NL1023929C2 - Ophangsysteem voor een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal. - Google Patents

Description

Ophangsysteem voor een voering van een ladingscontainer, voor bul kmateri aal

Gebied van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op 1 adingscontainers voor bulkmateriaal waarin fluïdumachtige of vloeibare bulkmaterialen, zoals bijvoorbeeld, droge bulkchemicaliën, in poedervorm gemaakte en gepel1etiseerde harsen, meel, koffiebonen, graan en dergelijke moeten worden opgeslagen of opgesloten terwijl deze worden 10 verscheept of getransporteerd, en meer in het bijzonder op een nieuwe en verbeterde voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal, voor gebruik in samenhang met dergelijke 1adingscontainers voor bulkmateriaal, waarbij de nieuwe en verbeterde voering van de ladingscontainer voor bul kmateriaal een nieuw en verbeterd ophangsysteem toont dat het de 15 voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal mogelijk maakt om volledig en goed te worden opgehangen en ingezet binnen elke ladingscontainer voor bulkmateriaal, onafhankelijk van de betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal waarin de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt toegepast, waarbij de voering van de 20 ladingscontainer voor bulkmateriaal goed zal worden ondersteund in de gevulde toestand daarvan binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal om niet te worden onderworpen aan krachten die anders de voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal zouden kunnen veroorzaken te scheuren, en waarbij verder de voering van een ladingscontainer voor 25 bulkmateriaal geschikt wordt versterkt om vrachtlading van bulkmateriaal te weerstaan tegen uitlaadkrachten.

Achtergrond van de uitvinding

Ladingscontainers voor bulkmateriaal worden conventioneel toegepast, op verschillende tijdstippen, om verschillende fluïdumachtige 30 of vloeibare bulkladingsmaterialen op te slaan of in te sluiten, zoals, bijvoorbeeld droge bulkchemicaliën, in poedervorm en gepelletiseerde 1023929 2 harsen, meel, koffiebonen, granen, rijst, suiker en dergelijke, terwijl de ladingsmaterialen worden verscheept of getransporteerd van een locatie naar een ander door middel van, bijvoorbeeld, ladingscontainers voor bulkmateriaal ingesloten binnen een schip, vrachtwagen, treinwagon, en 5 dergelijke. Omdat verschillende materialen moeten worden verscheept of getransporteerd binnen de ladingscontainers voor duikmateriaal op verschillende tijdstippen, is het noodzakelijk dat de ladingscontainers voor bulkmateriaal effectief worden gezuiverd om niet de bulkmaterialen te verontreinigen die een bijzonder vrachtlading bulkmateriaal omvatten 10 met achterblijvende bulkmaterialen die kunnen achterblijven binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal van een vorig verscheepte of getransporteerde vrachtlading bulkmateriaal. Vervolgens om het noodzakelijke zuiveren van elk ruim van een ladingscontainer voor bulkmateriaal te verwijderen nadat een bepaalde vrachtlading bulk-15 materiaal is uitgeladen of eruit gelaten van een specifieke van de ruimten van de ladingscontainers voor bulkmateriaal, is het conventioneel geworden binnen de industrie om verwijderbare voeringen van een ladingscontainer voor bulkmateriaal toe te passen binnen de vrachtruimen van ladingscontainers voor bulkmateriaal waarbij, nadat een bijzondere 20 vrachtlading van bulkmateriaal is afgegeven op de bestemming en eruit is gelaten of uitgeladen, wordt de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal eenvoudig verwijderd van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal waarbij de ladingscontainer voor bul kmateriaal weer bruikbaar is, zonder een grote hoeveelheid zuiverwerk, voor het dragen 25 van een andere vrachtlading bulkmateriaal of fluïdumachtig of vloeibaar materiaal. Voorbeelden van voeringen voor bulkcontainers zoals gebruikt in ladingscontainers voor bulkmateriaal voor het verschepen of transporteren van fluïdumachtige of vloeibare materialen kunnen worden gevonden in het Amerikaanse octrooi 5.657.896 dat is verleend op 30 19 augustus 1997 aan Matias, het Amerikaanse octrooi 5.542.563 dat is verleend op 6 augustus 1996 aan Matias, het Amerikaanse octrooi 5.489.037

" j z '0 9 2 S

3 dat is verleend op 6 februari 1996 aan Stopper, het Amerikaanse octrooi 5.421.476 dat is verleend op 6 juni 1995 aan Matias, het Amerikaanse octrooi 5.222.621 dat is verleend op 29 juni 1993 aan Matias, het Amerikaanse octrooi 5.193.710 dat is verleend op 16 maart 1993 aan Podd, 5 Sr. et al., het Amerikaanse octrooi 5.152.735 dat is verleend op 6 oktober 1992 aan Podd, Jr. et al., het Amerikaanse octrooi 5.137.170 dat is verleend op 11 augustus 1992 aan Matias, en het Amerikaanse octrooi 4.884.722 dat is verleend op 5 december 1989 aan Podd.

Terwijl de opgemerkte verwijderbare voeringen van de 10 ladingscontainers voor bulkmateriaal blijkbaar bevredigend zijn toegepast vanuit een algemeen gezichtspunt in verband met het bereiken van hun primaire doelen zoals hierboven opgemerkt, hebben dergelijke verwijderbare voeringen van een ladingscontainer voor bul kmateriaal i verschillende bedieningsmoeilijkheden vertoond. Bijvoorbeeld vanwege de I 15 verschillende krachten of ladingen die normaal worden uitgeoefend op de voeringen van de ladingscontainers voor bul kmateriaal tijdens, bijvoorbeeld, zowel de handelingen van het laden van de bulkmateriaal -lading, als ook de werkelijke transport- of verscheepperiode, zijn de voeringen van de stand van de techniek onderworpen aan openrijten of 20 scheuren, alsmede beschadiging in verband met hun juiste ondersteuning binnen de ladingshouder voor bulkmateriaal.

Meer in het bijzonder zoals het beste kan worden begrepen uit fig. 1 waarin het voorste of neusgedeelte van een conventionele stand van de techniekvoering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal 25 schematisch is getoond en in het algemeen is aangegeven met verwijzingscijfer 10. De voering van de ladingscontainer voor bulk-materiaal 10 heeft in hoofdzaak een rechthoekige parallellepipedum configuratie, en daarom is het duidelijk dat het voorste of neusgedeelte van de voering 10 van de ladingscontainer voor bul kmateri aal wordt 30 gedefinieerd door middel van een voorste wandgedeelte 12, een paar zijwandgedeelten 14, waarvan alleen een zichtbaar is, een bovenste • · - ··'> -i ^ 6 4 wandgedeelte 16, en een onderste wandgedeelte, niet getoond. Om hangend de voering 10 van een ladingscontainer voor bulkmateriaal te ondersteunen binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, wordt een dubbelzijdige strip van kleefstoftape 18 initieel gevouwen over zichzelf om effectief 5 daarbinnen een geweven versterkende band in te sluiten, niet getoond. Een paar pakkingsringen 20 zijn ook voorzien binnen de lateraal op afstand gelegen uiteindegedeelten van het met kleefstoftape omwikkelde versterkingsbandsamenstel, en daaropvolgend, wordt het met kleefstoftape omwikkelde versterkingsbandsamenstel bevestigd aan het voorste of 10 neusgedeelte van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal om zich zo horizontaal uit te strekken over de voering 10 van een ladingscontainer voor bulkmateriaal en daarbij kan het het bovenste voorste randhoekgebied 22 overlappen gedefinieerd op de verbinding van het voorste wandgedeelte 12 en het bovenste wandgedeelte 16 waarbij het 15 met kleefstoftape omwikkelde versterkingsbandsamenstel zich effectief over het voorste en bovenste wandgedeelte 12, 16 van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal verspreid.

Om in bedrijf de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal te verbinden met het inwendige van de ladingscontainer voor 20 bulkmateriaal zijn inwendige zijwandgedeelten van de ladingscontainers voor het bulkmateriaal conventioneel voorzien van geschikte onder-steuningsmiddelen bekend in de industrie als vingersluiting. Een probleem inherent kenmerkend in het gebruik van dergelijke vingersluitings-ondersteuningsstructuren binnen de ladingscontainers voor bulkmateriaal 25 liggen echter in het feit dat de vingersluitingsondersteuningsstructuren niet zijn gepositioneerd op voorafbepaal de plaatsen binnen het inwendige van alle ladingscontainers voor bulkmateriaal toegepast binnen de industrie. Soms, zijn de vingersluitingsondersteuningsstructuren bijvoorbeeld gelegen op een hoogteniveau dat twaalf inches (12,00", 30 30,48 cm) onder het bovenste inwendige oppervlak van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal ligt, echter andere keren kunnen de vinger- 1023929 5 sluitingsondersteuningsstructuren zijn gelegen op hoogteniveaus die bijvoorbeeld tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm) onder het bovenste inwendige oppervlak van de ladingscontainer voor bulkmateriaal liggen of tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder het bovenste inwendige , 5 oppervlak van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal. Vervolgens als de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt bevestigd aan het inwendige van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal door middel van, bijvoorbeeld, een aantal ophangbanden, riemen, of touwen die in bedrijf behoren bij de pakkingsringen 20, moet installatiepersoneel 10 als gevolg daarvan de hoeveelheid speling schatten of gokken die moet worden voorzien binnen de ondersteuningsband, riem of touw om de voering 10 van de ladingscontainer voor bul kmateriaal toe te staan om goed te worden opgehangen binnen de ladingscontainer voor het bul kmateriaal alsmede daaropvolgend gelegen in de gevulde omstandigheid of toestand.

15 Vaak zijn echter dergelijke gissingen of schattingen niet juist waarbij, bijvoorbeeld als de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt gevuld, het bovenste voorste randhoekgebied 22 van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal niet juist zal worden afgemeten met het bovenste voorste randhoekgebied van de 20 ladingscontainer voor het bulkmateriaal. Vervolgens zal een luchtruimte worden gedefinieerd tussen het bovenste voorste randhoekgebied 22 van de voering 10 van de ladingscontainer voor bul kmateriaal en het bovenste voorste randhoekgebied van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal waarbij de verschillende wandgedeelten van de ladingscontainer voor het 25 bulkmateriaal niet in staat zijn om effectief het corresponderende wandgedeelte van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal te ondersteunen die het bovenste voorste randhoekgebied 22 van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal definiëren. Daaropvolgend wordt het bovenste voorste randhoekgebied 22 van de 30 voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal gevoelig voor het vullen en bulkmateriaal vrachtladingskrachten en drukken die zorgen dat 1023929 6 de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal scheuring of mislukking ervaren of ondergaan. Aanvullende mislukking van het samenstel van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal kan ook plaatsvinden als een resultaat van de toepassing van dubbelzijdige 5 kl eef stof tape 18, als het middel voor het bevestigen van de voering 10 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal aan de vingersluitings-structuur van de ladingscontainer voor bulkmateriaal door de ophang- banden, riemen, touwen of dergelijke ten opzichte van het feit dat de kleefstofeigenschappen van de kleefstoftape 18 in de tijd verminderen als 10 een resultaat van de heersende of omgevingstemperatuur en vochtigheid- omstandigheden aanwezig in de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Verder is de dubbelzijdige kleefstoftape 18 relatief duur waardoor het economisch niet erg aantrekkelijk is.

Een behoefte bestaat daarom in de techniek voor een nieuwe 15 en verbeterde voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal, en in het bijzonder, voor een ophangsysteem dat in bedrijf daarbij behoort, die het de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal mogelijk zal maken om in bedrijf te worden gevuld en opgehangen binnen elke ladingscontainer voor bulkmateriaal, onafhankelijk van de bijzondere 20 afzetting of het hoogteniveau van de vingersluitingsondersteuning of ophangingstructuur, om zo in staat te zijn de juiste vulling en ophanging te verkrijgen van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal binnen 1 adingscontainers voor bulkmateriaal waarbij geen luchtruimte of luchtbellen zullen worden gedefinieerd tussen het bovenste voorste 25 randhoekgebied van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal en het bovenste voorste randhoekgebied van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal zodat de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal geschikt de vulling en vrachtladingskrachten of drukken kan weerstaan of zich ertegen kan verzetten om effectief verhoogde openrijt- of scheur-30 weerstand te tonen.

Doelstellingen van de uitvinding . ! Λ- - Λ _ - 7

Vervolgens is het een doel van de onderhavige uitvinding om een nieuw en verbeterd ophangsysteem te verschaffen voor gebruik in samenhang met een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die is aangepast om te worden geplaatst in een gevulde toestand intern binnen 5 een ladingscontainer voor bulkmateriaal voor het vasthouden van bulkmateriaallading.

Een andere doel van de onderhavige uitvinding is om een nieuw en verbeterd ophangsysteem te verschaffen, voor gebruik in samenhang met een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die 10 geschikt is om te worden geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, waarbij het nieuwe en verbeterde ophangsysteem effectief de verschillende bedrijfsnadelen en nadelige kenmerken van conventionele stand van de techniek ophangsystemen voor voeringen voor een i ladingscontainer voor bulkmateriaal verhelpt.

J 15 Een aanvullend doel van de onderhavige uitvinding is om een nieuw en verbeterd ophangsysteem te verschaffen, voor toepassing in samenhang met een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die geschikt is om te worden geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, waarbij het nieuwe en verbeterde ophangsysteem het 20 mogelijk maakt om de voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal volledig en juist op te hangen en in te zetten binnen elke ladingscontainer voor bulkmateriaal onafhankelijk van de betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal waarin de voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt toegepast.

25 Een verder doel van de onderhavige uitvinding is om een nieuw en verbeterd ophangsysteem te verschaffen, voor gebruik in samenhang met een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal, die geschikt is om te worden geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, waarbij het nieuwe en verbeterde ophangsysteem het de 30 voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal mogelijk maakt om volledig en goed te worden opgehangen en te worden ingezet binnen elke 1 0 2 3 9^9 δ 1 adingscontainer voor bulkmateriaal, onafhankelijk van de betreffende ladingscontainer waarbinnen de voering van de 1 adingscontainer voor bul kmateriaal wordt toegepast, waarbij de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal goed zal worden ondersteund in de gevulde toestand 5 daarvan binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal om niet te worden onderworpen aan krachten die anders het scheuren van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal kunnen veroorzaken.

Een laatste doel van de onderhavige uitvinding is om een nieuw en verbeterd ophangsysteem te verschaffen voor gebruik in samenhang 10 met een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die geschikt is om te worden geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, waarbij het nieuwe en verbeterde ophangsysteem het de voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal mogelijk maakt om volledig en correct te worden opgehangen en ingezet binnen elke ladingscontainer voor 15 bul kmateriaal, onafhankelijk van de betreffende ladingscontainer voor bul kmateriaal waarin de voering van een ladingscontainer voor bulk-materiaal wordt toegepast, waarbij de voering van de ladingscontainer voor bul kmateriaal goed zal worden ondersteund in de gevulde toestand daarvan binnen de ladingscontainer voor het bulkmateriaal om niet te 20 worden onderworpen aan vul- en ladingsdrukkrachten die anders wellicht het scheuren van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zouden kunnen veroorzaken, en waarbij verder de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal geschikt is versterkt om aan bulkmateriaal vrachtladingsuitlatingskrachten te weerstaan om effectief 25 verhoogde openrijt- of scheurweerstand te vertonen.

Samenvatting van de uitvinding

Het voorgaande en andere doelen worden bereikt met de leringen en principes van de onderhavige uitvinding door het verschaffen van een nieuw en verbeterd ophangsysteem voor gebruik in samenhang met 30 een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die geschikt is om te worden geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, 10239^9 9 waarbij het nieuwe en verbeterde opnangsysteem een paar driedraads polyethyleen gelamineerde ophangbanden omvat waarvan elk is aangepast om half over zichzelf te worden gevouwen om effectief daarbinnen een geweven versterkende strip in te sluiten die is vervaardigd van polypropyleen. De 5 versterkte ophangbanden zijn aangepast om vast te worden bevestigd aan de bovenste hoekgebieden van het neusgedeelte van de voering van de ladingscontainer van het bulkmateriaal zodanig dat de versterkte ophangbanden verticaal zijn georiënteerd, en vijf versterkingsringen vast worden bevestigd op voorafbepaalde plaatsen binnen elk van de versterkte 10 ophangbanden. In het bijzonder zijn respectievelijk de tweede, derde en vierde pakkingsringen gelegen op posities die twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) van het bovenste uiteinde van elk van de l ophangbanden en zijn geschikt om een klikhaakbevestigingsmiddel te J 15 hebben, aangebracht door een van de pakkingsringen om respectievelijk de verbinding van elk van de ophangingsbanden te vergemakkelijken en dus de bovenste hoekgebieden van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, aan een van een aantal vingersluitingen die vast verschaft zijn op de inwendige wandgedeelten van de ladingscontainer voor 20 bulkmateriaal.

Meer in het bijzonder, omdat het aantal vingersluitingen die conventioneel zijn bevestigd op de inwendige wandgedeelten van de ladingscontainers van het bulkmateriaal op posities die respectievelijk zijn gelegen op twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches 25 (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) van de bovenste voorste eindhoekgebieden van de ladingshouder voor bulkmateriaal en omdat de tweede, derde en vierde pakkingsringen respectievelijk zijn voorzien binnen de ophangbanden op posities die dienovereenkomstig zijn gelegen op twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches 30 (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) van het bovenste uiteinde van elk van de ophangbanden als de ladingscontainer 1 0239^9 10 voor bul kmateriaal goed en volledig is gevuld, dan als een kl i khaakbevesti gi ngsmi ddel wordt aangebracht door de betreffende pakkingsring van de pakkingsringen die effectief overeenkomt met de betreffende locatie van de vingersluiting binnen de betreffende 5 ladingscontainer voor bulkmateriaal om effectief elk van de ophangbanden te verbinden met respectievelijk een van de vingersluitingen van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zal automatisch of inherent zijn gelegen op een geschikte hoogtepositie binnen het inwendige van de ladingscontainer voor 10 bulkmateriaal om het mogelijk te maken om te worden geplaatst in de juist gevulde toestand relatief of ten opzichte van het inwendige wandgedeelte van de ladingscontainer voor bulkmateriaal als de ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt gevuld.

Op deze wijze zal geen luchtruimte of luchtbel aanwezig 15 zijn tussen het bovenste hoekgebied van de voering van de ladingscontainer van het bulkmateriaal en het bovenste inwendige voorste uiteindehoekgebied van de ladingscontainer voor het bulkmateriaal zodat de verschillende wand- en naadgedeelten van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal goed kunnen worden ondersteund door 20 middel van de inwendige wandgedeelten van de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Vervolgens is de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal in staat om makkelijk vulling en laadvrachtkrachten of drukken te weerstaan of weerstand aan te bieden om effectief een verhoogde openrijt- of scheurweerstand te vertonen om niet gevoelig te 25 zijn voor het ondergaan of ervaren van scheuring, mislukking en lekkage die effectief het doel van het toepassen van de voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal binnen ladingscontainer voor bulkmateriaal te niet zou doen.

Korte beschrijving van de tekeningen 30 Verschillende andere doelen, kenmerken en bijkomende voordelen van de onderhavige uitvinding zullen meer volledig worden 10/39^9 11 begrepen door de volgende gedetailleerde beschrijving indien beschouwd in samenhang met de bijgevoegde tekeningen waarin dezelfde verwijzings-cijfers dezelfde of corresponderende delen door de verschillende aanzichten aanwijzen, en waarin: 5 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een neusgedeelte van een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal die een conventionele stand van de techniek ophangsysteem toont gebruikt voor het ophangen van een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal via een vingersluitingsstructuur die vast is geplaatst op 10 interne wandgedeelten van een ladingscontainer voor bulkmateriaal; fig. 2 een bovenaanzicht toont van een nieuwe en verbeterde ophangband geconstrueerd in overeenstemming met de principes en leringen van de onderhavige uitvinding en die een driedraadslaminaat omvat geplaatst in de niet gevouwen toestand met een geweven versterkingsstrip 15 die vast daarin is geplaatst; fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van de nieuwe en verbeterde ophangband zoals beschreven in fig. 2 die de ophangband in de gevouwen toestand toont die de versterkende strip daartussen opsluit en die een aantal pakkingsringen heeft die vast zijn bevestigd binnen de 20 versterkte ophangband op voorafbepaal de plaatsen langs de longitudinale omvang daarvan; en fig. 4 een perspectivisch zij-aanzicht toont van een nieuwe en verbeterde voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal geconstrueerd in overeenstemming met de principes en leringen van de 25 onderhavige uitvinding en die een paar ophangbanden heeft, zoals beschreven bij fig. 2 en 3, die vast zijn bevestigd op de bovenste zijhoekgebieden daarvan.

Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm Verwijzend nu naar de tekeningen en meer in het bijzonder 30 naar fig. 2 en 3 daarvan, wordt een nieuwe en verbeterd ophangband, geconstrueerd in overeenstemming met de principes en leringen van de .. o -; _ u:. -1 H ^ c? 12 onderhavige uitvinding voor gebruik op een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal om hangend de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal te ondersteunen op vingersluitingen die vast zijn bevestigd op interne wandgedeelten van een ladingscontainer 5 voor bulkmateriaal beschreven en in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 110. Meer in het bijzonder, wordt de nieuwe en verbeterde ophangband 110 getoond om een driedraads basislaminaat 112 te omvatten die bij voorkeur is vervaardigd van een geschikt kunststoffen materiaal, zoals, bijvoorbeeld een gekruist laminaat, ultraviolet 10 gestabiliseerd polyethyleen, en het is verder gezien dat het basis laminaat 112 een longitudinale omvang of lengte-afmeting van zesendertig inches (36,00", 81,28 cm) heeft en een laterale omvang of breedte-afmeting van ten minste tien inches (10,00", 25,54 cm). Het basislaminaat 112 is geschikt om over zichzelf te worden gevouwen langs de 15 longitudinaal zich uitstrekkende centreerlijn of middellijn 114 daarvan en een geweven versterkende strip 116, soortgelijk aan een conventionele automotive veiligheidsriem en vervaardigd van een geschikt kunststoffen materiaal, zoals bijvoorbeeld polypropyleen, is geschikt om vast te worden bevestigd op een centraal gebied van het inwendige 20 oppervlakgedeelte van het basislaminaat 112 zodanig dat, bijvoorbeeld het bovenste randgedeelte van de versterkende strip 116 is gelegen langs de longitudinale gecentreerde lijn of middellijn 114 van het basislaminaat 112.

De versterkende strip 116 heeft een longitudinale omvang of 25 lengte afmeting van zesendertig inches (36,00", 81,28 cm) en een laterale omvang of breedtedimensie van twee inches (2,00", 5,08 cm), en om de versterkende strip 116 vast te bevestigen aan het inwendige oppervlakgedeelte van het basislaminaat 112 zodanig dat de versterkende strip 116 zal worden ingesloten binnen het basislaminaat 112 als het 30 basislaminaat 112 wordt gevouwen over zichzelf langs de longitudinale gecentreerde lijn of middellijn 114 daarvan, een geschikte kleefstof 118 1023929 13 IS Qepl ödtSÏ öf afyêZêt Op het Central ê yêblêu 'νδΓι het 1 nWcndl yc oppervlakgedeelte van het basislaminaat 112 om zich effectief te verspreiden, of te zijn gelegen op tegenover elkaar gelegen zijden van, de longitudinale gecentreerde lijn of middellijn 114 van het 5 basislaminaat 112. In het bijzonder heeft het centrale gebied van het basislaminaat 112 waarop het klevende materiaal 118 wordt geplaatst of afgezet, een longitudinale omvang of lengte-afmeting van zesendertig inches (36,00", 81,28 cm) en een laterale omvang of breedte-afmeting van vier inches (4,00", 10,16 cm). Op deze wijze, als de versterkende 10 strip 116 vast wordt geplaatst op het basislaminaat 112 zoals beschreven in fig. 2, en als het basislaminaat 112 over zichzelf is gevouwen langs de longitudinale gecentreerde lijn of middellijn 114 daarvan, zal het tegenoverliggende zij-oppervlak van de versterkende strip 116 klevend i verbonden zijn met de tegenover elkaar gelegen inwendige oppervlak- j 15 gedeelten van het basislaminaat 112.

Met aanvullende verwijzing nu gemaakt naar fig. 3 en 4, nadat het basislaminaat 112 over zichzelf langs de longitudinale gecentreerde lijn of middellijn 114 is gevouwen zodanig dat de versterkende strip 116 nu klevend stevig verbonden is intern binnen het 20 basislaminaat 112, worden een aantal klikhaakbevestigingsringen 120, 122, 124, 126, 128 die vast zijn bevestigd binnen dat gedeelte van de ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die eerder het centrale gebied van het basislaminaat 112 was, en dat de versterkingsstrip 116 klevend daarin verbonden heeft, zodanig dat de 25 klikhaakbevestigingsringen 120-128 zich door de gekoppelde helften van het basislaminaat 112 uitstrekken alsmede door de versterkingsstrip 116 gelegen tussen de gekoppelde helften van het basislaminaat 112. Meer in het bijzonder is het opgemerkt dat in overeenstemming met de unieke en nieuwe principes en leringen van de onderhavige uitvinding, het aantal 30 klikhaakbevestigingsringen 120-128 zijn gelegen op bijzondere vooraf bepaalde posities ten opzichte van het rechterrandgedeelte 130 van i023929 14 ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zoals beschreven bij fig. 3 die correspondeert met het bovenste randgedeelte van ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bul kmateriaal als elk van de ophangbanden van de voering van een 5 ladingscontainer voor bulkmateriaal 110 daadwerkelijk vast is bevestigd aan en bevestigd op het neusgedeelte 132 van een voering 134 van een ladingscontainer voor bulkmateriaal, zoals beschreven bij fig. 4.

Meer specifiek zijn het aantal klikhaakbevestigingsringen 120-128 bevestigd binnen elk van de ophangbanden 110 respectievelijk 10 gelegen op eerste, tweede, derde, vierde en vijfde posities 136, 138, 140, 142, 144 waarbij de eerste positie 136 waarop de eerste pakkings-ring 120 vast is gelegen op anderhalve inches (1,50", 3,81 cm) afstand van het rechter of bovenste randgedeelte 130 van elke ophangband 110, de tweede positie 138 waarop de tweede pakkingsring 122 vast is geplaatst, 15 is gelegen op tien en een halve inches (10,50", 26,67 cm) afstand van de eerste positie 136, de derde positie waarop de derde pakkingsring 124 vast is geplaatst is gelegen op 10 inches (10,00", 25,40 cm) afstand van de tweede positie 138, de vierde positie 142 waarop de vierde pakkingsring 136 vast is geplaatst, is op soortgelijke afstand gelegen 20 tien inches (10,00", 25,40 cm) van de derde positie 140 en ten slotte is de vijfde positie 144 waarop de vijfde pakkingsring 128 vast is geplaatst op twee en halve inches (2,50", 6,35 cm) afstand van de vierde positie 142 gelegen en anderhalve inches (1,50", 3,81 cm) van het linker of onderste randgedeelte 131 van elke ophangband 110. Op deze wijze kan 25 het verder makkelijk worden begrepen dat de tweede, derde en vierde klikhaakverbindingsringen 122, 124,126 zijn gelegen op hun corresponderende tweede, derde en vierde posities 138, 140, 142 die respectievelijke op twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) 30 afstand zijn gelegen van het rechter of bovenste randgedeelte 130 van elk ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal.

102:·! o / - 15

Zoals is beschreven bij fig. 4 is te zien dat het neusgedeelte 132 ,van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, bijvoorbeeld een voorste wandgedeelte 146, een paar tegenover elkaar geplaatste zijwandgedeelte 148, 148, een bovenste of hoogste wandgedeelte 150 en een , 5 onderste of bodemwandgedeelte 152 omvat. Vervolgens kan het verder makkelijk worden begrepen dat als elk van de ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal vast wordt bevestigd aan het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zoals beschreven bij fig. 4, waarbij elk van de 10 ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal de longitudinale omvang verticaal zal hebben georiënteerd, de tweede, derde en vierde klikhaakverbindingsring 122, 124, 126 zullen zijn gelegen op hun corresponderende tweede, derde en vierde posities 138, 140, 142 die respectievelijk op twaalf inches (12,00", 30,48 cm), 15 tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) van elkaar zijn gelegen onder het bovenste randgedeelte 130 van elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal alsmede onder het bovenste of hoogste wandgedeelte 150 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal als de voering 134 20 van een ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt geplaatst in de gevulde toestand daarvan.

Het moet worden herinnerd, zoals al is opgemerkt hiervoor, dat het gebruikelijk is binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal industrie dat de interne zijwandgedeelten van ladingscontainer voor 25 bulkmateriaal zijn voorzien van vingersluitingen op of waaraan ophang banden van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal hangend aan kunnen worden bevestigd. Aanvullend wordt het ook nog eens genoemd, dat afhankelijk van de betreffende ladingscontainer voor het bulkmateriaal en de vervaardiger daarvan, dat de vingersluitingen worden 30 geplaatst op posities die zijn gelegen of op een afstand van twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), of 1 023929 16 tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder de bovenste inwendige voorste hoekgebieden van de ladingscontainer voor duikmateriaal. Vervolgens als het is gewenst om een bijzondere voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal in te brengen of toe te passen binnen 5 een betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal is het gewenst om het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal intern binnen de ladingscontainer voor duikmateriaal te bevestigen door middel van het plaatsen van een klikhaakbevestigings-middel binnen een specifieke van de klikhaakverbindingsringen 122, 124, 10 126, die is gelegen op een vooraf bepaal de afstand van of onder het bovenste randgedeelte 130 van elke ondersteuningsband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die correspondeert met of overeenkomt met de voorafbepaalde afstand die de betreffende vingersluiting of de betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal, 15 waarbinnen de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt geplaatst, is gelegen van of onder de bovenste wandgedeelten of bovenste voorhoekgebied van de betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal.

Op deze wijze, als de voering 134 van een ladingscontainer 20 voor bulkmateriaal volledig is gevuld, zal het bovenste voorste hoekgebied van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zoals gedefinieerd door middel van het bovenste wandgedeelte 150, en de bovenste gebieden van de zijwandgedeelten 148, 148 en het voorste wandgedeelte 146, correct worden geplaatst ten opzichte van het 25 corresponderende bovenste interne wandgedeelte van de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Vervolgens als de voering 134 van een ladingscontainer voor bulkmateriaal wordt geplaatst in de volledig opgeblazen toestand daarvan, zal een luchtruimte of bel niet worden gevormd of worden gedefinieerd tussen het bovenste gebied van het 30 neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal en de bovenste interne wandgedeelten of het bovenste 1 o ? Q 7 g 17 voorste hoekgebied van de· betreffende ladingscontainer . voor bulkmateriaal. Vervolgens als een resultaat van deze structurele interactie effectief gedefinieerd tussen het bovenste voorste gedeelte van het neusgedeelte 132 van de voering van de ladingscontainer voor , 5 bulkmateriaal en de bovenste interne wandgedeelten van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zal het bovenste gebied van het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainter voor bulkmateriaal goed worden ondersteund door middel van de hiervoor genoemde bovenste interne wandgedeelten of het bovenste voorste 10 hoekgebied van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zodanig dat overmatige krachten en drukken, normaal of conventioneel kenmerk van of ondervonden door de voeringen van de ladingscontainer voor bulkmateriaal als een resultaat van de vulling en het laden van hetzelfde, zal niet langer aanwezig zijn om potentieel te resulteren in mislukkingen, 15 scheuringen en lekkage van voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal.

Zoals verder kan worden begrepen uit fig. 2-4, als ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal moeten worden bevestigd aan de bovenste hoekgebieden van 20 het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zoals het beste kan worden begrepen uit fig. 4, zijn de ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die eerder half over zichzelf zijn gevouwen zoals beschreven in fig. 3, geschikt om met warmte te worden afgedicht op 25 tegenovergelegen zijden van het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal en op de bovenste voorhoekgebieden daarvan. Meer in het bijzonder is elk van de ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal geschikt om met warmte te worden afgedicht langs bovenste naadhoekgedeelten 154 van het 30 neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die respectievelijk zijn gedefinieerd tussen elk van de i kj o $ ^ .j 18 zijwandgedeelten 148, 148 en het voorste wandgedeelte 146 daarvan. In overeenstemming met het door warmte afdichten van de ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal op de bovenste naadhoekgedeelten 154 van het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de 5 ladingscontainer voor bulkmateriaal, is het aanvullend gezien dat elk van de ophangbanden 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal geschikt is om met warmte te worden afgedicht met het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal langs een punt 156 dat zich longitudinaal door de verticale 10 omvang van elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal uitstrekt en dat gelegen is ongeveer halverwege tussen de locatie van de versterkende strip 116 en het vrije randgedeelte 158 van de gevouwen ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die is gelegen tegenover de longitudinaal gecentreerde 15 lijn of middellijn 114 van de ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal.

Het door warmte af te dichten punt 156 is schematisch getoond in fig. 3 als een eenvoudig middel voor het tonen van de plaatsing ten opzichte van de andere structuurcomponenten van elke 20 ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, en soortgelijk is het met warmte af te dichten punt 156 schematisch getoond in fig. 2 als componenten 156-1 en 156-2 als een eenvoudig middel voor het tonen van hoe de locaties, waarop de met warmte af te dichten gebieden achtereenvolgens zullen worden gevormd, zullen effectief samen 25 worden gebracht als de tegenover elkaar gelegen zijden van het laminaat 112 van elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal samen over zichzelf worden gevouwen.

Het moet worden opgemerkt of benadrukt, echter, dat de met warmte afdichtingshandeling alleen wordt uitgevoerd in verband met de 30 bevestiging van elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal op de tegenover elkaar gelegen 1023929 19 bovenste zijrandnaadgedeelten 154 van het neusgedeelte 132 van de voering 134 van de ladingscontainer voor bul kmateriaal en niet in verbinding met het zelf over het laminaat 112 vouwen.

Zoals eerder is opgemerkt, in verband met de fixatie van 5 elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal op een specifieke vingersluiting van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, is een klikhaakbevestigingsmiddel geschikt, om te worden ingebracht binnen de specifieke tweede, derde, of vierde klikhaakbevestigingsring 122, 124, of 126 die is gelegen op een 10 hoogteniveau dat correspondeert met of overeenkomt met het hoogteniveau waarop de vingersluiting of de betreffende ladingscontainer voor bulkmateriaal is gelegen om het neusgedeelte 132 goed vast te bevestigen van de voering 134 van de ladingscontainer voor bul kmateriaal in de l ladingscontainer voor bulkmateriaal, echter de eerste en vijfde | 15 klikhaakbevestigingsringen 120, 128 zijn niet werkelijk geschikt of bedoeld om een klikhaakbevestigingsmiddel te ontvangen in verband met de ophanging van de voering 134 van de ladingscontainer voor bulkmateriaal , binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Meer in het bijzonder zijn de eerste en vijfde klikhaakbevestigingsringen 120, 128 voorzien als een 20 middel voor het verhogen van de versterkende kenmerken van elke ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal in verbinding met de ophangkrachten die werken op elk van de ophang-banden 110 van voering van de ladingscontainer voor bul kmateriaal, of waaraan elk van de ophangbanden 110 van de voering van de 25 ladingscontainer voor bulkmateriaal is onderworpen, als een resultaat van het ophangen in de ladingscontainer voor bulkmateriaal, in het bijzonder tijdens vrachtlading uitlaadprocedures als de ontladingscontainer voor bulkmateriaal en de voering gelegen daarin, zijn onderworpen of ondergaan kanteling of hoekverplaatsingen.

30 Meer specifiek, als een klikhaakbevestigingsmiddel is gelegen binnen het centrale of de derde klikhaakbevestigingsring 124 en 1 0 2 3 9^9 20 de ophangingskrachten worden daaropvolgend uitgeoefend op de betreffende ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zullen al deze krachten, die anders de ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zouden openrijten of scheuren, 5 effectief worden weerstaan door middel van het door kleefstof verbonden samenstel gedefinieerd door middel van het driedraadslaminaat 112, de versterkende strip 116 en de andere klikhaakbevestigingsringen 120, 122 en 126, 128 geplaatst op tegenovergelegen zijden van de centrale of derde klikhaakbevestigingsring 124. Op een soortgelijke wijze, indien een 10 klikhaakbevestigingsmiddel is geplaatst binnen de tweede klikhaak bevestigingsring 122 en de ophangkrachten worden daaropvolgend uitgeoefend op de betreffende ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, zullen al deze krachten, die anders zouden neigen om de ophangband 110 van de voering van de ladingscontainer 15 voor bulkmateriaal open te rijten of te scheuren effectief worden weerstaan door middel van het door kleefstofverbonden samenstel gedefinieerd door middel van het driedraadslaminaat 112, de versterkende strip 116 en de andere klikhaakbevestigingsringen, in het bijzonder de eerste en derde pakkingsringen 124 en 120, geplaatst op de 20 tegenovergelegen zijden van de tweede klikhaakbevestigingsring 122.

Soortgelijke krachtweerstand en het voorkomen van scheuren, kenmerken zullen dienovereenkomstig worden behandeld in verband met de bevestiging van een klikhaakbevestigingsmiddel binnen de vierde klikhaakbevestigingsring 126.

25 Dus het kan worden gezien dat in overeenstemming met de principes en leringen van de onderhavige uitvinding, er een nieuwe en verbeterde ophangband van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal is verschaft voor gebruik in verbinding met het bevestigen van voeringen van de ladingscontainer voor bulkmateriaal binnen 30 ladingscontainers voor bulkmateriaal, waarbij een aantal klikhaak bevestigingsringen zijn voorzien binnen de ophangband van de voering van C w' · 'w‘ · v 21 de ladingscontainer voor bulkmateriaal langs een verticaal georiënteerde reeks, en waarbij verder elk van de klikhaakbevestigingsringen is gelegen op een locatie op die op een vooraf bepaal de afstand van het bovenste oppervlakgedeelte van de voering van de ladingscontainer voor , 5 bulkmateriaal is gelegen zodanig dat als de laatste is geplaatst in de volledig gevulde toestand, het bovenste hoekgebied van het neusgedeelte van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal correct zal zijn gelegen ten opzichte van het bovenste voorste interne gebied van de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Op deze wijze kunnen de interne 10 wandgedeelten van de bovenste voorste interne gebieden van de ladingscontainer voor bulkmateriaal goed het bovenste hoekgebied van het neusgedeelte ondersteunen van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zodat de laatste geen overmatige krachten of drukken ondervindt die anders zouden kunnen leiden tot mislukking of scheuring 15 van hetzelfde waarbij ladinginhoud van het bulkmateriaal zou lekken uit de ladingscontainer voor bulkmateriaal. Aanvullend zijn de ophangbanden van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal in het bijzonder versterkt om effectief aanwezige krachten te weerstaan die vrachtladingsuitlaatkrachten dienen die zullen worden uitgeoefend op de 20 voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal als een resultaat van het kantelen of het hellen van hetzelfde.

Zoals duidelijk zijn vele variaties en aanpassingen van de onderhavige uitvinding mogelijk in het licht van de bovenstaande leringen. Het moet daarom worden begrepen dat binnen dé reikwijdte van de 25 bijgevoegde conclusies de onderhavige uitvinding anders kan worden uitgeoefend dan als hierin specifiek beschreven.

1023929

Claims (23)

1. Ophangband voor gebruik op een voering van een ladingscontainer voor bulkmateriaal om correct de voering van de 5 ladingscontainer voor bulkmateriaal op elk van een aantal van voorafbepaal de hoogteniveaus te ondersteunen binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal om overeen te komen met het hoogteniveau waarop een ondersteuning van een voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal, 10 omvattende: een verticaal georiënteerde ophangband; en een aantal bevestigingsringen, die vast zijn bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband om te zijn geplaatst langs een voorafbepaal de verticale reeks waarbij het aantal bevestigingsringen 15 ten opzichte van elkaar op voorafbepaalde afstanden is gelegen, voor het ontvangen van een bevestigingsmiddel voor het bevestigen van een voorafbepaal de bevestigingsring van het aantal bevestigingsringen aan een ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die vast is geplaatst binnen een ladingscontainer voor bulkmateriaal 20 waarbij onafhankelijk van het hoogteniveau waarop de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal, de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zal zijn geplaatst op een geschikt hoogteniveau binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal 25 om de juiste vulling van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal te vergemakkelijken.

2. Ophangband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verticaal georiënteerde ophangband een driedraadslaminaat omvat.

3. Ophangband volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het driedraadslaminaat polyethyleen omvat. ; ü 2 3 9 2 9 -

4. Ophangband volgens conclusie 1-3, met 'net kenmerk, dat de ophangband verder een versterkende strip omvat die vast is bevestigd op de verticaal georiënteerde ophangband.

5. Ophangband volgens een der voorgaande conclusies 4, met het 5 kenmerk, dat de verticaal georiënteerde ophangband over zichzelf is gevouwen; en de versterkende strip is vast bevestigd aan het inwendige van de gevouwen verticaal georiënteerd ondersteuningsband.

6. Ophangband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de versterkende strip is vervaardigd van geweven 10 polypropyleen.

7. Ophangband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aantal bevestigingsringen die vast zijn bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband ook vast zijn bevestigd binnen de , i versterkende strip. | 15 8. Ophangband volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aantal bevestigingsringen die vast zijn bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband ten minste drie bevestigingsringen omvatten.

9. Ophangband volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de verticaal georiënteerde ophangband een bovenste randgedeelte omvat; en dat ten minste drie bevestigingsringen respectievelijk zijn gelegen op een eerste voorafbepaalde afstand van twaalf inches (12,00", 30,48 cm), een tweede voorafbepaalde afstand van tweeëntwintig inches 25 (22,00", 55,88 cm) en een derde voorafbepaalde afstand van tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder het bovenste randgedeelte van de verticaal georiënteerde ophangband, waarbij onafhankelijk van het hoogteniveau, omvattende twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm) 30 en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder het bovenste wandgedeelte van de ladingscontainer voor bulkmateriaal waarop de ondersteuning van de . .: Z .Q voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst, de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zal op een geschikt hoogteniveau binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal zijn geplaatst om de juiste vulling van de voering van de ladingscontainer voor 5 bul kmateriaal binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal te vergemakkelijken.

10. Ophangband volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ten minste drie bevestigingsringen vijf bevestigingsringen omvatten, waarbij een vierde bevestigingsring vast is bevestigd binnen de verticaal 10 georiënteerde ophangband op een locatie die boven de eerste bevestigingsring ligt, en een vijfde bevestigingsring is vast bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband op een locatie die onder de derde bevestigingsring ligt zodanig dat als het bevestigingsmiddel, voor het bevestigen van een voorafbepaalde van de ten minste drie 15 bevestigingsringen aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die vast is gelegen binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal, is aangebracht door de voorafbepaalde van de ten minste drie bevestigingsringen, ten minste twee bevestigingsringen zijn geplaatst op tegenover elkaar gelegen zijden van 20 de vooraf bepaal de van de ten minste drie bevestigingsringen die is bevestigd aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die vast is geplaatst binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal door het bevestigingsmiddel aangebracht door de voorafbepaalde van de ten minste drie bevestigingsringen, om de 25 ophangladingen gedrukt tegen de voorafbepaal de van ten minste drie bevestigingsringen te versterken als een resultaat van de voorafbepaal de van de ten minste drie bevestigingsringen die is bevestigd aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, die vast zijn geplaatst binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal, 30 door het bevestigingsmiddel aangebracht door de voorafbepaal de van ten minste drie bevestigingsringen. 1023929

11. Ophangsysteem voor een voering van een iadingscontainer voor bulkmateriaal om correct de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal op elk van een aantal voorafbepaal de hoogte niveaus te ondersteunen binnen een Iadingscontainer voor bulkmateriaal om overeen te 5 komen met het hoogteniveau waarop een ondersteuning van een voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst binnen een Iadingscontainer voor bulkmateriaal, omvattende: een voering van een Iadingscontainer voor bulkmateriaal; ten minste een verticaal georiënteerde ophangband die vast 10 is bevestigd aan de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal; en een aantal bevestigingsringen, die vast zijn bevestigd binnen de ten minste verticaal georiënteerde ophangband om te zijn i geplaatst langs een voorafbepaal de verticale reeks waarbij het aantal ! 15 bevestigingsringen ten opzichte van elkaar op een voorafbepaal de afstand zijn gelegen, voor het ontvangen van een bevestigingsmiddel voor het bevestigen van een voorafbepaal de van het aantal bevestigingsringen aan een ondersteuning van de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal die vast is geplaatst binnen een Iadingscontainer voor 20 bulkmateriaal, waarbij onafhankelijk van het hoogteniveau waarop de ondersteuning van de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst binnen de Iadingscontainer voor bulkmateriaal, de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal zal zijn geplaatst op 25 een geschikt hoogteniveau binnen de Iadingscontainer voor bulkmateriaal om de juiste vulling van de voering van de Iadingscontainer voor bulkmateriaal binnen de Iadingscontainer voor bulkmateriaal te vergemakkelijken.

12. Ophangsysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 30 ten minste ene verticaal georiënteerde ophangband een driedraadslaminaat omvat. i 023929

13. Ophangsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het driedraadslaminaat polyethyleen omvat.

14. Ophangsysteem volgens een der voorgaande conclusies 11-13, met het kenmerk, dat het ophangsysteem een versterkende strip die vast is 5 bevestigd op de verticaal georiënteerde ophangband omvat.

15. Ophangsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de verticaal georiënteerde ophangband over zichzelf is gevouwen; en de versterkende strip is vast bevestigd aan het inwendige van de gevouwen verticaal georiënteerde ophangband.

16. Ophangsysteem volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de versterkende strip is vervaardigd van geweven polypropyleen.

17. Ophangsysteem volgens een der voorgaande conclusies 14-16, met het kenmerk, dat het aantal bevestigingsringen die vast zijn bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband ook vast zijn 15 bevestigd binnen de versterkende strip.

18. Ophangsysteem volgens een der voorgaande conclusies 11-17, met het kenmerk, dat het aantal bevestigingsringen die vast zijn bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband ten minste drie bevestigingsringen omvatten.

19. Ophangsysteem volgens een der voorgaande conclusies 11-18, met het kenmerk, dat de verticaal georiënteerde ophangband een bovenste randgedeelte omvat; en dat ten minste drie bevestigingsringen respectievelijk zijn gelegen op een eerste voorafbepaalde afstand van twaalf inches (12,00", 25 30,48 cm), een tweede voorafbepaal de afstand van tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), en een derde voorafbepaal de afstand van tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder het bovenste randgedeelte van de verticaal georiënteerde ophangband, waarbij onafhankelijk van het hoogteniveau, omvattende 30 twaalf inches (12,00", 30,48 cm), tweeëntwintig inches (22,00", 55,88 cm), en tweeëndertig inches (32,00", 81,28 cm) onder het bovenste •: 2 3 3 .9 - wandgedeelte van de ladingscontainer voor bulkmateriaal waarop de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal vast is geplaatst, de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal zal op een geschikt hoogteniveau binnen de ladingscontainer voor , 5 bulkmateriaal zijn geplaatst om de juiste vulling van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal te vergemakkelijken.

20. Ophangsysteem volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de ten minste drie bevestigingsringen vijf bevestigingsringen omvatten, 10 waarbij een vierde bevestigingsring vast is bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband op een locatie die boven de eerste bevestigingsring ligt, en een vijfde bevestigingsring is vast bevestigd binnen de verticaal georiënteerde ophangband op een locatie die onder de derde bevestigingsring ligt zodanig dat als het bevestigingsmiddel voor 15 het bevestigen van een vooraf bepaal de van de ten minste drie bevestigingsringen aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die vast is gelegen binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal, is aangebracht door de voorafbepaal de van de ten minste drie bevestigingsringen, ten minste twee bevestigingsringen 20 zijn geplaatst op tegenover elkaar gelegen zijden van de voorafbepaalde van de ten minste drie bevestigingsringen, die is bevestigd aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal die vast is geplaatst binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal door het bevestigingsmiddel aangebracht door de voorafbepaal de van de ten 25 minste drie bevestigingsringen, om de ophangladingen gedrukt tegen de voorafbepaal de van ten minste drie bevestigingsringen te versterken als een resultaat van de vooraf bepaal de van de ten minste drie bevestigingsringen die is bevestigd aan de ondersteuning van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal, die vast zijn geplaatst 30 binnen de ladingscontainer voor bulkmateriaal, door het bevestigingsmiddel aangebracht door de voorafbepaalde van de ten minste drie

1 O >·... -j :-ί bevestigingsringen.

21. Ophangsysteem volgens een der voorgaande conclusies 11-20, met het kenmerk, dat de ten minste een verticaal georiënteerde ophangband die vast is bevestigd aan de voering van de ladingscontainer voor 5 bulkmateriaal een paar verticaal georiënteerde ophangbanden omvat.

22. Ophangsysteem volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het paar verticaal georiënteerde ophangbanden vast zijn bevestigd op tegenover elkaar gelegen zijden, bovenste voorste neushoekgebieden van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal.

23. Ophangsysteem volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat het paar verticaal georiënteerde ophangbanden met warmte zijn afgedicht met de bovenste voorste neushoekgebieden van de voering van de ladingscontainer voor bulkmateriaal.