NL1023884C2 - Inrichting voor het doorknippen van een bindstrip. - Google Patents

Description

\·

Inrichting voor het doorknippen van een bindstrip

De uitvinding betreft een inrichting voor het verbreken van een strook bindmate-riaal die is aangebracht op een voorwerp, zoals een rol plaatmateriaal of bundel profie-5 len en dergelijke, omvattende een huis voorzien van een steun voor het ondersteunen van de inrichting met betrekking tot het voorwerp, een tweetal met het huis verbonden messen waarvan tenminste een mes verplaatsbaar is ten opzichte van het huis, aan-drijfmiddelen voor het verplaatsen van de messen ten opzichte van elkaar tussen een geopende stand en een gesloten stand voor het doorsnijden en/of doorknippen van de 10 strook bij op het voorwerp ondersteund huis, alsmede een klem voor het vasthouden van de verbroken strook.

Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-A-945351. Bij deze bekende inrichting is naast een beweegbaar mes een klemplaat aangebracht, die met een vast aan het huis gemonteerde tegenplaat ervoor moet zorgen dat de eenmaal doorgesneden strook niet 15 wegspringt onder invloed van de voorspanning daarin. Als de voorspanning in de strook aan de hoge kant is, kan de strook echter reeds bij het begin van de knip- of snij-handeling plotseling volledig doorscheuren. Gevolg daarvan kan zijn dat de aldus doorgescheurde strook toch wegsprmgt omdat de klem de strook nog niet goed heeft kunnen grijpen.

20 Doel van de uitvinding is een inrichting van het hiervoor genoemde type te ver schaffen waarbij het wegspringen van de strook beter kan worden voorkomen. Dat doel wordt bereikt doordat de klem en een der messen met elkaar in samenwerking breng-baar zijn voor het inklemmen van de strook.

Bij de inrichting volgens de uitvinding kan worden verzekerd dat de strook be-25 trouwbaar is ingeklemd tussen de klem en het beweegbare mes. Pas daarna wordt de uiteindelijke snij- of kniphandeling uitgevoerd.

Bekend is om een mes verplaatsbaar ten opzichte van het huis uit te voeren, en het andere vast. Volgens de uitvinding is daarbij de klem opgenomen in het huis, zodanig dat het verplaatsbare mes daarmee in samenwerking komt tijdens zijn verplaatsing, 30 doch voordat de eigenlijke snij- of kniphandeling tussen dat verplaatsbare mes en het vaste mes plaatsvindt.

Bekend is verder om tegenhoudmiddelen aan het huis te voorzien voor het tegenhouden van de strook tijdens het daar tegen aan bewegen van het verplaatsbare mes. De t0238841 I functie van die tegenhoudmiddelen is te verhinderen dat de strook wordt opgeschoven I door het verplaatsbare mes, zonder dat een snij- of knipwerking zou worden verkregen.

Dit is van belang indien het vaste mes een snijrand heeft die in de bewegingsrichting van het verplaatsbare mes loopt, en dus zelf geen tegenhoudwerking kan verschaffen.

5 Volgens de uitvinding omvatten de tegenhoudmiddelen twee tegenhouders die zich, I dwars op de bewegingsrichting van het mes, op afstand van elkaar bevinden zodanig dat het beweegbare mes daartussendoor verplaatsbaar is. Een der tegenhouders kan I beweegbaar zijn ten opzichte van het huis, dwars op de steun, zodanig dat met een meer I of minder sterk gekromd verloop van de strook om het voorwerp rekening kan worden I 10 gehouden.

I De klem kan onder veervoorspanning aangedrukt worden gehouden in het huis, I zodanig dat bij het inklemmen van de strook de klem tegen de veervoorspanning in verplaatsbaar is. Bij voorkeur bezitten de klem en het mes overeenkomstig gerichte I en/of gevormde oppervlakken voor het daartussen inklemmen van de strook. De snij- I 15 rand van het beweegbare mes is bepaald door een snijvlak dat verschuifbaar is langs I een overeenkomstig snijvlak van het andere mes, alsmede een dwars daarop verlopend I aanslagvlak dat verschuifbaar is langs en tegen een overeenkomstig aanslagvlak van de H klem. Tussen deze aanslagvlakken kan de strook betrouwbaar worden ingeklemd, in het bijzonder indien het verplaatsbare mes aan de naar de steun gekeerde zijde een steun- H 20 vlak heeft, en het aanslagvlak onder een scherpe hoek ten opzichte het steunvlak loopt.

I Ter verdere vergroting van een betrouwbare vasthoudwerking op de doorgesne- I den of doorgeknipte strook kan aanvullend een stempel zijn voorzien die zich bevindt I naast de klem, welke stempel is uitgevoerd voor het verschaffen van een aandrukwer- I king op de strook tegen het voorwerp. Ook de stempel kan onder veervoorspanning H 25 aandrukbaar zijn tegen de strook. De stempel bevindt zich bij voorkeur aan dezelfde I zijde van de messen als de klem. Daardoor is verzekerd dat in ieder geval een eind van H de strook op betrouwbare wijze kan worden vastgehouden, zelfs indien om wat voor reden dan ook de klem zou falen.

Het huis kan door middel van een veerophanging zijn verbonden met een kap die 30 middelen draagt voor het bevestigen daarvan aan een robotarm en dergelijke. Het huis kan in dat geval ook wanneer de robotarm een onnauwkeurig oppervlak van het voor- werp onvoldoende zou kunnen volgen zich toch op de juiste wijze tegen het voorwerp 3 en de strook aanleggen. In dat verband is het ook gunstig indien het huis aan de zijde van de steun verende steunmiddelen heeft voor aangrijping op het voorwerp.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.

5 De in de figuren 1-3 weergegeven inrichting omvat een huis 1, dat door middel van veren 2 is opgehangen aan een kap 3. Deze kap 3 is bevestigd aan het uiteinde van een verder niet getoonde robotarm 4, die op zich bekend is en waarmee de inrichting op de gewenste wijze kan worden gemanipuleerd ten opzichte van het voorwerp 5. Dit voorwerp 5 is een rol plaatmateriaal, die door middel van een strook bindmateriaal 6 10 opgerold wordt gehouden.

Het huis 1 draagt een vast mes 7, alsmede een beweegbaar mes 8 dat is opgehangen aan de geleiding 9. Door middel van de aandrijving 10 is het beweegbare mes 8 heen en weer verplaatsbaar tussen de met doorlopende lijnen in figuur 3 weergegeven teruggetrokken stand, en de met onderbroken lijnen weergegeven naar voren bewogen 15 stand. In de naar voren bewogen stand zijn de snijrand 10 van het vaste mes 7 en de snij rand 11 van het beweegbare mes 8, langs elkaar bewogen waarbij de strook 6 is doorgeknipt. Zoals te zien is in figuur 3 loopt de snijrand 10 van het vaste mes 7 in wezen horizontaal, dat wil zeggen evenwijdig aan het steunvlak 12 terwijl de snijrand 11 van het beweegbare mes 8 schuin loopt en een scherpe hoek maakt met het steunvlak 20 12.

In het bovenaanzicht van figuur 2, waarin het beweegbare mes in de teruggetrokken positie met onderbroken lijnen is weergegeven is te zien dat het mes 8 een bovenoppervlak 13 heeft. Dit bovenoppervlak 13 loopt eveneens schuin, analoog aan de snijrand 11. De snijrand 11 is dus bepaald door het schuin oplopende vlak 13 en het snij-25 vlak 14. Dit snijvlak 14 van het beweegbare mes is verschuifbaar langs het snijvlak 15 van het vaste mes 7.

Bij het doorknippen of doorsnijden van de strook 6 door middel van de messen 7,8 is het zaak de uiteinden van de strook 6 vast te houden tegen wegspringen. Daartoe is in het huis de klem 16 voorzien, die onder voorspanning van de veer 17 verend aan-30 gedrukt gehouden wordt in de richting van de strook 6. De klem 16 bezit een onderop-pervlak 18 dat overeenkomstig gevormd is en evenwijdig loopt aan het bovenoppervlak 13 van het beweegbare mes 8. Zodra dit mes 8 naar voren bewogen wordt, naar de strook 6, wordt de laatste ingeklemd tussen de overeenkomstig gevormde vlakken 13, 8 10238841 I van het mes 8 en de klem 16, zodanig dat de strook beveiligd is tegen wegspringen.

I Vervolgens wordt de strook bij verdere voort gaande beweging van het mes 8, doorge- sneden.

I Ter verdere beveiliging tegen het wegspringen van de doorgesneden strook 6 is I 5 de stempel 19 voorzien. Deze stempel bevindt zich dwars naast de klem 16, boven de I strook 6 zoals ook duidelijk te zien in figuur 1 en 2. De stempel is onder voorspanning I van de veer 20 aangedrukt wordt in de richting van de band 6. Dat betekent dat bij het I aanbrengen van het huis 1 tegen het voorwerp 5, de stempel 19 al onder verende voor- I spanning aandrukt wordt tegen de nog niet doorgesneden band 6. Indien om wat voor I 10 reden dan ook, bijvoorbeeld als gevolg van een zeer hoge voorspanning in de band 6, I deze niet op betrouwbare wijze zou worden gegrepen door de vlakken 13,8 van het mes I 8 en de klem 16, is niet te min verzekerd dat de strook 6 ingeklemd wordt gehouden I tussen de stempel 19 en het voorwerp 5.

Het huis 1 draagt verder verende steunen 21, met een pen 22 die onder verende I 15 voorspanning aanligt tegen het voorwerp 5. Daardoor is steeds verzekerd dat het huis 1 I op de juiste wijze gepositioneerd is ten opzichte van het voorwerp 5 en de strook 6, zelfs indien de positionering door de robotarm 4 minder nauwkeurig is.

I Tenslotte draagt het huis een tweetal tegen houders 22, 23. Deze hebben ten doel I de strook 6. tegen te houden waarmee deze zou worden verschoven bij de beweging 20 van het verplaatsbare mes 8. De strook 6 komt dan aan te liggen tegen de schuine op- I loopvlakken van de tegenhouders 22, 23.

I De ene tegenhouder 23 is vast ten opzichte van het huis 1, zodanig dat hij steeds H tegen het voorwerp 5 aangedrukt kan worden gehouden. De andere tegenhouder 22 die in figuur 3 zowel in teruggetrokken als in uitgestoken positie is weergegeven, is dwars 25 ten opzichte van de steun 12 verplaatsbaar. De verplaatsbare tegenhouder 22 staat on- der veervoorspanning, zodanig dat steeds verzekerd is dat beide tegenhouders 22, 23 I tegen het voorwerp 5 aanliggen, onafhankelijk van de kromming daarvan.

I 1023884·

Claims (13)

1. Inrichting voor het verbreken van een strook (6) bindmateriaal die is aangebracht op een voorwerp (5), zoals een rol plaatmateriaal of bundel profielen en derge-5 lijke, omvattende een huis (1) voorzien van een steun (12) voor het ondersteunen van de inrichting met betrekking tot het voorwerp (5), een tweetal met het huis (1) verbonden messen (7,8) waarvan tenminste een mes (8) verplaatsbaar is ten opzichte van het huis (1), aandrijfmiddelen (10) voor het verplaatsen van de messen ten opzichte van elkaar tussen een geopende stand en een gesloten stand voor het doorsnijden en/of 10 doorknippen van de strook (6) bij op het voorwerp ondersteund huis (1), alsmede een klem (16) voor het vasthouden van de verbroken strook, met het kenmerk dat de klem (16) en een der messen met elkaar in samenwerking brengbaar zijn voor het inklemmen van de strook (6).

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende een mes dat verplaatsbaar is ten opzichte van het huis, waarbij de klem is opgenomen in het huis.

3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattende tegenhoudmiddelen (22,23) voor het tegenhouden van de strook (6) tijdens het daar tegen aan bewegen van het verplaatsbare mes, waarbij de tegenhoudmiddelen twee tegenhouders (21.23) omvatten die 25 zich op afstand van elkaar bevinden zodanig dat het beweegbare mes (8) daartussendoor verplaatsbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het ander mes (8) vast is ten opzichte van het huis (1) en de snijranden (10,11) van beide messen (7,8) een scherpe hoek ten 20 opzichte van elkaar maken.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij een der tegenhoudmiddelen (22) beweegbaar is ten opzichte van het huis (1) dwars op de steun (12). 30

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de klem (16) onder veervoor-spanning aangedrukt wordt gehouden in het huis (1), zodanig dat bij het inklemmen van de strook (6) de klem (16) tegen de veervoorspanning (17) in verplaatsbaar is. 101388 41

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klem (16)en het I verplaatsbare mes (8) overeenkomstig gerichte en/of gevormde oppervlakken (13,18) bezitten voor het daartussen inklemmen van de strook (6).

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de snijrand (11) van het beweegbare I mes (8) is bepaald door een snijvlak (15) dat verschuifbaar is langs een overeenkomstig snijvlak (14) van het andere mes (7), alsmede een dwars daarop verlopend aanslagvlak I (13) dat verschuifbaar is langs en tegen een overeenkomstig aanslagvlak (18) van de I 10 klem (16).

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het verplaatsbare mes (8) aan de naar I de steun (12) gekeerde zijde een steunvlak (24) heeft, en het aanslagvlak (13) daarvan I onder een scherpe hoek ten opzichte het steunvlak (24) loopt.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een stempel (19)is voorzien die zich bevindt naast de klem (16), welke stempel (19) is uitgevoerd voor het I verschaffen van een aandrukwerking op de strook (6) tegen het voorwerp (5). I 20

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de stempel (19) onder veervoorspan- I ning aandrukbaar is tegen de strook (6).

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de stempel (19) zich bevindt aan dezelfde zijde van de messen (7,8) als de klem (16).

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis (1) door I middel van een veerophanging (2) is verbonden met een kap (3) die middelen draagt I voor het bevestigen daarvan aan een robotarm (4) en dergelijke. I 30

13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het huis (1) aan de I zijde van de steun (12) verende steunmiddelen (21) heeft voor aangrijping op het voor- I werp (5). i Aoqqqam