NL1028950C2 - Planthouder met ventilatie-openingen. - Google Patents

Planthouder met ventilatie-openingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1028950C2
NL1028950C2 NL1028950A NL1028950A NL1028950C2 NL 1028950 C2 NL1028950 C2 NL 1028950C2 NL 1028950 A NL1028950 A NL 1028950A NL 1028950 A NL1028950 A NL 1028950A NL 1028950 C2 NL1028950 C2 NL 1028950C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
holder
ventilation opening
plant holder
holder according
Prior art date
Application number
NL1028950A
Other languages
English (en)
Inventor
Lourens Voskamp
Original Assignee
Voskamp Vollebregt Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Voskamp Vollebregt Holding B V filed Critical Voskamp Vollebregt Holding B V
Priority to NL1028950A priority Critical patent/NL1028950C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1028950C2 publication Critical patent/NL1028950C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/021Pots formed in one piece; Materials used therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

< *
Planthouder met ventilatie-openingen
De uitvinding betreft een planthouder, omvattende een houderbodem alsmede een rondlopende houderwand die zich uitstrekt tussen de houderbodem en een omtreksrand, 5 waarbij dat de houderwand is voorzien van tenminste een ventilatie-opening.
Een dergelijke planthouder is bekend uit de Japanse octrooiaanvrage 204.290.105, en wordt toegepast voor allerlei soorten planten. De planthouder wordt gevuld met aarde of een andere substraat waarin de betreffende plant wortels moet ontwikkelen. De houderbodem is meestal voorzien van een reeks afwateringsopeningen 10 teneinde de gewenste vochtigheid in de aarde te kunnen handhaven.
Zoals bekend moet voor een gezonde groei van de plant, en in het bijzonder voor een goede wortelontwikkeling, zuurstof in de aarde kunnen doordringen. Ook in dat verband spelen de afwateringsopeningen in de houderbodem een rol, aangezien via deze openingen een overmaat van water kan worden afgevoerd die anders het toetreden 15 van zuurstof zou verhinderen.
Bij bepaalde planten, zoals in het bijzonder Phaenalopsis, doet zich in de natuur een enigszins andere situatie voor. Dergelijke planten groeien in het wild, bijna zonder grond. De groei treedt vooral op in bomen in een bijzonder droge en zuurstofrijke omgeving. De traditionele planthouders zijn niet geschikt voor het verschaffen van een 20 dergelijk milieu waarin een plant zoals Phaenalopsis kan gedijen. Om die reden is bij de bekende planthouder, die geschikt is voor planten, zoals Phaenalopsis, en die behoefte hebben aan een zuurstofrijke, relatief droge omgeving, de houderwand voorzien van tenminste een ventilatie-opening.
Het doel van de uitvinding is de planthouder verder te verbeteren en geschikt te 25 maken voor de hierboven genoemde planten. Dat doel wordt bereikt doordat de houderbodem een bodemgedeelte bezit dat vanaf de bodem omhoog is gericht. Bij voorkeur gaat het hierbij om een centraal, konusvormige bodemgedeelte. Ook dit konusvormige bodemgedeelte kan zijn voorzien van tenminste een ventilatie-opening. De gecombineerde ventilatie-openingen in de houder want een in het konusvormige 30 bodemgedeelte zorgen voor een luchtstroming in de planthouder die een optimale zuurstofcirculatie rondom de wortels van de betreffende plant kan bieden.
De ventilatie-openingen geven de mogelijkheid om voldoende zuurstof in de planthouder te laten toetreden. De betreffende planten behoeven weinig grond om in te 11028950 ____ < 2 wortelen, zodat ook daardoor een zeer zuurstofrijke omgeving kan worden gehandhaafd in de houder.
De ventilatie-openingen kunnen zich op verschillende posities bevinden, bij voorbeeld nabij de bodem. Aanvullend of als alternatief kunnen de ventilatie-opening 5 zich nabij de omtreksrand bevinden. De ventilatie-openingen aan de omtreksrand hebben ten doel om ook in het bovenste gedeelte van de planthouder de zuurstoftoevoer te optimaliseren. Dit resulteert in een geringere mate van uitgroei van de wortels aan de bovenkant van de planthouder, en daardoor ook minder inhaken van de wortels uit naburige planthouders. Andere posities van de ventilatie-openingen, zoals in het 10 midden van de houderwand zijn echter ook mogelijk.
De ventilatie-opening kunnen allerlei vormen bezitten; bij voorkeur zijn zij langwerpig of sleufvormig. De langsrichting van de ventilatie-opening kan dwars op de bodem zijn gericht, waarbij de breedte-afmeting van de ventilatie-opening een orde-grootte kleiner kan zijn dan de langsafmeting daarvan. Bij een dergelijke uitvoering van 15 de ventilatie-openingen kan de inhoud van de planthouder goed beschermd en vastgehouden blijven, terwijl toch de gewenste luchtstroming kan worden bewerkstelligd.
Bij voorkeur zijn in omtreksrichting meerdere ventilatie-openingen voorzien. Verder kan de houderbodem afwateringsopeningen bezitten. Op bekende wijze kunnen 20 deze afwateringopeningen zich in een verdiept gedeelte van de bodem bevinden, dat bijvoorkeur vlak is. Ter bevordering van een goede afwatering kan het verdiepte bodemgedeelte zijn begrensd door radiaal binnenste en radiaal buitenste gedeelten die schuin omhoog lopen vanaf dat verdiepte bodemgedeelte.
Verder kunnen zich in de bodem van de planthouder gaten bevinden voor het 25 lokaliseren en bevestigen van een stok waarlangs de stengel van bijvoorbeeld een phaenalopsis kan worden geleid. Het aanbrengen van die stokken blijkt in de praktijk een moeizaam, tijdrovend zijn karwei te zijn. Bovendien is het substraat dat in de planthouder wordt gebruikt meestal niet voldoende stevig om de stok goed vast te houden. Om die redenen zijn in de bodem een van de planthouder volgens de 30 uitvinding gaten voorzien, waarvan de afmeting is afgestemd op de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de stokken.
Bij het aanbrengen van de stokken is echter meestal het substraat reeds in de planthouder aangebracht. Dan is het niet eenvoudig om de stok toch in een van de 3 betreffende gaten te steken. Volgens de uitvinding is dat vereenvoudigd doordat zich in de bodem van de planthouder een konusvormige bodemgedeelte bevindt. Het is nu voldoende om het onderste eind van de stokken tegen dat konusvormige gedeelte aan te ! brengen. Vervolgens wordt de stok verder omlaag bewogen naar de bodem, waarbij 5 deze langs het konusvormige bodemgedeelte geleid wordt. Het op het konusvormige ! bodemgedeelte aansluitende, schuin omhoog lopende bodemgedeelte neemt vervolgens | de taak van het geleiden van het onderste uiteinde van de stok over. In dat schuin omhoog lopende bodemgedeelte bevinden zich ook de gaten waarin de stok moet worden gelokaliseerd. Op deze manier glijdt de stok op een natuurlijke wijze naar een 10 van die gaten, waarna hij in het betreffende gat kan worden gestoken. De stok is dan | goed gelokaliseerd, en wordt ook stevig vastgehouden in dat gat.
Uit US 2004/0144026 is een planthouder bekend waarvan de bodem een centraal konusvormig bodemgedeelte bezit met een hoeveelheid sleuven. Deze bekende planthouder heeft echter een geheel gesloten omtrekswand, zodat de gewenste 15 intensieve beluchting en zuurstof toevoer niet bereikt kan worden.
Uit US-A-20030106262 is een planthouder bekend waarin een van sleuven voorzien filter is geplaatst. De buitenste houderwand van deze planthouder is echter geheel gesloten, zodat ook hierbij niet de gewenste intensieve beluchting mogelijk is.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de 20 figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
De in de figuur weergegeven planthouder omvat een houderbodem 1, een rondlopende houderwand 2 alsmede een omtreksrand 3. De houderwand 2 wordt, gaande vanaf de houderbodem 1 naar de omtreksrand 3 wijder, doch ook cilindrische of anderszins gevormde planthouders zijn mogelijk.
25 Nabij de houderbodem 1 bevindt zich in de omtrekswand 2 een reeks verticaal gerichte, smalle sleuven 4 die in omtreksrichting regelmatig verdeeld zijn aangebracht. Ook onder de omtreksrand 5 bevindt zich een dergelijke reeks verticaal gerichte ventilatie-openingen 5.
De houderbodem 1 heeft verder een centraal, konusvormig bodemgedeelte 6, 30 waarin eveneens een reeks in hoogterichting verlopende ventilatie-openingen 7 is voorzien.
Als gevolg van deze ventilatie-openingen 4, 5, 6 kan in de planthouder een luchtstroming optreden, die in het bijzonder geschikt is voor de wortelgroei van planten 4 zoals Phaenalopsis. Deze planten gedijen zoals bekend in een bijzonder droge en zuurstofrijke omgeving, die zeer goed bereikt kan worden in de plantcontainer volgens de uitvinding.
De houderbodem bezit verder een reeks sleufvormige afVoeropeningen 8, die zich 5 bevinden in een verdiept bodemgedeelte 9. Dit verdiepte bodemgedeelte 9 bevindt zich tussen een radiaal buitenste, schuin omhoog lopend bodemgedeelte 10 en een radiaal binnenste, eveneens schuin omhoog lopend bodemgedeelte 11 waarop het centrale konusvormige bodemgedeelte 7 aansluit. Een dergelijke uitvoering van de houderbodem verzekert een betrouwbare afwatering van de planthouder, zodat ook om 10 die reden het gewenste klimaat kan worden gehandhaafd.
Het voordeel van de sleufvorm voor de afwateringsgaten is dat de wortels minder ! gemakkelijk naar buiten kunnen groeien. !
Zoals weergegeven in de figuur 1 en 2 bevinden zich in het schuin omhoog ! lopende bodemgedeelte 11 tevens kleinere, ronde gaten 12. Deze kleinere, ronde gaten 15 12 spelen een rol bij het vastzetten een van stokken 13, welke stokken dienen voor het ! geleiden van de groeiende plant, in het bijzonder de phaenalopsis. Een dergelijke plant i | heeft een lange, zwakke stengel, en deze kan op de juiste wijze tot wasdom komen i
wanneer deze langs de stokken 13 kan groeien. I
Bij het aanbrengen van de planten en het substraat een de plant houder, moet 20 derhalve ook een stok worden aangebracht. Bij de planthouder volgens de uitvinding, waarvan de bodem voorzien is van de kleinere ronde gaten 12, kan dat op een zeer j efficiënte en eenvoudige manier worden uitgevoerd zoals dat zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 3 en 4.
In figuur 3 is een eerste fase getoond van het aanbrengen van een stok bij de 25 planthouder volgens de uitvinding. Men brengt deze stokken 13 aan ongeveer in het midden van de planthouder, tegen het konusvormige bodemgedeelte 7. Bij het verder naar beneden bewegen een van de stok 13 wordt deze geleid door dit konusvormige | bodemgedeelte 7. Het onderste uiteinde van de stok 12 komt terecht op het omhooglopende bodemgedeelte 11, waarin zich de gaten 12 bevinden. Bij het verder 30 naar beneden drukken van de stok 13 komt deze uiteindelijk terecht in een van die gaten 12, waarna de stok stevig is gepositioneerd voor het geleiden een van de stengel van een phaenalopsis. In figuur 4 is de uiteindelijke positie weergegeven waarin de stok 13 in het gat 12 is gestoken.
102 8950-

Claims (19)

1. Planthouder, omvattende een houderbodem (1) alsmede een rondlopende houderwand (2) die zich uitstrekt tussen de houderbodem (1) en een omtreksrand (3), 5 waarbij dat de houderwand (2) is voorzien van tenminste een ventilatie-opening (4, 5), met het kenmerk dat de houderbodem (1) een bodemgedeelte (7) bezit dat omhoog is gericht.
2. Planthouder volgens conclusie 1, waarbij het omhoog gerichte bodemgedeelte 10 (7) konusvormige is een naar de omtreksrand (3) wijst
3. Planthouder volgens een der voorgaande conclusie, waarbij het omhoog gerichte bodemgedeelte (7) is voorzien van tenminste een ventilatie-opening (6).
4. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatie opening (4) in de houderwand (2) zich nabij de houderbodem (1) bevindt.
5. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatieopening (5) in de houderwand (2) zich nabij de omtreksrand (3) bevindt. 20
6. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een ventilatieopening (4-6) langwerpig of sleufvormig is.
7. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de langsrichting 25 van een ventilatie-opening (4-6) dwars op de bodem (1) is gericht.
8. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de breedte-afmeting van een ventilatie-opening (4-6) een orde-grootte kleiner is dan de langsafmeting daarvan. 30
9. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in omtreksrichting | meerdere ventilatie-openingen (4-6) zijn voorzien. 1028950- 4
10. Planthouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houderbodem j (1) afwateringsopeningen (8) bezit. i
11. Planthouder volgens conclusie 10, waarbij de afwateringopeningen (8) zich in ! 5 een verdiept gedeelte (9) van de bodem (1) bevinden. !
12. Planthouder volgens conclusie 11, waarbij de afwateringsopeningen (8) sleufvormig zijn. i
13. Planthouder volgens conclusie 11 of 12, waarbij het verdiepte bodemgedeelte (9) vlak is.
14. Planthouder volgens conclusie 13, waarbij het verdiepte bodemgedeelte (9) is begrensd door radiaal binnenste (11) bodemgedeelte dat schuin omhoog loopt vanaf dat 15 verdiepte bodemgedeelte (9).
15. Planthouder volgens conclusie 13 en 14, waarbij het verdiepte bodemgedeelte | (9) is begrensd door radiaal buitenste (10) bodemgedeelte dat schuin omhoog loopt vanaf dat verdiepte bodemgedeelte (9). 1 20
16. Planthouder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder bodem (1) vastzetgaten (12) omvat voor het vastzetten van een stok.
17. Planthouder volgens conclusie 15 of 16, waarbij de vastzetgaten (12) zich i 25 bevinden in het radiaal buitenste (10) bodemgedeelte.
18. Planthouder volgens conclusie 16 en 17, waarbij de vastzetgaten (12) zich direct buiten de basis van het konusvormige bodemgedeelte (7) bevinden. j
19. Planthouder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de omtrekswand (2) wijder wordend verloopt, gaande vanaf de houderbodem (1) naar de omtreksrand (3). 1028950 j
NL1028950A 2005-05-03 2005-05-03 Planthouder met ventilatie-openingen. NL1028950C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028950A NL1028950C2 (nl) 2005-05-03 2005-05-03 Planthouder met ventilatie-openingen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028950A NL1028950C2 (nl) 2005-05-03 2005-05-03 Planthouder met ventilatie-openingen.
NL1028950 2005-05-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028950C2 true NL1028950C2 (nl) 2006-11-06

Family

ID=35539429

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028950A NL1028950C2 (nl) 2005-05-03 2005-05-03 Planthouder met ventilatie-openingen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1028950C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2000657C2 (nl) 2007-05-22 2008-11-25 Voskamp Vollebregt Holding B V Plantpot, alsmede combinatie met staander en werkwijze.
NL2008780C2 (nl) * 2012-05-09 2013-11-12 Voskamp Vollebregt Holding B V Plantpot met verhoogde bodem.

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191227744A (en) * 1912-12-02 1913-07-10 Theodore Pauwels An Improved Flower Pot for the Cultivation of Orchids.
GB2247816A (en) * 1990-09-06 1992-03-18 Jonathan William Honn Sumption Plant support
JPH10327674A (ja) * 1997-05-29 1998-12-15 Miyoko Kumai 過湿防止植木鉢及び植木鉢置台
GB2330510A (en) * 1997-10-23 1999-04-28 Roy Young Plant support
DE29916725U1 (de) * 1999-09-23 1999-12-23 Appel Karin Blumen- und Pflanzgefäß
JP2000262151A (ja) * 1999-03-15 2000-09-26 Komatsu Shiko:Kk 植木鉢・プランター
JP2004267192A (ja) * 2003-03-11 2004-09-30 Masayoshi Kusaba 上部通気孔つき植栽容器
JP2004290105A (ja) * 2003-03-27 2004-10-21 Mukoyama Orchids Co Ltd 植物栽培容器

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191227744A (en) * 1912-12-02 1913-07-10 Theodore Pauwels An Improved Flower Pot for the Cultivation of Orchids.
GB2247816A (en) * 1990-09-06 1992-03-18 Jonathan William Honn Sumption Plant support
JPH10327674A (ja) * 1997-05-29 1998-12-15 Miyoko Kumai 過湿防止植木鉢及び植木鉢置台
GB2330510A (en) * 1997-10-23 1999-04-28 Roy Young Plant support
JP2000262151A (ja) * 1999-03-15 2000-09-26 Komatsu Shiko:Kk 植木鉢・プランター
DE29916725U1 (de) * 1999-09-23 1999-12-23 Appel Karin Blumen- und Pflanzgefäß
JP2004267192A (ja) * 2003-03-11 2004-09-30 Masayoshi Kusaba 上部通気孔つき植栽容器
JP2004290105A (ja) * 2003-03-27 2004-10-21 Mukoyama Orchids Co Ltd 植物栽培容器

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1999, no. 03 31 March 1999 (1999-03-31) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 12 3 January 2001 (2001-01-03) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2003, no. 12 5 December 2003 (2003-12-05) *

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2000657C2 (nl) 2007-05-22 2008-11-25 Voskamp Vollebregt Holding B V Plantpot, alsmede combinatie met staander en werkwijze.
DE102008024741A1 (de) 2007-05-22 2008-12-24 Voskamp-Vollebregt Holding B.V. Pflanzgefäß, sowie Kombination mit Stütze und Verfahren
NL2008780C2 (nl) * 2012-05-09 2013-11-12 Voskamp Vollebregt Holding B V Plantpot met verhoogde bodem.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6339899B1 (en) Device, especially for growing plants
US6266921B1 (en) Cell and cell tray for growing seedlings
US7774981B2 (en) Plant container and method
US5040330A (en) Root separating means for plant container
US4850136A (en) Plastic horticultural box
US10701868B2 (en) Multi-door apparatus for growing plants
US20160135386A1 (en) Plant growth support pot
NL1028950C2 (nl) Planthouder met ventilatie-openingen.
US6357180B1 (en) Push-pull root air-prunting tray and container systems
US5509232A (en) Planting pot with separately formed isolated potting areas
US20030167688A1 (en) Plant root development container
AU2017292897B2 (en) An improved plant pot
EP0958736A1 (en) Assembly of stacked plant containers
US7082718B2 (en) Culture tray for the rooting of young plants
US6038813A (en) Method and apparatus for controlling root growth
WO2008098724A1 (de) Kulturtopf
WO1998023143A1 (en) Horticultural container and method of use
KR101884366B1 (ko) 화분
NL2000657C2 (nl) Plantpot, alsmede combinatie met staander en werkwijze.
KR20090011460U (ko) 육묘용 용기
GB1586781A (en) Containers for plants or bulbs
KR20100042615A (ko) 육묘용 용기
NL2007198C2 (en) A plant tray for propagating plants, a tray, and methods.
NL2008780C2 (nl) Plantpot met verhoogde bodem.
NL2029234B1 (en) A plant pot

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20121201