NL1029654C2 - Inrichting voor het op- en/of afwikkelen van een scherm. - Google Patents

Description

Inrichting voor het op- en/of afwikkelen van een scherm

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op- en/of afwikkelen van een scherm, welke inrichting is voorzien van een frame, waarmee 5 een uiteinde van het scherm is verbonden, een zich evenwijdig aan het uiteinde van het scherm uitstrekkende, met het scherm verbonden wikkelas, een met de wikkelas gekoppelde motor, die tezamen met de wikkelas verplaatsbaar is ten opzichte van het frame, alsmede een ten minste gedeeltelijk het gewicht van de motor compenserend tegengewicht.

10 Bij een dergelijke uit het Amerikaanse octrooi US-A-6.155.326 bekende inrichting strekt het scherm zich verticaal uit, waarbij een bovenste uiteinde van het scherm met het frame is verbonden terwijl een onderste uiteinde van het scherm met de wikkelas is verbonden. De wikkelas is gekoppeld met een motor die verplaatsbaar is ten opzichte van een zich verticaal uitstrekkende geleiding. Door 15 het activeren van de motor wordt de wikkelas geroteerd waarbij het scherm afhankelijk van de rotatierichting op de wikkelas wordt gewikkeld of van de wikkelas af wordt gewikkeld. Door het respectievelijk op- of afwikkelen van het scherm, wordt de wikkelas tezamen met de motor in opwaartse of neerwaartse richting verplaatst.

Met de motor is een tegengewicht gekoppeld om het effect van het 20 gewicht van de motor op de wikkelas te verminderen, waardoor doorbuiging van het uiteinde van de wikkelas eveneens wordt verminderd zodat een gelijkmatig op- of afwikkelen van het scherm over de gehele lengte van de wikkelas wordt verkregen.

Een nadeel van de bekende inrichting is dat de voor het verplaatsen van het tegengewicht noodzakelijke ruimte relatief groot is.

25 De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, waarbij het scherm gelijkmatig op en/of af wordt gewikkeld, waarbij de voor het tegengewicht benodigde ruimte relatief beperkt is.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat het tegengewicht via ten minste een wikkelkoord met de motor is verbonden, welke 30 wikkelkoord wikkelbaar is om een koordas, die coaxiaal is gelegen aan en is gekoppeld met de wikkelas en de aandrijfas van de motor.

Tussen twee naast elkaar of boven elkaar gelegen schermen is in de praktijk vaak een relatief beperkte ruimte beschikbaar waarbinnen de motor, het tegengewicht en andere constructieonderdelen dienen te worden gepositioneerd.

1 0 29 654 2

Deze ruimte wordt bij voorkeur afgesloten om de motor, de koordas en het tegengewicht aan het zicht te onttrekken alsmede om een afgesloten overgang tussen twee schermen te realiseren. Door het op- en/of afwikkelen van het koord op de koordas is het mogelijk om tijdens het op- en/of afwikkelen van het scherm het 5 tegengewicht over een relatief korte afstand te laten verplaatsen of zelfs geheel stil te laten staan. Hierdoor is het mogelijk om het tegengewicht in de relatief beperkte ruimte onder te brengen.

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wikkelkoord over een met het frame verbonden geleiderol is 10 gelegen waarbij het tegengewicht met het ene uiteinde van het wikkelkoord is verbonden terwijl de motor via de koordas met het andere uiteinde van het wikkelkoord is gekoppeld.

Met behulp van een dergelijke geleiderol kan op eenvoudige wijze worden bewerkstelligd dat het tegengewicht de gewenste tegenkracht uitoefent op 15 de motor.

Nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wikkelkoord over een met de motor verbonden omslagrol is gelegen.

Op deze wijze is het mogelijk om het koord te laten uitstrekken over 20 een gewenste baan tussen de wikkelrol en het frame.

Nog een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het bovenste uiteinde van het scherm met het frame is verbonden, terwijl het onderste uiteinde van het scherm met de wikkelas is verbonden, waarbij het wikkelkoord tegelijkertijd met het scherm afwikkelbaar of 25 opwikkelbaar is voor het respectievelijk sluiten en openen van een onder het scherm gelegen venster.

Een dergelijke uitvoeringsvorm is met name geschikt bij warenhuizen waarin gewassen worden gekweekt. Door het scherm kan bijvoorbeeld zonlicht worden tegengehouden waardoor het klimaat in het warenhuis kan worden 30 geregeld. Door het tegelijkertijd en bij voorkeur met eenzelfde snelheid wikkelen kan op een relatief eenvoudige wijze worden gerealiseerd dat het tegengewicht nagenoeg geen verplaatsing ondergaat bij het verplaatsen van de wikkelas en de daarmee verbonden motor.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 3 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het onderste uiteinde van het scherm met het frame is verbonden, terwijl de wikkelas op afstand van het onderste uiteinde met het scherm is verbonden, waarbij tijdens het afwikkelen van het scherm voor het sluiten van een boven het scherm gelegen venster het wikkelkoord op de koordas 5 wikkelbaar is, terwijl tijdens het opwikkelen van het scherm, voor het openen van het boven het scherm gelegen venster het wikkelkoord van de koordas afwikkelbaar is.

Een dergelijke uitvoeringsvorm is met name geschikt bij stallen voor het huisvesten van dieren. Via het boven het scherm gelegen venster kan verse lucht aan de stal worden toegevoerd. Door het hierbij respectievelijk opwikkelen en 10 afwikkelen van het wikkelkoord, kan worden bewerkstelligd dat het tegengewicht een nagenoeg constante positie ten opzichte van het frame behoudt.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de wikkelas nabij het midden van het scherm met het scherm is verbonden, terwijl het van het frame afgekeerde bovenste 15 uiteinde van het scherm via ten minste een draagkoord met het tegengewicht is gekoppeld.

Bij een dergelijk scherm wordt door het verplaatsen van de wikkelas over een zekere afstand, het scherm over de dubbele afstand op- of afgewikkeld. Hierdoor is de verplaatsing van de wikkelas en de daarmee gekoppelde motor 20 relatief beperkt. Ook de verplaatsing van het tegengewicht kan hierbij relatief gering worden gehouden.

Een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het draagkoord ten minste over twee met het frame verbonden geleiderollen alsmede over een tussen de geleiderollen gelegen 25 koppelrol is gelegen, welke koppelrol via het wikkelkoord met de motor is verbonden.

Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een koppeling tot stand gebracht tussen het draagkoord, het wikkelkoord, de motor en het tegengewicht.

Een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 30 uitvinding wordt gekenmerkt doordat wikkelingen van het wikkelkoord naast elkaar op de koordas zijn gelegen.

Hierdoor neemt de diameter ter plaatse van het koord niet toe, waardoor elke wikkeling van de koordas zal resulteren in het op- en/of afwikkelen van het koord over eenzelfde lengte.

4

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het wikkelkoord en het scherm nagenoeg dezelfde dikte hebben, waarbij de wikkelingen van het wikkelkoord op elkaar op de koordas zijn gelegen.

5 Hierdoor is het mogelijk dat de verschillende wikkelingen van het koord op elkaar zijn gelegen. De snelheid van af- en opwikkelen alsmede de lengte van het afgewikkelde koord en scherm zullen hierbij nagenoeg identiek zijn.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: 10 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een warenhuis met een aantal inrichtingen volgens de uitvinding, fig. 2a en 2b respectievelijk een vooraanzicht en zijaanzicht tonen van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de schermen nagenoeg volledig zijn geopend, 15 fig. 3a en 3b respectievelijk een vooraanzicht en zijaanzicht tonen van de eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de schermen nagenoeg volledig zijn gesloten, fig. 4a en 4b respectievelijk een vooraanzicht en zijaanzicht tonen van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

20 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een kas of warenhuis 1, dat is voorzien van een frame 2 dat is gevormd door een aantal staanders 3, die de liggers 4 en dwars op de liggers 4 verlopende spanten 5 verbinden. Langs de buitenzijde van het frame 2 25 strekken zich tussen de staanders 3 ruiten 6 uit. De bovenzijde van het warenhuis 1 wordt gevormd door glazen kappen 7 die worden gedragen door de liggers 4 en de spanten 5. Een dergelijk warenhuis 1 is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht. Aan een binnenzijde van elke ruit 6 is een inrichting 8 volgens de uitvinding voorzien.

30 Fig. 2a-3b tonen vooraanzichten en zijaanzichten van de inrichting 8 volgens de uitvinding die is voorzien van twee schermen 9 die elk met een bovenste uiteinde 10 met een spant 5 zijn verbonden. Een van het bovenste uiteinde 10 afgekeerd onderste uiteinde van elk scherm 9 is verbonden met een zich evenwijdig aan het spant 5 uitstrekkende wikkelas 11. Tussen de twee schermen 9 is een zich 5 verticaal uitstrekkende geleiding 12 opgesteld die zich uitstrekt vanaf het spant 5 tot aan de ondergrond 13. Nabij de ondergrond 13 is de geleiding voorzien van een gebogen gedeelte 14.

Tussen de aan weerszijden van de geleiding 12 gelegen 5 wikkelassen 11 is een motor 15 gelegen die via twee aandrijfassen is gekoppeld met en opgehangen aan de wikkelassen 11. De aandrijfassen zijn coaxiaal gelegen aan de wikkelassen 11. Met behulp van de motor 15 zijn de wikkelassen 11 roteerbaar om hun hartlijnen. De motor 15 is met behulp van looprollen 16 verplaatsbaar gelagerd ten opzichte van de geleiding 12. Aan de behuizing van de motor 15 is een 10 omslagrol 17 bevestigd. Tussen het ene scherm 9 en de geleiding 12 is de motor 15 gelegen, terwijl tussen de geleiding 12 en het andere scherm 9 de wikkelas 11 is voorzien van een verlengd gedeelte. Dit verlengde gedeelte dient als koordas 18. De omslagrol 17 is aan eenzelfde zijde van de geleiding 12 gelegen als de koordas 18. Boven de koordas 18 is het spant 5 voorzien van een met het spant 5 verbonden 15 geleiderol 19. Met de koordas 18 is een wikkelkoord 20 verbonden dat met een van de koordas 18 afgekeerde zijde is verbonden met een tegengewicht 21. Het wikkelkoord 20 strekt zich tussen de koordas 18 en het tegengewicht 21 uit over de omslagrol 17 en de geleiderol 19.

Door het gewicht van de aan de wikkelassen 11 hangende motor 15 20 wordt een kracht op de wikkelassen 11 uitgeoefend. Door het tegengewicht 21 wordt een in richting tegengestelde doch in grootte nagenoeg gelijke kracht op de wikkelassen 11 uitgeoefend, waardoor de door het gewicht van de motor 15 op de wikkelassen 11 uitgeoefende kracht nagenoeg volledig wordt opgeheven.

De werking van de in fig. 2a-3b weergegeven inrichting 8 is als 25 volgt.

Bij de in fig. 2a en 2b weergegeven nagenoeg geopende stand van de schermen 9 is onder de schermen 9 een venster 23 gelegen. Vanuit deze geopende stand wordt de motor 15 aangedreven waarbij de wikkelassen 11 en de koordas 18 in de door pijl P2 aangegeven richting worden geroteerd. Hierdoor 30 worden de schermen 9 van de wikkelassen 11 af gewikkeld waarbij de wikkelassen 11 en de daarmee verbonden motor 15 in de door pijl P1 aangegeven richting worden verplaatst en het venster 23 kleiner wordt. Doordat tegelijkertijd met het roteren van de wikkelassen 11 de daarmee verbonden koordas 18 wordt geroteerd, wordt het wikkelkoord 20 van de wikkelas 18 af gewikkeld ten gevolge waarvan de 6 totale effectieve verplaatsing van het tegengewicht 21 nagenoeg nihil is. De wikkelingen 22 van het wikkelkoord 20 zijn naast elkaar gelegen waardoor de diameter waarover het wikkelkoord 20 afwikkelt constant is. Daarentegen neemt de diameter van de wikkelas 11 met het daaromheen geslagen scherm 9 gedurende het 5 afwikkelen geleidelijk af. Hierdoor en door mogelijke dikteverschillen tussen het wikkelkoord 20 en het scherm 9 is het mogelijk dat het tegengewicht 21 toch een geringe verplaatsing in verticale richting ondergaat. Nabij de ondergrond 13 wordt de motor 12 door de over het gebogen gedeelte 14 heen verplaatsende loop-rollen 16, 17 gekanteld in de door pijl P3 aangegeven richting waardoor de 10 wikkelassen 11 en derhalve het scherm 9 nagenoeg tot aan de ondergrond 13 kunnen worden verplaatst. Het wikkelkoord 20 wordt hierbij door de omslagrol 17 op voldoende afstand van het scherm 9 gehouden.

Fig. 4a en 4b tonen respectievelijk een vooraanzicht en een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting 31 volgens de 15 uitvinding. De inrichting 31 is voorzien van een scherm 32 dat aan een onderzijde 33 met een frame 34 is verbonden. Met behulp van het scherm 32 is een boven het scherm 32 gelegen venster 35 naar believen te vergroten of te verkleinen. Het scherm 32 is nabij het midden bevestigd met in zich evenwijdig aan de onderzijde 32 uitstrekkende wikkelas 36. Het scherm 32 is hiertoe ingeklemd tussen twee helften 20 van de wikkelas 36. De wikkelas 36 is nabij een zijde voorzien van een in de wikkelas 36 gelegen buismotor 37 die met een uiteinde 38 verplaatsbaar is gelegen in een zich verticaal uitstrekkende geleiding 39. Tussen de motor 37 en een zijkant 40 van het scherm 32 is de wikkelas 36 voorzien van een koordas 41 waaraan een koord 42 met een aantal naast elkaar gelegen wikkelingen 43 is 25 bevestigd. Het scherm 32 is aan een van de onderzijde 43 afgekeerde bovenzijde 44 verbonden met een aantal draagkoorden 45 die aan een van het scherm 32 afgekeerde zijde over geleiderollen 46 heen zijn geslagen. De geleiderollen 46 zijn opgehangen aan het frame 34. De draagkoorden 45 zijn gezamenlijk over het dichtst nabij de geleiding 39 gelegen geleiderol 46 heen gelegen, vervolgens om een 30 koppelrol 47 heen geslagen en daarna om twee met het frame 34 verbonden geleiderollen 48 heen gelegen. De van het scherm 32 afgekeerde uiteinden van de draagkoorden 45 zijn verbonden met een tegengewicht 49. De koppelrol 47 is via het wikkelkoord 42 verbonden met de wikkelas 36 en de daarmee verbonden motor 37.

i 7

De koppelrol 47 is verder via een hulpkoord 50 dat om geleide-rollen 51 heen is gelegen verbonden met een verder tegengewicht 52. Het gewicht van het tegengewicht 49 is nagenoeg gelijk aan het gewicht van het scherm 32, de wikkelas 36 en de daarmee verbonden buismotor 37. Het gewicht van het 5 tegengewicht 52 is ongeveer 1, 9 maal het gewicht van het tegengewicht 49. De effectief via het wikkelkoord 42 op de wikkelas 36 uitgeoefende kracht is zodanig dat deze het door het gewicht van de motor 37 op de wikkelas 36 uitgeoefende kracht tegenwerkt.

Hierdoor wordt ongewenst doorbuigen van de wikkelas 36 ten gevolge van het 10 gewicht van de motor 37 op eenvoudige wijze voorkomen.

De werking van de inrichting 31 is als volgt. Indien men het venster 35 wenst af te sluiten, wordt de motor 37 in de door pijl P4 aangegeven richting aangedreven ten gevolge waarvan het op de wikkelas 36 opgewikkelde scherm 32 wordt afgewikkeld. Door het tegengewicht 49 wordt een kracht in de door 15 pijl P5 aangegeven richting op de bovenzijde 44 van het scherm 32 uitgeoefend ten gevolge waarvan het scherm 32 in de door pijl P5 aangegeven richting wordt verplaatst. Tijdens het afwikkelen van het scherm 32 van de wikkelrol 36 wordt tegelijkertijd het koord 42 op de koordas 41 gewikkeld.

Indien de wikkelas 36 over een afstand ΔΖ in de door pijl P4 20 aangegeven richting wordt verplaatst, zal de bovenzijde 44 van scherm 32 over een afstand 2*ΔΖ in de door pijl P5 aangegeven richting worden verplaatst. De koppelrol 47 zal hierbij over een afstand ΔΖ in een aan pijl P5 tegengestelde richting naar de wikkelas 36 toe worden verplaatst. Ook de tegengewichten 49, 52 zullen over een afstand ΔΖ in de aan pijl P5 tegengestelde richting worden 25 verplaatst. De totale afstand die door de tegengewichten 49, 52 wordt overbrugd tussen het volledig geopend zijn van het scherm 32 en het volledig gesloten zijn van het scherm 32 is derhalve nagenoeg gelijk aan de helft van de hoogte van het scherm 32. Hierdoor is de voor de tegengewichten benodigde verplaatsingsruimte relatief beperkt.

30 Het wezenlijke verschil tussen de inrichting 8 en de inrichting 31 is dat bij de inrichting 8 het scherm aan de bovenzijde 10 is opgehangen aan het frame 5, waarbij het scherm 9 in neerwaartse richting wordt afgewikkeld, terwijl bij de inrichting 31 het scherm 32 met de onderzijde 33 met het frame 34 is verbonden, waarbij het scherm 32 in opwaartse richting wordt afgewikkeld. Bij de inrichting 8 8 wordt het wikkelkoord 20 simultaan met het scherm 9 opgewikkeld of afgewikkeld terwijl bij de inrichting 31 het wikkelkoord 42 wordt afgewikkeld ïndien het scherm wordt opgewikkeld en vice versa.

De inrichting 8 is met name geschikt voor de toepassing bij onder 5 meer warenhuizen waarin gewassen worden geteeld. Het scherm 9 dient hierbij onder meer ter afscherming van de gewassen tegen zonlicht.

De inrichting 31 is met name geschikt voor toepassing bij stallen voor het huisvesten van dieren, waarbij door het venster 35 een beluchting van de stal mogelijk is. Doordat het scherm 32 vanaf boven naar beneden toe wordt 10 opgewikkeld, wordt bewerkstelligd dat de voor de beluchting benodigde lucht in het bovenste gedeelte van de stal stroomt. Luchtstroom aan de onderzijde van de stal wordt door het scherm 32 verhinderd. Een dergelijke luchtstroom wordt door dieren als onaangenaam ervaren.

Uiteraard is het mogelijk om de inrichting 31 ook bij warenhuizen 15 toe te passen of de inrichting 8 bij stallen toe te passen.

Het is ook mogelijk om de omslagrol 17 achterwege te laten.

Het is ook mogelijk om in plaats van de motor 15 een zogenaamde buismotor toe te passen die nagenoeg volledig in de wikkelas 11 kan zijn gelegen.

Het is ook mogelijk om het wikkelkoord 20 direct met de motor 15 of 20 de omslagrol 17 te verbinden, waarbij het tegengewicht 21 in een aan pijl P1 tegengestelde richting worden verplaatst over eenzelfde afstand als dat de wikkelassen 11 in de door pijl P1 aangegeven richting worden verplaatst.

Het scherm kan van verstevigd doek zijn (natuurlijk of kunststof) en voorzien van lagen of stoffen met speciale licht en/of warmte reflecterende of 25 absorberende eigenschappen.

Het is ook mogelijk om in plaats van een massa als tegengewicht een veer toe te passen.

Het is ook mogelijk om met behulp van de motor slechts een wikkelas aan te drijven.

1 0 2 9 6 54 >

Claims (9)

1. Inrichting voor het op- en/of afwikkelen van een scherm, welke inrichting is voorzien van een frame, waarmee een uiteinde van het scherm is 5 verbonden, een zich evenwijdig aan het uiteinde van het scherm uitstrekkende, met het scherm verbonden wikkelas, een met de wikkelas gekoppelde motor, die tezamen met de wikkelas verplaatsbaar is ten opzichte van het frame, alsmede een ten minste gedeeltelijk het gewicht van de motor compenserend tegengewicht, met het kenmerk, dat het tegengewicht via ten minste een wikkelkoord met de motor is 10 verbonden, welke wikkelkoord wikkelbaar is om een koordas, die coaxiaal is gelegen aan en is gekoppeld met de wikkelas en de aandrijfas van de motor.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wikkelkoord over een met het frame verbonden geleiderol is gelegen, waarbij het tegengewicht met het ene uiteinde van het wikkelkoord is verbonden terwijl de motor 15 via de koordas met het andere uiteinde van het wikkelkoord is gekoppeld.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het wikkelkoord over een met de motor verbonden omslagrol is gelegen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het bovenste uiteinde van het scherm met het frame is verbonden, 20 terwijl het onderste uiteinde van het scherm met de wikkelas is verbonden, waarbij het wikkelkoord tegelijkertijd met het scherm afwikkelbaar of opwikkelbaar is voor het respectievelijk sluiten en openen van een onder het scherm gelegen venster.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het onderste uiteinde van het scherm met het frame is verbonden, 25 terwijl de wikkelas op afstand van het onderste uiteinde met het scherm is verbonden, waarbij tijdens het afwikkelen van het scherm voor het sluiten van een boven het scherm gelegen venster het wikkelkoord op de koordas wikkelbaar is, terwijl tijdens het opwikkelen van het scherm voor het openen van het boven het scherm gelegen venster het wikkelkoord van de koordas afwikkelbaar is.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de wikkelas nabij het midden van het scherm met het scherm is verbonden, terwijl het van het frame afgekeerde bovenste uiteinde van het scherm via ten minste een draagkoord met het tegengewicht is gekoppeld.

7. Inrichting volgens conclusie 1 en 6, met het kenmerk, dat het 10 29 654 draagkoord ten minste over twee met het frame verbonden geleiderollen alsmede over een tussen de geleiderollen gelegen koppelrol is gelegen, welke koppelrol via het wikkelkoord met de motor is verbonden.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-7, met het 5 kenmerk, dat wikkelingen van het wikkelkoord naast elkaar op de koordas zijn gelegen.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het wikkelkoord en het scherm nagenoeg dezelfde dikte hebben, waarbij de wikkelingen van het wikkelkoord op elkaar op de koordas zijn gelegen. 1 0 29 654