NL1030256C2 - Inrichting en werkwijze voor het composteren. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het composteren. Download PDF

Info

Publication number
NL1030256C2
NL1030256C2 NL1030256A NL1030256A NL1030256C2 NL 1030256 C2 NL1030256 C2 NL 1030256C2 NL 1030256 A NL1030256 A NL 1030256A NL 1030256 A NL1030256 A NL 1030256A NL 1030256 C2 NL1030256 C2 NL 1030256C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
composting
vessel
air line
composting vessel
interior
Prior art date
Application number
NL1030256A
Other languages
English (en)
Inventor
Henricus Wilhelmus Mar Kusters
Willem Jan Oud Grotebevelsborg
Original Assignee
Lubo Screening & Recyclingsyst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lubo Screening & Recyclingsyst filed Critical Lubo Screening & Recyclingsyst
Priority to NL1030256A priority Critical patent/NL1030256C2/nl
Priority to PCT/NL2006/000534 priority patent/WO2007049954A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030256C2 publication Critical patent/NL1030256C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F17/00Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
    • C05F17/90Apparatus therefor
    • C05F17/921Devices in which the material is conveyed essentially horizontally between inlet and discharge means
    • C05F17/929Cylinders or drums
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F17/00Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
    • C05F17/90Apparatus therefor
    • C05F17/964Constructional parts, e.g. floors, covers or doors
    • C05F17/971Constructional parts, e.g. floors, covers or doors for feeding or discharging materials to be treated; for feeding or discharging other material
    • C05F17/979Constructional parts, e.g. floors, covers or doors for feeding or discharging materials to be treated; for feeding or discharging other material the other material being gaseous
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P20/00Technologies relating to chemical industry
    • Y02P20/141Feedstock
    • Y02P20/145Feedstock the feedstock being materials of biological origin
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/40Bio-organic fraction processing; Production of fertilisers from the organic fraction of waste or refuse

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Fertilizers (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het composteren.
De uitvinding heeft betrekking op een composteerinrichting omvattende een om een althans fictieve rotatieas roteerbaar composteervat. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het composteren met behulp van een dergelijk composteervat.
5 Composteren is een versnelde vorm van het natuurlijke verteringsproces, waarbij het er in essentie op neerkomt dat micro-organismen die voor de afbraak zorgen goed gevoed en verzorgd worden. Daartoe moeten voldoende voedende middelen aanwezig zijn, zoals stikstof, koolstof, lucht, water, en dergelijke. Gedurende het proces ontstaat warmte, 10 met het gevolg dat het product wordt verhit en gasvormige producten als koolzuur en waterdamp vrijkomen. Door de verhitting en door de ontwikkeling van bepaalde schimmels worden de in het afval aanwezige ongewenste bacteriën en onkruidzaden gedood. Dit is belangrijk wanneer bijvoorbeeld fecaliën en dierlijk afval meeverwerkt worden, j 15 Traditioneel vindt compostering plaats door organische reststoffen op hopen te zetten. Bij deze zogenoemde buitencompostering zorgen een spontane microbiologische activiteit en wormen, insecten, en dergelijke voor afbraak van het organisch materiaal en een sterke temperatuurstijging in de hopen afval. Met regelmaat moet het afval worden omgezet voor nieuwe 20 aanvoer van zuurstof (beluchten). Het proces neemt drie tot zes maanden in beslag, waarbij een belangrijk deel van de voedende waarde (mineralen) van de materie verloren gaat.
Bij een andere composteringswijze wordt gebruik gemaakt van een roterende composteertrommel voor het verwerken van diverse soorten 25 organisch restmateriaal tot bruikbare meststof. Daarbij kan het composteren binnen een aanzienlijk korter tijdsbestek gerealiseerd worden dan bij buitencompostering. Tijdens de trommelcompostering worden Λ fl 7 Λ o c et 2 mineralen aan organische stof gebonden waardoor deze niet meer uitspoelen en vrijkomen op aangeven van de plant (door middel van afscheiding van suikers door de plant). Pasteurisatie en droging kunnen zorgdragen voor afwezigheid van schadelijke micro-organismen.
5 Uit de praktijk is een dergelijke composteertrommel bekend die een om zijn hartlijn roteerbare cilindermantel heeft. De cilindermantel is open aan zijn beide kopse uiteinden. Op geringe afstand in het verlengde van deze open uiteinden zijn dwars op de hartlijn van de trommel voorzetwanden voor de uiteinden geplaatst. Deze voorzetwanden roteren 10 niet met de cilindermantel mee, het zijn stilstaande wanden. Bovenin elk van beide voorzetwanden is een opening aanwezig. De opening in de ene voorzetwand dient voor het vullen van de trommel met het te composteren materiaal, alsmede voor natuurlijke beluchting. Via de opening in de andere voorzetwand vindt geforceerde ontluchting plaats met behulp van een 15 ventilator.
Een bezwaar van de bekende inrichting is dat de beluchting en ontluchting vanuit de kopse kanten van de trommel minder effectief is voor een adekwate luchtwisseling ten behoeve van al het aanwezige te composteren materiaal in de doorgaans lange trommel. Door de ventilator 20 wordt, via de spleet aan de ontluchtingszijde, immers ook omgevingslucht in de trommel gezogen. Deze omgevingslucht wordt vervolgens vroegtijdig met de ontluchtingsstroom afgevoerd. Verder lekt, via de spleet aan de beluchtingszijde, de met de beluchtingsstroom in de trommel gestroomde lucht vroegtijdig weg, dat wil zeggen nog voordat deze lucht het verderop in 25 de trommel gesitueerde te composteren materiaal heeft bereikt. Voorts is bezwaarlijk dat, in bedrijf, materiaal dat zich in de composteertrommel bevindt weglekt door de spleten tussen de voorzetwanden en de cilindrische mantel, alsook door de openingen in de voorzetwanden. De zo ontstane lekstromen van materiaal uit de trommel dienen weer in de trommel geleid 30 te worden.
1 Q 3 0 2 5 6 _ 3
Het is een doel van de uitvinding een effectievere beluchting te bewerkstelligen bij een roteerbaar composteervat.
Daartoe wordt volgens de uitvinding een composteerinrichting omvattende een om een althans fictieve rotatieas roteerbaar composteervat 5 gekenmerkt doordat een eerste luchtleiding voor luchtuitwisseling tussen het inwendige en het uitwendige van het composteervat zich door een eerste wandgedeelte van het composteervat tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, welk eerste wandgedeelte gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste zijde van het composteervat. Een werkwijze voor 10 het composteren van organische stoffen bevattend materiaal, waarbij het materiaal in een roteerbaar composteervat geroteerd wordt om een althans fictieve rotatieas van het composteervat wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat tijdens het roteren van het materiaal tussen het inwendige en het uitwendige van het composteervat lucht uitgewisseld 15 wordt via een eerste luchtleiding die zich door een eerste wandgedeelte van het composteervat tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, welk eerste wandgedeelte gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste zijde van het composteervat.
De eerste luchtleiding kan zijn ingericht voor het in bedrijf 20 beluchten of ontluchten van het composteervat. Beluchting en/of ontluchting kan op natuurlijke wijze plaatsvinden, maar ook op geforceerde wijze, bijvoorbeeld door middel van een of meer ventilatoren en/of compressoren. Doordat de eerste luchtleiding zich tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, bedient de eerste luchtleiding het verder in het vat 25 gesitueerde materiaal. Voorts wordt in het geval van beluchting het vroegtijdig weglekken van ingebrachte lucht tegengegaan, en wordt in het geval van ontluchting het aanzuigen van omgevingslucht aan de ontluchtingszijde tegengegaan. Doordat het eerste wandgedeelte gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste zijde van het composteervat, kan de 30 plaats waar de eerste luchtleiding zich door het eerste wandgedeelte van het 1 0 3 0 256_ 4 composteervat uitstrekt gelegen zijn in de directe nabijheid van de rotatieas.
Deze ligging direct nabij de rotatieas maakt het mogelijk de eerste luchtleiding in een voor beluchting effectieve stand te houden tijdens rotatie van het composteervat. Bijvoorbeeld kan de eerste luchtleiding zich langs de 5 rotatieas uitstrekken. Maar ook kan de eerste luchtleiding een geschikte hoek maken met de rotatieas, bijvoorbeeld door het eerste wandgedeelte en/of de eerste luchtleiding te lageren ten opzichte van een met het composteervat meeroterend wandgedeelte van het composteervat.
Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in 10 de volgconclusies.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bij gevoegde tekening.
Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een langsdoorsnede van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een composteerinrichting 15 volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont schematisch in zijaanzicht een langsdoorsnede van i een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van een composteerinrichting volgens de uitvinding.
Verwezen wordt nu eerst naar Fig. 1. Daarin is getoond een 20 composteerinrichting 1 omvattende een om een althans fictieve rotatieas 3 roteerbaar composteervat 2. De betreffende rotatie is aangegeven met het verwijzingscijfer 4.
In het voorbeeld heeft het composteervat 2 een cilindrische vorm.
Vanwege deze vorm wordt in het navolgende het composteervat 2 ook 25 aangeduid als composteertrommel 2 of, korter nog, trommel 2. Dit laat onverlet dat een composteervat volgens de uitvinding diverse andere vormen kan hebben, bijvoorbeeld met een hoekige in plaats van cirkelvormige dwarsdoorsnede of bijvoorbeeld met een elliptische in plaats van rechthoekige langsdoorsnede.
10302 6 5
In het voorbeeld is de rotatieas geen fysieke, maar een fictieve rotatieas, dat wil zeggen de wiskundige hartlijn van de trommel 2. Het roteren van de trommel 2 kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door tandwielaandrijving langs de cirkelvormige buitenomtrek van de trommel 2.
5 Toepassing van een fysieke rotatieas waar de trommel om roteert, is echter ook mogelijk.
Afhankelijk van de toepassing roteert de trommel in het algemeen met een relatief laag toerental. Bijvoorbeeld ligt het toerental voor trommels met een lengte van 10 meter en een diameter van 2 meter tot trommels met 10 een lengte van 25 meter bij een diameter van 5 meter voor veel toepassingen in de orde van 1 a 3 omwentelingen per minuut.
In het voorbeeld heeft de trommel 2 een trommelmantel 6 die voorzien is van twee kleppen 5, die zich in de getoonde situatie bovenin de ! trommel bevinden. Wanneer deze kleppen 5 geopend zijn, kan de trommel 15 gevuld worden met te composteren materiaal 7, bijvoorbeeld via de bovengelegen vultuiten 8 van de composteerinrichting 1. Via deze kleppen kan de trommel ook geledigd worden, bijvoorbeeld met de trommel in een zodanige stand dat de kleppen zich aan de onderzijde van de trommel bevinden, waardoor de inhoud van de trommel via de onder de trommel 20 gesitueerde transportband 9 van de composteerinrichting 1 afgevoerd kan worden. Een trommel kan verschillende aantallen en verschillende typen kleppen hebben.
De trommel 2 heeft een eerste zijde 10 die de rotatieas 3 snijdt. In het getoonde voorbeeld is de eerste zijde een kopse zijde van de trommel 2.
25 In het geval dat het composteervat anders dan cilindrisch gevormd is, kan de eerste zijde ook anders gevormd zijn of op andere wijze de rotatieas snijden, bijvoorbeeld kan de eerste zijde de rotatieas dan scheef snijden. Aan de eerste zijde 10 is een eerste wandgedeelte 11 van de trommel gelegen. Door dit eerste wandgedeelte 11 strekt zich een eerste luchtleiding 12 uit tot 30 in het inwendige van de trommel 2. De eerste luchtleiding 12 dient voor 1030256_ 6 luchtuitwisseling tussen het inwendige en het uitwendige van de trommel 2.
In het getoonde voorbeeld dient de eerste luchtleiding 12 voor beluchting van de trommel 2. De bijbehorende richting van de luchtstroom is aangeduid met pijlen Λ. De beluchting kan geforceerd zijn, bijvoorbeeld door 5 middel van een ventilator 14.
Tijdens het roteren van de trommel 2, draaien het eerste wandgedeelte 11 en de eerste luchtleiding 12 niet met de trommel mee.
|
Hierdoor wordt de eerste luchtleiding 12 in een voor beluchting effectieve stand gehouden tijdens rotatie van de trommel.
10 Bij voorkeur is het eerste wandgedeelte 11 en/of de eerste luchtleiding 12 gelagerd in het overige gedeelte van de kopse wand aan de eerste zijde 10 van de trommel. De figuur toont een dergelijke lagering 15.
Lagering is eenvoudig en effectief en houdt het uit de trommel lekken van materiaal 7 tegen. ! 15 Het composteringsproces is afhankelijk van de hoeveelheid te composteren materiaal. Een grotere materiaalhoeveelheid geeft een betere compostering. Verder geldt dat hoe meer de trommel met materiaal gevuld is, des te economischer van de trommel gebruik gemaakt wordt. Een luchtkamer dient echter aanwezig te zijn opdat het te composteren 20 materiaal op adekwate wijze zuurstof op kan nemen en waterdamp en koolzuur af kan geven. Het is dus zaak een optimale vullingsgraad met een optimale luchtwisseling te bereiken. Een goede luchtwisseling wordt bereikt indien de eerste luchtleiding in het inwendige van het composteervat uitmondt boven het niveau tot waar het composteervat gevuld is met het 25 materiaal. In dat geval mondt de luchtleiding immers min of meer vrij uit in de luchtkamer.
Als een composteertrommel gevuld is met het materiaal 7 voor circa 50% van de maximale inwendige hoogte van de trommel, mengt bij het roteren van de trommel het materiaal 7 goed dooreen en is de luchtkamer in 30 de trommel voldoende groot voor een adekwate luchtwisseling. In dat geval ) 1 0 3 0 25 6____ <7 is het voordelig als de plaats waar de eerste luchtleiding 12 in het inwendige van de trommel uitmondt op een hoogte ligt in de bovenste 50% van het inwendige hoogtebereik van de trommel. In het geval van beluchting treedt dan efficiënte dooreenmenging van in de roterende trommel gebrachte lucht 5 met het materiaal 7 op, en in het geval van ontluchting worden vrijkomende gassen op efficiënte wijze afgevoerd.
Gebleken is dat de trommel doorgaans efficiënter dienst doet als deze voor meer dan 50% gevuld is met het materiaal 7. Een bijzonder efficiënt proces wordt verkregen als de trommel voor circa 80% van de 10 maximale inwendige hoogte van de trommel gevuld is. In het laatstgenoemde geval is het voordelig als de plaats waar de eerste luchtleiding 12 in het inwendige van de trommel uitmondt op een hoogte ligt in de bovenste 20% van het inwendige hoogtebereik van de trommel. In het geval van beluchting treedt dan efficiënte dooreenmenging van in de 15 roterende trommel gebrachte lucht met het materiaal 7 op, en in het geval van ontluchting worden vrijkomende gassen op efficiënte wijze afgevoerd.
|
In bedrijf kan op de plaats waar de eerste luchtleiding 12 in het inwendige van de trommel uitmondt materiaal 7 in de eerste luchtleiding 12 geraken. Daarom is het voordelig als zich in het inwendige van de eerste 20 luchtleiding een transportschroef bevindt die het in de eerste luchtleiding geraakte materiaal terug in de trommel transporteert, dat wil zeggen in de richting van de pijl B in Fig. 1. In de figuur is een eerste transportschroef 16 getoond die met zijn axiale richting parallel aan de langsrichting van de eerste luchtleiding 12 in de eerste luchtleiding is geplaatst. Een aandrijving 25 17 drijft de transportschroef aan in de gewenste draairichting.
Diverse typen transportschroeven kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld kan de schroef een schroefas hebben met daarop een of meer in helicoidale richting langgerekte schroefbladen. Ook kunnen op een schroefas, in plaats van in helicoidale richting langgerekte schroefbladen, 30 meerdere kortere schroefbladen aangebracht zijn. Verder kunnen -1 0 5 0 25 6_ 8 transportschroeven met in helicoidale richting langgerekte schroefbladen ook zonder schroefas uitgevoerd zijn. Het is van belang dat de aanwezigheid van de transportschroef in het inwendige van de eerste luchtleiding de luchtstroming door de luchtleiding niet verhindert. Dit kan bijvoorbeeld 5 gerealiseerd worden door een diameter van de schroef toe te passen die kleiner is dan de inwendige diameter van de luchtleiding. Een schroefdiameter van circa tweederde van de inwendige diameter van de luchtleiding is bijvoorbeeld geschikt om effectief materiaal terug naar de trommel te voeren zonder de luchtstroming te hinderen.
10 Aan de andere kopse zijde 20 van de trommel 2 strekt zich een tweede luchtleiding 22 voor luchtuitwisseling tussen het inwendige en het uitwendige van de trommel door een tweede wandgedeelte 21 tot in het inwendige van de trommel uit. Dit is op soortgelijke wijze gerealiseerd als bij de eerste luchtleiding 12. In het voorbeeld van Fig. 1 is de tweede 15 luchtleiding 22 ingericht voor het in bedrijf ontluchten van de trommel. Dit kan natuurlijke ontluchting zijn, maar ook geforceerde ontluchting, bijvoorbeeld met behulp van een ventilator 24. De bijbehorende richting van de ontluchtingsstroom is aangeduid met pijlen C. Het tweede wandgedeelte ; 21 is door middel van de lagering 25 op soortgelijke wijze gelagerd als het 20 eerste wandgedeelte 11. Voor het in de richting van de pijl D terug in de trommel voeren van in de tweede luchtleiding geraakt materiaal, is de tweede luchtleiding voorzien van een transportschroef 26 met aandrijving 27.
Deze combinatie van de eerste en tweede luchtleidingen, waarbij de 25 ene is ingericht voor beluchting en de andere voor ontluchting, verschaft een bijzonder effectieve en controleerbare luchtwisseling waardoor het in de trommel composteren binnen een zeer kort tijdsbestek tot wel minder dan 24 uren mogelijk is. Met behulp van de luchtwisseling kan bijvoorbeeld ook de temperatuur in de trommel worden gecontroleerd, bijvoorbeeld ten 30 behoeve van pasteurisatie. Bij pasteurisatie wordt gedurende een bepaalde 1030256_ 9 periode een hoge temperatuur aangehouden, bijvoorbeeld gedurende één uur een temperatuur van 70 graden Celcius of gedurende tien uren een temperatuur van 60 graden Celcius.
Verwezen wordt nu naar het in Fig. 2 getoonde 5 uitvoeringsvoorbeeld. Daarin is getoond een composteertrommel 102 van een soortgelijk type als de trommel 2 van Fig. 1. Aan de kopse zijde 120 heeft de trommel 102 een tweede ontluchtingsleiding 122 van hetzelfde type als de tweede luchtleiding 22 aan de zijde 20 van de trommel 2. Een verschil tussen de voorbeelden van Fig. 1 en 2 is dat de trommel 102 een andere 10 eerste luchtleiding 112 voor het beluchten van de trommel 102 heeft. De eerste luchtleiding 112 strekt zich door een eerste wandgedeelte 111 van de trommel tot in het inwendige van de trommel uit, waarbij het eerste wandgedeelte 111 gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste kopse zijde 110 van de trommel. De zich in het inwendige van de trommel 15 bevindende wanden van de eerste luchtleiding 112 zijn geperforeerd voor luchtdoorlaat vanuit het inwendige van de eerste luchtleiding naar het inwendige van de trommel. De betreffende perforaties zijn aangeduid met verwijzingscijfer 128. In het voorbeeld zorgt een ventilator 114 voor geforceerde beluchting in de richting van de pijlen E in Fig. 2.
20 Op deze wijze wordt de massa van het materiaal 107 op effectieve wijze van binnenuit voorzien van verse lucht, terwijl af te voeren gassen die zich bovenin de trommel verzamelen via de luchtleiding 122 effectief afgevoerd worden. In het voorbeeld is de luchtleiding 112 een cilindrische buis die coaxiaal in de trommel gesitueerd is. In de trommel bevindt zich 25 een langgerekt helicoidaal blad 130 dat via houders 129 met de cilindermantel 106 verbonden is. Het blad 130 verloopt dicht om de eerste luchtleiding heen. Bij het draaien van de trommel zorgt het blad 130 voor een continue reiniging van de buitenomtrek van de eerste leiding 112 waardoor een goede luchtdoorlaat door de perforaties 128 gewaarborgd 30 blijft.
1030256 10
In de bovengenoemde voorbeelden blijft het composteervat tijdens het roteren gesloten voor toe- en afvoer van materiaal. Dat wil zeggen dat het proces batchgewijs wordt uitgevoerd in de zin dat voorafgaand aan rotatie van het composteervat, een leeg composteervat eerst gevuld wordt 5 met materiaal tot een gewenst vulniveau, en dat na afloop van de rotatie het vat geheel geledigd wordt. Op deze wijze kan het proces in een kort tijdsbestek uitgevoerd worden en wordt een hoogwaardig mestprodukt verkregen. Opgemerkt wordt dat dergelijke voordelen ook bereikt worden indien het genoemde, tijdens rotatie gesloten blijven van het composteervat 10 wordt toegepast in combinatie met andere wijzen van beluchting/ontluchting.
De met behulp van de bovengenoemde voorbeelden beschreven techniek verschaft een bijzonder intensieve en snelle manier van composteren, waarbij de voedende waarde effectief behouden blijft doordat 15 deze tijdens het composteren vastgelegd wordt aan de organische stof.
Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. Zo kunnen aan één de rotatieas snijdende zijde van het composteervat meer dan één 20 dergelijke luchtleidingen worden toegepast. Bijvoorbeeld kan aan een dergelijke zijde zowel een luchtleiding voor beluchting als een luchtleiding voor ontluchting worden toegepast. Dergelijke en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.
25 i | 1030756_

Claims (13)

1. Composteerinrichting omvattende een om een althans fictieve rotatieas (3; 103) roteerbaar composteervat (2; 102), met het kenmerk, dat een eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) voor luchtuitwisseling tussen het inwendige en het uitwendige van het composteervat zich door een eerste 5 wandgedeelte (11, 21; 111, 121) van het composteervat tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, welk eerste wandgedeelte gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste zijde (10, 20; 110, 120) van het composteervat.
2. Composteerinrichting volgens conclusie 1, waarbij zich in het inwendige van de eerste luchtleiding (12, 22; 122) een eerste transportschroef (16, 26; 126) bevindt, waarbij de axiale richting van de eerste transportschroef parallel is aan de langsrichting van de eerste luchtleiding en waarbij de eerste transportschroef is ingericht voor het in 15 bedrijf terug in het composteervat (2; 102) transporteren van materiaal uit het composteervat dat in de eerste luchtleiding is geraakt.
3. Composteerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het composteervat (2; 102) zodanig is ingericht dat tijdens het roteren van het 20 composteervat het eerste wandgedeelte (11, 21; 111, 121) en/of de eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) niet meeroteren met het composteervat.
4. Composteerinrichting volgens conclusie 3, waarbij het eerste wandgedeelte (11, 21; 111, 121) en/of de eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) 25 gelagerd is in een tijdens het roteren van het composteervat met het composteervat meeroterend wandgedeelte van het composteervat. 1030256’
5. Composteerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij, binnen het hoogtebereik van het inwendige van het composteervat (2; 102), de plaats waar de eerste luchtleiding (12, 22; 122) in het inwendige van het composteervat uitmondt op een hoogte ligt minder dan 50% van het 5 hoogtebereik onder de bovengrens van het hoogtebereik.
6. Composteerinrichting volgens conclusie 5, waarbij de plaats waar de eerste luchtleiding (12, 22; 122) in het inwendige van het composteervat uitmondt op een hoogte ligt minder dan 20% van het hoogtebereik onder de 10 bovengrens van het hoogtebereik.
7. Composteerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste luchtleiding (112) is ingericht voor het in bedrijf beluchten van het composteervat (102) en de zich in het inwendige van het 15 composteervat bevindende wanden van de eerste luchtleiding geperforeerd zijn (128) voor luchtdoorlaat vanuit het inwendige van de eerste luchtleiding (112) naar het inwendige van het composteervat (102).
8. Composteerinrichting volgens conclusie 7, waarbij de eerste 20 luchtleiding (112) een cilindrische buis is die coaxiaal is met de rotatieas (103).
9. Composteerinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een tweede luchtleiding (22, 12; 122, 112) voor luchtuitwisseling 25 tussen het inwendige en het uitwendige van het composteervat zich door een tweede wandgedeelte (21, 11; 121, 111) van het composteervat tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, welk tweede wandgedeelte gelegen is aan een tegenover genoemde eerste zijde (10, 20; 110, 120) gelegen tweede zijde (20, 10; 120, 110) van het composteervat, welke tweede 30 zijde de rotatieas snijdt. 1030756_
10. Composteerinrichting volgens conclusie 9, waarbij de eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) is ingericht voor het in bedrijf beluchten van het composteervat (2; 102) en de tweede luchtleiding (22, 12; 122, 112) is 5 ingericht voor het in bedrijf ontluchten van het composteervat.
11. Werkwijze voor het composteren van organische stoffen bevattend materiaal (7; 107), waarbij het materiaal in een roteerbaar composteervat (2; 102) geroteerd wordt om een althans fictieve rotatieas (3; 103) van het 10 composteervat, met het kenmerk, dat tijdens het roteren van het materiaal tussen het inwendige en het uitwendige van het composteervat lucht uitgewisseld wordt via een eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) die zich door een eerste wandgedeelte (11, 21; 111, 121) van het composteervat tot in het inwendige van het composteervat uitstrekt, welk eerste 15 wandgedeelte gelegen is aan een de rotatieas snijdende eerste zijde (10, 20; 110, 120) van het composteervat.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij tijdens het roteren van het composteervat het composteervat gesloten blijft voor toe- en afvoer van 20 materiaal (7; 107).
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij de eerste luchtleiding (12, 22; 112, 122) in het inwendige van het composteervat (2; 102) uitmondt boven het niveau tot waar het composteervat gevuld is met het materiaal (7; 25 107). | 1030256
NL1030256A 2005-10-24 2005-10-24 Inrichting en werkwijze voor het composteren. NL1030256C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030256A NL1030256C2 (nl) 2005-10-24 2005-10-24 Inrichting en werkwijze voor het composteren.
PCT/NL2006/000534 WO2007049954A2 (en) 2005-10-24 2006-10-24 Apparatus and method for composting

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030256 2005-10-24
NL1030256A NL1030256C2 (nl) 2005-10-24 2005-10-24 Inrichting en werkwijze voor het composteren.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030256C2 true NL1030256C2 (nl) 2007-04-25

Family

ID=36942477

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030256A NL1030256C2 (nl) 2005-10-24 2005-10-24 Inrichting en werkwijze voor het composteren.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1030256C2 (nl)
WO (1) WO2007049954A2 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3178267A (en) * 1962-07-25 1965-04-13 John D Larson Automatic control of digester for converting inorganic material into assimilable plant food
US3676074A (en) * 1969-06-30 1972-07-11 Yamato Setubi Koji Kk Apparatus for treating organic waste
US4028189A (en) * 1975-01-23 1977-06-07 Kvaerner Brug A/S Procedure and device for rapid composting of organic waste
US4272489A (en) * 1977-11-24 1981-06-09 Ruthner Industrieanlagen-Aktiengesellschaft Device for composting refuse and sewage slurry
US4730400A (en) * 1984-11-15 1988-03-15 Gunter Johannsen Drum reactor for manufacturing fertilizers and other raw materials by aerobic fermentation
EP0441994A1 (de) * 1988-11-08 1991-08-21 Franz Böhnensieker Verfahren und Vorrichtungen zur wenigstens teilweisen biologischen Umwandlung organischer Stoffe in Biomasse
US5559033A (en) * 1994-10-14 1996-09-24 Dbs Manufacturing, Inc. Method and apparatus for closed loop air circulation composting with an external air manifold
US20040147013A1 (en) * 2002-07-17 2004-07-29 Jean-Pierre Pratte Continuous composter

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3178267A (en) * 1962-07-25 1965-04-13 John D Larson Automatic control of digester for converting inorganic material into assimilable plant food
US3676074A (en) * 1969-06-30 1972-07-11 Yamato Setubi Koji Kk Apparatus for treating organic waste
US4028189A (en) * 1975-01-23 1977-06-07 Kvaerner Brug A/S Procedure and device for rapid composting of organic waste
US4272489A (en) * 1977-11-24 1981-06-09 Ruthner Industrieanlagen-Aktiengesellschaft Device for composting refuse and sewage slurry
US4730400A (en) * 1984-11-15 1988-03-15 Gunter Johannsen Drum reactor for manufacturing fertilizers and other raw materials by aerobic fermentation
EP0441994A1 (de) * 1988-11-08 1991-08-21 Franz Böhnensieker Verfahren und Vorrichtungen zur wenigstens teilweisen biologischen Umwandlung organischer Stoffe in Biomasse
US5559033A (en) * 1994-10-14 1996-09-24 Dbs Manufacturing, Inc. Method and apparatus for closed loop air circulation composting with an external air manifold
US20040147013A1 (en) * 2002-07-17 2004-07-29 Jean-Pierre Pratte Continuous composter

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007049954A3 (en) 2007-07-12
WO2007049954A2 (en) 2007-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10480856B2 (en) Device for drying and sanitising organic waste material
US20160207845A1 (en) Composting device
WO2016043656A1 (en) Apparatus for treating food waste
KR101434822B1 (ko) 발효 교반장치
EP3350140B1 (en) System for processing, particularly sanitizing and drying, animal manure
NL1030256C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het composteren.
JP2004503262A (ja) 成長媒体を殺菌および/または滅菌するための方法および装置
JPH10318672A (ja) 乾燥物容器取替型乾燥装置
US6555363B1 (en) Aerobic reduction reactor
US7138271B2 (en) Continuous composter
KR20170006173A (ko) 유기성 폐기물 발효 감량 시스템
NL2018141B1 (en) Composting apparatus
JP2019011227A (ja) 有機廃棄物を堆肥化する方法及び堆肥化システム
US2283805A (en) Dusting machine
JP7240760B2 (ja) 有機物ごみ処理装置
KR20160004100U (ko) 음식물 쓰레기 퇴비화 장치
KR100763433B1 (ko) 농수산물 교반건조방법과 건조장치
NO179832B (no) Fremgangsmåte og anlegg for fremstilling av varmebehandlet vekstsubstrat og gjödsel
JP2006281210A (ja) 有機廃棄物処理装置
KR102539596B1 (ko) 미생물 발효 고속 감량장치
JP3880016B2 (ja) 汚泥処理装置
JP2671107B2 (ja) 有機廃棄物処理機の撹拌羽根
JP2005152786A (ja) 生ごみ処理装置
KR20240048126A (ko) 음식폐기물 감량기에서 발생된 감량물을 곤충 사육에 이용하는 자원순환 시스템
JP2000317430A (ja) 有機性廃棄物処理装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120501