NL1024614C2 - Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. - Google Patents
Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1024614C2 NL1024614C2 NL1024614A NL1024614A NL1024614C2 NL 1024614 C2 NL1024614 C2 NL 1024614C2 NL 1024614 A NL1024614 A NL 1024614A NL 1024614 A NL1024614 A NL 1024614A NL 1024614 C2 NL1024614 C2 NL 1024614C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tube
- phase
- cutting
- knife
- cutting process
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16G—BELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
- F16G5/00—V-belts, i.e. belts of tapered cross-section
- F16G5/16—V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23D—PLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23D21/00—Machines or devices for shearing or cutting tubes
- B23D21/14—Machines or devices for shearing or cutting tubes cutting inside the tube
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Shearing Machines (AREA)
- Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
- Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)
Description
KNIPPROCES VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN RING. KNIPINRICHTING, RING EN DUWBAND VOORZIEN VAN EEN RING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 produceren van een ring voor een duwband voor continue variabele transmissie. Dergelijke ringen vormen in nabewerkte toestand, in combinatie met elkaar een oneindig trekelement van een duwband. De ringen worden gevormd door deze af te snijden c.q. te knippen van plaatmateriaal gevormde buizen, en worden vervolgens onder meer getrommeld voor het verwijderen van bramen en tot slot gewalst en 10 warmtebehandeld.
Het van de buis afsnijden van de ring gebeurt op zich bekende wijze met behulp van een knipproces. Het knipproces wordt uitgevoerd met behulp van een knipinrichting waarin de buis wordt opgespannen en welke is voorzien van tenminste twee samenwerkende, cilindrische en roteerbare messen waarvan er één aan de 15 binnenzijde van een opgespannen buis is opgesteld en de ander daartegenover aan de buitenzijde van de opgespannen buis. Het buitenste of knipmes wordt eerst, in een zogenaamde insnijdfase, over een deel van een omwenteling van de buis al roterend radiaal inwaarts door de wand van de buis geleid. Het binnenste of steunmes wordt daarbij op dezelfde radiale positie gehouden.
20 Nadat de buis aldus is ingesneden en het knipmes althans op één positie op de omtrek van de buis door de volledige wanddikte heen is gepositioneerd, wordt in een finale knipfase het knipmes door verdere rotatie daarvan en van de buis over de volledige omtrek daarvan door het materiaal van de buiswand geleid, inclusief het omtreksdeel waarover de eerste insnijding werd aangebracht.
25 Bij de bekende vorm van knippen wordt de buis door de vorm van de messen en de aard van de knipbeweging gedeformeerd en heeft deze althans de neiging in zijn opspanning te verschuiven of te roteren. Deze combinatie van omstandigheden leidt ertoe dat de insnijding -welke beoogd is samen te vallen met een denkbeeldig vlak dat haaks op de langsrichting van de buis is georiënteerd- gedurende de 30 knipbeweging in axiale richting verloopt. Dit leidt ertoe dat er, met name ter plaatse van het omtreksdeel van de buis waar de insnijding werd aangebracht, een braam ontstaat, terwijl bovendien aan het einde van het knipproces een breukvlak onstaat met restmateriaal dat buiten de nominale breedte van de ring uitsteekt Deze braam en het restmateriaal dienen te worden verwijderd, bijvoorbeeld door middel van een 1024614 2 trommelproces, dat relatief moeizaam en langdurig verloopt onder meer omdat het te verwijderen materiaal door koudevervörming zeer hard is geworden.
De uitvinding beoogt dan ook te komen tot een technisch gunstiger en uiteindelijk voordeliger knipproces, waarbij een axiaal zijvlak van een afgeknipte ring minder 5 grillig, c.q. ruw is, waardoor de doorlooptijd van de nabewerking van het zijvlak kan worden verkort en bovendien bespaard kan worden op materiaal dat voor de nabewerking nodig is. Volgens de uitvinding wordt dit doel met de daarbij horende voordelen gerealiseerd wanneer de in het kenmerkende deel van conclusie 1 genoemde maatregel wordt uitgevoerd.
10 Volgens deze maatregel dient de insnijdfase in twee stappen te worden uitgevoerd, waarbij in een eerste deelfase, ofwel een inloopfase, daarvan het knipmes over de volledige omtrek van de buis tot op een relatief geringe radiale diepte in het materiaal daarvan wordt geleid, c.q. geforceerd. Hierna, in een tweede deelfase, ofwel een doorloopfase van de insnijdfase, waarin de messen in radiale 15 richting door de volledige wanddikte van de buis worden geleid, zullen de messen in axiale richting kunnen aanliggen tegen de aldus over de aldus op de buis gerealiseerde, axiaal georiënteerde (deel-)snijvlakken. Door deze omstandigheid en door de relatief lage knipkracht in de inloopfase wordt het genoemde verloop van de insnijding in axiale richting in sterke mate beperkt. Teneinde dit effect nog te 20 versterken, heeft het de voorkeur de doorloopfase over tenminste één en bij voorkeur zelfs een aantal omwentelingen van de buis te verdelen.
Nadat op deze wijze de buis over de volledige wanddikte is ingesneden kan worden overgegaan op de finale knipfase, welke identiek kan zijn aan die uit het bekende knipproces en waarbij het knipmes bij voorkeur met enige marge in radiale 25 richting voorbij de buiswand steekt.
Behalve een verbetering van de snijkwaliteit van het knipproces, maakt de uitvinding het bovendien mogelijk om tegelijkertijd meerdere, althans tenminste twee, ringen van een buis af te snijden, c.q. af te knippen. Deze gunstige verdubbeling van de capaciteit van een knipinrichting wordt verkregen wanneer een der genoemde 30 messen, bij voorkeur het buitenste of knipmes, de breedte heeft van de af te knippen ring en aan weerszijde van een snijkant is voorzien. Het tegenoverliggende mes, bijvoorkeur dus het steunmes, wordt daarbij in tweevoud uitgevoerd, waarbij elk steunmes samenwerkt met één van de beide snijkanten van het knipmes.
Conform een verdere uitwerking van de uitvinding worden niet alle messen 35 aangedreven, doch uitsluitend het binnenste mes, c.q. de binnenste messen.
1024614 3
Zodoende wordt de kans op een ongunstige oriëntatie van de buis verder verkleind. Bij voorkeur wordt in aanvulling hierop de buis aangedreven op een wijze waardoor deze de snelheid van het steunmes volgt.
De uitvinding zal thans, bij wijze van voorbeeld, nader worden toegelicht aan de 5 hand van een tekening:
Figuur 1 toont schematisch het bestaande en op zich bekende proces voor het creëren van ringen uit een buis;
Figuur 2 illustreert aan de hand van dwarsdoorsneden het effect van een zogenaamde “offset” ofwel een verloop van een insnijding in het bestaande proces; 10 Figuur 3 representeert een typische fotografische opname van een dwarsdoorsnede van een ring volgens het bekende proces;
Figuur 4 toont schematisch het nieuwe proces voor het creëren van ringen uit een buis;
Figuur 5 illustreert aan de hand van dwarsdoorsneden het effect van de 15 maatregel volgens de uitvinding de genoemde “offset" in het nieuw proces, alsmede het effect daarvan op een ring;
Figuur 6 representeert een typische fotografische opname van een dwarsdoorsnede van een ring volgens het nieuwe proces;
In de figuren verwijzen gelijke verwijzingscijfers naar gelijke, althans 20 overeenkomstige constructieve, dan wel functionele eigenschappen van het onderhavige proces en voortbrengsel.
Figuur 1 representeert aan de hand van een dwarsdoorsnede haaks op de lengterichting van het buisvormige uitgangsmateriaal, of kortweg de buis, schematisch een deelproces uit het productieproces voor een duwband welke 25 bestaat uit een oneindig trekelement en een veelvoud van dwarselementen. Het trekelement bestaat daarbij uit een veelvoud van om elkaar opgenomen en in zichzelf gesloten zogenaamde snaren, die onder meer met behulp van een wals- en een warmtebehandeling worden gevormd uit metalen ringen. De metalen ringen worden doorgaans verkregen uit een van plaatvormig materiaal gelaste buis en wel 30 door deze ringen daarvan af te knippen, c.q. te snijden, welk knipproces ook wel wordt aangeduid met de term “slitten”.
In figuur 1 is een buis 1 weergegeven, waaromheen vla de cirkels 2 relatieve radiale posities van een knipmes 2 ten opzichte van de buis 1 zijn aangegeven. Het knipmes 2 heeft echter in werkelijkheid in tangentiele richting een vaste opstelling.
10246 1 4 4
De buis 1 is bij dit knipproces opgespannen in een roteerbare houder, welke niet nader is weergegeven. Aan de binnenzijde van de buis 1 bevindt zich een binnenste ofwel steunmes 3, en aan de buitenzijde van de buis 1 een tegenover liggend, in radiale richting naar de as van de buis 1 beweegbaar knipmes 2. Beide zijn 5 cilindrisch en roteerbaar uitgevoerd en bij voorkeur voorzien van althans corresponderende diameters. Hierbij is de diameter van het binnenste mes 3, bij voorkeur slechts in geringe mate kleiner dan de diameter van de binnenomtrek van de buis 1. Gedurende het knipproces roteren zowel de genoemde messen 2,3 als de buis 1, waartoe tenminste een component 1,2,3, roterend wordt aangedreven. In de 10 figuur geven de pijlen de relatieve rotatierichting van de componenten weer.
Enkele relatieve radiale posities van het knipmes 2, dat zoals gezegd in werkelijkheid een vaste opstelling heeft in de omtreksrichting van de buis en daarbij tegenover het steunmes 3 is gepositioneerd, zijn weergegeven met behulp van de Romeinse cijfers. Deze getoonde radiale posities I, HA, UB en lil van het knipmes 2 15 illustreren de verschillende fases van het knipproces. Hierbij geeft de radiale positie I het resultaat van een eerste of aanlegfase weer, waarin het knipmes 2 tegen de buis 1 wordt geplaatst. In de radiale positie IIA is het knipmes 2 in een tweede of insnijdfase, waarbij de buis 1 in dit voorbeeld over ongeveer 90 graden is geroteerd en het knipmes 2 tot op ongeveer twee derde van de wanddikte van de buis 1 in 20 radiale richting is ingesneden. In de radiale positie UB heeft het knipmes 2 de buis 1, na rotatie over bijna de helft van de omtrek daarvan, over de volledig wanddikte daarvan ingesneden en is de insnijdfase juist afgerond. In deze insnijdfase brengt het knipmes 2 een spiraalvormige snijlijn S in het materiaal van de buis 1 aan.
Vanaf het moment dat de laatstgenoemde radiale positie IIB is bereikt, wordt in 25 een finale of afsnijdfase met de messen 2, 3 een knipbeweging over de volle omtrek van de buis 1 uitgevoerd en wel in een beoogd ideaal dat haaks op de langsrichting van de buis is georiënteerd. Met de radiale positie III van het knipmes 2 is deze afsnijdfase geïllustreerd, waarin het knipmes 2 de buis 1 volledig doorsnijdt en waarbij een ring 10 van de buis 1 wordt afgesneden.
30 Opgemerkt wordt, dat de geschetste insnijdfase van het knipproces, waarin het knipmes geleidelijk van de radiale positie I naar de positie IIB wordt bewogen, afhankelijk van procesinstellingen, aard van de messen 2, 3, wanddikte, omtrek en materiaal van de buis 1 en dergelijke, in de praktijk kan variëren in de orde van enkele procenten tot 100% van de omtrek van de buis 1.
1024614' 5
Figuur 2A representeert aan de hand van een dwarsdoorsnede over de lengte van de buis 1 de in de figuur 1 geschetste radiale positie I van de messen 2, 3 als resultaat van de aanlegfase van het knipproces. Hierbij is buisdeel 1A een opgespannen deel 1A van de buis 1 en komt het af te snijden buisdeel 1B overeen 5 met de van de buis 1 af te snijden ring 10.
Figuur 2B is een overeenkomstige representatie van de radiale positie HA van het knipmes 2 in de insnijdfase. De weergegeven doorsnede bevindt zich ongeveer halverwege het traject waarover de insnijdfase zich langs de snijlijn S uit de figuur 1 uitstrekt. Door deformatie en/of verplaatsing van de buis 1 en/of de opspanning 10 daarvan ten gevolge van het niveau en de aard van de optredende knipkrachten, wordt tenminste in de insnijdfase met het voortschrijden van het knipproces de snijlijn S tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden ringdeel 1B niet alleen in de gewenste radiale richting gevormd, maar verloopt deze tevens ook tenminste enigszins in de axiale richting van de buis 1. De snijlijn S is in de praktijk dus min of 15 meer helixvormig. Hierdoor wordt in de afsnijdfase, welke in de figuur 2C is geïllustreerd aan de hand van de radiale positie lil van het knipmes 2, het in hoofdzaak axiaal gerichte snijvlak tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden buisdeel 1B tenminste deels naast de in de insnijdfase gevormde snijlijn S gevormd, waarbij een afstand daartussen langs de snijlijn S over de wanddikte van 20 de buis 1 in radiale richting van buiten naar binnen afneemt. Het materiaal van de buis 1 dat zich in axiale richting tussen het genoemde snijvlak en de snijlijn S bevindt, doet zich doorgaans voor als een braam 4 aan de afgesneden ring 10. Het materiaalvolume van deze braam 4 is het grootst ter plaatse van de in de figuur 1 getoonde radiale positie I van het knipmes 2 als resultaat van de aanlegfase en 25 neemt over de omtrek van de gevormde ring 10 af in de richting van het eindpunt van de snijlijn S aan het radiale binnenoppervlak van de buis 1 dat overeenkomt met de radiale positie IIB van het knipmes 2 na afloop van de insnijdfase. Noodzakelijkerwijs zoekt dit braammateriaal in de afsnijdfase een uitweg tussen het steunmes 3 en het af te snijden buisdeel 1B, dat hierdoor radiaal naar buiten wordt verdrongen. Dat de 30 braam 4 gedurende het knipproces niet van de ring 10 wordt afgescheiden, komt doordat af het af te snijden buisdeel 1B, althans tegen het einde van de afsnijdfase, zoveel bewegingsvrijheid bezit dat dit in verschuift. Tevens wordt de afloop van het knipproces, dat wil zeggen het einde van de afsnijdfase, gekenmerkt door een van de buis 1 afbreken van de ring 10 in plaats van een gecontroleerd afsnijden daarvan.
1024614__ 6
Figuur 3 is een typische fotografische weergave van een hierboven omschreven dwarsdoorsnede van de afgesneden ring 10 met daarin duidelijk herkenbaar de in het bekende knipproces gevormde braam 4.
Figuur 4 toont schematisch het knipproces volgens de uitvinding conform de 5 weergave van het bekende knipproces in de figuur 1. Met het knipproces volgens de/ uitvinding kan het eerder beschreven fenomeen van braamvorming, althans in sterke mate, worden ondervangen. Hiertoe wordt volgens de uitvinding de tweede of insnijdfase van het knipproces, waarin de buis 1 door het knipmes 2 wordt ingesneden, nadat dit in de eerste fase daarvan in de radiale positie I tegen de buis 1 10 werd aangelegd, in tenminste twee stappen ofwel deelfases uitgevoerd.
In een eerste deel- of inloopfase van de insnijdfase, wordt een insnijding van relatief geringe diepte, de zogenaamde inzetdiepte, over de volledige omtrek van de buis 1 in het materiaal daarvan aangebracht. Volgens de uitvinding bedraagt de inzetdiepte daarbij bij voorkeur minimaal 10% en maximaal de helft van de wanddikte 15 van de buis 1. In de getoonde radiale positie IIA bevindt het knipmes 2 zich in een eerste deel van de inloopfase, waarin dit vanuit het radiale buitenoppervlak van de buis 1 tot op de inzetdiepte door het materiaal van de buis 1 wordt geleid, c.q. geforceerd en in de positie IIB is het knipmes 2 weergegeven nabij het einde van de inloopfase, waarbij in dit voorbeeld de buis 1 over ongeveer 450 graden is geroteerd, 20 zodat deze over de volledige omtrek tot op de gewenste inzetdiepte is ingesneden. In de inloopfase wordt met het knipmes 2 een eerste sectie S1 van de snijlijn S tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden buisdeel 1B aan gebracht. Door de relatief geringe radiale diepte van een dergelijke insnijding, de genoemde inzetdiepte, zijn de knipkrachten dusdanig laag dat de genoemde deformatie en/of 25 verplaatsing in de knipinrichting nauwelijks optreedt, zodat de insnijding, c.q. de genoemde snijlijn S voordelig in een nagenoeg axiaal gericht vlak zal kunnen liggen. Vervolgens wordt in een tweede deel- of doorloopfase van de insnijdfase, die met de radiale positie IIC van het knipmes 2 is geïllustreerd, de resterende wanddikte van de buis 1 ingesneden gedurende een rotatie van, in dit voorbeeld, ongeveer 90 graden 30 daarvan. In de doorloopfase brengt het knipmes 2 een tweede sectie S2 van de snijlijn S tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden buisdeel 1B aan. De doorloopfase en daarmee de totale insnijdfase is afgerond wanneer het knipmes 2 zich in de radiale positie IID bevindt.
Vanaf het moment dat de laatstgenoemde radiale positie IID is bereikt, wordt in 35 de reeds bekende finale of afsnijdfase met de messen 2, 3 een knipbeweging over 1024614 7 de volle omtrek van de buis 1 uitgevoerd en wel in een beoogd ideaal dat haaks op de langsrichting van de buis is georiënteerd. Met de radiale positie III van het knipmes 2 is de afsnijdfase geïllustreerd, waarin het knipmes 2 de buis 1 met enige marge ten opzicht van de wanddikte daarvan, bijvoorbeeld 25% van de wanddikte, 5 volledig doorsnijdt en waarbij een ring 10 van de buis 1 wordt afgesneden. In deze nieuwe uitvoering van het knipproces wordt in de afsnijdfase niet de eerder beschreven braam 4 gevormd. Bovendien is hier sprake van een betrekkelijk kleine en vlakke breuk in het laatste deel van de afsnijdfase en wel in hoofdzaak in het zelfde vlak als waarin in de voorgaande fase, dat wil zeggen de insnijdfase, de 10 genoemde snijlijn S werd gevormd.
In een nadere uitwerking van de uitvinding wordt de doorioopfase in een aantal omwentelingen van de buis 1 uitgevoerd, waarbij het knipmes 2 gedurende of telkens na een omwenteling over een relatief geringe radiale afstand, bijvoorbeeld 25% van de totale wanddikte van de buis 1, verder in het materiaal van de buis wordt 15 gedrongen.
Figuur 5 toont in de deelfiguren 5A tot en met 5E dwarsdoorsneden over de lengte van de buis 1 van de diverse fases van het hiervoor omschreven nieuwe knipproces. Figuur 5A representeert de in de figuur 4 geschetste radiale positie I van de messen 2, 3 als resultaat van de aanlegfase van het knipproces. Hierbij is 20 buisdeel 1A een opgespannen deel 1A van de buis 1 en komt het af te snijden buisdeel 1B overeen met de van de buis 1 af te snijden ring 10.
Figuur 5B is een overeenkomstige representatie van de radiale positie IIA van het knipmes 2 in de eerste deel- of inloopfase van de insnijdfase, waarin een eerste sectie S1 van de snijlijn S tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden 25 buisdeel 1B wordt gevormd. De weergegeven doorsnede bevindt zich aan het begin van die eerste sectie S1 van de snijlijn S, waarin het knipmes 2 vanuit het radiale buitenoppervlak van de buis 1 tot op de genoemde inzetdiepte door het materiaal van de buis 1 wordt bewogen. Opgemerkt wordt hierbij, dat de insnijding van de buis 1 gepaard gaat met een materiaal intrekking 6, welke zich onderscheidt door een 30 natuurlijk afgeronde vorm 6, en welke niet te verwarren is met het axiale verloop zoals bekend is uit het bekende knipproces.
In de figuur 5C is een doorsnede van de buis 1 weergegeven aan het einde van die eerste sectie S1 van de snijlijn S, waarin het knipmes 2 in de radiale positie IIB uit de figuur 4, dat wil zeggen op inzetdiepte, door het materiaal van de buis wordt 35 bewogen. De weergegeven doorsnede, dat wil zeggen positie op de omtrek van de 102461 4 " 8 buis 1, valt samen met de positie waarin het in de figuur 5B getoonde begin van de eerste sectie S1 van de snijlijn S werd aangebracht.
Aan de hand van de figuren 5B en 5C wordt zichtbaar dat er in het nieuwe knipproces volgens de uitvinding nog steeds sprake is van een zogenaamde offset 7, 5 ofwel van een axiale verplaatsing, c.q. verloop van de snijlijn S over de omtrek van de buis 1, gedurende de knipbeweging. Het verschil met de het bekende knipproces is echter dat zowel de genoemde materiaalintrekking 6 als de genoemde offset 7 door de geringe inzetdiepte waarover de buis 1 in een eerste omwenteling daarvan wordt ingesneden, aanmerkelijk kleiner is. Wezenlijk verschillend is bovendien dat 10 het steunmes 3 in de tweede deel - of doorloopfase van de insnijdfase fase, waarin de tweede sectie S2 van de snijlijn S wordt gevormd, welke deelfase in de figuur 5D is geïllustreerd, in axiale richting aanligt tegen een zich in radiale richting uitstrekkende snijvlak 8 van de buis 1, zodat dit mes 3 en de buis 1 onderling worden geleid en een additioneel axiaal verloop van de snijlijn S vergaand wordt vermeden. 15 Door de relatief lage knipkrachten in de beide genoemde deelfases, verplaatst de insnijding, c.q. de snijlijn S zich dus slechts in een sterk gereduceerde mate in axiale richting, zodat er zich in de afsnijdfase slechts weinig materiaal in axiale richting tussen de snijlijn S en het snijvlak tussen het opgespannen buisdeel 1A en het af te snijden buisdeel 1B zal bevinden. In de figuur 5E is de afsnijdfase van het knipproces 20 geïllustreerd, waarin het knipmes zich in de radiale positie III ten opzichte van de buis 1 en het steunmes 3 bevindt.
Uiteindelijk worden aldus relatief vlakke en althans vrijwel braamloze axiaal georiënteerde zijvlakken voor zowel het opgespannen buisdeel 1A als de gevormde ring 10 verkregen, waardoor het genoemde trommel-nabewerkingsproces, minder 25 intensief, bijvoorbeeld minder langdurig, kan worden uitgevoerd. Voomoemde voordelige aspecten van het knipproces volgens de uitvinding kunnen nog worden versterkt, indien de tweede sectie S2 van de snijlijn S in een aantal omwentelingen van de buis wordt gevormd.
Figuur 6 tenslotte is een typische fotografische weergave van een 30 dwarsdoorsnede van de met het knipproces volgens de uitvinding gevormde ring 10, waarin de eerder genoemde braam 4 slechts in rudimentaire aanwezig is, zo niet althans nagenoeg afwezig is.
De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschrevene, maar heeft tevens betrekking op al hetgeen door de vakman eenduidig uit de figuren kan worden 35 afgeleid, alsmede tot hetgeen is weergegeven in het navolgende stel conclusies.
102 4614'
Claims (13)
1. Knipproces voor het produceren van een ring (10) bestemd om te worden opgenomen in een oneindig trekelement van een duwband, waarbij een uit het 5 materiaal voor de ringen gevormde buis (1) roteerbaar in een knipinrichting is opgespannen en waarbij deze knipinrichting is voorzien van een binnenmes (3), dat aan de binnenzijde van de buis (1) werkzaam is, en van een buitenmes (2), dat aan de buitenzijde van de buis (1) werkzaam is, in welk knipproces in een insnijdfase één (2) van beide messen (2, 3) tenminste in radiale richting door het materiaal van de 10 buis (1) wordt geleid over de volledige wanddikte daarvan en in een finale fase het respectievelijke mes (2) gedurende tenminste één volledig doorlopen omwenteling van de buis (1) in tangentiele richting door het materiaal daarvan wordt bewogen, met het kenmerk, dat de insnijdfase tenminste twee deelfases omvat en dat in een eerste deelfase daarvan het respectievelijke mes (2) in tenminste één volledig 15 doorlopen omwenteling van de buis (1) tot een zekere diepte in radiale richting door het materiaal van de buis (1) wordt geleid, welke diepte geringer is dan de wanddikte van de buis (1), en dat in een tweede deelfase daarvan het respectievelijke mes (2) tenminste in radiale richting door de resterende wanddikte van de buis (1) wordt geleid.
2. Knipproces volgens de conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde diepte uit de eerste deelfase van de insnijdfase aanmerkelijk geringer is dan de wanddikte van de buis (1), in het bijzonder geringer is dan de helft daarvan.
3. Knipproces volgens de conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de genoemde diepte uit de eerste deelfase van de insnijdfase ongeveer 10% tot 25% van de 25 wanddikte van de buis (1) bedraagt en bij voorkeur nagenoeg gelijk is aan 10% daarvan.
4. Knipproces volgens de conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat in de eerste deelfase van de insnijdfase over de volledige omtrek van de buis (1) een insnijding wordt aangebracht met een minimale diepte in radiale richting in het bereik tussen 30 ongeveer 10% en 25% van de wanddikte van de buis (1), bij voorkeur minimaal 10% daarvan.
5. Knipproces volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede deelfase van de insnijdfase in tenminste één volledig doorlopen omwenteling 1024614 van de buis (1) wordt uitgevoerd, bij voorkeur echter met een radiale verplaatsing van het respectievelijke mes (2) per omwenteling van de buis (1) van ongeveer 15% tot 35% van de wanddikte daarvan.
6. Knipproces volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 5 binnenste mes (3) en het buitenste mes (2) cilindrisch en roteerbaar zijn.
7. Knipproces volgens de conclusie 6, met het kenmerk, dat van de messen (2, 3. uitsluitend het binnenste mes (3) roterend wordt aangedreven.
8. Knipproces volgens de conclusie 7, met het kenmerk, dat de buis (1) vanuit zijn opspanning wordt aangedreven, daarbij bij voorkeur de rotatiesnelheid van het 10 binnenste mes (3), althans nagenoeg, volgend.
9. Knipproces volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er twee of meer binnenste messen (3) en/of buitenste messen (2) gelijktijdig werkzaam zijn.
10. Ring (10) voor een oneindig trekeiement van een duwband die, althans mede, 15 is gevormd met het knipproces volgens één der voorgaande conclusies.
11. Duwband voorzien van een ring (10) volgens de conclusie 10.
12. Knipinrichting voor het met behulp van een knipproces van een buis (1) afsnijden van een ring (10) voor een oneindige trekeiement van een duwband, voorzien van een opspanning voor een buis (1), van een eerste aan de binnenzijde 20 van de buis (1) werkend, cilindrisch gevormd en roteerbaar mes (3) en van een tweede aan de buitenzijde van de buis (1) werkend, cilindrisch gevormd en roteerbaar mes (2), met het kenmerk, dat op axiale afstand van het èerste mes (3) een derde mes is voorzien dat eveneens aan de binnenzijde van de buis (1) werkend is.
13. Knipinrichting volgens de conclusie 12, met het kenmerk, dat het tweede mes (2), gezien in een axiale richting ten opzichte van de buis (1), een afmeting heeft die conform een axiale afmeting van de af te snijden ring (10) en aan weerzijde is voorzien van een rechthoekig snijkant. 1024614
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024614A NL1024614C2 (nl) | 2003-10-24 | 2003-10-24 | Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. |
CNB2004800310430A CN100450682C (zh) | 2003-10-24 | 2004-10-11 | 用于制造环的切割方法、环以及配设有环的推送带 |
JP2006536466A JP4966660B2 (ja) | 2003-10-24 | 2004-10-11 | リングの製造のための切断方法 |
PCT/NL2004/000714 WO2005039812A1 (en) | 2003-10-24 | 2004-10-11 | Cutting process for the manufacture of a ring, cutting device, ring and push belt provided with the ring |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024614 | 2003-10-24 | ||
NL1024614A NL1024614C2 (nl) | 2003-10-24 | 2003-10-24 | Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1024614C2 true NL1024614C2 (nl) | 2005-04-27 |
Family
ID=34511327
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1024614A NL1024614C2 (nl) | 2003-10-24 | 2003-10-24 | Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JP4966660B2 (nl) |
CN (1) | CN100450682C (nl) |
NL (1) | NL1024614C2 (nl) |
WO (1) | WO2005039812A1 (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1939488B1 (en) * | 2006-12-28 | 2020-07-08 | Robert Bosch GmbH | Method for processing a metal band, a continuous metal band and pushbelt in which the metal band is used |
CN104080564B (zh) * | 2012-02-28 | 2016-10-12 | 株式会社Cvtec | 旋转切断装置以及旋转切断方法 |
JP6147597B2 (ja) * | 2013-07-18 | 2017-06-14 | 株式会社富士機械工作所 | 管体切断装置 |
NL1040566C2 (en) | 2013-12-24 | 2015-06-26 | Bosch Gmbh Robert | Method for manufacturing a carrier ring suitable for use in a drive belt for a continuously variable transmission. |
CN110202626A (zh) * | 2019-05-28 | 2019-09-06 | 新乡职业技术学院 | 一种多管自动切割的机械加工装置 |
KR102363465B1 (ko) * | 2020-08-21 | 2022-02-15 | 강진밴드산업 주식회사 | 금속제 밴드 제조 장치 및 방법 |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3791243A (en) * | 1972-05-08 | 1974-02-12 | Xerox Corp | Method and apparatus for forming edges on an endless belt |
FR2311625A1 (fr) * | 1975-05-23 | 1976-12-17 | Roulements Soc Nouvelle | Dispositif de coupe a la molette |
WO1996001166A1 (en) * | 1994-07-06 | 1996-01-18 | Jama Beheer Heinenoord B.V. | Pipe-cutting apparatus |
EP1108919A1 (en) * | 1999-12-15 | 2001-06-20 | BorgWarner Inc. | Continuous manufacture of push type CVT belt bands |
GB2358603A (en) * | 2000-01-26 | 2001-08-01 | Nott S Ind | Method and apparatus for cutting a length of tube |
EP1130282A1 (en) * | 2000-02-29 | 2001-09-05 | Nissan Motor Co., Ltd. | Ring for laminated type metal belt and method for manufacturing same |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP3228872B2 (ja) * | 1996-04-25 | 2001-11-12 | 株式会社カルテック | 薄肉金属管の切断装置 |
WO2001078919A1 (fr) * | 2000-04-17 | 2001-10-25 | Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha | Procede de fabrication de bloc en v de transmission a variation continue de type a courroie metallique et moule metallique pour le bloc en v |
JP4326674B2 (ja) * | 2000-06-13 | 2009-09-09 | 本田技研工業株式会社 | 金属製薄板ドラムの切断装置及びその切断方法 |
-
2003
- 2003-10-24 NL NL1024614A patent/NL1024614C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-10-11 CN CNB2004800310430A patent/CN100450682C/zh not_active Expired - Fee Related
- 2004-10-11 JP JP2006536466A patent/JP4966660B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 2004-10-11 WO PCT/NL2004/000714 patent/WO2005039812A1/en active Application Filing
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3791243A (en) * | 1972-05-08 | 1974-02-12 | Xerox Corp | Method and apparatus for forming edges on an endless belt |
FR2311625A1 (fr) * | 1975-05-23 | 1976-12-17 | Roulements Soc Nouvelle | Dispositif de coupe a la molette |
WO1996001166A1 (en) * | 1994-07-06 | 1996-01-18 | Jama Beheer Heinenoord B.V. | Pipe-cutting apparatus |
EP1108919A1 (en) * | 1999-12-15 | 2001-06-20 | BorgWarner Inc. | Continuous manufacture of push type CVT belt bands |
GB2358603A (en) * | 2000-01-26 | 2001-08-01 | Nott S Ind | Method and apparatus for cutting a length of tube |
EP1130282A1 (en) * | 2000-02-29 | 2001-09-05 | Nissan Motor Co., Ltd. | Ring for laminated type metal belt and method for manufacturing same |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN100450682C (zh) | 2009-01-14 |
JP2007508955A (ja) | 2007-04-12 |
WO2005039812A1 (en) | 2005-05-06 |
JP4966660B2 (ja) | 2012-07-04 |
CN1871091A (zh) | 2006-11-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1024614C2 (nl) | Knipproces voor het vervaardigen van een ring, knipinrichting, ring en duwband voorzien van een ring. | |
EP2257408B1 (fr) | Procédé de fabrication d'un disque aubagé monobloc, avec anneau provisoire de maintien des aubes retiré après une étape de finition par fraisage | |
JP4170621B2 (ja) | ステントの製造方法 | |
FI66778B (fi) | Foerfarande foer skaerning av en laongstraeckt metallplaotbanaoch struktur producerad med foerfarandet | |
EP0830245B1 (en) | Method and apparatus for cutting dough products | |
EP1285714A1 (fr) | Procédé de fabrication d'un disque aubagé monobloc de rotor et disque correspondant | |
JP6591440B2 (ja) | 直線縁部を有する形状用の高性能回転切断装置 | |
WO2010089449A1 (en) | Pipe cutting apparatus | |
CN1042592C (zh) | 剪切带状材料的装置 | |
CA2719350C (fr) | Procede ameliore de fabrication d'un disque aubage monobloc, avec anneau provisoire de maintien des aubes retire avant une etape de fraisage | |
EP2078464B1 (en) | Assembly for perforating rod-shaped elements, particurarly cigarettes | |
EP2427307B1 (de) | Folienschälverfahren | |
EP2257409B1 (fr) | Procédé de fabrication d'un disque aubagé monobloc, par decoupe au jet d'eau abrasif | |
EP3914431B1 (en) | A food processing apparatus | |
WO2021004927A1 (de) | Vorrichtung und verfahren zum abtrennen von stabförmigen segmenten der tabak verarbeitenden industrie von einem stabförmigen artikel | |
JPS59137593A (ja) | 紙製造紙料用のスクリ−ニング装置 | |
JPH06126524A (ja) | 薄肉金属パイプの切断装置 | |
WO2005023692A1 (en) | Method and apparatus for separating a web material | |
GB2592542A (en) | A food processing apparatus | |
JP4857266B2 (ja) | リングを形成する工程 | |
EP1670621B1 (fr) | Procede de coupe d'un tube en ligne et dispositif de coupe mettant en oeuvre ledit procede | |
JP6312755B2 (ja) | プーリの被検出面の加工方法 | |
FR2761283A1 (fr) | Procede de sectionnement d'un tube ou de decalottage d'une partie tubulaire fermee et moyens destines a le mettre en oeuvre | |
SU1109269A1 (ru) | Устройство дл резки труб | |
JPH0751326B2 (ja) | 合成樹脂管の製造装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20191101 |