NL1027804C2 - Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row - Google Patents

Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row Download PDF

Info

Publication number
NL1027804C2
NL1027804C2 NL1027804A NL1027804A NL1027804C2 NL 1027804 C2 NL1027804 C2 NL 1027804C2 NL 1027804 A NL1027804 A NL 1027804A NL 1027804 A NL1027804 A NL 1027804A NL 1027804 C2 NL1027804 C2 NL 1027804C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pots
pot
row
retained
removal
Prior art date
Application number
NL1027804A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1027804A1 (nl
Inventor
Piet Kloosterhuis
Oscar Van Der Lans
Original Assignee
Logiqs Agro B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Logiqs Agro B V filed Critical Logiqs Agro B V
Priority to NL1027804A priority Critical patent/NL1027804C2/nl
Publication of NL1027804A1 publication Critical patent/NL1027804A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1027804C2 publication Critical patent/NL1027804C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/88Separating or stopping elements, e.g. fingers
    • B65G47/8876Separating or stopping elements, e.g. fingers with at least two stops acting as gates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0235Containers
    • B65G2201/0258Trays, totes or bins
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Conveyors (AREA)

Description

WERKWIJZE, BEWERKINGSSTATION EN INRICHTING VAN EEN KAS
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een inrichting van een kas, zoals weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1, alsmede op een kasinrichting en een bewerkingsstation voor genoemde werkwijze en inrichting.
Bij inrichtingen voor kassen heerst veelal terughoudendheid met betrekking tot 10 het volledig automatiseren van de processen in een kas voor gewassen, vanuit de gedachte dat planten zeer kwetsbaar zijn, en het resultaat van de onderneming ten gevolge van plantbeschadigingen negatief kan worden beïnvloed. Dit betekend tot nu toe, met name bij potplanten die een sterke neiging hebben hun wortels over de potrand heen te ontwikkelen, dat potten onderling vast komen te zitten en dat verdere 15 verwerking van het gewas in de kas bemoeilijkt wordt. Bewerkingen van een gewas kunnen inhouden dat de planten op overigens geautomatiseerde wijze tijdelijk dan wel permanent naar een andere plek worden verplaatst voor het ondergaan van een bewerking zoals een gecontroleerde besproeiing. Bij een dergelijke verplaatsing worden de planten doorgaans verplaatst met behulp van geleidemiddelen zoals een 20 transportband met geleiderails. Indien de planten aankomen bij een eindbestemming zoals een bewerkingsstation komt het voor dat potten met bij elkaar in gegroeide wortels storingen of verlies veroorzaken doordat een achterop komende, vastgegroeide pot kapot valt of omvalt en de betreffende machine blokkeert. Dit komt bijvoorbeeld in sterke mate voor bij gewassen als de orchidee Phalaenopsis en de 25 varen Nephrolepis. Hoewel een groot deel van de vergroeiingen ongedaan wordt gemaakt bij het geautomatiseerd uit een houder voor gewassen, bijvoorbeeld een zogenaamde rolcontainer, opnemen van de planten ten behoeve van het verenkelen van de potten voor opname in een rij, komt het bij dergelijke planten voor dat deze ook in de rij nog aan elkaar vast zitten.
30 Verstoring van de werking van een transportsysteem door aan elkaar gegroeide potten is een ongewenste, dure en onaangename omstandigheid, doordat er steeds iemand naar de plek van de verstoring dient te lopen om de storing ongedaan te maken. Bovendien kunnen verdere processen op kostbare wijze verder verstoord raken. Voorafgaand aan de huidige uitvinding zijn dan ook diverse mislukte pogingen 35 gedaan dit euvel op te lossen op een wijze waarbij het niet beschadigd raken van de 1027804 2 planten gegarandeerd is. Hieronder vallen het bekende systeem voor het automatisch op afstand brengen van potten of houders door bij de overgang van een ene (transport-) bandje op een ander bandje, het andere bandje wat sneller te doen rondgaan dan het ene. Bij deze optie is de wrijvingskracht tussen bandje en potje of 5 houder te gering, en wordt de kans op verdere verstoring slechts vergroot. Ook is getracht de opraaprobot voor het in de rij plaatsen van de potten aan te passen, maar deze optie bleek het transportsysteem al te zeer op te houden.
De uitvinding heeft dan ook tot doel op voordelige wijze te komen tot een verenkelingmethode en apparaat welke het hier bedoelde soort planten op veilige 10 wijze, met name zonder bladbeschadigingen en op zeer snelle wijze uit elkaar haalt, zodat het algemeen gebruik van de inrichting van de kas aanmerkelijk verbeterd wordt doordat minder storingen in de transportinrichting optreden.
Volgens de uitvinding wordt zulks gerealiseerd met behulp van een werkwijze waarin de stappen volgens het kenmerkende deel van conclusie 1 zijn opgenomen. Bij 15 een dergelijke werkwijze wordt de verenkeling van de potten, althans de definitieve verenkeling daarvan uitgevoerd in, en als het ware met behulp van het transportsysteem waarin de planten op een bepaald moment in een rij zijn opgenomen. Een dergelijke opzet maakt het mogelijk dat het transport systeem althans nagenoeg niet in snelheid wordt belemmerd. Daarbij kan door de 20 aanwezigheid van een rij een gecontroleerde verenkeling worden verkregen door de plantenpotten of dragers daarvoor uitsluitend in de richting van de rij te manipuleren. Het aanwezig zijn van geleidemiddelen in de rij is hierbij van voordeel. Conform een verder aspect van de uitvinding wordt het doorsnijden van plantendelen vermeden door de potten onderling op actieve wijze, dat wil zeggen met kracht op onderlinge 25 afstand te brengen. Dit op afstand brengen levert op dat de over een pot gegroeide wortels uit de naburige pot worden getrokken, mogelijk deels worden afgebroken, maar ook dat geen schade aan het blad van de plant wordt toegebracht. De bewerking van het op afstand zetten is veilig, doordat bewegingsmiddelen vanaf de zijkant van de rij, dwars op de bewegingsrichting van de potten tussen twee potten en daarmee 30 althans grotendeels onder het bladniveau van de plant worden ingebracht.
De werkwijze kan snel worden uitgevoerd door volgens de uitvinding hetzij met de band mee te bewegen tijdens het uit elkaar zetten van de potten, hetzij door de bewegingen voor het uit elkaar zetten zeer snel uit te voeren, zodanig dat er geen merkbare vertraging op de band ontstaat. Ten einde deze snelheid te realiseren wordt 35 in een verdere uitwerking van de uitvinding de werkwijze en het benodigd apparaat op 3 basis van pneumatische activering uitgevoerd. Gunstigerwi)fs wordt hiermede tevens een voordelig apparaat verkregen in die zin dat pneumatische infrastructuur in kassen doorgaans ruim voorhanden is. Verdere voordelige uitvoering wordt conform een verder aspect van de uitvinding verkregen door de besturing van het benodigde 5 apparaat, althans deels te doen uitvoeren door een centraal besturingssysteem voor de kas, en door het apparaat daarmee dan ook verbonden te doen zi n.
Door de benodigde bewegingen zeer snel uit te voeren kunnen althans zonder wezenlik oponthoud van het transportsysteem alle paren plantenpotten worden behandeld, en kan worden afgezien van een kostbaar en voor foute interpretatie 10 gevoelig detectiemiddel voor het detecteren van vergroeiingen tussen potten. Conform een verder aspect van de uitvinding worden dan ook alle potten althans relatief tegengehouden en op afstand van elkaar gebracht. Bi voorkeur wordt volgens een uitvoering van de uitvinding een pot in absolute zin tot stilstand gebracht zodat een relatief ongecompliceerd en daarmee duurzaam apparaat kan worden verkregen.
15 Met de werkwize en het apparaat volgens de uitvinding wordt in een eerste uitvoering gerealiseerd dat ongeveer 2500 potten per uur worden behandeld, hetgeen zeer acceptabel is ten opzichte van de capaciteit van de transportband waarin het apparaat is opgenomen en welke 3000 potten per uur bedraagt. Dit is des te meer het geval nu dit apparaat een volle arbeidkracht uitspaart hetgeen de productie niet alleen 20 direct ten goede komt maar ook indirect door toename van de flexibiliteit die hierdoor optreedt in een omgeving met schaars of moeili k verkri gbare arbeidskrachten.
De potten worden in het systeem volgens de uitvinding bi voorkeur ten minste over de afstand van een halve potdiameter verplaatst, en bi voorkeur ten hoogste ongeveer twee keer de potdiameter, ten einde enerzi ds een zeer snelle verwerking 25 van de potten te vergemakkeli ken, en ten einde anderzids een grootst mogelike zekerheid van het onderling los van elkaar komen te verkri gen. De uitvinding gaat gunstigerwi s uit van de aanwezigheid van detectiemiddelen voor het detecteren van de aanwezigheid van een pot op de plaats waar deze op afstand van een achterop komende pot wordt geplaatst. Hierbi wordt conform voorkeursuitvoering gebruik 30 gemaakt van een metaal detecterende sensor, zodat met een technisch hoge mate van betrouwbaarheid, en met het oog op kosten gunstig gebruik gemaakt kan worden van de aanwezigheid van een metalen plaat in op zichzelf bekende dragers voor potten.
Het onderling op afstand brengen van de potten gebeurd met behulp van armen 35 en nokken die telkens opnieuw tussen de potten worden gebracht. Bi voorkeur gri pt 4 ten minste een arm of nok een pot aan tussen de bovenste rand daarvan en de bovenzijde van een voor de pot aanwezige drager. Een dergelijke werkwijze zorgt er niet alleen met verhoogde zekerheid voor dat de potten bij het op afstand brengen niet zullen omvallen, maar ook dat de betreffende pot met zekerheid in de drager zal 5 blijven.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld waarin: figuur 1 een doorsnede van de transportbaan is, dwars op de bewegingsrichting van een daarop aanwezige pot en drager daarvoor; 10 figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een op zichzelf bekende drager voor een plantenpot; figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van een bewerkingsstation volgens de uitvinding, voor het op onderlinge afstand plaatsen van potten in een rij; figuur 4 toont de het station volgens figuur 3 in een aanzicht vanuit de 15 bewegingsrichting van de potten;
Figuur 5 is een bovenaanzicht van het bewerkingstation volgens de uitvinding.
In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.
Figuur 1 toont in een dwarsdoorsnede van een transportbaan 1, geleiderails 2 in 20 dwarsdoorsnede, en een drager 3 voor een plantenpot 4 alsmede een plantenpot 4 in vooraanzicht.
Figuur 2 toont in een perspectivisch aanzicht een op zichzelf bekende drager 3, voorzien van positioneringsmiddelen 5, bestemd voor het positioneren van een plantenpot, en hier uitgevoerd in de vorm van vier in hoofdzaak verticaal georiënteerde 25 pilaren. De drager 3 is voorzien van een doorgaans achterop komend plateau 6, althans van parallelle zijvlakken waarmee de drager zich op vaste wijze in de langsrichting van een transportbaan kan oriënteren. In de zijvlakken is een metalen plaat 7 opgenomen welke dienst kan doen voor het identificeren van een drager en voor het detecteren van een drager met behulp van metaal detecterende sensoren.
30 Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een bewerkingsstation 8 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze is bestemd voor opname langs een transportbaan 1, en is daartoe in dit voorbeeld direct op de grond afgesteund. In casu via paren poten 13 en 14 welke hier middels bouten aan vloerankers 15 zijn bevestigd. De werkwijze wordt in dit voorbeeld uitgevoerd met 35 behulp van een arm 9 welke tussen twee potten 4 wordt gestoken. Hiertoe is de arm 9 5 dwars op de transportbaan 1 beweegbaar opgenomen met behulp van een rechtgeleiding welke geïntegreerd is met een activeringsorgaan 11 dat hier pneumatisch is uitgevoerd. Een met in de richting van de transportbaan 1 beweegbare rechtgeleiding 10 welke de arm 9 draagt is met de eerstgenoemde rechtgeleiding 5 verbonden en op overeenkomstige wijze uitgevoerd.
De actuatoren 10 en 11 zijn met de vaste wereld verbonden via een met de poten 14 verbonden console. Dit geldt eveneens voor actuatoren 12A en 12B welke in deze figuur niet nader zichtbare armen ofwel nokken 17A en 17B bedienen. De paren poten 13 en 14 zijn onderling verbonden via de respectieve consoles. Hierdoor 10 ontstaat tussen de vier poten een hechte structuur, terwijl het station voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding toch op betrekkelijk eenvoudige wijze rondom een bestaande transportbaan kan worden opgenomen. Aan een der potenparen is verder een buffervat 16 opgenomen voor het in eerste instantie opvangen van door de actuatoren 10, 11 en 12 verbruikte lucht. Het buffervat 15 voorkomt, althans beperkt geluidoverlast die ten gevolge van in hoge frequentie opererende actuatoren zou kunnen ontstaan.
Figuur 4 toont het object van figuur 3 in een aanzicht conform een dwarsdoorsnee van de transportbaan. Afgezien van diverse benodigde pneumatische ventielen 21, toont de figuur de armen 17 voor het tegenhouden van potten, althans 20 de dragers daarvan. De armen 17 worden door de actuatoren 12 bediend via verticale assen welke zijn opgenomen in een daartoe opgenomen structuur 19 welke de ruimte voor de transportbaan 1 omgeeft. De figuur toont tevens dat de actuatoren 12 horizontaal onder de ruimte voor de transportbaan 1 zijn opgenomen.
In het bovenaanzicht van figuur 5 is voorts te zien dat de inrichting voor het 25 uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding is voorzien van twee armen 17A en 17B voor het tegenhouden van potten op de transportbaan. De armen 17 weerstaan hierbij de wrijvingskracht tussen de dragers 3 en de transportbaan en zijn hiertoe zo laag mogelijk gepositioneerd, in casu op het niveau van de dragers 3. In het bijzonder steken de armen 17A en 17B tussen de transportbaan 1 en de geleiding 2 door. 30 Behalve de verticale assen 18A en 18B is, bij voorkeur in de structuur 19, vrijwel ter hoogte van de ten opzichte van de bewegingsrichting A voorste arm 18A, een niet nader aangeduide sensor opgenomen voor het detecteren van de locale aanwezigheid van een drager 3 dan wel pot 4 indien deze zonder drager op de transportbaan zou zijn geplaatst. In dit voorbeeld is de drager 3 voorzien van een metalen plaat welke 35 door de daarop ingestelde sensor kan worden gedetecteerd.
6
Bij detectie van de aanwezigheid van een drager 3 worden beide pennen 17A en 17B in een voor de dragers blokkerende positie gebracht. De pennen zijn hiertoe via een niet nader weergegeven scharniermechanisme via de assen 18A en 18B met de respectieve actuatoren 12A en 12B verbonden. Bij het blokkeren is de pen 17A 5 werkzaam op de eerste ofwel juist aangekomen drager gericht en blokkeert de tweede pen 17B de daaropvolgende drager 3. Nadat beide pennen in de blokkerende positie zijn gebracht, in casu door verzwenking over een hoek van ongeveer 30 graden vanuit een stand evenwijdig aan de transportband, wordt de arm 9, onder werkzaamheid van de actuator 11 tussen de eerste en tweede pot gebracht, wordt vervolgens de eerste 10 pen 17A teruggezwenkt en wordt de arm 9 met behulp van actuator 10 in de transportrichting 9 bewogen. Aan het eind van de gewenste slag van de arm 9 wordt de arm via actuator 11 ingetrokken en via actuator 10 terugbewogen. Het einde van een slag wordt conform de uitvinding bij voorkeur door middel van de aanwezigheid van een eindschakelaar bepaald. Vervolgens wordt de pen 17B uit zijn blokkerende 15 positie verzwenkt, en wordt de “tweede” pot door de transportband meegevoerd. De verwijdingprocedure herhaald zich doordat de detectiesensor de tweede drager nu in de nabijheid van de eerste pen 17A detecteert en de beschreven procedure nu met de “tweede" en “derde” pot en drager wordt uitgevoerd.
De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens 20 betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.
1027804

Claims (17)

1. Werkwijze voor het verenkelen van plantenpotten (4) voorzien van planten, welke door het naar een naburige pot (4) toegroeien van wortels van de planten, met 5 elkaar verbonden zijn geraakt, volgens welke werkwijze de plantenpotten (4), bij voorkeur via een daartoe bestemde drager (3), kunnen zijn opgenomen in een geleidingssysteem (1, 2) met het kenmerk, dat de potten (4) met behulp van geleidemiddelen (2) in een rij zijn gedrongen, en dat een of meer potten (4), dan wel een of meer betreffende dragers (3) daarvoor, in de rij worden tegengehouden met 10 behulp van daartoe bestemde tegenhoudmiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B), en dat de in de rij en in de bewegingsrichting (A) van de potten aan de tegengehouden pot voorgaande pot, met behulp van daartoe bestemde verwijdermiddelen (9, 10, 11), in de rij ten opzichte van de tegengehouden pot in de bewegingsrichting (A) op vergrootte, althans voorbepaalde afstand wordt gebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het onderling los van elkaar maken van de potten (4) althans primair is gebaseerd op het uit elkaar trekken van de wortels.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat alle potten (4) worden tegengehouden en op onderlinge afstand worden gebracht.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat een pot (4) bij het tegenhouden tot stilstand wordt gebracht.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de potten (4) ten minste over de helft van de diameter van een grootste van twee betrokken potten ten opzichte van de achterste van de twee potten wordt verplaatst.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tegenhoudmiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B) zijn gekoppeld aan een detectiesysteem voor het detecteren van de aanwezigheid van een pot (4) nabij de plaats waar deze dient te worden tegengehouden.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 30 detectiesysteem gebruik maakt van een sensor welke reageert op de aanwezigheid van een in een pot (4), dan wel in een drager (3) voor de pot opgenomen metalen plaat (7). 1027804
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans één van een tegenhoudmiddel (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B) en een verwijdermiddel (9, 10, 11) is voorzien van een arm (9) welke op een pot (4) aangrijpt , tussen de bovenste rand daarvan en de bovenzijde van op zich zelf bekende, in de 5 drager (3) opgenomen, zich overwegend verticaal uitstrekkende i positioneringelementen (5) voor een pot (4). j
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een ; tegenhoudmiddel (9, 10, 11) aangrijpt in de onmiddellijke nabijheid van de bovenste ; rand van de pot (4).
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tevens verwijder- en/of tegenhoudmiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B; 9,10,11) zijn opgenomen in de nabijheid van de onderzijde van de pot (4) dan wel drager (3) daarvoor. | i
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 detectie, tegenhoud, en verwijdermiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B; 9, 10, 11) zijn opgenomen in een langs de geleidingsmiddelen (2) opgenomen bewerkingstation (8) voor de potten (4), welk station (8) voorts is voorzien van activeringsmiddelen (10, 11. 12) voor het in beweging brengen van de tegenhoud- en verwijdermiddelen (9,17).
12. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de 20 activeringsmiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B; 9, 10, 11) pneumatisch zijn uitgevoerd.
13. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de pneumatische activeringsmiddelen een pneumatisch buffervat (16) omvatten.
14. Werkwijze voor het op onderlinge afstand brengen van in een 25 transportsysteem in een rij opgenomen potten, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat telkens na detectie van een pot (4) op een bepaald punt, in een eerste stap twee op elkaar volgende potten (4) worden tegengehouden met behulp van zich vanuit een de rij potten (4) vrij latende uitgangspositie naar de potten (4), dan wel naar daarvoor bestemde dragers (3) toe 30 bewegende tegenhouders (17A, 17B), dat vervolgens een verwijderarm (9) vanuit een de rij potten vrij latende uitgangspositie tussen beide tegengehouden potten (4) wordt gebracht, dat in een derde stap het blokkeringmiddel (17A) voor de voorste pot (4) uit zijn blokkerende stand wordt gehaald, daarbij bij voorkeur in zijn uitgangspositie wordt ^027804 gebracht, dat in een derde stap de een verwijderarm (9) de voorste aanvankelijke tegengehouden pot op voorbepaalde afstand van de tweede tegengehouden pot brengt, dat in een vierde stap de arm (9) in zijn uitgangspositie wordt gebracht, en in een vijfde stap, het blokkeringmiddel (17B) voor de tweede tegengehouden pot naar 5 zijn uitgangspositie wordt gebracht.
15. Inrichting van een kas voor het uitvoeren van eën werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.
16. Kasinrichting, in het bijzonder volgens de voorgaande conclusie, voor de teelt van potplanten, voorzien van geleidingsmiddelen (1, 2) voor het gecontroleerd, dat wil 10 zeggen in een rij verplaatsen van potten in een kas, welke inrichting nabij genoemde geleidingsmiddelen (1, 2) is voorzien van bewerkingsstation (8) voorzien van verwijdermiddelen (17A, 17B; 18A, 18B, 12A, 12B; 9,10, 11) voor het ten opzichte van elkaar verwijderen en tegenhouden van de respectieve potten (4) van een paar elkaar in de rij opvolgende potten, welke verwijdermiddelen tegenhoudmiddelen (17A, 17B) 15 en relatieve verplaatsingsmiddelen (9) omvatten, en welke middelen telkens aangrijpen op de voor- respectievelijk achterzijde van een pot (4), dan wel van de drager (3) waarin een pot (4) bij voorkeur is opgenomen, en welke middelen tot effect hebben dat in een naburige pot gegroeide wortels althans in vergaande mate worden losgetrokken dan wel afgebroken.
17. Bewerkingsstation (8) voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der voorgaande werkwijze conclusies, in het bijzonder volgens de voorgaande conclusie voor een kasinrichting. y027804
NL1027804A 2004-12-16 2004-12-16 Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row NL1027804C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027804A NL1027804C2 (en) 2004-12-16 2004-12-16 Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027804A NL1027804C2 (en) 2004-12-16 2004-12-16 Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row
NL1027804 2004-12-16

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1027804A1 NL1027804A1 (nl) 2006-06-28
NL1027804C2 true NL1027804C2 (en) 2006-09-11

Family

ID=36928450

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027804A NL1027804C2 (en) 2004-12-16 2004-12-16 Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027804C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1033405C2 (nl) * 2007-02-16 2008-08-19 Logiqs Agro B V Kasinrichting en bloempothouder daarvoor.
CN112441394B (zh) * 2019-08-27 2022-08-23 杭州三花研究院有限公司 一种零部件分拣装置和零部件分拣方法

Also Published As

Publication number Publication date
NL1027804A1 (nl) 2006-06-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101414188B1 (ko) 반송차 및 반송 방법
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
JP6526041B2 (ja) 荷降ろしシステム、およびタイヤトレッド搬送機の荷降ろし方法
US20140166435A1 (en) Apparatus and Method of Egg Transfer Within an Egg Handling Machine
JPS5827172B2 (ja) カキンノイソウソウチ
DK3079477T3 (en) COMBINATION OF ANIMAL FEEDING DEVICE AND REMOVAL AND A PROCEDURE FOR OPERATING SUCH A COMBINATION
WO2012148278A1 (en) Device for processing agricultural products
CA3182076A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL1027804C2 (en) Plant pot sorting method, used in greenhouses, comprises arranging pots into row and holding pots with retaining mechanism while moving front pot away from row
JP7524217B2 (ja) オーバーハングレール搬送システム
NL1031333C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van bloemen.
US6681917B2 (en) Method and device for conveying objects
NL1028749C2 (nl) Rozenverwerking.
NL2016464B1 (en) Harvesting machine.
US6978882B2 (en) Device for automated manipulation of articles
NL1026753C2 (nl) Oogstinrichting.
NL1012232C2 (nl) Werkwijze, inrichting en ophangorgaan voor het op directe of indirecte wijze positioneren van karkassen en karkasdelen van groot vee, zoals varkens en runderen.
US4418814A (en) Finger cookie orienting apparatus
BE1027324B1 (nl) Selectie-inrichting voor zaailingen
NL2010654C2 (nl) Oogstsysteem voor het oogsten van langstelige gewassen.
NL1021282C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten.
GB2079712A (en) Method and apparatus for removal of gambrels from carcasses
NL2010665C2 (nl) Transporteerinrichting voor het verwerken van geoogste langstelige gewassen, alsmede een gerelateerde werkwijze en een oogstverwerkingssysteem.
NL1020548C2 (nl) Pootmachine en werkwijze voor het met relatief hoge snelheid poten van al dan niet ontkiemde planten.
NL1020550C2 (nl) Flexibele pootmachine voor het poten van al dan niet ontkiemde planten.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20060705

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701