NL1024753C2 - Kozijn voorzien van een afwateringssysteem, werkwijze geschikt voor het vervaardigen van een dergelijk kozijn alsmede een buis geschikt voor een dergelijk kozijn. - Google Patents

Description

Kozijn voorzien van een afwateringssysteem, werkwijze geschikt voor het. vervaardigen van een dergelijk kozijn alsmede een buis geschikt voor een dergelijk kozijn 5 De uitvinding heeft betrekking op een kozijn voorzien van een afwateringssysteem, welk kozijn is voorzien van ten minste een afdichtstrip omvattend profiel alsmede van een zich door ten minste een wand van het profiel heen uitstrekkende doorgang, waarin een voor waterafvoer geschikte buis is gelegen.

10 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een voor waterafvoer geschikte buis in een in een kozijn gelegen doorgang.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een buis geschikt voor een dergelijk kozijn.

15 Bij een dergelijk, uit het Duitse octrooischrift 2157655 bekend kozijn omvat het profiel twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende afdichtstrips. Bij een zich horizontaal uitstrekkend profiel is een bovenste afdichtstrip tegen een eerste ruit aan gelegen waarbij tussen deze eerste ruit, de bovenste afdichtstrip en het profiel 20 een wateropvangkamer is voorzien. In het profiel is een zich vanaf de wateropvangkamer uitstrekkende doorgang aangebracht waarin een voor waterafvoer geschikte buis is gelegen. 0e doorgang alsmede de buis monden aan een van de wateropvangkamer afgekeerde zijde uit voor een onderste, tegen een tweede ruit aanliggende afdichtstrip. Met behulp van de buis 25 wordt condenswater en/of règenwater dat, ondanks de bovenste afdichtstrip, toch tussen.de afdichtstrip en de ruit heen is gestroomd, vanuit de wateropvangkamer naar eèn buiten het kozijn gelegen ruimte afgevoerd. Normalerwijze is dit de buitenzijde van een gebouw, waarvan het kozijn deel uitmaakt. Doordat de buis uitmondt voor de onderste afdichtstrip, is 30 de afstand tussen de tweede ruit waartegen het onderste afdichtprofiel aan is gelegen en de voorzijde van het profiel relatief groot.

T024753- 2

De uitvinding beoogt een kozijn te verschaffen dat is voorzien van een afwateringssysteem, waarbij het kozijn relatief compact is.

Dit doe] wordt bij het kozijn volgens de uitvinding bereikt 5 doordat een onderste uiteinde van de buis zich door de afdichtstrip heen uitstrekt, terwijl ten minste een gedeelte van een bovenste uiteinde van de buis in de wand is gelegen.

Zodoende is er voor de buis geen afzonderlijke ruimte in het profiel nodig, waardoor het profiel een relatief compacte opbouw kan 10 hebben, terwijl de voor waterafvoer benodigde buis nagenoeg volledig aan het zicht kan zijn onttrokken. De afdichtstrip kan ter plaatse van de buis zijn verwijderd, door de buis opzij zijn gedrukt of zijn voorzien van een doorgang. Doordat het bovenste uiteinde van de buis ten minste gedeeltelijk in de wand is gelegen, kan op de wand aanwezig water 15 eenvoudig in het bovenste uiteinde van de buis stromen en via het onderste uiteinde de buis weer verlaten.

Opgemerkt wordt dat uit EP-A1-0.911.478 een kozijn bekend is met een afwateringssysteem waarbij het afwateringssysteem onder twee zich evenwijdig uitstrekkende wanden van het profiel is opgesteld, 20 waarbij in deze wanden openingen zijn aangebracht. In het kozijn doordringend water kan hierbij door de openlng in de bovenste wand gaan en zich verspreiden in , de tussen de wanden gelegen ruimte. Dit Is ongewenst omdat hierdoor geen gecontroleerde waterafvoer zal plaatsvinden. Bovendien is het bakvormige afwateringssysteem voor 25 EP-A1-0.911.478 relatief groot.

Opgemerkt wordt verder dat uit FR-A-2.250.888 een afwateringssysteem bekend is, waarbij een onderste uiteinde echter vanaf de buitenzijde zichtbaar is. Dit is ongewenst.

Opgemerkt wordt verder dat uit DE-A-21.55.010 een kozijn 30 met een afwateringssysteem bekend is waarbij het bovenste uiteinde van een buis in een specifiek daartoe aangebracht afdichtingsprofiel is f024753- 3 aangebracht. Het aanbrengen van een dergelijk afdichtingsprofiel is relatief gecompliceerd, aangezien het afdichtingsprofiel zich over de volledige lengte van het profiel van het kozijn dient uit te strekken.

Een uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding 5 wordt gekenmerkt doordat de afdichtstrip in een met het profiel verbonden geleiding is gelegen, waarbij de doorgang zich door de geleiding heen uitstrekt.

Door de geleiding ter plaatse van de buis te voorzien van de doorgang, is het mogelijk om een buis met een relatief grote 10 waterdoorgang in de doorgang aan te brengen terwijl aan weerszijden van de buis het profiel door middel van de in de geleiding gelegen afdichtstrip tegen bijvoorbeeld een ruit is afgedicht.

Bij voorkéur is de buis vervaardigd uit een flexibel vervormbaar materiaal zodat de buis een zich eenvoudig aan een tussen het 15 profiel en de ruit beschikbare ruimte kan aanpassen.

Een andere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de buis oorspronkelijk een langgestrekte buis is die voorafgaande aan het inbrengen in de doorgang is voorzien van een taps toelopend uiteinde, dat in bedrijf door de 20 doorgang heen wordt getrokken voor het in de doorgang positioneren van een buis, waarbij ten minste het taps toelopend uiteinde vervolgens ter plaatse van de afdichtstrip van de buis wordt verwijderd.

Op deze wijze kan met behulp van het taps toelopende uiteinde de buis relatief eenvoudig door de doorgang heen worden 25 aangebracht. Door het vervolgens verwijderen van dit taps toelopende uiteinde wordt een buis verkregen die een nagenoeg met de dwarsdoorsnede van de doorgang overeenkomende opening kan omvatten.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afdichtstrip ter plaatse van dé 30 buis door de buis tegen de veerkracht in is samengedrukt.

Op deze wijze behoeft de afdichtstrip niet te worden .

1024753- 4 doorgesneden. Het wel opdelen van de afdichtstrip ter plaatse van de buis i heeft het voordeel dat de voor de buis beschikbare ruimte groter is.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de buis aan een uiteinde is voorzien 5 van een zich langs de omtrek van de buis uitstrekkende groef waarbij een de doorgang begrenzende wand van het profiel in de groef is gelegen.

Op deze wijze wordt de buis relatief eenvoudig met het profiel klembaar verbonden.

Een verdere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de 10 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de buis ten minste ter plaatse van de afdichtstrip een langwerpige opening omvat.

Door de relatief langwerpige opening kan relatief veel water worden afgevoerd.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de 15 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de buis aan een van de afdichtstrip afgekeerd uiteinde is voorzien van een haakvormige element dat is gelegen tegen een de doorgang begrenzende wand.

Door middel van het haakvormig element wordt op eenvoudige wijze een aanslag verschaft van de buis tegen een de doorgang begrenzende 20 wand, waardoor het geheel door de doorgang heen verplaatsen van de buis op relatief eenvoudige wijze wordt voorkomen.

De uitvinding beoogt tevens een werkwijze te verschaffen voor het op een relatief eenvoudige Wijze aanbrengen van een voor waterafvoer geschikte buis in een kozijn.

25 Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat een relatief smal eerste uiteinde van de buis door de doorgang heen wordt verplaatst totdat de buis op een gewenste positie 1n de doorgang is gelegen, waarna het uiteinde van de buis tot een gewenste lengte wordt afgekort.

30 Het relatief smalle eerste uiteinde kan eenvoudig door de doorgang heen worden gebracht, waardoor het positioneren van de buis in 1024753- ♦ 1 5 de doorgang relatief eenvoudig is. Door het vervolgens door de doorgang heen verplaatsen van dit relatief smalle eerste uiteinde, bijvoorbeeld door aan dit relatief smalle eerste uiteinde te trekken of door aan een van het eerste uiteinde afgekeerde zijde van de buis, op de buis te 5 duwen, wordt de buis op eenvoudige wijze door de doorgang heen geleld. Door vervolgens het uiteinde van de buis tot een gewenste lengte af te korten, wordt een buis verkregen die over de gehele lengte een gewenste opening kan omvatten.

De uitvinding beoogt tevens een buis te verschaffen die 10 geschikt is voor toepassing bij een kozijn volgens de uitvinding.

Dit doel wordt bij een buis volgens de uitvinding bereikt doordat de buis aan een eerste uiteinde is voorzien van een verwijderbaar inbrenggedeelte.

, Een dergelijke buis is relatief eenvoudig te vervaardigen 15 alsmede op een relatief eenvoudige, en reeds hierboven beschreven wijze in een doorgang van een kozijn aan te brengen. De buis is bovendien geschikt voor toepassing bij reeds bekende kozijnen zoals bijvoorbeeld uit het in de aanhef vermelde octrooi schrift DE-2157655 waarbij 1n een voor waterafvoer geschikte doorgang een buis dient te worden aangebracht. 20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. 1A-1C schematisch het aanbrengen van een buis in een in een kozijn gelegen doorgang in verschillende stappen tonen, fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van een buis 25 volgens de uitvinding, fig. 3A, 3B een vooraanzicht, respectievelijk dwarsdoorsnede in de door pijlen IlIb-IIIb aangegeven richting tonen van een kozijn volgens de uitvinding, fig. 4-6 perspectivische aanzichten tonen van alternatieve 30 uitvoeringsvormen van een deel van een kozijn volgens de uitvinding, fig. 7-11 perspectivische aanzichten tonen van alternatieve 1024753- * * .

6 uitvoeringsvormen van een buis volgens de uitvinding.

In de tekening zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. IA-IC tonen in dwarsdoorsnede verschillende stappen 5 voor het aanbrengen van een, in fig. 2 weergegeven buis 1 in een kozijn 2 volgens de uitvinding.

Het kozijn 2 omvat een door middel van extrusie vervaardigd aluminium profiel 3 dat is voorzien van een langwerpig plaatdeel 4 dat aan beide langszijden is voorzien van geleidingen 5, 6 waarin, 10 bijvoorbeeld rubberen, afdichtstrips 7, 8 (zie fig. 3B) zijn aan te brengen. Deze afdichtingsstrips 7, 8 worden ook wel beglazingsrubbers genoemd. Tussen de beide langszijden is het profiel 3 voorzien van een zich dwars op het plaatdeel 4 uitstrekkend koppel deel 9 dat via een isolerend kunststoffen deel 10 is verbonden met een verder door middel 15 van extrusie vervaardigd aluminium profiel 11. Het tot dusver beschreven deel van het kozijn 2 is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bijvoorbeeld met behulp van een boor 12 in de door pijl PI aangegeven 20 richting door de onderste geleiding 5 heen alsmede door het deel 9 heen een doorgang 13 in het profiel 3 aangebracht. Ter plaatse van de doorgang 13 zijn de wanddelen 14, 15, 16 van respectievelijk de geleiding 5 en het deel 9 in aanzicht in plaats van in doorsnede weergegeven.

25 In het profiel 3 kunnen al naar gelang de wens van de gebruiker een aantal op afstand van elkaar gelegen doorgangen 13 worden aangebracht.

Fig. 2 toont een buis 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een zich langs een hartlijn 21 uitstrekkend cilindrisch 30 gedeelte 22 dat aan een eerste uiteinde 23 is voorzien van een taps toelopend gedeelte 24 dat aan een van het cilindrisch gedeelte 22 1024753- * 7 afgekeerde zijde is voorzien van lokale verdikking 25. Aan een van het eerste uiteinde 23 afgekeerde zijde is de buis 1 voorzien van een tweede uiteinde 26 dat een taps uitlopend gedeelte.27 omvat alsmede een van een groef 28 voorzien gedeelté 29.

5 Voor het aanbrengen van de buis 1 in de doorgang 13, wordt de lokale verdikking 25 vanaf een van de groef 5 afgekeerde zijde door de doorgang 13 in het wanddeel 16 gestoken waarna de buis 1 in de door pijl P2 aangegeven richting ver in de doorgang 13 wordt geleid. Door het taps toelopende gedeelte 24 en de relatief kleine lokale verdikking 25 is 10 het inbrengen in de doorgang 13 relatief eenvoudig. Zodra de lokale verdikking 25 door de doorgang 13 in het wanddeel 15 heen is geleld, kan op de lokale verdikking 25 een trekkracht worden.aangebracht waardoor de buis 1 verder in de door pijl P2 aangegeven richting wordt getrokken totdat de buis 1 de in fig. IC weergegeven positie heeft ingenomen. In 15 deze positie is de buis 1 met het cilindrische gedeelte 22 In de doorgang 13 in de geleiding 5 alsmede in de doorgangen 13 in de wanddelen 15, 16 gelegen. Nabij het wanddeel 6 ligt de groef 28 in de doorgang 13 waarbij het wanddeel 29 aanligt tegen een van het wanddeel 15 afgekeerde zijde van het wanddeel 16. Het wanddeel 29 vormt hierbij een aanslag 20 waardoor het verder verplaatsen van de buis 1 in de door pijl P2 aangegeven richting niet of enkel onder een relatief grote kracht mogelijk is. De buis 1 wordt nu, zoals weergegeven in fig. IC) met behulp van een gereedschap zoals een mes 30 afgesneden ter plaatse van de onderzijde 31 van het profiel 3. Zodoende is de buis 1 vanaf een van de 25 buis 1 afgekeerde zijde van het profiel 3 nagenoeg onzichtbaar. Uiteraard is het mogelijk om de buis 1 op elke gewenste andere positie af te snijden.

Na het aanbrengen van de buis 1, worden in de geleidingen 5, 6 afdichtstrips 7, 8 aangebracht (zie fig. 3B).. Ter plaatse van de 30 buis 1 is de geleiding 5 onderbroken en wordt de afdichtstrip 7 enkel aan weerszijden van de buis 1 in de groef 5 aangebracht.

f024753- < 1 i 8 ι

Fig. 3A toont een vooraanzicht van een volledig kozijn 2, waarvan in fig. 3B een dwarsdoorsnede in de door pijlen IIIb-IUb is weergegeven. Het kozijn 2 omvat naast het profiel 3 en de daarin aangebrachte buis 1 twee dubbele ruiten 33, 34 die respectievelijk 5 aanliggen tegen de afdichtstrips 7, 8. Aan het profiel 11 zijn verder twee door middel van extrusie vervaardigde aluminium profielen 35, 36 (glaslatten) bevestigd die zijn voorzien van afdichtstrips 37, 38 die aan een van de afdichtstrips 7, 8 afgekeerde zijde tegen de ruiten 33, 34 aan zijn gelegen. Zoals zichtbaar in fig. 3B is de buis 1 ter plaatse van de 10 ruit 33 elastisch vervormd waardoor de buis 1 tevens als afdichting werkt voor de ter plaatse van de buis 1 onderbroken afdichtstrip 7. Indien water tussen de afdichtstrip 8 en de ruit 34 doordringt tot een onder de ruit 34 gelegen sponning 39 dan zal dit water over het wanddeel 16 naar de in het wanddeel 16 gelegen bovenste uiteinde van de buis 1 stromen en 15 in de door pijl P3 aangegeven richting door de buis 1 uit de sponning 39 stromen. Doordat de buis 1 als het ware in de afdichtstrip 7 is geïntegreerd, neemt de buis 1 geen extra ruimte in beslag waardoor een relatief compact kozijn 2 wordt verkregen dat op een relatief eenvoudige wijze is voorzien van een waterafvoersysteem.

20 Fig. 4 toont alternatieve uitvoeringsvorm van een in een kozijn 3 aangebrachte buis 41 die is voorzien van een van omtrekribbels 42 voorzien cilindrisch gedeelte 43. De buis 41 is aan een eerste uiteinde voorzien van een plaatvormig element 44 en aan een van het eerste uiteinde afgekeerde zijde voorzien van een buisvormig 25 gedeelte 45 dat wordt geflankeerd door twee vinvormige platen 46. De buis 41 Is in de door pijl P4 aangegeven richting door de in de wanddelen 15, 16 aangebrachte doorgangen 13 heen geleid, waarbij het plaatvormig deel 44 als geleiding dient alsmede als aangrijping voor een op de buis 41 aan te brengen trekkracht. De buis 41 wordt na het aanbrengen 30 afgekort net boven het wanddeel 16, waarbij ten gevolge van de ribbels 42 een stevige fixatie tussen de wanddelen 15, 16 en de buis 41 wordt 1024753- 9 gevormd. Door de vleugels 46 wordt een langwerpige opening in het uiteinde van de buis 41 verkregen.

Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een buis 51 volgens de uitvinding die is voorzien van een strip.52 die zich dwars op 5 de hartlijn van de buis 51 uitstrekt en haken vormt die afsteunen op een van het onderste uiteinde 54 afgekeerde zijde van het wanddeel 16. Hierdoor hangt de buis 51 als het ware met behulp van de haken 53 aan het wanddeel 16.

Op het wanddeel 16 gelegen water zal aan weerszijden van de 10 strip 52 in het in het wanddeel 16 gelegen gedeelte van het bovenste uiteinde van de buis 51 stromen. De wand van de buis 51 vormt ter plaatse van het wanddeel 16 een goede afdichting met het wanddeel 16 waardoor water enkel in de buis 51 kan stromen.

Fig. 6 toont weer een andere uitvoeringsvorm van een 15 buis 61 volgens de uitvinding die is voorzien van een langwerpig gedeelte 62 dat aan een eerste uiteinde 63 is gelegen in een langwerpige doorgang 13 die in het profiel 3 ter plaatse van de geleiding 5 is aangebracht. Aan een van de geleiding 5 afgekeerde zijde is de buis 61 voorzien van zich dwars op de hartlijn van de buis 62 uitstrekkende, op 20 het wanddeel 16 afsteunende elementen 64.

Op het wanddeel 16 aanwezig water zal tussen de elementen door in het gedeelte van het bovenste uiteinde van de buis 61 stromen dat in het wanddeel 16 is gelegen.

Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm van een buis 71 volgens de 25 uitvinding die is voorzien van een langwerpig gedeelte 72 dat een aantal zich langs de omtrek uitstrekkende ribbels 73 omvat. Aan een eerste uiteinde is de buis 71 voorzien van een taps toelopend geleidings-element 74 waarmee het inbrengen van de buis 71 in een aan pijl P2 tegengestelde richting in een langwerpige doorgang 13 relatief eenvoudig 30 is. Aan een van het tapse uiteinde 74 afgekeerde zijde is de buis 71 voorzien van een af te korten gedeelte 75 dat een gladde buitenwand 1024753- « » 10 t heeft. Het gedeelte 75 wordt hierbij afgesneden ter plaatse van l wanddeel 15.

Fig. 8 toont een uitvoeringsvorm van een door dipmoulding vervaardigde buis 81 die in grote lijnen overeenkomt met de buis 1, 5 behalve dat het van de lokale verdikking 25 afgekeerde zijde is voorzien van een taps uitlopend gedeelte 82 dat van een hardere kunststof is vervaardigd dan de rest van de buis 81. Deze buis 81 kan zowel door trekken aan de verdikking 25 als door slaan of duwen op het gedeelte 82 in het kozijn worden aangebracht. Door het verstevigde gedeelte 82 wordt 10 bovendien een stevigere, strakkere verbinding met het kozijn verkregen.

Fig. 9 toont een uitvoeringsvorm van een buis 91 volgens de uitvinding vanaf een eerste uiteinde 23 is voorzien van een lokale verdikking 25, een taps toelopend gedeelte 24, een om spuitgiet-technlsche redenen aangebrachte uitwerpopening .92, een van ribbels 93 15 voorzien cilindrisch gedeelte 22, een tap uitlopend gedeelte 27, een groef 28, een ringvormig gedeelte 94 en een wederom taps uitlopend gedeelte 95. De buis 91 wordt in een aan pijl P2 tegengestelde richting door de doorgang 13 geleid. Het taps uitlopende gedeelte 95 wordt daarna afgesneden ter plaatse van het onderste wanddeel 15 terwijl het eerste 20 uiteinde 23 ter plaatse van het wanddeel 16 wordt afgesneden. Door het taps uitlopend gedeelte 95 is de opening in de buis 91 ter plaatse van het wanddeel 15 relatief groot en langwerpig.

Fig. 10 toont een uitvoeringsvorm van een buis 101 volgens . de uitvinding die in grote lijnen overeenkomt met de eerder getoonde 25 buizen behalve dat aan een van de verdikking 25 afgekeerde zijde de buis is voorzien van een van inkepingen 102 voorziene ring 103 waardoor water eenvoudiger in de buis kan stromen.

Fig. 11 toont een uitvoeringsvorm van een buis 111 volgens de uitvinding die is voorzien van een zich nagenoeg volledig cilindrisch 30 uitstrekkend deel 112 dat aan een uiteinde is voorzien van een taps uitlopend gedeelte 27 alsmede van een zich dwars over de hartlijn van de 1024753“ 11 buis 111 uitstrekkende strip 113 waarmee de buis 111 aan een wand 16 kan i worden opgehangen.

De buis is bij voorkeur vervaardigd uit een elastisch vervormbaar materiaal waardoor de buis eenvoudig aanpasbaar is aan met 5 name ter plaatse van de afdichtstrip 7 gewenste vorm.

Het is ook mogelijk om de buis 1 tussen de afdichtstrip 7 en de ruit 33 te drukken onder vervorming van de afdichtstrip 7. De voor water doorvoer beschikbare opening zal in dit geval echter relatief gering zijn.

10 Het is ook mogelijk om ter plaatse van de buis 1 geen afdichtstrip in de geleiding 5 aan te brengen en de geleiding 5 niet op de in fig. la weergegeven wijze te doorboren. Ook hierbij zal echter de voor de waterafvoer beschikbare opening beperkter zijn dan in dit geval dat ter plaatse van de buis 1 de groef 5 lokaal wordt onderbroken.

15 De dwarsdoorsnede van de doorgang heeft bij voorkeur een diameter van ongeveer 8 mm of een rechthoekige afmeting van ongeveer 5 x 25 mm.

Het is ook mogelijk om het profiel 3 geheel uit bijvoorbeeld kunststof, aluminium of staal te vervaardigen.

20 Het is ook mogelijk om in het door de afdichtstrip heen uitstrekkende uiteinde van de buis en afstandhouder aan te brengen waardoor het uiteinde van de buis niet geheel dicht kan worden gedrukt zodat altijd een opening behouden blijft.

1024753¾ • ! « i ί

Claims (12)

1. Kozijn voorzien van een afwateringssysteem, welk kozijn is voorzien van ten minste een afdichtstrip, omvattend profiel alsmede van 5 een zich door ten minste een wand van het profiel heen uitstrekkende doorgang, waarin een voor waterafvoer geschikte buis is gelegen, met het kenmerk, dat een onderste uiteinde van de buis zich door de afdichtstrip heen uitstrekt, terwijl ten minste een gedeelte van een bovenste uiteinde van de buis in de wand is gelegen.

2. Kozijn volgens conclusie 1, met hét kenmerk, dat de afdichtstrip in een met het profiel verbonden geleiding is gelegen, waarbij de doorgang zich door de geleiding heen uitstrekt.

3. Kozijn volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buis een langgestrekte buis is die voorafgaande aan het 15 inbrengen in de doorgang is voorzien van een taps toelopend uiteinde, dat 1n bedrijf door de doorgang heen wordt getrokken voor het in de doorgang * positioneren van een buis, waarbij ten minste het taps toelopend uiteinde vervolgens ter plaatse van de afdichtstrip van de buis wordt verwijderd.

4. Kozijn volgens een dèr voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de afdichtstrip ter plaatse van de buis door de buis tegen de veerkracht in is samengedrukt.

5. Kozijn volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buis aan een uiteinde is voorzien van een zich langs de omtrek van de buis uitstrekkende groef waarbij een de doorgang 25 begrenzende wand van het profiel in de groef Is gelegen.

6. Kozijn volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buis ten minste ter plaatse van de afdichtstrip een langwerpige opening omvat.

7. Kozijn volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de buis aan een van de afdichtstrip afgekeerd uiteinde is voorzien van een haakvormige element dat is gelegen tegen een de doorgang f024753" « ·* begrenzende wand. i

8. Werkwijze voor het aanbrengen van een voor waterafvoer geschikte büis in een in een kozijn gelegen doorgang, met het kenmerk, dat een relatief smal eerste uiteinde van de buis door de doorgang heen 5 wordt verplaatst totdat de buis op een gewenste positie in de doorgang is gelegen, waarna het uiteinde van de buis tot een gewenste lengte wordt afgekort.

9. Buis geschikt voor een kozijn volgens een der voorgaande conclusies 1-7, welke buis aan een eerste uiteinde is voorzien van een 10 verwijderbaar Inbrenggedeelte.

10. Buis volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de buis aan een van het inbrenggedeelte afgekeerd tweede uiteinde is voorzien van een bevestigingselement.

11. Buis volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het 15 bevestigingselement een zich langs de omtrek van de buis uitstrekkende groef omvat.

12. Buis volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het bevestigingselement een zich nagenoeg dwars op de hartlijn van de buis uitstrekkend uitsteeksel omvat. 1024753"