NL2021255B1 - Reststoffenverwerkingssysteem - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een reststoffenverwerkingssysteem voor het persen van reststoffen welke systeem is voorzien van een volgens een norm vervaardigde standaard reststoffencontainer, bijvoorbeeld de Europese norm EN 840, waarbij het reststoffenverwerkingssysteem is voorzien van een persmechanisme met een ingang en een uitgang waaronder de standaard reststoffencontainer te positioneren is.

Description

Korte aanduiding: Reststoffenverwerkingssysteem

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een reststoffenverwerkingssysteem voor het persen van reststoffen, welk systeem is voorzien van een volgens een norm vervaardigde standaard reststoffencontainer, bijvoorbeeld de Europese norm EN 840, waarbij het reststoffenverwerkingssysteem verder is voorzien van een persmechanisme met een uitgang waaronder de standaard reststoffencontainer te positioneren is.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een reststoffenverwerkingssysteem te verschaffen waarmee het op een eenvoudige en efficiënte wijze mogelijk is om reststoffen te persen, zodat het volume van de reststoffen wordt geminimaliseerd.

Dit doel wordt bereikt met het reststoffenverwerkingssysteem zoals is gedefinieerd in conclusie 1.

De reststoffen zijn via een ingang in te voeren tot in het persmechanisme, dat is voorzien van een eerste perselement alsmede van een tweede perselement die beide boven de uitgang van het persmechanisme zijn opgesteld, waarbij elk perselement is voorzien van een eerste perselementdeel en een een stompe hoek met het eerste perselementdeel insluitend tweede perselementdeel, waarbij met de eerste perselementdelen de door de ingang in te voeren reststoffen te ondersteunen zijn en/of de door de uitgang afgevoerde reststoffen tegen te houden zijn, verder zijn de eerste en tweede perselementen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar, waarbij tijdens het verplaatsen van de perselementen ten opzichte van elkaar de reststoffen middels de tweede zich naar elkaar toe verplaatsende perselementdelen door de uitgang te verplaatsen en/of te persen zijn. Middels het persmechanisme kan het volume van de reststoffen worden gereduceerd waardoor meer reststoffen in een volume kunnen worden opgeslagen. Verder is het persmechanisme eenvoudig qua constructie waardoor het relatief onderhoudsarm is alsmede relatief compact uit te voeren is. Door de stompe hoek die de tweede perselementdelen met de eerste perselementdelen insluiten worden twee schuine vlakken verschaft die door het verplaatsen van ten minste een van de perselementen, naar elkaar toe worden verplaatst zodanig dat op de reststoffen een relatief grote neerwaartse kracht in de richting van de uitgang uit te oefenen is.

Indien een opvangvolume, dat is opgesteld onder de uitgang, gevuld wordt met reststoffen, zal de middels de schuine vlakken verschafte relatief grote neerwaartse kracht de reststoffen door de uitgang in het opvangvolume samenpersen. De eerste perselementdelen zorgen ervoor dat de in het opvangvolume samengeperste reststoffen zich niet terug omhoog kunnen verplaatsen. Verder is het mogelijk dat de eerste perselementdelen een tijdelijke ondersteuning vormen voor de door de ingang tot in het persmechanisme ingevoerde reststoffen, welke ondersteuning wordt opgeheven door het verplaatsen van de perselementen ten opzichte van elkaar, waarbij simultaan middels de tweede zich naar elkaar toe verplaatsende perselementdelen de reststoffen door de uitgang naar beneden worden geduwd om de reststoffen in het opvangvolume samen te persen.

Het is mogelijk dat in een perselement het eerste en het tweede perselementdeel ten opzichte van elkaar gebogen zijn, waarbij de stompe hoek wordt verschaft tussen bijvoorbeeld twee virtuele raaklijnen van het gebogen eerste perselementdeel en het gebogen tweede perselementdeel. Indien slechts een van de perselementen gebogen is, wordt de stompe hoek verschaft tussen een virtuele raaklijn van het gebogen perselementdeel en het ongebogen andere perselementdeel. Een gebogen of gekromd verloop van een van de perselementdelen kan op verschillende wijze worden uitgevoerd. Zo is bijvoorbeeld een deels paraboolvormig gebogen verloop vanuit een zijaanzicht gezien mogelijk.

De stompe hoek die de tweede perselementdelen insluiten met de eerste perselementdelen is gelegen tussen 100 en 170 graden, bij voorkeur 120 en 160 graden. Op deze wijze is de met het persmechanisme uit te oefenen kracht op de reststoffen in de richting van de uitgang te maximaliseren en af te stemmen op het type te persen reststoffen. De reststoffen kunnen huisvuil zoals verpakkingen omvatten, in het bijzonder plastic-metaal-drankkarton (PMD) verpakkingen. De eerste perselementdelen kunnen zich in hoofdzaak parallel uitstrekken aan een opening gedefinieerd door de uitgang. De tweede perselementdelen strekken zich vanaf de eerste perselementdelen middels de stompe hoek uit in een van de uitgang afgekeerde richting. Het persmechanisme kan meer dan twee perselementen omvatten om de samendrukkracht op de reststoffen te vergroten en/of om ervoor te zorgen dat de reststoffen tijdens het persen van de reststoffen niet kantelen en/of verdraaien of in een ongewenste richting verplaatsten. Een van de perselementen dient minimaal verplaatsbaar te zijn, waarbij de ander(e) stationair uit te voeren is (zijn).

Door de eenvoudige constructie van het persmechanisme kan de kleinste dimensie van het persmechanisme zich verticaal (hoogte) uitstrekken, waardoor een relatief compact persmechanisme te verschaffen is. De zich horizontaal uitstrekkende afmetingen (lengte en breedte) van het persmechanisme worden bij voorkeur bepaald door een standaard reststoffencontainer welke onder de uitgang van het persmechanisme te positioneren is als een opvangvolume van de reststoffen.

Ten minste een van de eerste en tweede perselementen kan roteerbaar om een as verplaatsbaar zijn voor het door de uitgang verplaatsen en/of persen van de reststoffen. Bij een dergelijke rotatie verplaatsing van de perselementen ten opzichte van elkaar kan het eerste perselementdeel ten minste gedeeltelijk de vorm van ten minste een deel van een cirkel omvatten. Deze cirkel- of ringvormige eerste perselementdelen kunnen de tijdelijke ondersteuning vormen voor de door de ingang ingevoerde reststoffen. Het tweede perselement kan zich ten minste gedeeltelijk vanaf het eerste perselementdeel rondom de rotatie-as omhoog uitstrekken, bijvoorbeeld als een helix. Ander vormen dan een helix zijn ook mogelijk. Door het roteren van ten minste een van de perselementen verdwijnt de door de eerste perselementdelen gevormde tijdelijke ondersteuning. Verder worden door de rotatie van ten minste een van de perselementen de door de tweede perselementen gevormde schuine vlakken tegen de reststoffen verplaatst, waarbij het verder roteren ervoor zorgt dat er middels de schuine vlakken een kracht wordt uitgeoefend op de reststoffen in de richting van de uitgang. Door het tijdelijk verdwijnen van de tijdelijke ondersteuning die de uitgang blokkeert kunnen de reststoffen met behulp van de tweede zich naar elkaar toe verplaatsende perselementdelen door de uitgang worden geperst. Indien ten minste een van de perselementen wordt gerotereerd, verdwijnt eerst de ondersteuning doordat de eerste perselementdelen zich van elkaar af verplaatsen om zo een opening voor de reststoffen te verschaffen zodat dit door de uitgang kan worden geperst, waarbij na het bereiken van de maximaal uit elkaar verplaatste eerste perselementdelen, de eerste perselementdelen weer naar elkaar worden verplaatst voor het vormen van de ondersteuning voor nieuw tot in het persmechanisme via de ingang in te voeren reststoffen. De tweede perselementdelen verplaatsen zich bij een rotatie juist andersom, dat wil zeggen in eerste instantie verplaatsen de perselementdelen zich naar elkaar toe om in tweede instantie van elkaar af te worden verplaatst.

Het tweede perselement omvat een grotere straal dan het eerste perselement zodat de perselementen over 360 graden langs elkaar kunnen roteren in tegengestelde richtingen.

Verder is het mogelijk dat ten minste een van de eerste en tweede perselementen rechtlijnig verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie en vice versa voor het middels de door de tweede perselementdelen verschafte schuine vlakken door de uitgang verplaatsen en/of persen van de reststoffen. Indien beide perselementen verplaatsbaar zijn uitgevoerd, dan worden deze in tegengestelde richting naar elkaar toe en van elkaar af verplaatst voor het uitvoeren van de persfunctie van het persmechanisme.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om een systeem te verschaffen waarmee het op een eenvoudige en efficiënte wijze mogelijk is om reststoffen te persen in een reststoffencontainer, zodat het volume van de reststoffen in de reststoffencontainer wordt geminimaliseerd en de inhoud van de reststoffencontainer maximaal te benutten is.

Dit doel wordt bereikt met het systeem zoals is gedefinieerd in conclusie 15. Het systeem omvat het hierboven beschreven persmechanisme, waarbij onder de uitgang van het persmechanisme een reststoffencontainer te positioneren is. De reststoffencontainer kan een standaard reststoffencontainer zijn die is vervaardigd volgens een bepaalde norm zoals bijvoorbeeld voort vloeit uit een Europese Norm, EN 840. Deze norm gaat over tweewielige minicontainers, welke norm in Nederland is overgenomen als NEN-EN 840, in België als NBN-EN 840. Deze minicontainers omvatten een volume tussen 120 en 240 liter, en deze zijn vervaardigd van hogedichtheidpolyetheen (HDPE).

De reststoffencontainer kan voor toepassing in het systeem zijn voorzien van een binnenbak die is vervaardigd van een materiaal dat bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan het materiaal (HDPE) waarvan de wanden van de standaard reststoffencontainer zijn vervaardigd. De binnenbak kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van een metaal of een verzel versterkte kunststof.

De binnenbak is enkel aan de bovenzijde voorzien van een opening die toegang tot in de binnenbak verschaft. De conische vorm van de binnenbak kan corresponderen met de conische vorm van de standaard reststoffencontainer om het volume van de binnenbak te maximaliseren. Het is ook mogelijk om het conische verloop van de binnenbak anders uit te voeren dan het conische verloop van de standaard reststoffencontainer om de binnenbak sterker uit te voeren qua vormgeving dan de standaard reststoffencontainer. De afstand tussen binnenwand en bodem van de standaard reststoffencontainer en de binnenbak is minimaal, bijvoorbeeld minder dan 10 cm. Deze afstand kan nabij de opening van de standaard reststoffencontainer kleiner zijn dan nabij de bodem van de standaard reststoffencontainer. De binnenbak kan verder zodanig zijn uitgevoerd dat deze handmatig losneembaar bevestigbaar is in de reststoffencontainer. Het is mogelijk om de binnenbak zo uit te voeren dat deze met klemkracht in de standaard reststoffencontainer te bevestigen is.

Het systeem kan zijn voorzien van een behuizing voor het verschaffen van een afsluitbare ruimte voor de reststoffencontainer, waarbij het systeem verder is voorzien van een luchtdichte inwerpsluis naar de ingang van het persmechanisme. Op deze wijze is het mogelijk om een systeem te verschaffen waarin de reststoffencontainer te isoleren is van de omgeving zodat stankoverlast, in het bijzonder indien de reststoffencontainer wordt gebruikt voor tuin- en keukenafval (organische restroom), te minimaliseren is. Met behulp van de inwerpsluis is het verder mogelijk dat meer dan een huishouden gebruik kan maken van de reststoffencontainer, in het bijzonder indien de inwerpsluis afsluitbaar is bijvoorbeeld via RFID om toegang tot het systeem te verkrijgen. Met een RFID toegang kan het systeem registeren wie reststoffen weggooit en eventueel middels een weegeenheid bepalen hoeveel reststoffen door deze persoon of huishouden worden weggegooid.

Om te voorkomen dat de in het persmechanisme ingevoerde reststoffen niet de reststoffencontainer bereiken, kan de uitgang van het persmechanisme middels een koppeleenheid zijn verbonden met de reststoffencontainer. Verder is het mogelijk om de koppeleenheid zo uit te voeren dat de reststoffencontainer en het persmechanisme op een luchtdichte wijze met elkaar te koppelen zijn. Op deze wijze kan worden voorkomen dat eventuele geuren uit de reststoffencontainer ontsnappen zodat stankoverlast door de reststoffencontainer te verminderen is. Om de stankoverlast verder te beperken kan het systeem zijn voorzien van een koeling voor het koelen van de reststoffencontainer en/of van ten minste een ozon generator. De koeling kan zijn opgenomen in de behuizing van het systeem, terwijl een uitgang van de ozon generator kan zijn gelegen in de inwerpsluis om ozon in de inwerpsluis te voeren. Tevens kan een ozon generator zijn voorzien in de koppeleenheid en/of in het persmechanisme om ozon in de reststoffencontainer te spuiten.

Het persmechanisme alsmede het systeem zullen nu nader worden toegelicht aan de hand van in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van het systeem met een persmechanisme en een standaard reststoffencontainer (minicontainer volgens NEN-EN 840);

Figuren 2a-e tonen schematische perspectivische aanzichten van perselementen van een persmechanisme.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een systeem 1 voor het verwerken van reststoffen. Het systeem 1 omvat een persmechanisme 3 dat is voorzien van een ingang 5 en een uitgang 7. Het persmechanisme 3 kan zijn ondersteund met een frame (niet getoond) of iets dergelijks. Onder de uitgang 7 van het persmechanisme 3 is een reststoffencontainer 10 te positioneren is. De reststoffencontainer 10 is een standaard reststoffencontainer, in het bijzonder een minicontainer volgens NEN-EN 840. De reststoffencontainer 10 omvat een handvat 11 alsmede twee wielen 13 waarmee de reststoffencontainer 10 door deze met het handvat 11 te kiepen in de door pijl P1 weergegeven richting te verrijden is.

De met het persmechanisme 3 te verwerken reststoffen is huisvuil zoals verpakkingen, bij voorkeur plastic-metaal-drankkarton (PMT) verpakkingen. PMT is een reststoffenstroom waarvan het volume door persen sterk te verminderen is.

De reststoffencontainer 10 is voor toepassing in het systeem voorzien van een binnenbak 15 die is vormgegeven om de binnenbak 15 bestendiger te maken tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan de vorm van de reststoffencontainer 10 en/of de binnenbak 15 is vervaardigd van een materiaal dat bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan het materiaal waarvan de reststoffencontainer 10 is vervaardigd.

De conisch gevormde binnenbak 15 is handmatig losneembaar bevestigbaar in de reststoffencontainer 10. De afstand tussen de binnenwand van de reststoffencontainer 10 en de binnenbak 15 is ter illustratie van de binnenbak 15 sterk vergroot weergegeven en deze afstand kan in de praktijk een stuk kleiner zijn, bijvoorbeeld kan de grootste afstand tussen de binnenbak 15 en de reststoffencontainer 10 gemeten nabij de bodem van de reststoffencontainer 10 kleiner dan 10 cm zijn. Door de afstand tussen de binnenbak 15 en de reststoffencontainer 10 klein te houden, is het opvangvolume van de binnenbak 15 te maximaliseren. Eventueel kan de binnenbak 15 zijn voorzien van op de buitenwand daarvan aangebrachte ribben (niet getoond) waarmee de binnenbak 15 steunt op de binnenwand van de reststoffencontainer 10. Om tijdens het legen van de reststoffencontainer 10, in het bijzonder het legen van de binnenbak 15, te voorkomen dat de binnenbak 15 los schiet ten opzichte van de reststoffencontainer is het ook mogelijk om voor een vormgesloten in plaats van een krachtgesloten verbinding tussen de reststoffencontainer 10 en de binnenbak 15 te kiezen.

De binnenbak 15 is aan de bovenzijde voorzien van een opening die toegang tot in de binnenbak 15 verschaft. De afmetingen van de opening van de binnenbak 15 corresponderen of zijn groter dan de afmetingen van de opening van de uitgang 7 van het persmechanisme 3. Op deze wijze wordt verzekerd dat de reststoffen die door de opening van de uitgang 7 worden verplaatst, in de daaronder opgestelde reststoffencontainer 10 terecht komen.

Aan de hand van de figuren 1 en 2a-e zal het persmechanisme 3 nader worden verklaard.

Het persmechanisme 3 wordt gebruikt voor het persen van reststoffen die via een ingang 5 in te voeren zijn tot in het persmechanisme 3 en dat is voorzien van een eerste perselement 25 alsmede van een tweede perselement 27 die beide boven de uitgang 7 van het persmechanisme 3 zijn opgesteld. Elk perselement 25, 26 is een strook, bijvoorbeeld een metalen strook.

Verder is elk perselement 25, 27 voorzien van een eerste perselementdeel 25a, 27a en een een stompe hoek α met het eerste perselementdeel 25a, 27a insluitend tweede perselementdeel 25b, 27b. De stompe hoek α is gelegen tussen 155 en 160 graden. De eerste perselementen 25a, 27a strekken zich parallel uit aan de opening die gedefinieerd is door de uitgang 7, welke opening bij normaal gebruik van het persmechanisme 3 en het systeem 1 is gelegen in een horizontaal uitstrekkend vlak. De tweede perselementdelen 25b, 27b strekken zich uit vanaf de eerste perselementdelen 25a, 27a in een van de uitgang 7 afgekeerde richting. Elk eerste perselementdeel 25a, 27a is eendelig uitgevoerd met het tweede perselementdeel 25b, 27b.

Het getoonde persmechanisme 3 omvat vier eerste perselementen 25 en vijf tweede perselementen 27.

De eerste perselementdelen 25a, 27a kunnen een tijdelijk horizontaal ondersteuningsvlak vormen voor de door de ingang 5 in te voeren reststoffen. Het is echter ook mogelijk dat de reststoffen die door de ingang 5 worden ingevoerd niet (tijdelijk) worden ondersteund door de eerste perselementdelen 25a, 27a en direct door de uitgang 7 naar de container 10 vallen.

De eerste en tweede perselementen 25, 27 zijn ten opzichte van elkaar in tegengestelde richting verplaatsbaar, meer in het bijzonder roteerbaar, waarbij tijdens het verplaatsen van de perselementen 25, 27 ten opzichte van elkaar de reststoffen middels de tweede zich naar elkaar verplaatsende perselementdelen 25b, 27b door de uitgang 7 te verplaatsen en/of te persen zijn.

De figuren 2a-e tonen de eerste en tweede perselementen 25, 27 enkel in een eerste positie waarin de reststoffen via de ingang 5 op de eerste perselementdelen 25a, 27a te positioneren zijn. In de eerste positie vormen de eerste perselementdelen 25a, 27a de ondersteuning voor het door de ingang 5 in te voeren reststoffen. Tijdens het verplaatsen van de perselementen 25, 27 ten opzichte van elkaar verdwijnt de ondersteuning tijdelijk, door het uit elkaar verplaatsen van de eerste perselementdelen 25a, 27a, en simultaan worden door het naar elkaar verplaatsen van de tweede perselementdelen 25b, 27b de reststoffen door de uitgang verplaatst en/of geperst. De eerste perselementdelen 25a, 27a zijn vanuit de in de figuren 2a-e getoonde positie tegengesteld uit elkaar te verplaatsen over 180 graden, waarna de ondersteuning volledig verdwenen is, waarbij bij het nogmaals over 180 graden roteren van de eerste perselementdelen 25a, 27a deze weer terugverplaatsen naar de in de figuren 2a-e getoonde positie. Hetzelfde geldt voor de eendelig met de eerste perselementdelen 25a, 27a verbonden tweede perselementdelen 25b, 27b, welke in eerste instantie vanuit de in de figuren 2a-e getoonde positie naar elkaar toe verplaatsen en daarna van elkaar af verplaatsen terug naar de in de figuren 2a-e getoonde positie.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de eerste en tweede perselementen 25, 27 roteerbaar om een as verplaatsbaar. Het is echter ook mogelijk dat ten minste een van de eerste en tweede perselementen (niet getoond) rechtlijnig verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie en vice versa, zodat door het naar elkaar toe verplaatsen van de tweede perselementdelen reststoffen door de uitgang 7 te verplaatsen en/of samen te persen zijn. In een dergelijke niet getoonde uitvoering kunnen de perselementen plaatvormig zijn en zich parallel aan elkaar uitstrekken en rechtlijnig (zonder rotatie) langs elkaar worden verplaatst om de positie te bereiken voor het verplaatsen en/of persen van de reststoffen door de uitgang 7 middels naar elkaar toegebrachte schuine vlakken van de tweede perselementdelen.

In de getoonde variant omvat elk eerste perselementdeel 25a, 27a de vorm van ten minste een deel van een cirkel, en elk tweede perselement 25b, 27b strekt zich vanaf het eerste perselementdeel 25a, 27a gekromd en/of gebogen om een as omhoog uit bijvoorbeeld in de vorm van een helix zoals is getoond in de figuren. Verder definiëren de tweede perselementen 27 een grotere straal dan de direct daarnaast gelegen en daarlangs verplaatsbare eerste perselementen 25.

Indien de reststoffencontainer 10 grotendeels gevuld is met samengeperste reststoffen zijn de door de uitgang 7 omhoog terugverende en terugkomende reststoffen met behulp van de eerste perselementdelen 25a, 27a tegen te houden. De eerste perselementdelen 25a, 27a kunnen derhalve een dubbele functie hebben, namelijk enerzijds het ondersteunen van de door de ingang 5 van het persmechanisme 3 ingevoerde reststoffen en anderzijds het tegenhouden van de door de uitgang 7 omhoog duwende reststoffen uit de reststoffencontainer 10.

Middels het persmechanisme 3 kan het volume van de reststoffen worden gereduceerd waardoor meer reststoffen in de reststoffencontainer 10 kunnen worden opgeslagen.

Door de stompe hoek α die de tweede perselementdelen 25b, 27b met de eerste perselementdelen 25a, 27a insluiten worden twee schuine, deels door de stroken onderbroken, vlakken 31, 33 verschaft die door het verplaatsen van ten minste een van de perselementen 25, 27, naar elkaar toe worden verplaatst zodanig dat de schuine vlakke 31, 33 op de reststoffen een relatief grote neerwaartse kracht in de richting van de uitgang 7 uitoefenen. De relatief grote neerwaartse kracht zal de reststoffen door de uitgang 7 in de reststoffencontainer 10 samenpersen.

De tijdelijke ondersteuning gevormd door de eerste perselementdelen 25a, 27a wordt opgeheven door het verplaatsen van de perselementen 25, 27 ten opzichte van elkaar waardoor de eerste perselementdelen 25a, 27a uit elkaar worden verplaatst en een opening vormen naar de uitgang 7. Simultaan wordt middels de tweede zich naar elkaar toe verplaatsende perselementdelen 25b, 27b de reststoffen door de uitgang 7 naar beneden geduwd om de reststoffen in de reststoffencontainer 10 samen te persen.

De lengte I en breedte (niet getoond in figuur 1) afmetingen van het persmechanisme worden bepaald en/of corresponderen met de lengte en breedte afmetingen van de standaardcontainer 10. De kleinste dimensie h van het persmechanisme 3 strekt zich verticaal uit. Op deze wijze is een zeer compact persmechanisme 3 te verschaffen.

Het systeem 1 kan verder zijn voorzien is van een behuizing (niet getoond) voor het verschaffen van een afsluitbare ruimte voor de reststoffencontainer. Het systeem 1 kan tevens een luchtdichte inwerpsluis (niet getoond) naar de ingang 5 van het persmechanisme 3 omvatten. Deze inwerpsluis kan afgesloten zijn en via een sleutel of RFID te openen zijn.

Verder kan de uitgang 7 van het persmechanisme 3 middels een koppeleenheid (niet getoond) zijn verbonden met de reststoffencontainer 10.

Het systeem 1 kan voorzien zijn van een koeling (niet getoond) en/of ten minste een ozon generator 35.

Bij voorkeur wordt ten minste een van de perselementen middels een aandrijving verplaatst. Het is echter ook denkbaar dat een of verschillende perselementen handmatig te verplaatsten is, bijvoorbeeld door een door een bediener uit te voeren rotatie-beweging.

Reststoffenverwerkingssysteem voor het persen van reststoffen welke systeem is voorzien van een volgens een norm vervaardigde standaard reststoffencontainer, bijvoorbeeld de Europese norm EN 840, waarbij het reststoffenverwerkingssysteem is voorzien van een persmechanisme met een uitgang waaronder de standaard reststoffencontainer te positioneren is, waarbij de reststoffenverwerkingssysteem verder is voorzien van een binnenbak die in de standaard reststoffencontainer te bevestigen is, waarbij de binnenbak is vormgegeven zodat de binnenbak bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan de standaard reststoffencontainer en/of is vervaardigd van een materiaal dat bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan het materiaal waarvan de (zij)wanden van de standaard reststoffencontainer zijn vervaardigd. Dit reststoffenverwerkingssysteem kan zijn voorzien van een persmechanisme beschreven in dit document of een willekeurig ander persmechanisme. Het voordeel van dit reststoffenverwerkingssysteem is dat in de logistiek voor het legen van de reststoffencontainer niets aangepast hoeft te worden, terwijl de reststoffen met maximale krachten door een persmechanisme samen te persen zijn voor het bereiken van een volume reductie zonder dat de standaard reststoffencontainer beschadigd raakt. Deze krachten worden opgevangen door de sterker uitgevoerde binnenbak, welke bovendien bij beschadiging eenvoudig uitwisselbaar is voor een nieuwe binnenbak. Op deze wijze is de levensduur van de standaard reststoffencontainer te verlengen, in het bijzonder indien deze wordt gebruikt in combinatie met een persmechanisme. Bij voorkeur is in het reststoffenverwerkingssysteem de binnenbak normaliter enkel aan de bovenzijde, dat wil zeggen de naar de uitgang van het persmechanisme gerichte zijde, voorzien van een opening die toegang tot in de binnenbak verschaft. De conische vorm van de binnenbak kan corresponderen met de conische vorm van de standaard reststoffencontainer, maar bij voorkeur omvat de binnenbak een conischer verloop dan de standaard reststoffencontainer. De afstand tussen binnenwand van de standaard reststoffencontainer en de binnenbak is minimaal, bijvoorbeeld minder dan 10 cm, om het inwendige volume van de binnenbak te maximaliseren. Deze afstand kan trouwens variëren in verticale richting tussen de bodem van de standaard reststoffencontainer en de opening van de standaard reststoffencontainer. Bij voorkeur is de afstand kleiner nabij de opening van de standaard reststoffencontainer dan bij de bodem van de standaard reststoffencontainer De binnenbak kan verder zodanig zijn uitgevoerd dat deze handmatig losneembaar bevestigbaar is in de reststoffencontainer. Het is mogelijk om de binnenbak zo uit te voeren dat deze met klemkracht in de standaard reststoffencontainer te bevestigen is. Het is ook mogelijk om voor een vormgesloten in plaats van een krachtgesloten verbinding tussen de reststoffencontainer 10 en de binnenbak 15 te kiezen, zodat de kans dat de binnenbak bijvoorbeeld tijdens het legen kan losschieten wordt beperkt.

De binnenbak kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van een metaal of een vezelversterkte kunststof. Dit reststoffen verwerkingssysteem kan verder zijn voorzien van andere eigenschappen van het systeem zoals beschreven in dit document en in het bijzonder geclaimd in de bijgevoegde conclusies.

Opslaginrichting voor organische reststroom welke is voorzien is van een met een koeleenheid te koelen behuizing voor het verschaffen van een van de omgeving afgesloten ruimte voor een reststoffencontainer, bijvoorbeeld een volgens een norm vervaardigde standaard reststoffencontainer, bijvoorbeeld de Europese norm EN 840, waarbij de opslaginrichting verder is voorzien van een middels een sleutel en/of chip (RFID) te openen inwerpsluis naar de ingang van de opslaginrichting, welke inwerpsluis in gesloten toestand luchtdicht is en verder is voorzien van een ozongenerator voor het genereren van ozon in de inwerpsluis. Met behulp van een dergelijke voor meerdere huishoudens te gebruiken opslaginrichting is stankoverlast als gevolg van de organische reststroom te voorkomen of in elk geval sterk te verminderen. Een dergelijke hygiënische opslaginrichting zal het organische reststoffenscheidingsgedrag van de gebruikers sterk bevorderen, in het bijzonder bij hoogbouw waar verschillende gebruikers/huishoudens gebruik maken van een en dezelfde opslag. De inwerpsluis kan zijn afgesloten bijvoorbeeld met een sleutel of via RFID. De opslaginrichting kan eventueel worden voorzien van een persmechanisme, bijvoorbeeld een persmechanisme zoals in dit document beschreven, maar het is ook mogelijk om de opslaginrichting zonder persmechanisme uit te voeren. De koeling kan zijn geïntegreerd in de behuizing van de opslaginrichting. Het is ook mogelijk om verdere ozongenerators te voorzien in de opslaginrichting, bijvoorbeeld een ozongenerator voor het toevoeren van ozon tot in de reststoffencontainer.

Claims (30)

1. Reststoffenverwerkingssysteem voor het persen van reststoffen, welk systeem is voorzien van een volgens een norm vervaardigde standaard reststoffencontainer, bijvoorbeeld de Europese norm EN 840, waarbij het reststoffenverwerkingssysteem is voorzien van een persmechanisme met een uitgang waaronder de standaard reststoffencontainer te positioneren is, waarbij de reststoffenverwerkingssysteem verder is voorzien van een binnenbak die in de standaard reststoffencontainer te bevestigen is, waarbij de binnenbak is vormgegeven zodat de binnenbak bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan de standaard reststoffencontainer en/of is vervaardigd van een materiaal dat bestendiger is tegen de in bedrijf met het persmechanisme uitgeoefende krachten dan het materiaal waarvan de (zij)wanden van de standaard reststoffencontainer zijn vervaardigd.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de binnenbak handmatig losneembaar bevestigbaar is in de reststoffencontainer.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de binnenbak zo uit te voeren dat deze met klemkracht in de standaard reststoffencontainer te bevestigen is.

4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de verbinding tussen de reststoffencontainer en de binnenbak een krachtgesloten verbinding is.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenbak een conischer verloop heeft dan de standaard reststoffencontainer.

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen binnenwand van de standaard reststoffencontainer en de binnenbak minimaal is, dat wil zeggen minder dan 10 cm.

7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de afstand varieert in verticale richting tussen de opening van de standaard reststoffencontainer en de bodem van de standaard reststoffencontainer.

8. Systeem volgens conclusie 6 of 7, waarbij de afstand kleiner is nabij de opening van de standaard reststoffencontainer dan bij de bodem van de standaard reststoffencontainer.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenbak enkel aan de bovenzijde is voorzien van een opening die toegang tot in de binnenbak verschaft.

10. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenbak is vervaardigd van een metaal of een vezel-versterkte kunststof.

11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem is voorzien is van een behuizing voor het verschaffen van een afsluitbare ruimte voor de reststoffencontainer, waarbij het systeem verder is voorzien van een luchtdichte inwerpsluis naar de ingang van het persmechanisme.

12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij de inwerpsluis afsluitbaar is, bijvoorbeeld via RFID.

13. Systeem volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de uitgang van het persmechanisme middels een koppeleenheid is verbonden met de reststoffencontainer.

14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem is voorzien van een koeling en/of ten minste een ozon generator.

15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het persmechanisme voor het persen van reststoffen die via een ingang in te voeren zijn tot in het persmechanisme is voorzien van een eerste perselement alsmede van een tweede perselement die beide boven de uitgang van het persmechanisme zijn opgesteld, waarbij elk perselement is voorzien van een eerste perselementdeel en een een stompe hoek met het eerste perselementdeel insluitend tweede perselementdeel.

16. Systeem volgens conclusie 15, waarbij met de eerste perselementdelen de door de ingang in te voeren reststoffen te ondersteunen zijn en/of de door de uitgang afgevoerde reststoffen tegen te houden zijn.

17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de eerste en tweede perselementen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, waarbij tijdens het verplaatsen van de perselementen ten opzichte van elkaar de reststoffen middels de tweede zich naar elkaar verplaatsende perselementdelen door de uitgang te verplaatsen zijn.

18. Systeem volgens conclusie 15, 16 of 17, waarbij de stompe hoek is gelegen tussen 100 en 170 graden, bij voorkeur 120 en 160 graden.

19. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kleinste dimensie van het persmechanisme zich verticaal uitstrekt.

20. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-19, waarbij de eerste perselementdelen zich in hoofdzaak parallel uitstrekken aan een opening gedefinieerd door de uitgang.

21. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-20, waarbij de tweede perselementdelen zich uitstrekken vanaf de eerste perselementdelen in een van de uitgang afgekeerde richting.

22. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het persmechanisme ten minste drie perselementen omvat.

23. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de reststoffen verpakkingen zijn, bij voorkeur plastic-metaal-drankkarton (PMD) verpakkingen.

24. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-23, waarbij het eerste perselementdeel en het tweede perselementdeel eendelig zijn uitgevoerd.

25. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-24, waarbij elk perselement een strook of ten minste een deel van een buis is.

26. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-25, waarbij ten minste een van de eerste en tweede perselementen roteerbaar om een as verplaatsbaar is.

27. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-26, waarbij elk eerste perselementdeel ten minste gedeeltelijk de vorm van ten minste een deel van een cirkel omvat, en elk tweede perselement zich ten minste gedeeltelijk vanaf het eerste perselementdeel omhoog uitstrekt rondom de rotatie-as, bijvoorbeeld uitstrekt als een helix.

28. Systeem volgens conclusie 27, waarbij het tweede perselement een grotere straal definieert dan het eerste perselement.

29. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-28, waarbij met de eerste perselementdelen een ondersteuning te vormen is voor de door de ingang in te voeren reststoffen, waarbij tijdens het verplaatsen van de perselementen ten opzichte van elkaar de ondersteuning tijdelijk verdwijnt voor het verplaatsen en/of persen van de reststoffen door de uitgang met behulp van ten minste een van de tweede perselementdelen.

30. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-26, waarbij ten minste een van de eerste en tweede perselementen rechtlijnig verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie en vice versa.