NL1025960C2 - Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1025960C2
NL1025960C2 NL1025960A NL1025960A NL1025960C2 NL 1025960 C2 NL1025960 C2 NL 1025960C2 NL 1025960 A NL1025960 A NL 1025960A NL 1025960 A NL1025960 A NL 1025960A NL 1025960 C2 NL1025960 C2 NL 1025960C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
fiber material
flexible element
edges
mold
Prior art date
Application number
NL1025960A
Other languages
English (en)
Inventor
Andries Jan Miedema
Original Assignee
Spectralyte Res & Dev B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Spectralyte Res & Dev B V filed Critical Spectralyte Res & Dev B V
Priority to NL1025960A priority Critical patent/NL1025960C2/nl
Priority to DE602005010069T priority patent/DE602005010069D1/de
Priority to ES05733752T priority patent/ES2314647T3/es
Priority to DK05733752T priority patent/DK1744862T3/da
Priority to AT05733752T priority patent/ATE409566T1/de
Priority to EP05733752A priority patent/EP1744862B1/en
Priority to US11/578,508 priority patent/US20080116607A1/en
Priority to PCT/NL2005/000252 priority patent/WO2005099989A1/en
Priority to PL05733752T priority patent/PL1744862T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025960C2 publication Critical patent/NL1025960C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C70/00Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts
    • B29C70/04Shaping composites, i.e. plastics material comprising reinforcements, fillers or preformed parts, e.g. inserts comprising reinforcements only, e.g. self-reinforcing plastics
    • B29C70/28Shaping operations therefor
    • B29C70/40Shaping or impregnating by compression not applied
    • B29C70/42Shaping or impregnating by compression not applied for producing articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C70/44Shaping or impregnating by compression not applied for producing articles of definite length, i.e. discrete articles using isostatic pressure, e.g. pressure difference-moulding, vacuum bag-moulding, autoclave-moulding or expanding rubber-moulding
    • B29C70/446Moulding structures having an axis of symmetry or at least one channel, e.g. tubular structures, frames

Description

»
WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR VERVAARDIGEN VAN EEN 5 VOORTBRENGSEL UIT COMPOSIET MATERIAAL
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het impregneren van een laag vezelmateri-aal met een uithardbare vloeistof om een voortbrengsel, in 10 het bijzónder een staander, zoals een lantaarnpaal of een lichtmast of een paal van een stoplicht, een verkeersbord, etc., uit composiet materiaal te verkrijgen.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn algemeen bekend voor het vormen van voortbrengselen uit composiet 15 materiaal, zoals windmolenwieken, scheepsrompen, etc. Hierbij kan op diverse manieren het vezelmateriaal worden geïmpregneerd met de uithardbare vloeistof, meer in het bijzonder een hars, waarbij in alle de uitvinders bekende gevallen gebruik wordt gemaakt van een vormvast maldeel, waartegen een laag 20 vezelmateriaal wordt aangebracht, voorafgaande aan het impregneren daarvan met de vloeistof.
De bekende technieken hebben een aantal nadelen. Zo is het nagenoeg onmogelijk om ronde, holle of cilindervormig holle objecten te produceren zonder eerst tussenproducten te 25 vormen, die in op elkaar aansluitende toestand het gehele uiteindelijk gewenste voortbrengsel kunnen vormen. Zo zullen lantaarnpalen en vlaggenmasten over de volle lengte daarvan bijvoorbeeld diametraal tegenover elkaar twee naden zijn gelegen, waar de half-cilindervormige tussenproducten aan 30 elkaar zijn bevestigd om het uiteindelijke voortbrengsel, zoals de lantaarnpaal of de vlaggenmast te verkrijgen.
Opgemerkt wordt, dat dit in ieder geval qua sterkte en botsingsbestendigheid in het geval van lantaarnpalen als 1025960 9 » 2 te produceren voortbrengselen een onvoldoende sterk product oplevert. Vandaar dat de producenten van producten, waar de stijfheid en de sterkte van de te produceren producten een zeer belangrijke rol speelt, in het verleden altijd nog heb-5 ben gekozen voor het produceren van die producten uit staal, aluminium, etc. Wel zijn vlaggenmasten bekend uit composiet materiaal, maar daarbij zijn de eisen met betrekking tot sterkte en botsingsbestendigheid bijvoorbeeld nagenoeg geen factor. Bovendien mag een vlaggenmast buigen in de wind, 10 hetgeen voor een lantaarnpaal geheel en al ongewenst is.
Met de uitvinding is derhalve beoogd een werkwijze en een inrichting te verschaffen, waarmee vele nieuwe toepassingsgebieden van composiet materiaal kunnen worden opengebroken, omdat met de werkwijze en de inrichting volgens de 15 uitvinding verkregen voortbrengselen in alle opzichten verbeterde eigenschappen vertonen. De werkwijze en de inrichting voor het produceren van dergelijke voortbrengselen uit composiet materiaal zijn aldus gedefinieerd in de onafhankelijke conclusies 1 en 12.
20 Met de werkwijze en inrichting worden de doelstel lingen van de onderhavige uitvinding bereikt.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kent vele voorkeursuitvoeringsvormen en verbijzonderingen, die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies 2-11. Met een 25 werkwijze volgens conclusie 2 wordt de uiteindelijke vorm van het te produceren voortbrengsel in hoofdzaak gedefinieerd door het samenspel tussen het plooibare element en het druk-lichaam, dat het plooibare element in de gewenste vorm brengt. Als gevolg van dit samenspel is het zeer goed moge-30 lijk om een gewenste vorm van het uiteindelijke voortbrengsel goed te definiëren. Dit vindt plaats zonder gebruik te maken van een kostbare, vormvaste mal.
1025960 3 t
Volgens conclusie 3 is een dergelijk druklichaam opblaasbaar en omvat de stap van het opspannen van het plooibare element het opblazen van het druklichaam. Het element, dat in feite de mal vormt, is weliswaar plooibaar maar zo min 5 mogelijk rekbaar, zodat het opblazen van het druklichaam tot gevolg heeft, dat de vormgeving van het plooibare element nog altijd bepalend is voor het definiëren van de vorm van het uiteindelijk te produceren voortbrengsel.
Daarbij kan het opspannen van het plooibare element 10 omvatten: het verschaffen van het plooibare element in een op voorhand bepaalde vlakke vorm en het sluiten van het plooibare element om het druklichaam heen onder insluiting van de laag vezelmateriaal door aansluiting van het geselecteerde zijden of randen van het plooibare element op elkaar. In een 15 dergelijke uitvoeringsvorm kan een grote verscheidenheid aan vormgevingen van het uiteindelijk te produceren voortbrengsel worden verwezenlijkt.
Bijvoorbeeld, als de vlakke vorm van het plooibare element die van een parallelle pipidum is, kan een cilinder-20 of kegelvormig voortbrengsel, zoals een lantaarnpaal of een vlaggenmast, op eenvoudige wijze worden verwezenlijkt met op elkaar aansluitende zijden of randen van het plooibare element, die tegen over elkaar zijn gelegen. Daarbij kan het gunstig zijn, wanneer het druklichaam een in hoofdzaak of bij 25 benadering cilindervormig langgerekte zak is. De langgerekte zak definieert dan de holle ruimte in het binnenste van het uiteindelijk te produceren voortbrengsel.
Verder is het mogelijk, dat het aansluiten van de zijden.of randen van het plooibare element omvat: het langs 30 die zijden of randen aanbrengen van klemmiddelen en het sluiten van de klemmiddelen. Aldus wordt het plooibare element gesloten om het druklichaam heen onder insluiting van de laag vezelmateriaal om die vervolgens te kunnen impregneren.
· \ i 1025960 4 f
Als alternatief voor of als aanvulling op de klemmid- Ί delen kunnen ook willekeurig andere sluitmiddelen bij zijden of randen van het plooibare element zijn aangebracht. Deze dienen voor het sluiten bij de vrije randen of zijden van het 5 plooibare element van de ruimte, waarin de laag vezelmateri-aal is opgenomen, zodat daarin een onderdruk kan worden verwezenlijkt.
De klemmiddelen kunnen via ten minste één koppeling zijn verbonden met een gestel, waarbij de werkwijze verder 10 omvat het na het impregneren loskoppelen van de koppeling met de vloeistof in een nog niet uitgeharde toestand en het van het gestel wegnemen van de klemmiddelen voor verdere behandeling, bijvoorbeeld een warmtebehandeling, van de laag met vloeistof geïmpregneerd vezelmateriaal met voortbrengsel te 15 verschaffen. Aldus is het gestel bijna direct na het impregneren van de laag vezelmateriaal opnieuw te gebruiken, wanneer in een doorlopend proces nieuwe koppelingen en klemmid-delen, evenals een nieuw plooibaar element in samenhang met het gestel worden gebracht. Het direct daarvoor als mal voor 20 een voorgaand voortbrengsel gebruikte plooibare element wordt in opgespannen toestand onderworpen aan bijvoorbeeld een warmtebehandeling voor het laten uitharden van de uithardbare vloeistof, waartoe het gestel niet "bezet" blijft, maar direct dus beschikbaar is voor een volgend productieproces.
25 Tot slot wordt opgemerkt, dat het in het kader van de onderhavige uitvinding mogelijk is om een plaats met een klep- of dekselvorm aan te brengen tussen het plooibare element en de laag vezelmateriaal om in het buitenoppervlak van het voortbrengsel althans een contour van een toegangsopening 30 te definiëren. Een dergelijke toegangsopening kan, in het geval van een lantaarnpaal, een met een deksel af te sluiten gat zijn, waardoorheen toegang te verkrijgen is tot de elektrische leidingen in het binnenste van de lantaarnpaal. In 1025960 * V · » .· β » 5 het geval van een vlaggenmast kan een dergelijke toegangsluik worden gebruikt om in het binnenste van de vlaggenmast gespannen lijnen of kabels te bedienen.
Een inrichting volgens de onderhavige uitvinding 5 heeft de middelen voor het uitvoeren van althans de in de onafhankelijke conclusie 1 gedefinieerde stappen. Bij voorkeur vertoont een dergelijke inrichting tevens middelen voor het verwezenlijken van in de afhankelijke conclusies 2-11 gedefinieerde stappen.
10 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een geprefereerde uitvoeringsvorm daarvan, die in de bij gevoegde tekeningen is getoond, doch waartoe de onderhavige uitvinding niet is beperkt, waarbij in de diverse tekeningen dezelfde referentienummers zijn gebruikt voor 15 gelijke of gelijksoortige onderdelen en componenten, en waarin: fig. 1 een zijaanzicht toont van een lantaarnpaal als mogelijke uitvoeringsvorm van een voortbrengsel als eindproduct van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, 20 geproduceerd met een dienovereenkomstige inrichting; fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van een sectie II van de in fig. 1 weergegeven lantaarnpaal; fig. 3 een aanzicht toont ter verduidelijking van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; 25 fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van een inrichting als mogelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 5 de in fig. 4 weergegeven inrichting in bedrijf toont; 30 fig. 6 een doorsnedeaanzicht van een met VI aangeduid detail van klemmiddelen van de inrichting van fig. 5 toont; fig. 7 een perspectivisch aanzicht toont van de elementaire werking van de onderhavige uitvinding; en 10 2,5 96 0 .....· f*' v. | 4 4 6 fig. 8 schematisch een geautomatiseerd productieproces weergeeft; en fig. 9 een alternatief weergeeft ten opzichte van in het bijzonder de uitvoeringsvorm van fig. 6 met daarin aan-5 grijpingsmiddelen.
De in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van een lantaarnpaal 1 van een voortbrengsel, dat te verkrijgen is met een werkwijze ën een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, omvat een staander 2 met daarin een door een deksel 10 3 afgesloten toegangsopening en vérder een lichtkap 4. In het bijzonder de staander 2 is te verkrijgen met een werkwijze en een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. In fig. 2 is de staander 2 weergegeven. Duidelijk is getoond, dat de staander 2, zoals die in fig. 2 is getoond, een kegelvorm 15 heeft, waarbij wordt opgemerkt, dat het aanzicht van fig. 2 sterk is gecomprimeerd in de lengterichting van de staander 2. Verder is het deksel 3 in het aanzicht van fig. 2 verwijderd, waarbij duidelijk blijkt, dat achter het deksel 3 een toegangsopening 5 is gelegen. Daarlangs kan toegang worden 20 verkregen tot bedrading en dergelijke, die zich in de staander 2 bevindt. De toegangsopening 5 is begrensd door een flens 6, die aansluit op een rand 7, die op zijn beurt overgaat in het buitenoppervlak van de staander 2. Het deksel 3 uit fig. 1 komt te liggen tegen de flens 6, en de rand 7 25 heeft een dikte, die overeenkomt met die van het deksel 3. Aldus kan.ook ter plaatse van een dergelijke deksel 3 een nagenoeg vlak buitenoppervlak worden verkregen zonder uitstekende delen of scherpe randen.
In fig. 1 wordt een verbindingsstuk 8 gebruikt voor 30 de overgang tussen de staander 2 en de lichtkap 4. Lichtkap-pen 4 en dergelijke verbindingsstukken 8 vormen geen specifiek onderwerp in het kader van de onderhavige uitvinding, die voornamelijk de productie van de staander 2 betreft.
1025960 7 t
Derhalve zullen de lichtkap 4 en het verbindingsstuk 8 niet nader worden beschreven, te meer omdat dit ook in de techniek algemeen bekende constructies zijn.
In fig. 3 is schematisch het productieproces voor de 5 in fig. 2 getoonde staander weergegeven. Daarbij wordt een trapezoidaal stuk folie 9, bijvoorbeeld van mylar, gebruikt. Aan twee tegenover elkaar gelegen randen van de folie 9 zijn montagelatten 10 aangebracht. Aan de zijden zonder montagelat 10 zijn sluitmiddelen vormende cilinders 11, 12 aangebracht, 10 waartussen zich een hulsvormige folielaag 13 uitstrekt, die om de buitenste randen van de cilinders 11, 12 is geslagen en aldaar is gefixeerd, bijvoorbeeld met dubbelzijdig klevend tape. Dergelijke tape wordt ook gebruikt voor het later in het productieproces vastzetten van de folie 9 en is in fig. 3 15 aangeduid met referentienummer 14. Wanneer de folie 9 om de cilinders 11, 12 wordt geslagen of gerold, hecht deze aan de dubbelzijdig klevende tape 14, zodat tussen de folielaag 13 en de folie 9 een ruimte met daarin een onderdruk of vacuüm kan worden gecreëerd. De cilinder 11 bevat een aansluiting 15 20 voor het daarop aansluiten van een pomp of iets dergelijks om die ruimte tussen de folie 9 en de folielaag 13 op onderdruk te brengen. In die ruimte wordt ten minste één laag glasve-zelmateriaal 16 om de folielaag 13 geslagen, nadat hieromheen eerst een op zich in de techniek bekend doorstroomgaas 17 is 25 aangebracht. Voor het aanbrengen van het doorstroomgaas 17 en de laag glasvezelmateriaal 16 is bij voorkeur een opblaasbare zak als uitvoeringsvorm van een mogelijk druklichaam, in enige mate opgepompt. Aldus wordt de uiteindelijke vorm van de staander 2 ten minste bij benadering bereikt en kunnen de 30 lagen van het doorstroomgaas 17 en de laag glasvezelmateriaal 16 op een handige manier om de folielaag 13 worden aangebracht. Daarna wordt de folie 9 hieromheen gesloten of geslagen, waarbij de randen van de folie 9 zonder montagelatten 1025960 ’ .‘..f * · - » 8 10 dus worden aangegrepen door de dubbelzijdig klevende tapes 14, en de randen van de folie 9 met de montagelatten 10 op hieronder nader te beschrijven wijze op elkaar worden aangesloten.
5 Verder is nog tussen de hulsvormige folielaag 13 en het doorstroomgaas 17 een slang 19 gelegd, die op geselecteerde plaatsen tussen de tapes 14 uitstroomopeningen voor uit te harden vloeistof, in het bijzonder hars, bevat. Met behulp van het doorstroomgaas 17 en als gevolg van het in de 10 ruimte tussen de folie 9 en de folielaag 13 aan te leggen onderdruk wordt dergelijke hars goed verspreid door de laag glasvezelmateriaal 16, welke verspreiding van hars veel homogener en sneller plaatsvindt, dan wanneer dit handmatig met kwasten zou gebeuren. Dit is een op zich bekende techniek 15 voor bijvoorbeeld wieken van windmolens, waarbij dan in die bekende techniek een vormvaste, stijve, harde mal werd toegepast. In dit verband wordt bijvoorbeeld gewezen op het Amerikaans octrooischrift 4.902.215, zodat een verdere beschrijving van het mechanisme van het verspreiden van hars door de 20 laag glasvezelmateriaal 16 achterwege kan blijven.
Verder wordt opgemerkt, dat een dekselvormige plaat 20 wordt aangebracht tussen de folie 9 en de laag glasvezelmateriaal 16. Omdat de laag folie 9 wel plooibaar, maar niet elastisch is, waartoe bijvoorbeeld een materiaal als mylar 25 bij uitstek geschikt is, laat een dergelijke dekselvormige plaat 20 een indruk achter in de laag glasvezelmateriaal 16, welke indruk overeenkomt met de rand 7 in fig. 2. Het glasvezelmateriaal van de laag 16 wordt ter plaatse van de dekselvormige plaat 20 niet onderbroken om ook de verspreiding van 30 de hars ter plaatse van de dekselvormige plaat 20 niet te belemmeren. Na voltooiing van de staander 2 kan dan met een zaag de toegangsopening 5 worden aangebracht.
1025960 . *' f* . * - ····.* .. ·. ., 0 9
Fig. 4 toont een inrichting 21, of althans een gedeelte daarvan, voor het verwezenlijken van althans de meest essentiële stappen van de werkwijze volgens de uitvinding, zoals die hierboven reeds in hoofdzaak is beschreven. De 5 inrichting 21 omvat een gestel 22. Bij wijze van optie zijn daaraan schotten 23 getoond, welke schotten 23 aan de bovenzijde een boogvormige rand hebben, waarin het samenstel, zoals dat in fig. 3, kan worden gelegd. Verder zijn aan het ^ gestel 2.2 beugels 24 aangebracht, waaraan scharnierbaar armen j 10 25 zijn gemonteerd, die onder inwerking van cilinders 26 scharnierbaar zijn. Er zijn twee sets armen 25, die elk een sluitprofiel 27 dragen, waarbij de sluitprofielen 27 klemmid-delen vormen voor het op elkaar aan laten sluiten van de zijkanten van de folie 9 in fig. 3, waar montagelatten 10 15 zijn aangebracht. Dit is nader weergegeven in fig. 6.
Opgemerkt wordt, dat de hoogte van de scharnierpunten 28 van de armen 25 aan de beugels 24 instelbaar is om de kegelvorm van de staander 2 in fig. 2 te bewerkstelligen en in te stellen, zonder maatregelen of aanpassingen aan de 20 sluitprofielen 27. Als het samenstel van fig. 3 wordt geplaatst in de inrichting van fig. 4, wordt de opstelling .........verkregen, zoals die in fig. 5 is getoond. Daarbij wordt tussen de sluitprofielen 27 gebruik gemaakt van een H-vormig dichtingsprofiel 29 en worden aan de uiteinden van de sluit-25 profielen 27 kappen 30 aangebracht om de ruimte, die wordt ingesloten door de sluitprofielen 27, ook op onderdruk te kunnen brengen met behulp van een bijvoorbeeld op een pomp aangesloten leiding 31. Op de aansluiting 15 is een soortgelijke leiding 32 aangebracht, die eveneens met een pomp of 30 iets dergelijks kan zijn verbonden voor het verschaffen van onderdruk in de ruimte tussen de folie 9 en de hulsvormige folielaag 13. Verder is ook een leiding 33 verschaft voor het 1025960 10 * opblazen van de zak 18, waarvan een uiteinde is weergegeven in fig. 3.
De zak is ook te zien in het aanzicht van fig. 7, dat in hoofdzaak identiek.is aan het aanzicht van fig. 5, maar 5 dan zonder de inrichting 21. Aanvullend is daarin nog weergegeven, dat een extra stuk 34 doorstroomgaas 17 is aangebracht ter plaatse van de aansluiting 15, zodat de aansluiting 15 niet wordt afgesloten door folielaag 13 en de afzuiging via de slang 32 en de aansluiting 15 invloed heeft op alle lucht 10 in de door de folielaag 13 en de folie 9 ingesloten ruimte, waar de laag glasvezelmateriaal 16 zich bevindt. Ook is in - fig. 7 weergegeven, dat de slang 19 zich nagenoeg over de gehele lengte van de te vormen staander 2 uitstrekt onder het doorstroomgaas 17.
15 In fig. 8 is nog een aanvullende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding schematisch getoond. Daarbij zijn in de armen 25 koppelstukken 35 aangebracht, die loskoppelbaar zijn. Daarbij kan een grijparm 36 worden neergelaten op de sluitprofielen 27, die aldus tegen 20 elkaar aangeklemd worden. De diverse leidingen 31-33 en 19 worden afgesloten, als het impregneren voltooid is. Op het uitharden na bevindt zich dan in de folie 9 een voltooid product, dat slechts nog het uitharden van de uithardbare vloeistof, bijvoorbeeld hars, behoeft. Daartoe hoeft het 25 gestel 22 van de inrichting 21 echter niet bezet te blijven, waartoe de koppelingen 35 zijn aangebracht. Voor het uitharden van de vloeistof, hars, wordt derhalve de grijparm 36 neergelaten op de sluitprofielen 27, die deze tegen elkaar aanhoudt. Vervolgens kan de grijparm 36 zijwaarts worden 30 verplaatst in de richting van pijl B, waarbij het nog uit te harden composiet materiaal aan een behandeling kan worden onderworpen, bijvoorbeeld een warmtebehandeling, die schematisch is aangeduid met pijl C. In de tussentijd kan een 10 25 96 n t 11 nieuwe set sluitprofielen 27 aan de armen 25 van de inrichting 21 worden aangebracht door middel van de koppelingen 35, die daar slechts schematisch in fig. 8 zijn weergegeven.
Aldus kan de inrichting 21 continu worden gebruikt zonder te 5 hoeven wachten op het uitharden van het voortbrengsel, dat daarin is vervaardigd. Reeds vervaardigde producten of voortbrengselen worden in de richting van pijl D getransporteerd naar een uitpakstation, waar de folie 9 wordt verwijderd om de staander 2 bloot te leggen. Ter plaatse van de dekselvor-10 mige plaat 20 is dan een uitsparing gecreëerd met randen 7, zoals die in fig. 2 ook te zien is. Er dient dan slechts nog een gat te worden gezaagd om de sluitopening 5 te creëren en de flenzen 6 over te houden. Ter plaatse van de locatie waar de dekselvormige plaat 20 was geplaatst, is een verdikking 37 15 gevormd, die in fig. 8 ook is getoond.
In fig. 9 is een alternatieve configuratie getoond ten opzichte van fig. 6. Het betreft een alternatief dichtingssysteem 38, waarin het H-vormige profiel kan komen te vervallen en waarbij gelijktijdig vanuit het dichtingspro-20 fiel een kanaal wordt verschaft voor het verspreiden van hars langs de lengte van de lichtmast of lantaarnpaal, die geproduceerd wordt. De configuratie 38 omvat sluitprofielen 39, die aan de van het folie 9 afgekeerde zijde tegen elkaar aan kunnen worden gedrukt met daartussen dichtingsmiddelen, zoals 25 dichtingsstroken 40, die bijvoorbeeld kunnen zijn vormgegeven als snoeren van hetzelfde materiaal, als waarvan O-ringen worden vervaardigd. Daarbij is het folie 9 voorzien van gaten langs de rand daarvan, welke gaten over pennen 41 dienen te worden gelegd, waarna aanvullende profielen 42 met uitspa-30 ringen 43 ook op de pennen 41 kunnen worden gedrukt, en daarna worden de sluitprofielen 39 tegen elkaar aangedrukt. De aanvullende profielen 42 hebben op diverse plaatsen ook 1025960 » 12 dichtingsmiddelen of stroken om een goede afdichting van het binnenste van de ruimte, die wordt ingesloten door de sluit-profielen 39, te verwezenlijken ten opzichte van de ruimte, waarin zich het glasvezelmateriaal bevindt, dat met de kunst-5 hars moet worden geïmpregneerd.
Hierbij wordt opgemerkt, dat aan de onderzijde de sluitprofielen 39, dat wil zeggen aan de zijde waar het folie 9 loopt uit het door de sluitprofielen 39 opgespannen ruimte, niet geheel tegen elkaar aansluiten. Aldaar is tussen de 10 sluitprofielen 39 een doorgang 44 vrij voor doorstroming van kunsthars. Een dergelijke opening is bijvoorbeeld maar 1 mm breed. Boven die opening 44 bevindt zich een kanaal 45, waar doorheen het kunsthars kan vloeien of stromen. Op elke willekeurige gewenste afstand langs de lengte van de te vormen 15 lichtmast of staander kan daarbij kunsthars uit het kanaal 45 stromen door de opening 44 heen om het daaronder gelegen glasvezelmateriaal te impregneren. Aldus is een aanzienlijke vereenvoudiging verschaft ten opzichte van de eerdere uitvoeringsvormen, waarbij telkens een aanvullend systeem nodig is 20 of was om een adequate toevoer van kunsthars te verwezenlijken.
Verder wordt nog opgemerkt, dat in de door de sluitprofielen 39 opgespannen ruimte 46, voor zover afgesloten van het kanaal 45 door de aanvullende profielen 42, een schut-25 vacuüm nodig is of in ieder geval door de uitvinders wenselijk wordt geacht.
Na kennisneming van het voorgaande zullen zich vele aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen opdringen aan de vakman, die echter allen deel uitmaken van de onderhavige 30 uitvinding, tenzij dergelijke aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen afwijken van de essentie van de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusies. Zo is het mogelijk, dat de opblaasbare zak in het binnenste van 7025960 .' J— · ✓ · · . · . V y ' « 0 13 het in fig. 3 getoonde samenstel wordt vervangen door een kegelvormige buis of een massief element. De folie is beschreven als plooibaar, maar kan daarnaast ook een op voorhand bepaalde mate van elasticiteit vertonen, maar de vlakke 5 vorm daarvan is bepalend voor het verkrijgen van het uiteindelijke voortbrengsel, De mate van elasticiteit, voor zover op voorhand bekent, kan nog altijd leiden tot goed reproduceerbare voortbrengselen, afhankelijk van de vormgeving en uitvoeringsvorm van de gekozen middelen voor het opspannen 10 van het plooibare element, etc. Het toepassingsgebied van de uitvinding is ook veel ruimer dan alleen lantaarnpalen en lichtmasten. Ook vallen onder de uitvinding palen voor verkeersborden of voor stoplichten, richtingsborden, en andere staanders in het algemeen, en botsingsveilige staanders in 15 het verkeer in het bijzonder.
1025960

Claims (12)

1. Werkwijze voor het impregneren van een laag vezel-5 materiaal met een uithardbare vloeistof om een voortbrengsel, in het bijzonder een staander zoals een lantaarnpaal of lichtmast of een paal voor een stoplicht, een verkeersbord of voor een richtingaanwijzer, uit composiet materiaal te verkrijgen, omvattende: 10. het verschaffen van een mal; - het aanbrengen van een laag van het vezelmateriaal tegen een oppervlak van de mal; - het over het vezelmateriaal aanbrengen van een deklaag om de laag vezelmateriaal in te sluiten tussen de mal en de 15 deklaag; - het verschaffen van de uithardbare vloeistof; en - het op onderdruk brengen van de door de mal en de deklaag gedefinieerde ruimte ter bevordering van verspreiding van de vloeistof door de laag vezelmateriaal heen, 20 waarbij de mal is gevormd door een plooibaar element en de werkwijze verder omvat: het in een gewenste vorm opspannen van het plooibare element.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het opspannen van de mal omvat: het aan de tegenover het plooibare 25 element ten opzichte van de laag vezelmateriaal aanbrengen van een druklichaam om onder inklemming van de laag vezelmateriaal het plooibare element in de gewenste vorm op te spannen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het druk- 30 lichaam opblaasbaar is en de stap van het opspannen van het t plooibare element omvat het opblazen van het druklichaam.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij het in de gewenste vorm opspannen van het plooibare element omvat: 102596Π 4 ' - * I 4» het verschaffen van het plooibare element in een op voorhand bepaalde vlakke vorm; en het sluiten van het plooibare element om het druklichaam onder insluiting van de laag vezelma-teriaal door aansluiting van geselecteerde zijden of randen 5 van het plooibare element op elkaar.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de vlakke vorm van het plooibare element die van een parallellepipedum is.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, omvattende het op 10 elkaar aansluiten van twee tegenover elkaar gelegen randen van het parallellepipedum-vormige plooibare element, waarbij het voortbrengsel hol en in hoofdzaak kegel- of cilindervormig is, zoals een lantaarnpaal.
7. Werkwijze volgens conclusies 3 en 6, waarbij het 15 druklichaam een in hoofdzaak of bij benadering cilindervormige langgerekte zak is.
8. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 4 tot en met 7, waarbij het aansluiten van de zijden of randen van het plooibare element omvat: het langs 20 die zijden of randen aanbrengen van aangrijpings- of klemmid-delen, en het bekrachtigen van de aangrijpingsmiddelen of het sluiten van de klemmiddelen.
9. Werkwijze volgens ten minste één van de conclusies 4 tot en met 8, verder omvattende het aanbrengen sluitmidde- 25 len bij vrije zijden of randen van het plooibare element, bij welke vrije randen geen aangrijpings- of klemmiddelen zijn aangebracht.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij de aangrijpings- of klemmiddelen via ten minste één koppeling 30 (35) zijn verbonden met een gestel, en de werkwijze verder omvat: het na het impregneren loskoppelen van de koppeling met de vloeistof in een nog niet uitgeharde toestand en het van het gestel wegnemen van de klemmiddelen voor verdere 1025960 » r •. behandeling, bijvoorbeeld een warmtebehandeling, van de laag met de vloeistof geïmpregneerd vezelmateriaal om het voortbrengsel te verschaffen.
11. Werkwijze volgens ten minste één van de voorgaan-5 de conclusies, verder omvattende het plaatsen van een plaat met een klep- of dekselvorm tussen het plooibare element en de laag vezelmateriaal om in het buitenoppervlak van het voortbrengsel althans een contour van een toegangsopening te definiëren.
12. Inrichting voor het impregneren van een laag vezelmateriaal met een uithardbare vloeistof om een voortbrengsel, zoals een lantaarnpaal of lichtmast, uit composiet materiaal te verkrijgen, omvattende: middelen voor het uit-vóeren van de stappen van de werkwijze volgens ten minste 15 conclusie 1. f 1025960 i
NL1025960A 2004-04-16 2004-04-16 Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal. NL1025960C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025960A NL1025960C2 (nl) 2004-04-16 2004-04-16 Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal.
DE602005010069T DE602005010069D1 (de) 2004-04-16 2005-04-05 Verfahren und vorrichtung zur herstellung eines produkts aus verbundmaterial
ES05733752T ES2314647T3 (es) 2004-04-16 2005-04-05 Metodo y aparato para la fabricacion de un producto a partir de material compuesto.
DK05733752T DK1744862T3 (da) 2004-04-16 2005-04-05 Fremgangsmåde og apparat til fremstilling af et produkt af kompositmateriale
AT05733752T ATE409566T1 (de) 2004-04-16 2005-04-05 Verfahren und vorrichtung zur herstellung eines produkts aus verbundmaterial
EP05733752A EP1744862B1 (en) 2004-04-16 2005-04-05 Method and apparatus for manufacture of a product from composite material
US11/578,508 US20080116607A1 (en) 2004-04-16 2005-04-05 Method and Apparatus for Manufacture of a Product from Composite Material
PCT/NL2005/000252 WO2005099989A1 (en) 2004-04-16 2005-04-05 Method and apparatus for manufacture of a product from composite material
PL05733752T PL1744862T3 (pl) 2004-04-16 2005-04-05 Sposób i urządzenie do wytwarzania produktu z materiału kompozytowego

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025960A NL1025960C2 (nl) 2004-04-16 2004-04-16 Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal.
NL1025960 2004-04-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025960C2 true NL1025960C2 (nl) 2005-10-18

Family

ID=34964321

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025960A NL1025960C2 (nl) 2004-04-16 2004-04-16 Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20080116607A1 (nl)
EP (1) EP1744862B1 (nl)
AT (1) ATE409566T1 (nl)
DE (1) DE602005010069D1 (nl)
DK (1) DK1744862T3 (nl)
ES (1) ES2314647T3 (nl)
NL (1) NL1025960C2 (nl)
PL (1) PL1744862T3 (nl)
WO (1) WO2005099989A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8025499B2 (en) 2008-11-03 2011-09-27 Rohr, Inc. Multi-segment tool and method for composite formation
FR2944224A1 (fr) * 2009-04-09 2010-10-15 Mediterranee Const Ind Outil pour le moulage d'une piece en matiere composite ayant une surface non developpable
DE102015225467B4 (de) * 2015-12-16 2019-12-19 Airbus Defence and Space GmbH Beschichtetes Verbundbauteil und Verfahren zum Herstellen eines beschichteten Verbundbauteils

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL284555A (nl) *
DE3509634A1 (de) * 1984-11-02 1986-05-07 Prins, Marinus Hendrik, Dronten Verfahren zur herstellung eines aus kunststoff bestehenden hohlprofilfoermigen formkoerpers
FR2638672A1 (fr) * 1988-11-10 1990-05-11 Bertin & Cie Barreau tubulaire rigide en materiau composite, et son procede de fabrication

Family Cites Families (37)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1762440A (en) * 1927-07-29 1930-06-10 Los Angeles Testing Lab Device for making concrete test samples
US2751109A (en) * 1951-02-02 1956-06-19 Moorex Ind Inc Sealed structural joint
US2999780A (en) * 1953-11-13 1961-09-12 H D Boggs Company Ltd Method of casting tubular articles
US2815534A (en) * 1954-07-12 1957-12-10 Ising George Earl Process for making a closed one-piece reinforced plastic tank
DE1012555B (de) * 1955-06-27 1957-07-18 Tryckroer Ab Form zum Herstellen von Muffenrohren aus Beton mit vorgespannter Bewehrung
US2869213A (en) * 1955-12-02 1959-01-20 Cretex Co Inc Gasket sealed concrete pipe form
US2937401A (en) * 1956-04-04 1960-05-24 Pastushin Aviat Corp Method of and apparatus for molding and curing plastic material
US2826784A (en) * 1956-06-13 1958-03-18 Robert C Pratt Plastic pipe molding apparatus
US3015855A (en) * 1958-02-01 1962-01-09 Merkel Ewald Method of and device for making hollow bodies
US3087201A (en) * 1960-03-02 1963-04-30 Us Rubber Co Method of injection molding fabricreinforced articles
US3110074A (en) * 1960-05-03 1963-11-12 Menzel Martin Apparatus for the production of masts, tubes, columns and the like
US3177105A (en) * 1960-10-17 1965-04-06 Structural Fibers Method of making fiber-reinforced hollow article
US3163908A (en) * 1962-07-06 1965-01-05 Holly V Lawmaster Mold for casting test samples
US3184528A (en) * 1963-01-09 1965-05-18 Corning Glass Works Molding tubular bodies
US3257690A (en) * 1963-02-14 1966-06-28 Babbitt Pipe Company Inc Mandrel
US3290728A (en) * 1964-02-10 1966-12-13 Babbitt Pipe Company Inc Plastic pipe molding apparatus
US3377657A (en) * 1967-03-31 1968-04-16 Youngstown Sheet And Tube Co Apparatus for molding a reinforced hollow plastic article
US3561079A (en) * 1968-03-11 1971-02-09 Robinson Clay Product Co The Apparatus for pressing of clay pipe using an elastomeric mandrel
US3660890A (en) * 1969-07-28 1972-05-09 Johns Manville Method for jacketing cylindrical articles
US3964846A (en) * 1970-12-04 1976-06-22 The Gates Rubber Company Apparatus for manufacture of power transmission belts
US3813837A (en) * 1972-10-16 1974-06-04 Cascade Pole Co Fiberglass pole and method and apparatus for fabricating same
DE2251749A1 (de) * 1972-10-21 1974-05-02 Arbed Sicherheitsvorrichtung im strassenverkehr
US3975479A (en) * 1973-03-09 1976-08-17 Mcclean Anderson, Inc. Method of fabricating a reinforced plastic article
US4047741A (en) * 1973-06-22 1977-09-13 Pont-A-Mousson S.A. Composite reinforced pipe union
US3902944A (en) * 1974-02-14 1975-09-02 Fiber Science Inc Noncircular filament wound article of manufacture and method of making same
US3879160A (en) * 1974-08-06 1975-04-22 Us Army Isostatic curing apparatus
US3989221A (en) * 1974-12-09 1976-11-02 Nippon Concrete Kogyo Kabushiki Kaisha Form structure for use in the making of columnar or the like concrete products
US3962394A (en) * 1975-06-02 1976-06-08 Trw Inc. Method for molding fiber reinforced composite tube
JPS5852969Y2 (ja) * 1978-11-25 1983-12-02 古河電気工業株式会社 熱収縮性シ−ト
FR2457173A1 (fr) * 1979-05-25 1980-12-19 Aerospatiale Dispositif pour le moulage de pieces cylindriques
US4212621A (en) * 1979-06-21 1980-07-15 Michelotti Paul E Bladder molding
DE3234098A1 (de) * 1982-09-14 1984-03-15 Transformatoren Union Ag, 7000 Stuttgart Verfahren zur herstellung in giessharz eingebetteter wicklungen fuer transformatoren
ES8505424A1 (es) * 1983-01-06 1985-05-16 Raychem Ltd Un metodo de encerrar un substrato contorneado y un articulo contractil correspondiente.
US4876050A (en) * 1985-06-24 1989-10-24 Murdock, Inc. Process for dry fiber winding and impregnating of projectiles
JPH0745182B2 (ja) * 1990-06-29 1995-05-17 株式会社ゲット 管ライニング材の製造方法
US5605517A (en) * 1995-11-21 1997-02-25 General Motors Corporation Multi-speed power transmission
US6071460A (en) * 1997-08-15 2000-06-06 Taylor Made Golf Company Inc. Method of manufacturing a golf shaft of complex shape by internal bladder pressurization

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL284555A (nl) *
DE3509634A1 (de) * 1984-11-02 1986-05-07 Prins, Marinus Hendrik, Dronten Verfahren zur herstellung eines aus kunststoff bestehenden hohlprofilfoermigen formkoerpers
FR2638672A1 (fr) * 1988-11-10 1990-05-11 Bertin & Cie Barreau tubulaire rigide en materiau composite, et son procede de fabrication

Also Published As

Publication number Publication date
ES2314647T3 (es) 2009-03-16
EP1744862B1 (en) 2008-10-01
US20080116607A1 (en) 2008-05-22
EP1744862A1 (en) 2007-01-24
DK1744862T3 (da) 2009-01-26
WO2005099989A1 (en) 2005-10-27
PL1744862T3 (pl) 2009-09-30
ATE409566T1 (de) 2008-10-15
DE602005010069D1 (de) 2008-11-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7384253B2 (en) Method and device for coating the surface of an interior component for motor vehicles
AU733642B2 (en) Molding method and apparatus and part produced thereby
NL1025960C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor vervaardigen van een voortbrengsel uit composiet materiaal.
EP2020286A3 (en) Method and apparatus for minimizing inconsistencies appearing on a surface of a composite component
DE112010000004T5 (de) Verfahren zur Herstellung eines Turbinenflügelfusses einer Megawatt-Windturbine
JP2009545466A (ja) 複数の繊維複合体構成部品を形成する方法
US5068076A (en) Method of forming an encapsulated glazing unit
RU2286258C2 (ru) Система непрерывного производства композитных алюминиевых панелей
NL1023425C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een vezelversterkt kunststof product.
US20040194424A1 (en) Composite exterior cladding panel
DE10150659A1 (de) Vorrichtung zur Herstellung von Kunststoffbauteilen
CN211104565U (zh) 板材自动封边机
CN110052384A (zh) 定位固化装置及其固化方法
US20100007064A1 (en) Apparatus and method for manufacturing hollow tubular members
CN114405750B (zh) 一种非硅压敏胶胶带的制备工艺
CN218893283U (zh) 一种纤维胶带贴角装置
JPS5833451A (ja) プラスチツク製品及びその製造方法並びに装置
CN218013737U (zh) 一种点胶贴膜设备
CN216231141U (zh) 一种uv拼版机上的拼版装置
CN213291388U (zh) 一种用于生产超薄玻璃的设备
CN219085241U (zh) Lcd与cg涂胶组装的高效贴合机构
CN213669991U (zh) 一种用于汽车注塑件的喷涂装置
CN203439349U (zh) 一种塑胶件标志贴附夹具
CN218315293U (zh) 一种紫外光固化内衬软管真空灌胶设备
EP3025790A1 (en) A method for manufacturing a pultruded product and a product obtained with that method

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101101