NL1027908C2

NL1027908C2 - Ventilatie-inrichting met zelfregelende hulpklep.

Info

Publication number: NL1027908C2
Application number: NL1027908A
Authority: NL
Inventors: Luc Louis Renson
Original assignee: Vero Duco Nv
Priority date: 2004-12-28
Filing date: 2004-12-28
Publication date: 2006-07-03

Description

Ventilatie-inrichting met zelfreeelende hulpklep

De uitvinding betreft een ventilatie-inrichting voor inbouw in de gevel van een gebouw, zoals tussen een kozijn en de aangrenzende geveldelen of tussen een kozijn en 5 een glaspaneel, omvattende een huis waar doorheen zich een ventilatiedoorgang uitstrekt tussen een luchtinlaat en een luchtuitlaat, een klep in de ventilatiedoorgang, bedieningsmiddelen voor het door middel van de klep sluiten danwel vrijgeven van de ventilatiedoorgang alsmede een zelfregelende hulpklep nabij de luchtinlaat welke door middel van een schamiermiddel draaibaar is opgehangen voor het onder invloed van de 10 luchtstroming tenminste gedeeltelijk afsluiten van de ventilatiedoorgang, welke hulpklep een naar de ventilatiedoorgang gekeerde zijde en een daarvan af gekeerde zijde bezit.

Een dergelijke ventilatie-inrichting voor inbouw in een raamkozijn is bekend uit NL-C-1007519. De hulpklep daarvan bevindt zich gewoonlijk in de geopende positie, 15 zodanig dat een ongehinderde, slechts door de stand van de bediende klep in de ventilatiedoorgang bepaalde luchtstroming optreedt. Bij toenemende drukverschillen echter en een relatief sterke luchtstroming kan de hulpklep de ventilatiedoorgang geheel of gedeeltelijk blokkeren. Daardoor moet worden voorkomen dat de doorgelaten luchthoeveelheden te sterk zouden variëren.

20 In de praktijk blijkt echter dat de ventilatie-inrichting met de bekende hulpklep niet optimaal functioneert. De werking van de hulpklep is gebrekkig, zodanig dat zich toch nog sterke wisselingen in de luchthoeveelheden kunnen voordoen. Dat wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat de bekende hulpklep te laat reageert bij plotselinge toenames in de stroomsterkte.

25 Doel van de uitvinding is een dergelijke ventilatie-inrichting te verschaffen waarbij de hulpklep beter en sneller reageert. Dat doel wordt bereikt doordat een omloopdoorgang is voorzien die zich langs het schamiermiddel uitstrekt tussen de ventilatiedoorgang en het gebied grenzend aan de zijde van de hulpklep die is afgekeerd van de ventilatiedoorgang.

30 Als gevolg van de aanwezigheid van de omloopdoorgang kan zich achter de hulpklep geen onderdruk ten opzichte van de ventilatiedoorgang vormen. Daardoor kan de hulpklep ongehinderd verdraaien zodra de luchtstroming door de ventilatiedoorgang 1027908 o 2 dat nodig maakt. De omloopdoorgang zorgt voor een drukvereffening tussen beide zijden van de hulpklep, die de werking daarvan gunstig beïnvloedt.

De omloopdoorgang kan op verschillende manieren tot stand worden gebracht. Volgens een eerste mogelijkheid kan daartoe het schamiermiddel van de hulpklep 5 luchtdoorlatend zijn. Het traditionele schamiermiddel omvat daarentegen een doorlopende kraal/groef verbinding, die vrijwel luchtdicht is. Als mogelijke uitvoering van een dergelijke luchtdoorlatende uitvoering wordt genoemd die waarbij het schamiermiddel van de hulpklep in de langsrichting van het huis onderbroken is. Via de onderbreking is daarbij een omloopdoorgang tot stand gekomen die voldoende groot 10 is om het gewenste effect te verschaffen.

In dat verband kan het schamiermiddel meerdere in de langsrichting van het huis op afstand van elkaar geplaatste houders omvatten. Daarbij kan de hulpklep een hulpklepprofiel omvatten dat een kraalrand bezit, welke kraalrand is opgenomen in overeenkomstig gevormde schamieruitsparingen van de houders. Eventueel kunnen de 15 houders aanslagen bezitten ter bepaling van de maximale hoekverdraaiingen van de hulpklep.

Bij voorkeur omvat het huis tenminste een basisprofiel voorzien van een wand welke uitgestanste uitsparingen bezit, welke uitsparingen zijn gescheiden door dammen die de ventilatiedoorgang overbruggen en welke houders zijn geklikt aan 20 tegenoverliggende randen van de uitsparingen. De houders kunnen elk een steun omvatten die is geklikt tussen de tegenoverliggende randen, en een ten opzichte van de steun uitstekende arm waarin de schamieruitsparing is gevormd.

Gewezen wordt op het ventilatiesysteem met zelfregelende klep zoals bekend uit NL-A-9102132. Deze zelfregelende klep is opgenomen in een klephuis. Bij grotere 25 afmetingen van de ventilatieinrichting moet een aantal van dergelijke hulpkleppen, met elk met een eigen klephuis, naast elkaar worden opgesteld. Nadeel daarvan is dat dit een vanuit het oogpunt van productie een ingewikkelde constructie met relatief veel onderdelen oplevert. In vergelijking daarmee heeft de ventilatieinrichting volgens de uitvinding het voordeel dat de hulpklep over de volledige lengte van de 30 ventilatieinrichting kan doorlopen. Dit voordeel wordt verkregen door het feit dat de hulpklep volgens de uitvinding niet onderbroken behoeft te worden ter plaatse van de houders, doch door kan lopen.

! ,1027908 »

V

3

Vervolgens zal de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.

5 Figuur 2 toont een gedeelte van de ventilatie-inrichting volgens figuur 1 met de hulpklep in gesloten toestand.

Figuur 3 toont een doorsnede volgens III - III van figuur 1.

De in figuur 1 in dwarsdoorsnede weergegeven ventilatie-inrichting volgens de uitvinding omvat een huis 1 waardoor zich een ventilatiedoorgang 2 uitstrekt tussen een 10 inlaat 3 en een uitlaat 4. Het huis is opgebouwd uit een eerste profiel 5 en een tweede profiel 6 die aan elkaar geklikt zijn door middel van de klikverbinding 7. In het tweede profiel 6 is op bekende wijze een klep 8 opgehangen. De bijbehorende, op zich bekende bedieningsmiddelen zijn niet weergegeven.

Nabij de inlaat 3 is verder de zelfregelende hulpklep 9 opgehangen. In de in 15 figuur 1 weergegeven toestand is deze hulpklep 1 vrijwel geheel open. Indien de luchtstroming van de inlaat 3 naar de uitlaat 4 sterk zou toenemen, kan de luchtklep 9 vanzelf naar de dichte stand bewegen zoals weergegeven in figuur 2.

De hulpklep 9 heeft een naar de ventilatiedoorgang 2 gekeerde zijde 10 en een daarvan afgekeerde zijde 11. De hulpklep 9 is opgehangen aan een aantal zich op 20 afstand van elkaar bevindende houders 12. Deze houders 12 omvatten elk een steun 13, die is geklikt in de openingen 14 van het profiel 5. Deze openingen 14 zijn verkregen door uitstansen van de wand 15, waarbij de dammen 16 zijn overgelaten. De steunen 13 zijn in het bijzonder geklikt tussen de onderrand 17 en de bovenrand 18 van de uitsparingen 14 zoals ook weergegeven in figuur 3.

25 Zoals te zien in figuur 1 en 2 is aan elke steun 13 een arm 19 verbonden, die een schamieruitsparing 20 bezit waarin de kraalrand 21 van de hulpklep 9 is opgenomen.

Tussen de armen 19 en boven de kraalrand 21 bevindt zich een vrije omloopdoorgang, waardoorheen lucht kan stromen zoals schematisch is weergegeven met de pijl 22. Deze omloopdoorgang zorgt ervoor dat de ruimte aan de zijde 11 van de 30 hulpklep 9, voortdurend in verbinding is met de ventilatiedoorgang. Daardoor kan de hulpklep 9 op betrouwbare wijze reeds sluiten wanneer de stroming door de ventilatiedoorgang vanaf een bepaalde drempelwaarde toeneemt. Voordeel daarvan is dat de hulpklep 9 steeds op betrouwbare wijze sluit, gezien de drukvereffening die 1027908 4

D

tussen beide zijden 11,10 daarvan tot stand is gebracht vanwege deze omloopdoorgang 23.

1027908

Claims

1. Ventilatie-inrichting voor inbouw in de gevel van een gebouw, zoals tussen een kozijn en de aangrenzende geveldelen of tussen een kozijn en een glaspaneel, 5 omvattende een huis (1) waar doorheen zich een ventilatiedoorgang (2) uitstrekt tussen een luchtinlaat (3) en een luchtuitlaat (4), een klep (8) in de ventilatiedoorgang (2), bedieningsmiddelen voor het door middel van de klep (8) sluiten danwel vrijgeven van de ventilatiedoorgang (2) alsmede een zelfregelende hulpklep (9) nabij de luchtinlaat (3) welke door middel van een schamiermiddel (19, 20) draaibaar is opgehangen voor 10 het onder invloed van de luchtstroming tenminste gedeeltelijk afsluiten van de ventilatiedoorgang (2), welke hulpklep (9) een naar de ventilatiedoorgang gekeerde zijde (10) en een daarvan af gekeerde zijde (11) bezit, met het kenmerk dat een omloopdoorgang (23) is voorzien die zich langs het schamiermiddel (20, 21) uitstrekt tussen de ventilatiedoorgang (2) en het gebied grenzend aan de zijde (11) van de 15 hulpklep (9) die is afgekeerd van de ventilatiedoorgang (2).

2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij het schamiermiddel (20, 21) van de hulpklep (9) luchtdoorlatend is.

3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schamiermiddel (20, 21. van de hulpklep (9) in de langsrichting van het huis (1) onderbroken is.

4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, waarbij het schamiermiddel (20, 21) meerdere in de langsrichting van het huis op afstand van elkaar geplaatste houders (12) 25 omvat.

5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4, waarbij de hulpklep (9) een hulpklepprofiel omvat dat een kraalrand (21) bezit, welke kraalrand (2) is opgenomen in overeenkomstig gevormde schamieruitsparingen (20) van de houders (12). 30

6. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 5, waarbij de houders (12) aanslagen bezitten ter bepaling van de maximale hoekverdraaiingen van de hulpklep (9). 1027908 a V

7. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het huis (1) tenminste een basisprofïel (5) omvat voorzien van een wand (15) welke uitgestanste uitsparingen (14) bezit, welke uitsparingen (14) zijn gescheiden door dammen (16) die de ventilatiedoorgang (2) overbruggen en welke houders (12) zijn geklikt aan 5 tegenoverliggende randen (17,18) van de uitsparingen (14).

8. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 7, waarbij de houders (12) elk een steun (13) omvatten die is geklikt tussen de tegenoverliggende randen (17, 18), en een ten opzichte van de steun (13) uitstekende arm (19) waarin de schamieruitsparing (20) is 10 gevormd.

9. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 4-8, waarbij de houders (12) kunststof omvatten. I 1027908