NL1029552C2 - Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot. - Google Patents

Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot. Download PDF

Info

Publication number
NL1029552C2
NL1029552C2 NL1029552A NL1029552A NL1029552C2 NL 1029552 C2 NL1029552 C2 NL 1029552C2 NL 1029552 A NL1029552 A NL 1029552A NL 1029552 A NL1029552 A NL 1029552A NL 1029552 C2 NL1029552 C2 NL 1029552C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lips
fastening element
lip
wire
box
Prior art date
Application number
NL1029552A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonie De Hoog
Original Assignee
Attema Kunststoffenind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Attema Kunststoffenind filed Critical Attema Kunststoffenind
Priority to NL1029552A priority Critical patent/NL1029552C2/nl
Priority to DK06076368.7T priority patent/DK1746697T3/da
Priority to EP06076368A priority patent/EP1746697B1/en
Priority to ES06076368T priority patent/ES2372300T3/es
Priority to AT06076368T priority patent/ATE527734T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1029552C2 publication Critical patent/NL1029552C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/10Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall
    • H02G3/105Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall in association with a plinth, channel, raceway or similar
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
    • H02G3/0437Channels
    • H02G3/0443Channels formed by wire or analogous netting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)
  • Insertion, Bundling And Securing Of Wires For Electric Apparatuses (AREA)
  • Connection Or Junction Boxes (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)

Description

Korte aanduiding: Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot.
De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingselement voor 5 het bevestigen van een doos aan een draadgoot volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke doos is in het bijzonder een doos voor het daarin verbinden en/of voor het daarop aansluiten van elektrische kabels.
Uit de praktijk zijn verschillende uitvoeringen van 10 bevestigingselementen van de bovengenoemde soort bekend.
Alle bekende bevestigingselementen zijn door stansen en buigen uit metaalplaat gevormd. Hierdoor kunnen zij gemakkelijk scherpe randen en uitsteeksels hebben die tot verwondingen van een gebruiker kunnen leiden, zelfs voordat deze een dergelijk bevestigingselement 15 aan een draadgoot monteert. Daarnaast verhindert de metalen uitvoering een integratie van het bevestigingselement en een meestal uit kunststof bestaande doos.
Een aantal van de bekende bevestigingselementen zijn voorzien van lippen. Tijdens het monteren houdt een monteur het element tegen 20 de zijkant van een draadgoot en buigt de lippen over draden van .de goot om. Voor het ombuigen is het gebruik van een tang of hamer nodig. Een dergelijke wijze van monteren is tijdrovend, energierovend en kan bij het werken op klimmateriaal tot gevaarlijke situaties voor de monteur leiden.
25 Sommige van de bekende bevestigingselementen kunnen met een enkelvoudige handeling aan een draadgoot gemonteerd worden. Deze bekende bevestigingselementen zijn echter alleen geschikt voor montage aan draadgoten die aan bepaalde specificaties voldoen. In het bijzonder moeten draden waaraan het bevestigingselement gemonteerd 30 wordt voorgeschreven afstanden en dikten hebben. Dergelijke bevestigingselementen zijn daarom niet universeel toepasbaar voor de zeer vele varianten van draadgoten die op de markt zijn.
Geen van de bekende bevestigingselementen is geschikt voor stevige montage aan een zijde van een draadgoot die aan die zijde 1029552 - 2 - slechts één in de lengterichting van de goot uitstrekkende draad heeft.
De uitvinding beoogt de bovengenoemde bezwaren van de bekende techniek op te heffen.
5 Volgens de uitvinding wordt het genoemde doel bereikt door het verschaffen van een bevestigingselement volgens conclusie 1.
Het genoemde doel wordt volgens de uitvinding tevens bereikt door het verschaffen geïntegreerde combinatie van een dergelijk bevestigingselement en een doos volgens conclusie 13.
10 Andere eigenschappen en voordelen van de werkwijze en van de inrichting volgens de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende toelichting van een uitvoeringsvorm van een bevestigingselement volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgevoegde tekening. In de tekening: 15 Fig. 1 toont in perspectief een gedeelte van een bekende draadgoot waarvoor de uitvinding toegepast kan worden,-
Fig. 2 toont in perspectief een uitvoeringsvorm van een bevestigingselement volgens de uitvinding;
Fig. 3 toont in perspectief het bevestigingselement van Fig. 2 20 en een daartegen geplaatste doos;
Fig. 4 toont een doorsnede door een nok van het bevestigingselement van het samenstel van Fig. 3 dat aan een draadgoot gekoppeld is; en
Fig. 5 toont een doorsnede als van Fig. 4 maar toegepast voor 25 een anders uitgevoerde draadgoot.
Voor het gemakkelijker begrijpen van de uitvinding is in Fig. 1 in perspectief een gedeelte van een bekende draadgoot getoond. Een dergelijke goot is in het bijzonder bestemd voor het daarin geleiden van elektrische kabels. De getoonde goot 2 omvat een aantal in een 30 met de pijlen 4 aangegeven in de lengterichting ervan uitstrekkende j langsdraden, zoals een draad 6 van de bodem van de goot 2, een topdraad 8, die een bovenrand van een zijkant van de goot 2 bepaalt, en een lagere (ten opzichte van de bodem van de goot) langsdraad 10 aan een zijkant van de goot 2 op afstand van de topdraad 8. De 35 langsdraden 6, 8 en 10 zijn aan U-vormige dwarsdraden 12, die dwars op de langsrichtingen 4 staan, bevestigd.
Er bestaan veel configuraties van draadgoten met verschillende afmetingen, draaddikten en verschillende aantallen langsdraden. Voor 1029552 - 3 - het aan een zijkant van een dergelijke goot kunnen bevestigen van een doos, zoals een lasdoos voor elektrische kabels, is het gebruik van plaatvormige bevestigingselementen bekend die lippen hebben die om draden van een goot gebogen kunnen worden, waarna een doos aan het 5 bevestigingselement bevestigd kan worden. Door de grote variatie aan configuraties van draadgoten zijn veel verschillende van dergelijke plaatvormige bevestigingselementen in gebruik. Daarnaast is het bevestigen van dergelijke elementen aan een draadgoot tijdrovend en risicovol voor de veiligheid van personeel.
10 In plaats van een dergelijk bekend plaatvormige bevestigingselement stelt de uitvinding een universeel toepasbaar bevestigingselement voor, waarvan Fig. 2 in perspectief een uitvoeringsvorm 20 toont.
Het bevestigingselement 20 omvat een basisgedeelte 22, dat over 15 het geheel in hoofdzaak vlak is. Aan een hoofdzijde van het basisgedeelte 22 bevinden zich lippen 24 en 26, die allen in eenzelfde richting wijzen. Er zijn twee lange lippen 28, elk langs een zijrand van het basisgedeelte 22, en twee korte lippen 26 bij een andere rand, in Fig. 2 de onderrand, van het basisgedeelte 22 20 getoond. Andere aantallen lippen en andere locaties ervan zijn ook mogelijk. Tenminste de lange lippen 28 hebben een lengte die tenminste vier maal groter is dan de diameter van een dikste gootdraad waaraan men het bevestigingselement 20 wil koppelen.
De lange lippen 24 gaan via overgangsgebieden 28 in het 25 basisgedeelte 22 over. De korte lippen 26 gaan via overgangsgebieden 30 in het basisgedeelte 22 over. De overgangsgebieden 28 en 30 zijn zodanig dat de vrije uiteinden van de lippen 24 en 26 flexibel naar en van het basisgedeelte 22 bewogen kunnen worden. De lippen 24 en 26 draaien daarbij over een kleine hoek om assen die door de 30 overgangsgebieden 28 en 30 gaan. Deze assen zijn evenwijdig aan elkaar. Na het aanbrengen van het bevestigingselement 20 aan een draadgoot 2 zijn deze assen ook evenwijdig aan de langsdraden 6, 8, 10 van de goot 2. De flexibele overgangsgebieden 28 en 30 dienen om het bevestigingselement 20 gemakkelijk aan een goot te kunnen 35 monteren en maken het mogelijk dat de lippen 24 en 26 flexibel tegen gootdraden met verschillende dikten kunnen drukken.
De korte lippen 26 hebben een zodanig gebogen vorm dat een uitstulping 31 van een lip 26 zich verder van het basisgedeelte 22 1 0295 5 2 - 4 - bevindt dan een gedeelte van de lip 26 dat zich dichter bij het vrije uiteinde van de lip 26 bevindt. Een dergelijke uitstulping 31 of meerdere uitstulpingen 31 op een lijn, evenwijdig aan de genoemde assen, vormen een doorgang voor het daarin opnemen van een langsdraad 5 8, 10 van de goot 2. Op kleine afstand van een hartlijn van een door een uitstulping 31 gevormde doorgang heeft het basisgedeelte 22 een of meer borgnokken 32. De borgnokken 32 verhinderen dat een langsdraad die in een door de uitstulpingen 31 van de lippen 26 gevormde doorgang opgenomen is te gemakkelijk uit die doorgang raakt. 10 Voor het uit een dergelijke doorgang nemen van een langsdraad 8, 10 moet een gebruiker een bewuste handeling verrichten, te weten het voldoende van het basisgedeelte 22 afbuigen van de betreffende lippen 26.
Bij voorkeur is een afstand tussen twee naast elkaar 15 aangebrachte korte lippen 26, waarvan de hartlijnen van de door de uitstulpingen 31 gevormde doorgangen op een lijn liggen, zodanig dat zij tussen zich een dwarsdraad 12 van een draadgoot 2 kunnen opnemen. Bij voorkeur neemt de genoemde afstand af naarmate, gezien vanuit de vrije uiteinden van de korte lippen 26, dichter bij de 20 overgangsgebieden 30 van de korte lippen 26 gemeten wordt. Hierdoor vormen de korte lippen 26 een convergerende vangruimte 34 die het tussen de lippen 26 opnemen van een dwarsdraad 12 vergemakkelijkt en die ongewilde zijdelingse verplaatsing van het bevestigingselement 20 in de langsrichting 4 van de goot 2 verhindert.
25 In het basisgedeelte 22 zijn een of meer, bij voorkeur steeds twee symmetrisch aan weerszijden van een hartlijn van de vangruimte 34, kanalen 36 en schroefgaten 38 gevormd.
Elk kanaal 36 heeft een opening aan de zijde van het basisgedeelte 22 met de lippen 24 en 26 en een opening aan een het 30 verst van de korte lippen 26 bevindende bovenrand van het basisgedeelte 22. Elk kanaal 36 is geschikt voor het erdoor steken van een bindorgaan zoals een van weerhaken voorziene bindband ("tiewrap", niet getoond). Hierdoor kan het bevestigingselement 20 met gebruik van een of meer bindorganen stevig en onverliesbaar aan 35 een draad 6-12 van de draadgoot 2 bevestigd worden.
Tijdens het vervaardigen, in het bijzonder door middel van spuitgieten, van het bevestigingselement 20 kunnen schroeven, zoals de schroef 40, meegevormd worden, zodanig dat zij bij gewild gebruik 102955 2 - 5 - van een schroef van het bevestigingselement 20 afgebroken kunnen worden. Deze of apart gevormde schroeven 40 zijn geschikt om in de schroefgaten 38 geschroefd te worden.
Fig. 3 toont in perspectief het bevestigingselement 20 van Fig.
5 2 waartegen een doos 42 geplaatst is. De doos 42 is in het bijzonder j geplaatst tegen een hoofdzijde van het basisgedeelte 22 van het bevestigingselement 20 waar niet de lippen 24 en 26 van uitgaan. De doos 42 kan aan het bevestigingselement 20 bevestigd worden door vanuit de binnenkant van de doos 42 een of meer schroeven 40 door in 10 de bodem van de doos gevormde openingen te steken en door vervolgens de schroeven 40 in de schroefgaten 38 van het bevestigingselement 20 te schroeven.
Een monteur kan onder veilige omstandigheden, zoals staande op ........een-werkvloer, de doos 42 aan het bevestigingselement 20 bevestigen 15 alvorens het zo verkregen samenstel onder minder veilige omstandigheden, zoals staande op een ladder, aan de draadgoot 2 te bevestigen. De monteur kan vooraf veilig meerdere van dergelijke samenstellen maken alvorens tot montage aan een of meer draadgoten van al of niet verschillende soorten over te gaan. Doordat het 20 bevestigingselement 20 volgens de uitvinding universeel toepasbaar is, kan het ook economisch voordelig zijn dergelijke samenstellen af fabriek te leveren.
De Fig. 4 en 5 tonen dwarsdoorsneden van een samenstel van het bevestigingselement 20 en een doos 42 in een vlak door de nokken 32 25 en dwars op rotatie-assen van de lippen 24 en 26. Het samenstel is aangebracht op een goot 2, waarvan de Fig. 4 en 5 een aanzicht van een gedeelte van een dwarsdraad 12 en doorsneden van de langsdraden 6, 8 en 10 tonen.
Hoewel aangegeven met dezelfde nummers hebben de langsdraden 8 30 en 10 in de configuratie van Fig. 4 een kleinere diameter dan in de 1 configuratie van Fig. 5. Bovendien is de afstand tussen de langsdraden 8 en 10 in de configuratie van Fig. 4 kleiner dan die in de configuratie van Fig. 5. Doordat de lippen 24 en 26 flexibel kunnen bewegen wordt met de Fig. 4 en 5 geïllustreerd dat het 35 bevestigingselement 20 geschikt is voor gebruik voor draadgoten met verschillende diameters en verschillende onderlinge afstanden van langsdraden 8, 10 aan de zijkanten van een draadgoot, wat aangeeft dat het bevestigingselement 20 universeel toepasbaar is.
1 02955 2 - 6 -
Het bevestigingselement 20 of een samenstel van het bevestigingselement 20 en een doos 42 wordt als volgt op een draadgoot 2 aangebracht. Uitgaande van een oriëntatie van het bevestigingselement 20 dat ten opzichte van Fig. 4 over ongeveer 25 5 graden rechtsom gedraaid is, wordt het bevestigingselement 20 naar de draadgoot 2 bewogen, zodanig dat de vrije uiteinden van de lange lippen 24 over de topdraad 8 van de goot steken en de vrije uiteinden van de korte lippen 26 over een lagere langsdraad 10 aan de zijkant van de goot steken. Wanneer het bevestigingselement 20 vervolgens 10 verder naar de goot 2 verplaatst wordt en tegelijk linksom gedraaid wordt zullen, de langsdraden 8 en 10 onder de lippen 24 en 26 gevangen worden. Voor zover nog nodig wordt het bevestigingselement 20 verder naar de bodem van de goot 2 bewogen, waardoor de lagere langsdraad 10 door dé uitstulpingen 31 van de korte lippen 26 gevangen worden.
15 Zoals duidelijk in de Fig. 4 en 5 te zien gaan de nokken 32 daarna een ongewilde handeling in omgekeerde richting tegen. Voor het van de goot 2 wegnemen van het bevestigingselement 20 is het nodig dat de monteur eerst de korte lippen 26 voldoende ver van het basisgedeelte 22 van het bevestigingselement 20 buigt.
20 Er bestaan draadgoten waarvan de zijkanten slechts een enkele draad, in het bijzonder de topdraad 8 van Fig. 1, hebben. De lippen 24 en 26 zijn dan op zich niet geschikt om het bevestigingselement zodanig aan de draadgoot te koppelen dat het daarna een stabiele positie ten opzichte van de draadgoot inneemt. Door gebruik van een 25 hiervoor genoemd bindorgaan (zoals een "tiewrap") dat door een kanaal 3 6 gestoken wordt en dat om een draad 6-12 van de goot geslagen wordt kan het bevestigingselement 20 toch stevig aan de goot bevestigd worden.
Bij voorkeur bestaat het bevestigingselement 20 uit kunststof.
30 Hierdoor is het gemakkelijk te vervaardigen en kunnen gemakkelijk scherpe randen en uitsteeksels vermeden worden waaraan een monteur zich zou kunnen verwonden.
Wanneer het bevestigingselement 20 uit kunststof bestaat en een doos 42 waarvoor het bestemd is ook uit kunststof bestaat, is het 35 mogelijk het bevestigingselement 20 met de doos 42 als een enkel element te produceren, in het bijzonder te spuitgieten.
j 1 02955 2

Claims (13)

1. Bevestigingselement (20) voor het bevestigen van een doos (42) aan een draadgoot (2), die uit langsdraden (6-10) en dwarsdraden (12) 5 samengesteld is, omvattende een basisgedeelte (22), waarvan een tegen de goot aan te brengen, in hoofdzaak vlakke eerste hoofdzijde lippen (24, 26) heeft, die geschikt zijn om over een respectieve draad van de goot aangebracht te worden en om het bevestigingselement aan de goot vast te houden, met het kenmerk, dat de lippen in dezelfde 10 richting wijzen, een overgangsgedeelte (28, 30) van de lippen naar de | eerste hoofdzijde veerkrachtig is, en tenminste een lip (24) van een eerste type een afmeting tussen het veerkrachtige gedeelte (28) van de lip (24) en het vrije uiteinde van de lip (24) heeft die groter dan vier maal de diameter van een langsdraad is. 15
2. Bevestigingselement (20) volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een afstand tussen de lip (24) van het eerste type en de eerste hoofdzijde van het basisgedeelte (22) zodanig is dat de lip van het eerste type tegen de draad drukt waarover de lip van het eerste type 20 is aangebracht.
3. Bevestigingselement (20) volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat tenminste een lip (26) van een tweede type van de lippen in een richting vanaf het basisgedeelte (22) een uitstulping (31) heeft die 25 geschikt is voor het daarin opnemen van de draad waarover de lip van het tweede type is aangebracht.
4. Bevestigingselement (20) volgens een voorgaande conclusie met het kenmerk, dat de lippen twee lippen (26) omvatten die gezien 30 evenwijdig aan symmetrieassen van de lippen (26) een tussenruimte (34) hebben die geschikt is voor het daarin met een geringe speling opnemen van een dwarsdraad van de goot.
5. Bevestigingselement (20) volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat 35 een afstand tussen de lippen (26) die de tussenruimte (31) vormen kleiner is naargelang de afstand dichter bij de eerste hoofdzijde gemeten wordt. 1 02955 2 I - --- * - 8 -
6. Bevestigingselement volgens conclusie 4 of 5 met het kenmerk, dat de lippen (26) die de tussenruimte (31) vormen lippen (26) van het tweede type zijn.
7. Bevestigingselement (20) volgens een van de conclusies 3 tot en met 6 met het kenmerk, dat het basisgedeelte (22) bij een lip (26) van het tweede type, gezien vanuit het veerkrachtige gedeelte (30) van de lip (26) voorbij een gedeelte van de uitstulping (31) van de lip (26), een uitsteeksel (32) heeft dat geschikt is om een in de 10 lengterichting van een in de uitstulping (31) opgenomen langsdraad in de uitstulping (31) te borgen.
8. Bevestigingselement (20) volgens een voorgaande conclusie met het kenmerk, dat het basisgedeelte (22) tenminste een kanaal (36) heeft 15 dat geschikt is voor het erdoor voeren van een bindorgaan.
9. Bevestigingselement (20) volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat het basisgedeelte (22) twee kanalen (36) heeft die symmetrisch aan weerszijden van een symmetrieas van een rangschikking van de lippen 20 (24, 26) gevormd zijn. j
10. Bevestigingselement (20) volgens een voorgaande conclusie met het kenmerk, dat het basisgedeelte (22) tenminste een van schroefdraad voorzien gat (38) heeft dat geschikt is voor het daarin 25 vanuit de doos (42) indraaien van een schroef.
11. Bevestigingselement (20) volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat het basisgedeelte (22) twee schroefgaten (38) heeft die symmetrisch aan weerszijden van een symmetrieas van een rangschikking 30 van de lippen (24, 26) gevormd zijn.
12. Bevestigingselement (20) volgens een voorgaande conclusie met het kenmerk, dat het uit kunststof bestaat.
13. Doos, geschikt voor gebruik in combinatie met een draadgoot (2) en voorzien van een geïntegreerd bevestigingselement (20) volgens een van de voorgaande conclusies. 1 02955 2
NL1029552A 2005-07-18 2005-07-18 Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot. NL1029552C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029552A NL1029552C2 (nl) 2005-07-18 2005-07-18 Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot.
DK06076368.7T DK1746697T3 (da) 2005-07-18 2006-07-05 Fastgørelseselement til fastgørelse af en kasse til en trådkabelbakke
EP06076368A EP1746697B1 (en) 2005-07-18 2006-07-05 Securing element for securing a box to a wire cable tray
ES06076368T ES2372300T3 (es) 2005-07-18 2006-07-05 Elemento de fijación destinado a fijar una caja a una bandeja de cables de alambre.
AT06076368T ATE527734T1 (de) 2005-07-18 2006-07-05 Befestigungselement zum befestigen einer dose an einen drahtgitterkanal

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029552A NL1029552C2 (nl) 2005-07-18 2005-07-18 Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot.
NL1029552 2005-07-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029552C2 true NL1029552C2 (nl) 2007-01-29

Family

ID=35929646

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029552A NL1029552C2 (nl) 2005-07-18 2005-07-18 Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1746697B1 (nl)
AT (1) ATE527734T1 (nl)
DK (1) DK1746697T3 (nl)
ES (1) ES2372300T3 (nl)
NL (1) NL1029552C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1034615C2 (nl) * 2007-11-01 2009-05-06 Abb Bv Langwerpige goot met contacthouder.
FR2953655B1 (fr) * 2009-12-07 2012-06-15 Legrand France Dispositif de fixation destine a la fixation d'un accessoire sur un chemin de cables en fils
FR2955982B1 (fr) * 2010-02-04 2014-12-12 Legrand France Boitier de derivation
ES2587996T3 (es) * 2010-05-06 2016-10-28 3088-7418 Québec Inc. Mad Mab Corp. Mejoras en estructuras de edificio evolutivas
US9834940B2 (en) 2010-05-06 2017-12-05 9344-8462 Québec Inc. Modular building structures improvements
US11205890B2 (en) 2020-04-24 2021-12-21 Cable Management Solutions Inc. Cable management system
US11692648B2 (en) 2020-04-24 2023-07-04 Cable Management Solutions Inc. Cable management system
CH719713A1 (de) * 2022-05-23 2023-11-30 E Intec Gmbh Vorrichtung für die Befestigung von elektrotechnischen Aggregaten an kabelführenden Kanälen.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4699289A (en) * 1986-03-31 1987-10-13 San Far You Structure of switch box
SE500194C2 (sv) * 1992-12-10 1994-05-02 Defem System Ab System för kabeldragning
DE29616745U1 (de) * 1996-09-25 1998-01-29 CEAG Sicherheitstechnik GmbH, 59494 Soest Montagevorrichtung
EP1052753A2 (en) * 1999-05-05 2000-11-15 Thomas & Betts International, Inc. Bar hanger and mounting clip assembly

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4699289A (en) * 1986-03-31 1987-10-13 San Far You Structure of switch box
SE500194C2 (sv) * 1992-12-10 1994-05-02 Defem System Ab System för kabeldragning
DE29616745U1 (de) * 1996-09-25 1998-01-29 CEAG Sicherheitstechnik GmbH, 59494 Soest Montagevorrichtung
EP1052753A2 (en) * 1999-05-05 2000-11-15 Thomas & Betts International, Inc. Bar hanger and mounting clip assembly

Also Published As

Publication number Publication date
EP1746697A1 (en) 2007-01-24
ES2372300T3 (es) 2012-01-18
EP1746697B1 (en) 2011-10-05
DK1746697T3 (da) 2011-10-31
ATE527734T1 (de) 2011-10-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029552C2 (nl) Bevestigingselement voor bevestiging van een doos aan een draadgoot.
DE102008052869A1 (de) Leuchte mit LED-Tragschiene
DE112011104515T5 (de) Verbindungsstruktur für elektronische Komponente
CA2848013C (en) Support and retaining device for wires and cables
EP2647907B1 (de) Leuchteneinsatz mit reflektor
US11101628B2 (en) Wire harness retaining system
EP1967759B1 (en) Safety device for joining and tightening filiform elements in general, including a high-strength mechanism which is guided along the entire course thereof
KR20040068018A (ko) 버튼식 고정장치
KR101792233B1 (ko) 행거 클램핑 장치
EP2371025B1 (de) Akkumulatoreinheit und tragbares elektronisches gerät
CN206358060U (zh) 车辆前照灯
KR200431314Y1 (ko) 밴드케이블
PL201256B1 (pl) Zacisk odciągowy, końcowy izolowanego przewodu napowietrznego, a w szczególności napowietrznego przewodu wiązkowego
EP1388914A1 (de) Anschlusssystem
DE10393804T5 (de) Klemme
DE4416110C2 (de) Tragschiene mit Geräteträger für elektrische Installationen und Leuchtmittel
CA3184194A1 (en) Joining assembly
DE102020125354A1 (de) Längliche Tragschiene und Tragschienensystem
KR200387582Y1 (ko) 와이어 하네스 고정용 밴드케이블
EP3139714B1 (de) Gehäuse für eine elektronische baugruppe
DE202019107217U1 (de) Geräteträger sowie Leuchte mit Geräteträger
US7172452B1 (en) Modular cable guide
CN212063296U (zh) 布线固定件和布线固定组件
DE102022109056B4 (de) Routerclip und Kabelbaum mit dem Routerclip
EP0862248B1 (de) Vorrichtung zur Befestigung einer Anschlusseinheit in einem Kabelkanal

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20110222

PLED Pledge established

Effective date: 20120606

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140201