lightbox for display purposes
EP0823109A1 (de) * 1995-04-24 1998-02-11 Erich Raith Stellwandelement für schaustellungszwecke
US5787621A (en) * 1996-04-10 1998-08-04 Leksell; Carl Display stand
DE29703291U1 (de) * 1997-02-11 1997-12-04 Ecke Albrecht Dipl Ing Dipl De Bauelemente für Informationsträger, Ausstellungssysteme, Displays o.dgl.
DE29703261U1 (de) * 1997-02-25 1997-06-05 Pueschner Karsten Fenster mit Thermoscheiben
US5966857A (en) * 1997-10-16 1999-10-19 Adbox, Inc. Advertising display
DE29720490U1 (de) * 1997-11-19 1998-01-08 Origon Praesentationssysteme G Display zum Einspannen von Panels
DE19855266A1 (de) * 1998-12-01 2000-06-08 Kabe Display Gmbh Plakatständer mit verspiegelter Rückwand
US6385939B1 (en) * 2000-06-30 2002-05-14 Marketing Displays, Inc. Bullnose cladding system
DE10202557A1 (de) * 2001-10-09 2003-06-12 Kabe Display Gmbh Display
FR2866143B1 (fr) * 2004-02-06 2006-05-12 Mbs Signaletique Dispositif d'affichage pour l'identification ou la destination de locaux

Also Published As

Publication number Publication date
ES2306568B1 (es) 2009-05-20
DK200600588A (da) 2006-10-28
ITTO20060286A1 (it) 2006-10-28
DK176258B1 (da) 2007-05-07
CA2538158A1 (fr) 2006-10-27
GB2425877A (en) 2006-11-08
FR2885254B1 (fr) 2007-06-22
SE529071C2 (sv) 2007-04-24
DE102006011979A1 (de) 2007-01-04
TR200602046A3 (tr) 2007-02-21
TR200602046A2 (tr) 2007-02-21
SE0600704L (sv) 2006-10-28
ES2306568A1 (es) 2008-11-01
US20060260165A1 (en) 2006-11-23
GB2425877B (en) 2008-05-14
GB0608387D0 (en) 2006-06-07
FR2885254A1 (fr) 2006-11-03
CA2538158C (fr) 2009-05-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031683C2 (nl) Presentatiemeubel.
DK2313880T3 (en) Information display device
EP1157368B1 (en) A device for displaying information
US2565553A (en) Three dimension picture device
US10334972B2 (en) Modular poster print stretch frame
AU2003212598B2 (en) Display frame
EP1964087B1 (en) Poster mounting
US6625913B1 (en) Picture-frame
JP4073369B2 (ja) 展示用表示体
US20150262519A1 (en) Extruded frame trim arrangement
JP3471661B2 (ja) ペーパーフレーム付きペーパーボード
JP3217985B2 (ja) シ−ト状表示物の掲示具
BE1028972B1 (nl) Presentatiemiddel voor het presenteren van een afbeelding en werkwijze daarbij toegepast
US11455919B2 (en) Graphic display stand
NL1042702B1 (nl) Presentatiekaart voor geplooide stoffen
JPH0428123Y2 (nl)
US2231580A (en) Illuminated advertising device
KR101163141B1 (ko) 간판
JP5835753B2 (ja) 折り畳み及び展開可能な陳列棚
KR200356268Y1 (ko) 조명방식의 광고겸용 장식용액자
PL68455Y1 (pl) Taśma konstrukcyjna
FR2901399A1 (fr) Colonne d&#39;un dispositif de presentation d&#39;informations et/ou d&#39;un decor, sur un lieu de vente et/ou evenementiel notamment, et dispositif comprenant une telle colonne
PL68456Y1 (pl) Taśma konstrukcyjna

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101