NL1028384C2 - Inrichting voor het breken van glaswerk. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET BREKEN VAN GLASWERK

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het breken van glaswerk voor het verkleinen van het door het glaswerk ingenomen volume.

Glaswerk dat wordt gebruikt voor het verpakken van drank en/of etenswaren op de professionele markt moet na 10 gebruik afgevoerd en verwerkt worden. Een klein deel van het verbruikte glaswerk kan in onbeschadigde toestand tegen een statiegeldvergoeding worden ingeleverd. Een ander, relatief groot deel van het verbruikte glaswerk wordt echter opgehaald door de vuilnisophaaldienst en centraal verwerkt. Aangezien 15 verbruikt glaswerk tamelijk volumineus is, brengt het aanbieden van glaswerk aan een vuilnisophaaldienst en het door de vuilnisophaaldienst laten transporteren van het glaswerk veel inspanning en kosten met zich mee. Om de taak van het afvoeren van het glaswerk te verlichten, zijn in het 20 bijzonder voor de professionele markt bedoelde glas- breekinrichtingen beschikbaar. In deze inrichtingen wordt het verbruikte glaswerk eerst gebroken voordat het wordt afgevoerd, hetgeen een aanzienlijk reductie van het door het glaswerk ingenomen volume met zich meebrengt.

25 Een soortgelijk probleem doet zich voor in huishoudens. Ook in het huishouden komt veel glaswerk vrij dat zonder betaling van statiegeld is verkregen en dat niet meer kan worden ingeleverd. Om van dit glaswerk af te komen, dient het glaswerk in de daartoe bestemde glasbakken te 30 worden aangebracht. Ook dit glaswerk is echter tamelijk volumineus, zodat reeds na korte tijd een groot volume aan glas naar de glasbak moet worden gebracht, hetgeen door veel gebruikers als onplezierig wordt ervaren. Het gevolg hiervan 10 2 8 38 4_____ _ 2 is dat nog steeds een groot deel van het glaswerk als huisvuil aan de vuilnisdienst wordt aangeboden.

Uit het document NL 1 008 632 van aanvraagster is een in hét bijzonder voor huishoudelijke toepassing geschikte 5 breekinrichting bekend. De bekende breekinrichting omvat een cilindrische breekkamer waarin een van uitsteeksels voorziene breekschijf is aangebracht. De schijf wordt aangedreven door een in of onder de breekkamer aangebrachte elektromotor en direct geplaatst op de zich parallel aan de as van de kamer 10 uitstrekkende motoras. Alhoewel een dergelijke breekinrichting goed gedimensioneerd kan worden voor gebruik op huishoudelijke schaal en in het verleden veelvuldig is toegepast, kleeft er aan de bekende inrichting echter een aantal bezwaren.

15 Doordat de elektromotor in of onder de breekkamer is aangebracht, kan naar beneden dwarrelend gebroken glaswerk in het binnenste van de motor terechtkomen, hetgeen de levensduur daarvan sterk vermindert.

Een verder bezwaar van een bekende inrichting is dat 20 het vanaf de bovenzijde van de inrichting ingeworpen glaswerk direct in de breekkamer terechtkomt en aldaar onmiddellijk gebroken wordt. De stand waarin het glaswerk, bijvoorbeeld een fles, de breekschijf raakt, kan hierbij sterk variëren, hetgeen de doelmatigheid van het breekproces in een dergelijk 25 geval nadelig beïnvloedt.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een verbeterde inrichting voor het breken van glaswerk te verschaffen, waarin de bovengenoemde en andere bezwaren van de stand van de techniek zijn ondervangen.

30 Daartoe wordt een inrichting voor het breken van glaswerk voor het verkleinen van het door het glaswerk ingenomen volume verschaft, omvattende een huis voorzien van: 1028384 _ 3 - een breekkamer, aan de bovenzijde waarvan een langgerekte inwerpbuis aangesloten is voor het aanvoeren van te breken glaswerk en aan de onderzijde waarvan een opening is voorzien voor het afvoeren van het gebroken glaswerk; 5 - een in de breekkamer aangebracht roteerbaar breekelement voor het breken van de via de inwerpbuis aangevoerd glaswerk; - een zijwaarts van het breekelement buiten de breekkamer opgestelde elektrische aandrijfmotor, voorzien van 10 een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de breekkamer uitstrekkende motor-as,- - een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de motor-as uitstrekkende en in de breekkamer stekende aandrijfas, waarbij bovenop de aandrijfas het breekelement is 15 aangebracht; - koppelmiddelen voor het aan elkaar koppelen van de motor-as en aandrijfas.

Door de zijwaartse positionering van de aandrijfmotor wordt zoveel mogelijk voorkomen dat naar beneden vallend 20 gruis van het glaswerk in de motor terechtkomt, hetgeen tot zware beschadiging van het motor had kunnen leiden. Door bovendien de aandrijfas van het breekelement onder het breekelement te plaatsen, wordt in de breekkamer boven het breekelement een vrijwel geheel ononderbroken ruimte 25 gecreëerd, zodat de kans op "vastlopen" van het breekelement verder verkleind wordt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de breekkamer een in hoofdzaak constante diameter, zodat opeenhoping van glasgranulaat vermeden wordt. Een dergelijke 30 opeenhoping wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door suikerbevattende (kleverige) vloeistoffen.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm steekt 1028384 4 de inwerpbuis over een voorafbepaalde afstand (d), bij voorkeur 5 cm of meer, in de breekkamer. Dit heeft enerzijds een verminderde resonantie en derhalve een gereduceerde geluidafstraling tot gevolg, en heeft anderzijds het voordeel 5 er weinig glas wordt teruggeworpen, hetgeen de veiligheid van de breekeenheid ten goede komt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een uiteinde van de inwerpbuis over tenminste een deel van zijn omtreksrand voorzien van een flens. Uit proefnemingen is 10 gebleken dat een dergelijke flens een reducerende invloed heeft de sterkte van het door de inrichting veroorzaakte geluid. De flens fungeert als demper van het geluid doordat de trillingen in de inwerpbuis gedempt worden. De plaatsing aan het uiteinde van de inwerpbuis is voordelig omdat 15 gebleken is dat aldaar de trillinggevoeligheid het hoogst is.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm strekt de flens zich uit over een hoek van ten minste 90' vanaf de positie waarop het glaswerk invalt op het breekelement. Uit proefnemingen is gebleken dat een dergelijke uitvoering van 20 de flens een verdere reductie van het afgestraalde geluidsvermogen mogelijk maakt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het breekelement centraal in de breekkamer gepositioneerd en is dit uitgevoerd om gedurende rotatie een in hoofdzaak 25 constante tussenafstand (a) tussen de binnenzijde van de breekkamer en de buitenrand van het breekelement te houden. Door deze constante tussenafstand wordt verzekerd dat het gebroken glaswerk met meer zekerheid de breekkamer aan de onderzijde verlaat.

30 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de genoemde tussenafstand (a) tussen 2,5 cm en 5 cm, bij voorkeur circa 3 cm. De genoemde tussenafstand neemt tijdens 1 0 2 8 38 4 . 5 gebruik enigszins toe als gevolg van slijtage van het uiteinde van het breekelement.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm strekt de inwerpbuis zich schuin ten opzichte van de breekkamer uit.

5 Het gevolg van de schuine stand van de inwerpbuis is dat het glaswerk het breekelement in een schuine stand raakt waardoor de kans dat het glaswerk bij het eerste contact met het breekelement breekt, wordt vergroot. Bovendien is de kans verkleind dat het glaswerk terug stuitert, hetgeen ten goede 10 komt aan de veiligheid van de breekaarer.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de hoek α tussen 80* en 90’ en met nog meer voorkeur circa 85' bedraagt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het 15 onderste uiteinde van de inwerpbuis excentrisch ten opzichte van de breekkamer gepositioneerd. Als gevolg hiervan wordt een betere verbrijzeling verkregen, omdat de kans dat het glaswerk blijft rammelen op het breekelement als gevolg van de ontstane asymmetrie zeer klein is.

20 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn elastische banden rondom buitenzijde van de inwerpbuis en/of de breekkamer voorzien. Gebleken is dat bij gebruik van de inrichting een patroon van staande golven in de inwerpbuis optreedt. Het patroon omvat golfbuiken en golfknopen, waarbij 25 de banden ter plaatse van de golfbuiken zijn voorzien. Hierdoor worden de staande golven in de buis onderdrukt, hetgeen tot een aanzienlijke reductie van het afgestraalde geluidsvermogen leidt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de 30 elektromotor voorzien is van een motorrem voor het bij afwezigheid van voedingsspanning automatisch afremmen van de rotatie van de motoras en het daarmee gekoppelde breekelement.

1028384 6

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting detectiemiddelen voor het detecteren van de aanwezigheid van glaswerk in de inwerpbuis, waarbij de detectiemiddelen zijn gekoppeld met de aandrijfmotor voor het 5 uitschakelen van de aandrijfmotor na een voorafbepaalde periode na detectie van het glaswerk.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het huis ingericht om daarin een houder voor gebroken glaswerk te kunnen plaatsen en zijn weegmiddelen voorzien voor een op 10 gewicht gebaseerde detectie van de vulgraad van de houder.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de diameter van de breekkamer maximaal tweemaal de diameter van de inwerpbuis is. Als gevolg hiervan is tevens de diameter van het breekelement maximaal tweemaal de diameter van de 15 inwerpbuis (waarbij de inwerpbuisdiameter representatief is voor de (maximale) diameter van het aangevoerde glaswerk).

Een dergelijk relatief klein breekelement is in relatief korte periode op voldoende snelheid te brengen om het glaswerk efficiënt te kunnen breken en zonder een grote kans 20 op vastlopen van het breekelement in de breekkamer.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de gecombineerde hoogte van het huis en de inwerpbuis ten minste 1,5 m. Als gevolg hiervan is de inwerpopening van de inwerpbuis zodanig hoog boven de ondergrond gepositioneerd, 25 dat de bedieningspersoon alleen na klimpartij het breekelement met zijn hand kan bereiken. Dit biedt een verdere bescherming tegen ongelukken.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de lengte van de inwerpbuis ten minste 0,4 m. Bij deze 30 afstand is de kans relatief klein dat gebroken glas boven de inwerpbuis uit kan springen. Een verder voordeel is dat de genoemde minimale lengte de valtijd van het ingeworpen glaswerp tot aan het breekelement voldoende verlengt opdat de 1 0 28 38 4 7 nader te benoemen terugslagkleppen op tijd weer kunnen sluiten. Ten slotte is het breekelement bij een dergelijke lengte van de inwerpbuis moeilijk te bereiken, hetgeen gezien vanuit het perspectief van de veiligheid positief is.

5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inwerpbuis aan haar bovenste uiteinde voorzien van terugslagkleppen. Deze hebben als functie opspringende stukken glaswerk tegen te houden. Bovendien kunnen de terugslagkleppen voorzien zijn van detectiemiddelen, zoals 10 . later uiteengezet zal worden.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm definieert het breekelement een platte vlindervorm. Deze vorm is bevorderlijk voor de levensduur en de stevigheid van het breekelement. Bovendien is het breekelement hierdoor 15 "zelfslijpend", hetgeen betekent dat het breekelement zichzelf door gebruik scherp houdt.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de invoeropening in de breekkamer aan de bovenzijde en de uitvoeropening van de breekkamer aan de onderzijde voorzien. 20 Hierdoor kan het glaswerk in een in hoofdzaak onafgebogen traject vanaf de inwerpopening tot in de houder getransporteerd worden.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de koppelmiddelen een kettingoverbrenging.

25 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 30 figuur 1: een aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2: gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in perspectief van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm,· 1 0 2 8 38 4 8 figuur 3: een gedeeltelijk opgerekt detailaanzicht van de gecombineerde inwerp-breekeenheid; en figuur 4: een onderaanzicht van de breekeenheid.

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een 5 breekinrichting 1, welke is opgebouwd uit een onderste huisdeel 2, een middelste huisdeel 3 en een bovenste huisdeel 4. Het onderste huisdeel 2 is voorzien van een deur 5 die met behulp van een klem 6 is vastgezet. De deur 5 kan eenvoudig verwijderd worden, waardoor in in het onderste huisdeel 1 10 voorziene opvangruimte van buitenaf bereikbaar wordt (figuur 2). In de opvangruimte kan een granulaat-emmer (E) worden geplaatst, waarin het gebroken glaswerk wordt opgevangen.

Het middelste huisdeel 3 is voorzien van een bedieningspaneel 7, waarmee de inrichting door de gebruiker 15 te bedienen is. Het bediendingspaneel 7 is aangesloten op een besturingseenheid, bijvoorbeeld een programmeerbare microcontroller. De besturingseenheid kan ondermeer de later te beschrijven aandrijfmotor bedienen.

Aan de bovenzijde van het bovenste huisdeel 4 is een 20 inwerpopening 8 voorzien, waarlangs het te breken glaswerk, in het bijzonder flessen (F), in neerwaarste richting (Ρχ, figuur 2), ingeworpen kan worden.

Figuur 2 toont het binnenwerk van de inrichting 1. In het bovenste huisdeel 4 en een deel van het middelste 25 huisdeel 3 is een inwerpeenheid aangebracht die onder meer bestaat uit een langgerekte, cilindrische inwerpbuis 10. De diameter van de inwerpbuis is enigszins groter dan die van de stukken glas. In de weergegeven uitvoering is de inwerpbuis 10 slechts enigszins ruimer dan de buitenomtrek van de 30 ingeworpen flessen, waardoor de flessen in de gewenste stand, dat wil zeggen rechtop en bij voorkeur met de hals naar beneden gericht, de hierna te beschrijven breekeenheid bereiken.

1028384 9

De breekeenheid 11 is aangebracht in het middelste deel 3 van het huis en omvat aan de linkerzijde een breekkamer 12 en aan de rechterzijde een motorkamer 13. De breekeenheid 11 is opgebouwd uit een opstaande gebogen 5 buiswand 17, welke aan de bovenzijde is afgesloten met een bovenste afsluitelement 15 en aan de onderzijde is afgesloten met een onderste afsluitelement 16. De afsluitelementen 15 en 16 zijn voorzien van bevestigingslippen 36. De aan de afsluitplaat 16 voorziene lippen 36 zijn via op zichzelf 10 bekende trillingsdempers aan het huisdeel 3 bevestigd is.

Zoals hierboven is vermeld, bevindt zich aan de rechterzijde van de breekeenheid 11 een motorkamer 13. In deze kamer is een elektromotor 20 aangebracht, zoals in meer detail is weergegeven in figuur 3. De elektromotor 20 is op 15 aangesloten op een interne voedingsbron (bijv. een accu) of op een externe voedingsbron (bijv. het huishoudelijk elektriciteitsnet). De elektromotor 20 is van een type dat is voorzien van een rem. Dit betekent dat bij het uitschakelen van een voedingsspanning de elektromotor 20 en de eventueel 20 daaraan bevestigde verdere elementen, zoals het hierna de beschrijven breekelement, binnen zeer korte periode (kenmerkend binnen 1 seconde) tot stilstand komt.

In het afsluitelement 15 is een luchttoevoeropening 14 aangebracht, via welke koellucht de motorkamer 13 kan 25 bereiken. Aan de onderzijde is de elektromotor 20 voorzien van een motoras 26, zoals in meer detail is weergegeven in figuur 4. Deze motoras 26 is aan een uiteinde voorzien van een relatief klein tandwiel 27 waarop een aandrijfketting 28 aangrijpt.

30 Aan de linkerzijde van de breekeenheid 11 is, zoals eerder vermeld is, een breekkamer 12 voorzien. In de breekkamer is een verticale aandrijfas 29 voorzien, aan de bovenzijde waarvan een breekelement 22 is aangebracht. De 1 0 2 8 38 4 10 aandrijfas 29 is roteerbaar (rotatierichting P2) bevestigd aan een flens 18 die aan de onderzijde van het afsluitelement 16 is aangebracht. Aan het uiteinde van de aandrijfas 29 is een relatief groot tandwiel 34 voorzien, waarop de eerder 5 genoemde ketting 28 kan aangrijpen.

Het breekelement 22 heeft een platte vlindervorm en is vervaardigd van hard materiaal, zoals staal, dat bestand is tegen zich met een hoge radiale snelheid verplaatsende glasscherven. Het breekelement 22 is voorts voorzien van 10 randen, waarmee bij een voldoende hoge rotatiesnelheid het glaswerk, in het bijzonder de fles F' (figuur 3), met grote zekerheid te verbrijzelen is. De diameter van het breekelement is van de orde van grootte van 100 tot 200 mm (bij een diameter van de breekkamer tussen de 200 en 400 mm). 15 In gebruik wordt de fles F van boven af in de inwerpopening 8 gestoken en vervolgens losgelaten. De fles F drukt de terugslagklep 37 neerwaarts waardoor toegang wordt verschaft tot de inwerpbuis 10. Onder invloed van de zwaartekracht valt de fles F naar beneden (richting Pj . De 20 terugslagkleppen 37 activeren in neergeklapte toestand een in de figuren schematisch weergegeven detector 19. De detector 19 detecteert de aanwezigheid of althans de passage van glaswerk en schakelt onmiddellijk via de besturingseenheid de elektromotor 20 in. De elektromotor 20 drijft via de motoras 25 26 de ketting 28 en de aandrijfas 29 van het breekelement 22 aan. Binnen een relatief korte opstarttijd is de motor en daarmee het breekelement 22 op toeren zodat een voldoende hoge rotatiesnelheid is gecreëerd om de fles F' efficiënt en snel te verbrijzelen. Het verbrijzelde glaswerk valt in de 30 vorm van gruis (g) naar beneden en wordt opgevangen in de verwisselbare granulaatemmer (E).

De lengte (L) van de inwerpbuis 10 is zodanig lang gekozen (kenmerkend circa 0,4 m of meer), dat de fles de 1028384 11 breekkamer 12 pas na ten minste de hierboven genoemde opstarttijd bereikt. Wanneer de fles F met andere woorden onder invloed van de zwaartekracht zich tot in de breekkamer 12 heeft verplaatst, heeft het breekelement 22 inmiddels 5 reeds een voldoende hoge rotatiesnelheid gekregen, om de fles te verbrijzelen.

Door de besturingseenheid wordt de motor 20 voorts na een korte periode vanaf de detectie van het glaswerk door de detector 19 uitgeschakeld, bijvoorbeeld binnen 8 seconden na 10 de eerste detectie. Dit betekent dat wanneer de fles F' geheel gebroken is, de voedingsspanning automatisch van de motor wordt gehaald en de motor inclusief het gekoppelde breekelement 22 snel tot stilstand komt.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is de inwerpbuis 10 15 enigszins hellend ten opzichte van de breekkamer 12 aangebracht. De hellingshoek α bedraagt bij voorkeur tussen de 80' en 90', maar kan ook minder bedragen. Als gevolg hiervan zal ingeworpen glaswerk in een enigszins hellende stand de bovenzijde van het breekelement 22 raken. Met name 20 wanneer het glaswerk flessen betreft, welke flessen soms een relatief dikke glasdikte hebben, zorgt deze schuine inval van het glaswerk op het breekelement voor een kleinere kans op vastlopen van het breekelement.

In figuur 4 is weergegeven dat de afstand A tussen de 25 binnenzijde 35 van de opstaande wand 17 van de breekeenheid 11 en de buitenwand 24 van het breekelement 22 in de weergegeven uitvoering min of meer constant is zodat altijd een ringvormige opening van in hoofdzaak constante dikte overblijft om het gebroken glaswerk af te voeren. Een 30 voordeel hiervan is dat een snelle afvoer van het granulaat en zo weinig mogelijk ophoping daarvan gerealiseerd kan worden.

__1 0 2 8 3 8 4_ _ _ 12

Overigens wordt het granulaat niet te fijn vermalen aangezien te fijn vermaald glaswerk achteraf niet of nauwelijks meer te scheiden, hetgeen het hergebruik van het glaswerk bemoeilijkt. Bij een te grove vermaling van het 5 glaswerk wordt voorbijgegaan aan het doel van de inrichting, namelijk het verkleinen van de door het glaswerk ingenomen ruimte. Kenmerkend hebben de gebroken deeltjes van het granulaat hun grootste afmetingen in de orde van de grootte van enige centimeters, in het bijzonder tussen de 1 en 9 cm, 10 en bij voorkeur tussen 2 cm en 8 cm.

Een belangrijk aspect van een breekinrichting voor huishoudelijk gebruik is dat deze relatief stil moet zijn. Teneinde het bij gebruik van de inrichting afgestraalde geluidsvermogen te verminderen is een aantal maatregelen 15 uitgevoerd. Allereerst is het huis van de breekinrichting 1 vervaardigd van hout, in het bijzonder van MDF. Dit materiaal zorgt voor een zekere hoeveelheid demping in het huis, zodat aanvullende maatregelen, zoals absorptiemateriaal binnenin de behuizing, achterwege kan blijven. Voorts is langs de 20 buitenomtrek van de inwerpbuis 10 een aantal (in het weergegeven voorbeeld een tweetal, maar in de praktijk kan dit meer of minder zijn), elastische banden 25 aangebracht. Door deze banden 25, zoals eerder is vermeld, op de juiste posities langs het buisoppervlak aan te brengen, kan een 25 aanzienlijke reductie van de amplitude van de staande golven in de buis 10 tot stand worden gebracht, hetgeen een aanzienlijke reductie van het afgestelde geluidsvermogen betekent. Met hetzelfde doel is aan de onderzijde van de inwerpbuis 10 een flens 21 voorzien. Het aanbrengen van massa 30 op een vrij uiteinde van de inwerpbuis betekent een demping van de trillingen in de inwerpbuis en daarmee een reductie van het afgestraalde geluidvermogen. Deze reductie wordt mede 1028384 13 veroorzaakt door een ongelijkmatige vorm van de flens op de inwerpbuis.

In figuur 2 is weergegeven dat de glaswerk-emmer (E), waarin het gebroken glaswerk wordt opgevangen, geplaatst is 5 op een weegmechanisme 30. Het weegmechanisme 30 omvat een onderplaat 32, een bovenplaat 31 en een daartussen aangebracht weegelement 33. Het weegelement 32 geeft op niet getoonde wijze een elektrisch signaal af dat representatief is voor het gewicht van de emmer E, welke op plaat 31 is 10 aangebracht. In de weergegeven uitvoering geeft het weegelement pas een elektrisch signaal af wanneer een bepaald gewicht bereikt is. In andere uitvoeringen geeft het weegelement bijvoorbeeld een signaal af dat evenredig is met het gewicht. Het afgegeven signaal, dat representatief is 15 voor het gewicht van de emmer E met inhoud en derhalve voor de vulgraad daarvan, wordt verwerkt door de eerder genoemde besturingseenheid. Wanneer de besturingseenheid bepaald heeft dat de emmer (E) in voldoende mate gevuld is, geeft de eenheid een signaal af, bijvoorbeeld door een LED 40 op het 20 bedieningspaneel 7 te laten branden. Hierdoor weet de gebruiker dat de emmer vervangen moet worden. Tevens kan de besturingseenheid zijn ingericht om de motor 20 pas weer in te schakelen, wanneer een maximaal gevulde emmer E vervangen is door een lege emmer. In bepaalde andere uitvoeringsvormen 25 wordt dit echter aan de gebruiker zelf overgelaten, en kan het breekproces voortgang vinden onafhankelijk van de vulgraad van de emmer E.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde 30 rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1 0 2 8 38 4

Claims (24)

1. Inrichting voor het breken van glaswerk voor het verkleinen van het door het glaswerk ingenomen volume, 5 omvattende een huis voorzien van: - een breekkamer, aan de bovenzijde waarvan een langgerekte inwerpbuis aangesloten is voor het aanvoeren van te breken glaswerk en aan de onderzijde waarvan een opening is voorzien voor het afvoeren van het gebroken glaswerk; 10. een in de breekkamer aangebracht roteerbaar breekelement voor het breken van de via de inwerpbuis aangevoerd glaswerk; - een zijwaarts van het breekelement buiten de breekkamer opgestelde elektrische aandrijfmotor, voorzien van j 15 een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de breekkamer ! uitstrekkende motoras; i - een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de motoras uitstrekkende en in de breekkamer stekende aandrijfas, waarbij bovenop de aandrijfas het breekelement is 20 aangebracht; en - koppelmiddelen voor het aan elkaar koppelen van de i motoras en aandrijfas.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de breekkamer een in hoofdzaak constante diameter heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inwerpbuis over een voorafbepaalde afstand (d) in de breekkamer steekt. i

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de genoemde afstand (d) ten minste 5 cm bedraagt.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij een uiteinde van de inwerpbuis over ten minste een deel van zijn omtreksrand voorzien is van een flens. 1 0 2 8 3 8 4

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de flens zich uitstrekt over een hoek van ten minste 90 graden vanaf de positie waarop het glaswerk invalt op het breekelement.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande 5 conclusies, waarbij het breekelement centraal in de breekkamer is gepositioneerd en is uitgevoerd om gedurende rotatie een in hoofdzaak constante tussenafstand (a) tussen de binnenzijde van de breekkamer en de buitenrand van het breekelement te houden.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de genoemde tussenafstand (a) tussen 2,5 cm en 5 cm bedraagt, bij voorkeur circa 3 cm bedraagt.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inwerpbuis zich schuin ten opzichte 15 van de breekkamer uitstrekt.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de hoek α tussen 80 en 90 graden, bij voorkeur circa 85 graden, bedraagt.

11. Inrichting volgens een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij het onderste uiteinde van de inwerpbuis excentrisch ten opzichte van de breekkamer gepositioneerd is.

12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elastische banden zijn voorzien rondom buitenzijde van de inwerpbuis en/of de breekkamer.

13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de elektromotor voorzien is van een motorrem voor het bij afwezigheid van voedingsspanning automatisch afremmen van de rotatie van de motoras en het daarmee gekoppelde breekelement.

14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende detectiemiddelen voor het detecteren van de aanwezigheid van glaswerk in de inwerpbuis, waarbij de detectiemiddelen zijn gekoppeld met de aandrijfmotor voor het 1 0 2 8 3 8 4 uitschakelen van de aandrijfmotor na een voorafbepaalde periode na detectie van het glaswerk.

15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het huis is vervaardigd van MDF.

16. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het huis is ingericht om daarin een houder voor gebroken glaswerk te kunnen plaatsen en waarbij weegmiddelen zijn voorzien voor een op gewicht gebaseerde detectie van de vulgraad van de houder.

17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de diameter van de breekkamer maximaal tweemaal de diameter van de inwerpbuis is.

18. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de gecombineerde hoogte van het huis en 15 de inwerpbuis ten minste 1,5 m bedraagt.

19. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte van de inwerpbuis ten minste 0,4 m bedraag.

20. Inrichting volgens een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij het breekelement een platte vlindervorm definieert.

21. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de invoeropening in de breekkamer aan de bovenzijde en de uitvoeropening van de breekkamer aan de 25 onderzijde is voorzien.

22. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen een kettingoverbrenging omvatten.

23. Inrichting volgens een van de voorgaande 30 conclusies, welke een of meer aan of in de inwerpbuis aangebrachte terugslagkleppen omvat voor het in een eerste richting doorlaten van het ongebroken glaswerk en het in tegenovergestelde richting tegenhouden van gebroken glaswerk. 1028384

24. Inrichting volgens conclusies 14 en 23, waarin de detectiemiddelen zijn gekoppeld met een of meer van de terugslagkleppen. 1 0 2 8 38 4