NL1025087C2

NL1025087C2 - Gedeelde mast.

Info

Publication number: NL1025087C2
Application number: NL1025087A
Authority: NL
Inventors: Sebastiaan Johannes Mat Boxtel
Original assignee: Alcoa Nederland Bv
Priority date: 2003-12-19
Filing date: 2003-12-19
Publication date: 2005-06-21
Also published as: GB2409214B; GB2409214A; GB0427727D0

Description

Gedeelde mast

De uitvinding heeft betrekking op een gedeelde mast met een vast basisdeel en 5 een draaibaar met het basisdeel verbonden topdeel, welk basisdeel en topdeel aan hun naar elkaar gekeerde einden eindaanslagen bezitten en door middel van een scharnier met elkaar zijn verbonden, zodanig dat in de toestand waarin het topdeel en het basisdeel ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd de eindaanslagen met elkaar samenwerken, alsmede borgmiddelen voor het ten opzichte van elkaar borgen van het basisdeel en het 10 topdeel in de uitgelijnde toestand.

Een dergelijk gedeelte mast is bekend uit GB-A-2.362.396. Bij deze bekende gedeelde mast sluiten de mastdelen op elkaar aan via een schuin ten opzichte van de mast lopende snede. Een dergelijke schuine stand van de snede is noodzakelijk om de mastdelen ten opzichte van elkaar te kunnen verdraaien terwijl de draaias binnen de 15 contour van de mast ligt.

Doel van de uitvinding is een gedeelte mast te verschaffen die ook een snede loodrecht op de langsrichting van de mast mogelijk maakt. Dat deel wordt bereikt doordat een borgdeel is voorzien dat in de uitgelijnde toestand nauwsluitend past tussen het basisdeel en het topdeel.

20 Door de toepassing van een borgdeel kan eerst een gedeelte van de wand van de mast worden weggenomen alvorens de mastdelen ten opzichte van elkaar om te klappen. Door het terugplaatsen van het borgdeel kunnen de opgeklapte mastdelen weer ten opzichte van elkaar worden geblokkeerd. In dat verband kan in het bijzonder zijn voorzien dat het basisdeel en het topdeel in de uitgelijnde toestand een borguitsparing bepa-25 len die dwars ten opzichte van de langsas van de mast uitmondt op het mastoppervlak, in welke borguitsparing het borgdeel past.

Het borgdeel heeft borgaanslagen die samenwerken met respectievelijke borgaan-slagen, die de borguitsparing begrenzen, van het basisdeel en van het topdeel. In het bijzonder kunnen dwars ten opzichte van de langsas van de mast de eindaanslagen zich 30 aan de ene zijde naast het scharnier bevinden en de borgaanslagen zich aan de tegenoverliggende zijde naast het scharnier. Ter vergemakkelijking van het plaatsen van het borgdeel kunnen de borgaanslagen van het basisdeel en de borgaanslagen van het top- 1025087 2 deel in de uitgelijnde toestand van het basisdeel en het topdeel een borguitsparing insluiten die wijder wordend verloopt naar de buitenzijde van de borguitsparing.

Bij voorkeur omvatten de borgmiddelen een schroefverbinding met tenminste een schroef die draaibaar is ondersteund ten opzichte van een van het basisdeel en het top-5 deel, alsmede een moer die is bevestigd aan het andere van het basisdeel en het topdeel. Een der mastdelen heeft een door een luik bedekte opening via welke de schroef be-dienbaar is.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvooibeeld.

10 Figuur 1 toont de mast, gedeeltelijk, in omgeklapte toestand.

Figuur 2 toont de mast in opgeklapte toestanden in doorsnede, met het borgstuk verwijderd.

Figuur 3 toont de mast in de opgeklapte toestand en in doorsnede met het borgstuk geplaatst.

15 Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de mast in opgeklapte toestand.

De in de figuren 1-4 gedeeltelijk weergegeven mast omvat een vast basisdeel 1 en een rond het scharnier 5 draaibaar daarmee verbonden topdeel 2. Het basisdeel 1 bezit een aanslagvlak 3, dat loodrecht is gericht op de langsrichting van dat basisdeel 1. Op overeenkomstige wijze bezit het topdeel 2 een aanslagvlak 4 dat loodrecht is gericht op 20 de langsrichting van dat topdeel 2. In de in figuren 2-4 weergegeven, opgeklapte toestand liggen deze aanslagvlakken 3, 4 tegen elkaar, en vormen aldus een nauwelijks waar te nemen snede in het oppervlak S van de mast.

hi deze opgeklapte toestand van de mastdelen 1,2 is een borguitsparing 7 aanwezig, die bepaald is door een borgaanslag 11 op het basisdeel 1 en een schuin naar bin- 25 nen ten opzichte daarvan verlopende borgaanslag 12 op het topdeel 2.

Verder is een borgdeel 6 voorzien, dat overeenkomstig gerichte borgaanslagen 9, 10 bezit. Door het borgdeel 6 in uitsparing 7 te schuiven, wordt de volledige mastom-trek hersteld. Het borgdeel 6 verschaft een betrouwbare ondersteuning van het topdeel 2 ten opzichte van het mastdeel 1.

30 Teneinde deze ondersteuning nog verder te verbeteren, zijn de bouten 13 voor zien. Deze bouten 13 zijn geschroefd in schroefgaten 14 die zich bevinden in de plaat 15 aan het onderste eind van het topdeel 2. De schroeven zijn gestoken door niet van schroefdraad voorziene gaten 16 in de eindplaat 17 aan de bovenzijde van het basisdeel 1025087 3 1. Een der bouten 13 loopt door het gat 20 in het borgdeel 6. De schroeven zijn toegankelijk via de toegangsopening 18, die afsluitbaar is door het luik 19.

1025087

Claims

1. Gedeelde mast met een vast basisdeel (1) en een draaibaar met het basisdeel (1) verbonden topdeel (2), welk basisdeel (1) en topdeel (2) aan hun naar elkaar ge- 5 keerde einden eindaanslagen (3, 4) bezitten en door middel van een scharnier (5) met elkaar zijn verbonden, zodanig dat in de toestand waarin het topdeel (2) en het basisdeel (1) ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd de eindaanslagen (3, 4) met elkaar samenwerken, alsmede borgmiddelen (6,7; 13,14) voor het ten opzichte van elkaar borgen van het basisdeel (1) en het topdeel (2) in de uitgelijnde toestand, met het kenmerk 10 dat een borgdeel (6) is voorzien dat in de uitgelijnde toestand nauwsluitend past tussen het basisdeel (1) en het topdeel (2).

2. Mast volgens conclusie 1, waarbij het basisdeel (1) en het topdeel (2) in de uitgelijnde toestand een borguitsparing (7) bepalen die dwars ten opzichte van de 15 langsas van de mast uitmondt op het mastoppervlak (8), in welke borguitsparing (7) het borgdeel (6) past.

3. Mast volgens conclusie 2, waarbij het borgdeel (6) borgaanslagen (9,10) heelt die samenwerken met respectievelijke borgaanslagen (11,12), die de borguitsparing (7) 20 begrenzen, van het basisdeel (1) en van het topdeel (2).

4. Mast volgens conclusie 3, waarbij dwars ten opzichte van de langsas van de mast de eindaanslagen (3, 4) zich aan de ene zijde naast het scharnier (5) bevinden en de borgaanslagen (11,12) zich aan de tegenoverliggende zijde naast het scharnier (5). 25

5. Mast volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de borgaanslagen (11) van het basisdeel (1) en de borgaanslagen (12) van het topdeel (2) in de uitgelijnde toestand van het basisdeel (1) en het topdeel (2) een borguitsparing (7) insluiten die wijder wordend verloopt naar de buitenzijde van de borguitsparing (7). 30

6. Mast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de borgmiddelen een schroefverbinding (13, 14) omvatten met tenminste een schroef (13) die draaibaar is ondersteund ten opzichte van een van het basisdeel (1) en het topdeel (2), alsmede een 1025087* moer of van schroefdraad voorzien gat (14) die of dat is voorzien aan het andere van het basisdeel (1) en het topdeel (2).

7. Mast volgens conclusie 6, waarbij een der mastdelen een door een luik bedekte 5 opening heeft via welke de schroef (13) bedienbaar is.

8. Mast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eindaanslagen (3,4) zijn bepaald door vlakken die loodrecht zijn gericht op de langsrichting van de mast 10250871