NL1029387C2 - Inrichting en werkwijze voor het tot sets verzamelen van vellen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het tot sets verzamelen van vellen

GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

i De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het tot sets verzamelen van vellen.

5 In het bijzonder in het kader van het machinaal samenstellen van poststukken, is het bekend een inrichting te gebruiken met: • een hoofdtoevoerstation uitgerust met een vellenhouder voor het opslaan van een stapel vellen, een separatiesysteem voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de vellenhouder, en een 10 veilentoevoerb aan voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan; en • ten minste twee bijlage-toevoerstations, elk uitgerust met een vellenhouder voor het opslaan van een stapel vellen, een separatiesysteem voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de 15 vellenhouder, en een vellentoevoerbaan voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan.

Daarbij is een eerste van de bijlage-toevoerstations ingericht voor het toevoeren van vellen naar een eerste positie op de transportbaan stroomafwaarts van het hoofdtoevoerstation en is een tweede van de bijlage-20 toevoerstations ingericht voor het toevoeren van vellen naar een tweede positie op de transportbaan stroomafwaarts van de eerste positie op de transportbaan.

De vellen kunnen daarbij bijvoorbeeld adresdragers, brieven, brochures, antwoordkaarten, antwoordenveloppen, dragers met een plastic 25 kaart enz. zijn.

In de praktijk komt het veelvuldig voor, dat bij het samenstellen van zeer grote aantallen sets, voor het aan hoofddocumenten die afkomstig zijn van het hoofdtoevoerstation toevoeren van bijlagen overgeschakeld wordt van een van de bijlage-toevoerstations naar een ander van de bijlage- 1029387 2 i

toevoerstations, waarbij beide bijlage-toevoerstations aanvankelijk geladen J

worden met bijlagen van hetzelfde type.

Teneinde verlies aan productie te voorkomen, is het wenselijk dat dit automatisch en zonder de inrichting te stoppen in reactie op (dreigend) 5 leegraken van het bijlage-toevoerstation van waaruit bijlagen worden toegevoegd kan gebeuren. Een probleem daarbij is, dat indien het bijlage -toevoerstation dat het afgeven van documenten over moet nemen van een leeg geraakt bijlage-station zich stroomopwaarts van het leeg geraakte bijlage-station bevindt, aan ten minste één hoofdocument of ten minste een 10 set hoofddocumenten geen bijlage-document kan worden toegevoegd, zonder de machine te stoppen en dit toevoegen handmatig uit te voeren. Dit is in het bijzonder nadelig indien de hoofddocumenten, zoals vaak het geval is, elk unieke, voor een bepaalde ontvanger bestemde documenten zijn.

In de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1025160 15 is een inrichting voor het tot sets verzamelen van vellen beschreven, waarin zijn op genomen: een transportbaan, een hoofdtoevoerstation omvattende een vellenhouder voor het opslaan van een stapel vellen, een separatiesysteem voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de vellenhouder, en een vellentoevoerbaan voor het transporteren van 20 gesepareerde vellen naar de transportbaan, en ten minste twee bijlage - toe voer stations, elk omvattende een vellenhouder voor het opslaan van een stapel vellen, een separatiesysteem voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de vellenhouder, en een vellentoevoerbaan voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan.

25 In bedrijf voert een eerste van de bijlage-toevoerstations telkens vellen aan naar een eerste positie op de transportbaan stroomafwaarts van het hoofdtoevoerstation en voert een tweede van de bijlage-toevoerstations telkens vellen aan naar een tweede positie op de transportbaan stroomafwaarts van de eerste positie op de transportbaan. De 30 veilentoevoerbanen van de bijlage-toevoerstations verzamelen elk telkens in een stapelpositie stuksgewijs ontvangen vellen tot een gestapelde set en 1029387 3 geven deze af. De vellentoevoerbanen van de bijlage-toevoerstations voegen telkens aan een vel of aan een set vellen afkomstig van het hoofdtoevoerstation ten minste een set vellen toe vanuit een van de bijlage -toe voerstations.

5

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Het is een doel van de uitvinding bij het tot poststukken verwerken van vellen een oplossing te verschaffen die het mogelijk maakt tijdens het 10 tot poststukken verwerken van hoofddocumenten met sets bijlagen zonder stoppen over te schakelen van het toevoeren van sets bijlagen vanuit een een van de bijlage-toevoerstations naar het afgeven van sets bijlagen vanuit een ander van de bijlage-toevoerstations, ook als dit zich stroomopwaarts van het leeg geraakte exemplaar van de bijlage-toevoerstations bevindt.

15 Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een inrichting volgens conclusie 1 te verschaffen. De uitvinding kan eveneens zijn belichaamd in een met een dergelijke inrichting uitvoerbare werkwijze volgens conclusie 5.

Doordat ten minste de vellentoevoerbaan van het tweede bijlage -20 toevoerstation een wachtpositie omvat, die is ingericht voor het telkens ontvangen van een set afkomstig van de stapelpositie, en gereedhouden van de ontvangen set terwijl in de stapelpositie een volgende set wordt verzameld en de inrichting is ingericht voor het, in reactie op ontbreken van een complete, afgeefbare set in de stapelpositie van het tweede bijlage -25 toevoerstation aan een hoofddocument toevoegen van een set vanuit genoemd eerste bijlage-toevoerstation, is op het moment dat gedetecteerd wordt, dat geen volledige set in de stapelpositie beschikbaar is, nog een set in de wachtpositie beschikbaar die nog toegevoegd kan worden aan een hoofddocument dat reeds te ver getransporteerd is om nog een set bijlagen 30 van het eerste van de bijlage-toevoerstations te ontvangen. Opgemerkt wordt, dat de aanduidingen eerste en tweede voor de bijlage-toevoerstations 1029387 4 niet bedoeld zijn om aan te geven dat er slechts twee bijlage-toevoerstations kunnen zijn of dat het specifiek de eerste en tweede bijlage-toevoerstations moeten zijn indien er meer dan twee bijlage-toevoerstations zijn. Waar het om gaat is slechts het wat betreft hun posities ten opzichte van elkaar van 5 elkaar onderscheiden van de bijlage-toevoerstations, waarbij in de inrichting nog meer bijlage-toevoerstations aanwezig kunnen zijn.

Bijzondere uitwerkingen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

Deze en verdere uitvoeringsaspecten alsmede effecten en details 10 van de uitvinding worden navolgend beschreven en toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

15 Fig. 1 is een schematische weergave van een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 is een schematische weergave van een gedeelte van de inrichting volgens Fig. 1; en

Fig. 3A-3C zijn zeer schematische weergaven van drie 20 opeenvolgende bedrijfstoestanden van de inrichting volgens het in de figuren 1 en 2 weergegeven voorbeeld.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

25 De inrichting voor het samenstellen van poststukken volgens het in

Figuren 1 en 2 weergegeven voorbeeld is uitgerust met een toevoerstation 16 voor het toevoeren van hoofddocumenten, bijlage-toevoerstations 17-20 voor het toevoeren van bijlagen, een vouwstation 21 en een couverteerstation 22. Een transportbaan 5 strekt zich uit vanaf het 30 toevoerstation 16 voor het toevoeren van hoofddocumenten tot het couverteerstation 22. De besturingsstructuur 9 omvat een 1029387 i__— - - - _ j 5 hoofdbesturingseenheid 24 met het geheugen 8 en een verbindingsstructuur 23 die de hoofdbesturingseenheid 24 werkzaam verbindt met de stations 16-22, zoals in Fig. 1 schematisch is weergegeven. De stations zijn üitgerust met gedistribueerde besturingseenheden 25-31 voor het verwerken van 5 instructies afkomstig van de hoofdbesturingseenheid 24 en voor het afgeven van signalen die de status van het betreffende station 16-22 representeren. Volgens dit voorbeeld zijn de toevoerstations 16-20 elk geschikt voor het aan elke set afgeven van meerdere vellen.

De te verwerken vellen 1, 2 kunnen bijvoorbeeld van verschillend 10 formaat zijn. Het vel 1 kan bijvoorbeeld van A4 formaat en een set vellen 2 kan bijvoorbeeld, gemeten in transportrichting 4, 12 cm lang zijn.

De vellen 1, 2 worden in transportrichtingen 3 resp. 4 langs de transportbaan 5 en een toevoerbaan 6 getransporteerd.

Vervolgens wordt ten minste het vel 1 of de set vellen 2 gestopt, 15 totdat de relatieve posities van de vellen 1, 2 geschikt zijn voor het tot een gestapelde set in de transportbaan 5 samenvoegen van de vellen 1, 2 en vervolgens worden de vellen 1, 2 simultaan verder getransporteerd en tot een gestapelde set samengevoegd.

De gestapelde set wordt volgens dit voorbeeld in het vouwstation 20 21 twee keer gevouwen tot een zigzag structuur.

De vellen 1, 2 van de set 7 worden vanaf het samenvoegen tot het vouwen van de set 7 onderling vastgehouden. Bij het vouwen wordt een eerste vouw 14 aangebracht in alle vellen 1, 2 van de set 7 en wordt een tweede vouw 15 alleen aangebracht in het vel 1.

25 In Fig. 2 is het bijlage-toevoerstation 19 van de inrichting volgens

Fig. 1 meer in detail weergegeven. De transportbaan 5 voor het transporteren van vellen 1 is uitgevoerd met paren tegenover elkaar gelegen stellen transportbanden 33, 34, 35, 36. De transportbanden zijn elk opgespannen om eindrollen 36-44. Spanrollen 44, 45 dienen voor het op 30 spanning houden van de bovengelegen transportbanden 33, 35. De tegenover elkaar gelegen stellen transportbanden 33, 34, 35, 36 zorgen er in 1 02938 7 6 bedrijf voor, dat vellen van daartussen getransporteerde sets onderling betrouwbaar worden vastgehouden.

De met de transportbaan 5 convergerende toevoerbaan 6 wordt bepaald door een verzamelplatform 46 met een eindaanslag 47 waarvan de 5 positie verstelbaar is, een beweegbare aanslag 48 en een stroomafwaarts daarvan gelegen paar transportrollen 58.

Voor het verzamelen van een set vellen 2 op het verzamelplatform 46 is voorzien in middelen voor het stuksgewijs toevoeren van vellen 2 uit een voorraad. Hiervoor zijn uit de stand der techniek vele mogelijke 10 oplossingen bekend. Volgens dit voorbeeld omvatten de middelen voor het stuksgewijs toevoeren van vellen uit een voorraad een veilenhouder 49, een toevoerrol 50 voor het toevoeren van vellen, een transportrol 51 en een separatierol 52 voor het transporteren en, zo nodig, separeren van door de toevoerrol 50 toegevoerde vellen 2, twee stellen transportrollen 53, 54, 55, 15 56 voor het, al dan niet met toenemende snelheden ui, V2, vs, transporteren van gesepareerde vellen en een schematisch weergegeven stelsel van geleiders 57.

De kneep tussen het paar transportrollen 58 stroomafwaarts van het verzamelplatform vormt in samenwerking met een doorlaat tussen het 20 stroomopwaartse exemplaar 33 en het stroomafwaartse exemplaar 35 van de bovengelegen transportbanden 33, 35 de aansluiting van de vellentoevoerbaan, gevormd door de toevoerbaan 6, de rollen 53-56 en de geleider 57, op de transportbaan 5 voor het telkens tot een gestapelde set 7 samenvoegen van via de transportbaan 5 en de toevoerbaan 6 aangevoerde 25 vellen 1, 2.

Voor het beheersen van het transport van de vellen 2 omvatten de middelen voor het toevoeren van vellen 2 aan het veilenplatform 46 een eerste bijlagedetector 59 voor het detecteren van de aanwezigheid van een vel 2 direct stroomafwaarts van de kneep tussen het transportrollenpaar 53. 30 Een koppeling 60 bedient de aandrijving van de transportrollen 50, 51 en 53 stroomopwaarts van de detector 60 door de transportrollen 50, 51 en 53 1 02938 7 7 stroomopwaarts van de detector 60 te koppelen met of te ontkoppelen van een motor/pulsschijf samenstel 61, waarbij de lokale besturingseenheid 28 is ingericht voor het aansturen van de koppeling voor het in een wachtpositie met een voorlopende rand kort voorbij de eerste bijlagedetector 59 stoppen 5 van vellen en voor het telkens aandrijven van de transportrollen 50, 51 en 53 stroomopwaarts van de detector 60, totdat door de detector de aanwezigheid van een voorlopende rand van een volgend vel 2 is gedetecteerd en gesignaleerd.

De centrale besturingseenheid 24 is ingericht voor het bepalen van 10 de vouwlengte of vouwlengtes a van de te vouwen set 7 en voor het in het i geheugen 8 opslaan van gegevens die het formaat van de vellen 2 van het tweede, kleinere formaat representeren. Voorts is de centrale J besturingseenheid 24 ingericht voor het, in reactie op een verschil tussen de j vouwlengte of vouwlengtes a en het formaat van het tweede vel dat binnen 15 een vooraf bepaald bereik ligt, aan de betreffende gedistribueerde besturingseenheden 26-29 van de bijlage-toevoerstations 17-20 signaleren dat bij het tot de set 7 samenvoegen van vellen 1 en 2 die via de eerste en de tweede transportbanen 5, 6 aangevoerd worden, voorlopende randen van de vellen 1, 2 op onderlinge afstand in de transportrichting 3 en achterlopende 20 randen van de vellen 1, 2 op onderlinge afstand in de transportrichting 3 gepositioneerd moeten worden. In reactie op welk bereik de centrale besturingseenheid 24, de vellen 2 van het tweede, kleinere formaat niet met voor- of achterlopende randen uitgelijnd op de voor resp. achterlopende randen van de vellen 1 van het eerste, grotere formaat positioneert, hangt af 25 van de specifieke eigenschappen van het vouwstation 21 waarmee de sets 7 worden gevouwen.

Voor het ten opzichte van de vellen 1 van het eerste, grotere formaat beheerst positioneren van de vellen 2 van het tweede, kleinere formaat in een positie met zowel voor- als achterlopende randen onderling 30 over (direct of indirect) vooraf bepaalde afstanden in transportrichting 1029387 8 : versprongen is de inrichting volgens het getoonde voorbeeld als volgt j uitgevoerd. j i

Voor het aandrijven van de transportbaan 5 in het gebied van het bijlage-toevoerstation 19 is voorzien in een aandrijfstructuur, waarvan een ! j

5 elektromotor 62 en een pulsschijf 63 deel uitmaken. Bedieningsmiddelen I

j voor het starten en stoppen van de eerste aandrijfstructuur worden gevormd door de locale besturingseenheid 28. Hiertoe is deze uitgerust met een j motorbesturing. Deze kan ook deel uitmaken van de aandrijfstructuur. Voor het detecteren van ten minste een voor- of achterlopende rand van een vel 1 10 in de in de transportbaan 5 is stroomopwaarts van het gebied waar de toevoerbaan 6 op de transportbaan 5 aansluit een baanbewakingsdetector 64 geplaatst.

Een tweede aandrijfstructuur voor het aandrijven van de toevoerbaan 6 wordt gevormd door het motor/pulsschijf samenstel 61 en een 15 tweede koppeling 65 waarmee het transportrollenpaar 58 stroomafwaarts van het verzamelplatform te koppelen is met en te ontkoppelen is van het motor/pulsschijf samenstel 61. De lokale bedieningseenheid 28 is tevens ingericht voor het bedienen van de beweegbare aanslag 48 tussen een j stapelpositie als weergegeven en een doorlaatpositie op geringe afstand j 20 boven de toevoerbaan 6. De beweging naar de doorlaatpostie wordt j uitgevoerd door de aanslag in de beginnend in transportrichting 4 en vervolgens van de toevoerbaan 6 af weg te laten draaien. De toevoerbaan 6 wordt daarmee vrijgegeven voor het transporteren van een op het platform 46 verzamelde set vellen. De lokale bedieningseenheid 28 is verder ingericht 25 voor het starten en stoppen van de tweede aandrijfstructuur, en in het bijzonder het transportrollenpaar 58 stroomafwaarts van het verzamelplatform 46, door de tweede koppeling 65 te bedienen. Hiermee kan het transport van de op het verzamelplatform 46 verzamelde set vellen 2 naar een wachtpositie worden bestuurd. In de wachtpositie ontvangen sets 30 vellen 2 kunnen daar gereed worden gehouden terwijl op het platform 46 een volgende set wordt verzameld. Dit wordt volgens dit voorbeeld mogelijk 1029387 9 gemaakt, doordat de beweegbare aanslag 48, telkens nadat deze naar de doorlaatpositie is bewogen en de stapel vellen is gepasseerd, weer naar de stapelpositie wordt bewogen terwijl een achterlopend gedeelte van de set vellen in de wachtpositie zich nog op het verzamelplatform 46 bevindt. In 5 het station 19 kunnen aldus tegelijkertijd twee verzamelde sets vellen aanwezig zijn, waarbij een compacte bouw mogelijk is, doordat een volgende set vellen kan worden verzameld in een de set vellen in de wachtpositie overlappende positie.

Een tweede bijlagedetector 66 voor het detecteren van ten minste 10 een voor- of achterlopende rand van een set vellen 2 of een enkel vel in de toevoerbaan 6 bevindt zich juist stroomafwaarts van het transportrollenpaar 58 stroomafwaarts van het verzamelplatform 46.

De lokale besturingseenheid 28 is ingericht voor het vrijgeven van de toevoerbaan 6 alsmede voor het aansturen van de tweede koppeling 65 15 voor het door koppelen starten van de aandrijving van de toevoerbaan 6 en voor het starten van de motor 62 voor het aandrijven van de transportbaan 5. Hierdoor worden vellen 1 en 2 aangevoerd langs de banen 5, 6. De lokale besturingseenheid 28 is verder ingericht voor het vervolgens, in reactie op detectie van een voor- of achterlopende rand van een set vellen 2 in de 20 toevoerbaan 6 aansturen van de tweede koppeling 65 voor het door ontkoppelen onderbreken van het aandrijven van de toevoerbaan 6.

Hierdoor wordt de set vellen 2 in de toevoerbaan 6 in de wachtpositie gestopt. De lokale besturingseenheid 28 is verder ingericht voor het vervolgens, in reactie op detectie van een voor- of achterlopende rand van 25 een vel door de detector 64 langs in de transportbaan 5, aansturen van de tweede koppeling 65 voor het, door opnieuw koppelen, herstarten van het aandrijven van de toevoerbaan 6. Doordat de afstanden van de detector 64 langs de transportbaan 5 alsook de afstand van de tweede bijlagedetector 66 langs de toevoerbaan 6 en van de aanslag 47 tot de plaats waar de 30 toevoerbaan 6 samenkomt met de transportbaan 5 bekend zijn, kan door het op een geschikt tijdstip uitvoeren van het herstarten van het aandrijven van 1029387 10 de toevoerbaan 6, de set vellen 2 nauwkeurig op elke gewenste positie op het eerste vel worden gepositioneerd.

Stroomafwaarts van de toevoerbaan 6 is langs de transportbaan 5 een stroomafwaartse detector 67 gelegen voor het detecteren van de 5 achterlopende rand 12 van een in het bijlagetoevoerstation 19 vergaarde set 7. De lokale besturingseenheid 28 is ingericht voor het stoppen van de motor 62 die de transportbaan 5 aandrijft in reactie een signaal van de detector 67 dat het passeren van een dergehjke achterlopende rand 12 aangeeft. !

In de navolgende tabel zijn op opeenvolgende regels opeenvolgende 10 detecties en de acties die in reactie daarop worden uitgevoerd weergegeven:

Detectie Actie

gereed signaal (bijvoorbeeld afkomstig van koppeling 65 IN, motor 62 AAN

stroomafwaarts station 20)

voorlopende rand vel 2 bij detector tweede koppeling 65 VRIJ

bijlagedetector 66 achterlopende rand bij detector 64 start pulsen tellen pulsschijf 3 pulstelling heeft vooraf bepaalde waarde bereikt koppeling 65 IN achterlopende rand bij detector 67 koppeling 65 VRIJ, motor 62 UIT, aanslag 48 uit stapelpositie via doorlaatpositie weer naar stapelpositie

Tabel 1

De pulsschijf 63 vormt aldus een met de lokale besturingseenheid 15 28 van de besturingsstructuur 9 gekoppelde verplaatsingsindicator voor het detecteren van verplaatsing in transportrichting door de transportbaan 5.

De lokale besturingseenheid 28 is daarbij ingericht voor het herstarten van de toevoerbaan 6 in reactie op een bepaalde door genoemde verplaatsingsindicator 63 gesignaleerde verplaatsing die zodanig is gekozen, 20 dat het vel 2 van het tweede formaat in de beoogde positie in transportrichting wordt gepositioneerd op het vel 1 van het eerste formaat.

Hoewel het gezien de grotere verplaatsingen langs de transportbaan 5, 1029387 11 waarlangs volgens dit voorbeeld het in transportrichting langere vel 1 wordt getransporteerd de voorkeur geniet de toevoerbaan te stoppen of althans te vertragen totdat de beoogde relatieve positionering van de vellen 1, 2 is verkregen, is het ook mogelijk de transportbaan 5 te stoppen of te vertragen 5 voor het verkrijgen van de beoogde relatieve posities. Ook is het in principe mogelijk, al naar gelang de omstandigheden de eerste en/of de toevoerbaan te vertragen of te versnellen voor het verkrijgen van de beoogde relatieve posities van de vergaarde vellen. Verder kunnen in plaats van stapels vellen door de bijlage-toevoerstations ook telkens enkele vellen worden afgegeven.

10 i j 1029387

Claims (7)

1. Inrichting voor het tot sets verzamelen van vellen omvattende: een transportbaan (5); een hoofdtoevoerstation (16) omvattende een vellenhouder voor het opslaan van een stapel vellen (1), een separatiesysteem voor het 5 stuksgewijs separeren van vellen uit de veilenhouder, en een vellentoevoerbaan voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan (5); en ten minste twee bijlage-toevoerstations (17-20), elk omvattende een vellenhouder (49) voor het opslaan van een stapel vellen, een 10 separatiesysteem (50-52) voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de vellenhouder (49), en een vellentoevoerbaan (6, 53-57) voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan (5); waarbij een eerste van genoemde bij lage-toe voerstations (17-19) is ingericht voor het toevoeren van vellen naar een eerste positie op de 15 transportbaan (5) stroomafwaarts van het hoofdtoevoerstation (16) en waarbij een tweede van genoemde bij lage-toe voerstations (18-20) is ingericht voor het toevoeren van vellen naar een tweede positie op de transportbaan (5) stroomafwaarts van genoemde eerste positie op de transportbaan (5); 20 waarbij de vellentoevoerbanen (6, 53-57) van genoemde bijlage- toevoerstations (17-20) elk een stapelpositie (46) ingericht voor het telkens tot een gestapelde set (2) verzamelen van stuksgewijs ontvangen vellen en voor het telkens afgeven van de set omvatten; waarbij de vellentoevoerbanen (6, 53-57) van genoemde bijlage-25 toevoerstations (17-20) elk zijn ingericht voor het telkens aan een vel of aan een set vellen afkomstig van het hoofdtoevoerstation (16) toevoegen van ten minste een set vellen (2); en 1029387 waarbij ten minste de vellentoevoerbaan (6, 53-57) van genoemd tweede bijlage-toevoerstation (18-20) een wachtpositie omvat, die is ingericht voor het telkens ontvangen van een set (2) afkomstig van de stapelpositie (46), en gereedhouden van de ontvangen set terwijl in de 5 stapelpositie (46) een volgende set (2) wordt verzameld; verder omvattende een besturing (9) ingericht voor het, in reactie op ontbreken van een complete, afgeefbare set in de stapelpositie (46) van genoemd tweede bijlage-toevoerstation (18-20) aan een hoofddocument doen toevoegen van een set vanuit genoemd eerste bijlage-toevoerstation (17-19). 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de stapelpositie (46) wordt begrensd door een aanslag (48) die in bedrijf beweegbaar is tussen een doorlaatpositie voor het doorlaten van een vel of een stapel vellen (2) en een verzamelpositie voor het daartegen verzamelen van vellen, waarbij de 15 aanslag (48) in genoemde verzamelpositie ruimte vrijlaat voor een vel of een set vellen dat zich nog gedeeltelijk in de stapelpositie (46) bevindt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij verder omvatten een tweede aanslag (47) op een verstelbare afstand van de beweegbare aanslag 20 (48).

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de vellentoevoerbaan (6, 53-57) van genoemd tweede bijlage-toevoerstation (18-20) een gedeelte heeft dat boven genoemde beweegbare aanslag (46) en tegenover genoemde 25 tweede aanslag (47) uitmondt.

5. Werkwijze voor het tot sets verzamelen van vellen met gebruikmaking van: een transportbaan (5); 30 een hoofdtoevoerstation (16) omvattende een veilenhouder voor het opslaan van een stapel vellen (1), een separatiesysteem voor het ! 1029387 J stuksgewijs separeren van vellen uit de vellenhouder, en een vellentoevoerbaan voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan (5); en ten minste twee bijlage-toevoerstations (17-20), elk omvattende 5 een veilenhouder (49) voor het opslaan van een stapel vellen, een separatiesysteem (50-52) voor het stuksgewijs separeren van vellen uit de veilenhouder (49), en een vellentoevoerbaan (6, 53-57) voor het transporteren van gesepareerde vellen naar de transportbaan (5); waarbij telkens een eerste van genoemde bijlage-toevoerstations 10 (17-19) vellen naar een eerste positie op de transportbaan (5) stroomafwaarts van het hoofdtoevoerstation (16) toevoert en waarbij een i tweede van genoemde bijlage-toevoerstations (18-20) telkens vellen naar een tweede positie op de transportbaan (5) stroomafwaarts van genoemde eerste positie op de transportbaan (5) toevoert; ‘ ! 15 waarbij de vellentoevoerbanen (6, 53-57) van genoemde bijlage- toevoerstations (17-20) elk telkens in een stapelpositie (46) stuksgewijs ontvangen vellen tot een gestapelde set (2) verzamelen en afgeven; waarbij de vellentoevoerbanen (6, 53-57) van genoemde bijlage-toevoerstations (17-20) telkens aan een vel of aan een set vellen afkomstig 20 van het hoofdtoevoerstation (16) ten minste een set vellen (2) toevoegen; verder omvattende het telkens in een wachtpositie in de vellentoevoerbaan (6, 53-57) van genoemd tweede bijlage-toevoerstation (18-20) ontvangen van een set vellen (2) afkomstig van de stapelpositie (46), en gereedhouden van de ontvangen set terwijl in de stapelpositie (46) een 25 volgende set vellen (2) wordt verzameld; en j het, in reactie op ontbreken van een complete, afgeefbare set in de stapelpositie (46) van genoemd tweede bijlage-toevoerstation (18-20) aan j een hoofddocument toevoegen van een set vellen (2) vanuit genoemd eerste j bijlage-toevoerstation (17-19). 30 1029387

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij een aanslag (48) die de stapelpostie (46) begrenst in bedrijf wordt bewogen tussen een doorlaatpositie voor het doorlaten van een vel of een stapel vellen (2) en een verzamelpositie voor het daartegen tot een stapel (2) verzamelen van vellen, 5 waarbij de aanslag (48) in genoemde verzamelpositie ruimte vrijlaat voor een vel of een set vellen dat zich nog gedeeltelijk in de stapelpositie (46) bevindt.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij vellen tegen een tweede 10 aanslag (47) op een verstelbare afstand van de beweegbare aanslag (48) worden verzameld. 1029387