NL1031038C2 - Draaideur voor een gebouw. - Google Patents

Description

Draaideur voor een gebouw

De uitvinding heeft betrekking op een draaideur voor een gebouw, omvattende cirkelvormige wanddelen die een ingang en een uitgang bepalen, alsmede binnen deze wanddelen en om een centraal geplaatste as draaibare deurvleugels, waarbij 5 voorzien is in een elektromagnetische aandrijving voor deze deurvleugels, welke aandrijving een rotor en een stator omvat.

Een dergelijke draaideur is bekend uit diverse publicaties van aanvraagster, bijvoorbeeld WO 01/63083, WO 10 01/90526 en WO 03/087517.

De bekende draaideur is, hoewel genoemde publicaties dat niet tonen, voorzien van een conventionele elektromotor die via een vertragingskast de deurvleugels aandrijft.

De bekende draaideur is behept met een aantal nade-15 len en problemen.

Een eerste probleem is dat in verband met veiligheidseisen de remweg van de draaideur aan stringente eisen moet voldoen die conflicteren met capaciteitseisen die aan de draaideur in de praktijk worden gesteld. Dit probleem wordt 20 verergerd in geval de draaideur een relatief grote diameter bezit. Door het grote traagheidsmoment van een dergelijke draaideur neemt de remweg toe. In verband daarmee bestaat er een continu streven om het 'dynamisch gewicht' van de draaideur te beperken.

25 Een verder probleem is de geluidsproductie van de bekende draaideur. Deze geluidsproductie hangt samen met de toegepaste vertragingskast die in de kap van de draaideur is geplaatst. Deze kap functioneert daarbij als klankkast. De geluidsproductie die door slijtage de neiging heeft om na 30 verloop van tijd toe te nemen, dient zo veel mogelijk beperkt te worden.

Weer een verder probleem is dat de aandrijving van de bekende draaideur afgestemd moet zijn op de afmetingen daarvan, dat wil zeggen dat er geen uniforme aandrijving be-35 schikbaar is die bruikbaar is voor ieder type draaideur onafhankelijk van de afmetingen van die draaideur.

1031038 2

Weer een verder probleem is dat de bekende draaideur een relatief hoge inbouwhoogte vereist vanwege de omvang van de toegepaste aandrijf- en regelsystemen en de daardoor veroorzaakte hoogte van de toe te passen kap.

5 Met de uitvinding is beoogd deze problemen tegen te gaan en verdere voordelen te bereiken die uit het navolgende zullen blijken.

De draaideur volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt door een of meer van de navolgende conclusies.

10 In een eerste aspect van de uitvinding is de draai deur erdoor gekenmerkt dat de rotor van de aandrijving is uitgevoerd als een in zichzelf gesloten ring, en dat de deurvleugels met deze ring gekoppeld zijn. Met een op deze wijze uitgevoerde rotor wordt een directe elektromagnetische aan-15 drijving van de draaideur verkregen, die er zich door kenmerkt dat met relatief geringe krachten kan worden volstaan voor de aandrijving van de draaideur. Dit betreft zowel het in rotatie brengen van de draaideur als het snel stoppen daarvan.

20 Het is mogelijk om de ring te voorzien van een elek trische bekrachtiging waarmee een magnetisch veld wordt opgewekt voor interactie met de rotor van de elektromagnetische aandrijving. De voorkeur geniet echter dat de ring is uitgerust met een serie permanente magneten. De constructie van de 25 elektromagnetische aandrijving kan zodoende relatief eenvoudig blijven en licht in uitvoering.

Het is verder wenselijk dat de magneten zo zijn gepositioneerd dat van naastliggende magneten overeenkomstige polen naast elkaar zijn geplaatst. Door een geschikte rege-30 ling van de bekrachtiging van de stator kan een lopend magnetisch veld opgewekt worden waardoor het roteren van de rotor en de daarmee gekoppelde deurvleugels nauwkeurig en efficiënt kan plaatsvinden.

Binnen het kader van de uitvinding is het voordelig 35 dat de stator is uitgevoerd met ten minste een langs de ring verlopende bekrachtigingsspoel. Deze bekrachtigingsspoel kan zich zowel naast als onder of boven de ring bevinden.

Meer de voorkeur geniet echter dat er enkele be- 3 krachtigingsspoelen zijn die op regelmatige afstand van elkaar langs de ring zijn opgesteld. Hiermee kan tegen relatief beperkte kosten de constructie volgens de uitvinding worden uitgevoerd.

5 In een verder aspect van de uitvinding is de draai deur voorzien van steunwielen voor de stator die zijn ingericht voor het tijdens gebruik handhaven van een luchtspleet tussen de ring en de stator. Een dergelijke luchtspleet is wenselijk, teneinde het roteren van de deurvleugels soepel te 10 laten verlopen, zowel bij bekrachtigde als bij onbekrachtigde bekrachtigingsspoel of -spoelen.

Het is daarbij wel voordelig om de draaideur zo uit te voeren dat de luchtspleet instelbaar is.

De voorkeur geniet verder dat de steunwielen zich in 15 de omgeving van de bekrachtigingsspoelen bevinden.

Weer in een ander aspect van de uitvinding is de draaideur erdoor gekenmerkt dat de deurvleugels aan de ring zijn bevestigd. Hiermee wordt bereikt dat door het gewicht van de deurvleugels de aantrekkingskracht die de stator en de 20 ringvormige rotor op elkaar uitoefenen gecompenseerd wordt, hetgeen een soepele loop van de draaideur bevordert.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van de tekening.

In de tekening toont: 25 - figuur 1 een zeer schematische weergave van enkele aspecten van de draaideur volgens de uitvinding; - figuur 2 een onderdeel van de in de draaideur volgens de uitvinding te gebruiken elektromagnetische aandrijving, en 30 - figuur 3 in bovenaanzicht de in de draaideur vol gens de uitvinding toegepaste aandrijving.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

De vakman is geheel bekend met de uitvoering van een 35 draaideur voor een gebouw welke cirkelsegmentvormige wandde-len omvat die een ingang en een uitgang bepalen, alsmede binnen deze wanddelen en om een centrale as geplaatste deurvleugels. Van een toelichting daarvan aan de hand van de tekening 4 kan derhalve worden afgezien. Voor zover nodig kan gerefereerd worden aan de bespreking van een dergelijke draaideur in WO 01/63083, WO 01/90526 en WO 03/087517, welke publicaties geacht worden hierin volledig te zijn geinsereerd.

5 De bekende draaideur bezit eveneens op voor de vak man geheel bekende wijze een elektromagnetische aandrijving die, zoals hierboven is toegelicht, kan zijn uitgevoerd als elektromotor met vertragingskast. Een dergelijke elektromotor bezit zoals bekend een rotor en een stator.

10 In figuur 1 is de draaideur volgens de uitvinding schematisch in zijaanzicht getoond. Deze bezit een diameter die kan variëren in het bereik do-dn, waarbij d0 staat voor de minimale, deurdiameter en staat voor de maximale deurdiame-ter. Deze minimale en maximale deurdiameter zijn met stippel-15 lijnen aangegeven. In doorgetrokken lijnen is de diameter van de in dit uitvoeringsvoorbeeld getoonde draaideur aangegeven.

De deurvleugels 7 van de draaideur zijn gekoppeld met een centrale as 6 respectievelijk een centraal lager 3, die op haar beurt is gekoppeld met een in zichzelf gesloten 20 ring 4 die als rotor van de elektromagnetische aandrijving van de draaideur functioneert. Deze ring 4 is daartoe uitge-rust met een serie permanente magneten. Volledigheidshalve kan worden opgemerkt dat de centrale as 6 roteerbaar is opgenomen in lagers 3.

25 De op de ring 4 geplaatste serie permanente magneten zijn zo gepositioneerd dat van naastliggende magneten overeenkomstige polen naast elkaar zijn geplaatst. De wijze waarop dit dient te zijn uitgevoerd, is voor de vakman geheel bekend zodat van een nadere toelichting aan de hand van de fi-30 guur kan worden afgezien.

Figuur 1 toont verder dat de aandrijving van de deurvleugels 7 een stator 5 omvat, die is uitgevoerd met ten minste één boven de ring 4 verlopende bekrachtigingsspoel. In het getoonde geval zijn er enkele bekrachtigingsspoelen, bij-35 voorbeeld vier, die op equidistante afstanden van elkaar zijn geplaatst. Figuur 3 toont dit in bovenaanzicht. De wijze van uitvoering van de bekrachtigingsspoelen is in groter detail getoond in figuur 2. Opgemerkt wordt dat de bekrachtigings- 5 spoel of -spoelen ook onder of naast de ring 4 kunnen zijn geplaatst.

In figuur 2 is getoond dat de bekrachtigingsspoel 5 geplaatst is op een frame 8. Dit frame 8 is voorts voorzien 5 van steunwielen die ertoe dienen dat tijdens gebruik een luchtspleet tussen de ring 4 en de bekrachtigingsspoel of -spoelen 5 wordt gehandhaafd. De luchtspleet is in figuur 1 met verwijzingscijfer 11 aangegeven.

Vanwege het belang dat deze luchtspleet 11 ter 10 plaatse van de bekrachtigingsspoelen 5 aanwezig is, bevinden de steunwielen 1 zich bij voorkeur in de omgeving van deze spoelen 5, zoals in zowel figuur 1 als figuur 2 is getoond.

Het is verder voordelig om het frame 8 uit te voeren met een instelvoorziening 9 waarmee een as 10 waarop de 15 steunwielen 1 zijn geplaatst, in hoogte kan worden versteld. Dit biedt een eenvoudige mogelijkheid voor het instellen van de luchtspleet 11.

Verwijzend weer naar figuur 1 kan worden opgemerkt dat de ring 4 zich onder de bekrachtigingsspoelen 5 van de 20 stator bevindt en dat de deurvleugels 7 aan de ring 4 zijn bevestigd. Het gewicht van de deurvleugels 7 compenseert zodoende de aantrekkingskracht die tijdens gebruik van de inrichting optreedt tussen de ringvormige rotor 4 en de bekrachtigingsspoelen 5 van de stator.

25 Figuur 3 ten slotte toont in bovenaanzicht een uit voering van de draaideur waarbij er vier bekrachtingsspoelen 5 zijn die onderling over 90° verschoven naast de ring 4 zijn geplaatst. Met verwijzingscijfer 12 is gearceerd weergegeven dat de ring 4 is uitgerust met een serie permanente magneten 30 die samenwerken met de bekrachtingsspoelen 5 van de stator.

Zoals in het voorgaande reeds opgemerkt, zijn de deurvleugels gekoppeld met de ringvormige rotor 4 doordat deze bij voorkeur aan de rotor 4 zijn bevestigd.

1031038

Claims (9)

1. Draaideur voor een gebouw, omvattende cirkelvor-mige wanddelen die een ingang en een uitgang bepalen, alsmede binnen deze wanddelen en om een centraal geplaatste as draaibare deurvleugels (7), waarbij voorzien is in een elektromag- 5 netische aandrijving voor deze deurvleugels, welke aandrijving een rotor en een stator omvat, met het kenmerk, dat de rotor is uitgevoerd als een in zichzelf gesloten ring (4), en dat de deurvleugels (7) met deze ring (4) gekoppeld zijn.

2. Draaideur volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de ring (4) ie uitgerust met een serie permanente magneten.

3. Draaideur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de magneten zo zijn gepositioneerd dat van naastliggende magneten overeenkomstige polen naast elkaar zijn geplaatst.

4. Draaideur volgens een der conclueies 1-3, met het kenmerk, dat de stator (5) is uitgevoerd met ten minste een langs de ring (4) verlopende bekrachtigingsspoel.

5. Draaideur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat er enkele bekrachtigingsspoelen (5) zijn die op regelma- 20 tige afstand van elkaar langs de ring (4) zijn opgesteld.

6. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorzien is in steunwielen (1) voor de stator (5) die zijn ingericht voor het tijdens gebruik handhaven van een luchtspleet tussen de ring (4) en de stator 25 (5) .

7. Draaideur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de luchtspleet instelbaar is.

8. Draaideur volgens conclusie 5 en 6 of 7, met het kenmerk, dat de steunwielen (1) zich in de omgeving van de 30 bekrachtigingsspoelen (5) bevinden.

9. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deurvleugels aan de ring (4) zijn bevestigd. 1031038