NL1023463C2 - Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. - Google Patents
Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023463C2 NL1023463C2 NL1023463A NL1023463A NL1023463C2 NL 1023463 C2 NL1023463 C2 NL 1023463C2 NL 1023463 A NL1023463 A NL 1023463A NL 1023463 A NL1023463 A NL 1023463A NL 1023463 C2 NL1023463 C2 NL 1023463C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drive
- height
- foregoing
- bed
- knife
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G18/00—Cultivation of mushrooms
- A01G18/70—Harvesting
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mycology (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
Description
INRICHTING VOOR HET UITVOEREN VAN EEN BED* EN/OF GEWASBEHANDELING VOOR GEWASSEN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het behandelen van kweekbedden voor het daarop laten groeien van gewassen. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het oogsten van op dergelijke bedden gekweekte gewassen. Dergelijke gewassen zijn bijvoorbeeld nabij de grond afsnijdbare gewassen. Dergelijke gewassen omvatten pad-10 destoelen en meer in het bijzonder champignons.
Voor het oogsten van dergelijke gewassen heeft aanvraagster van onderhavige octrooiaanvrage reeds meerdere ontwikkelingen op zijn naam staan. Oogstmachines die zijn voortgekomen uit deze eerdere ontwikkelingen worden inmiddels 15 succesvol toegepast voor een deel van de champignonoogsten. Niettemin betreft de onderhavige aanvrage een verbeterde inrichting.
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewas-20 sen, zoals paddestoelen, omvattende: - een gestel voorzien van voorste en achterste wielen voor het verrijden daarvan, - een behandelingsdeel dat in hoofdzaak voor de voorste of achter de achterste wielen aan het gestel is aange- 25 bracht.
Een voordeel van het plaatsen van het behandelingsdeel voor de voorste aandrijfmiddelen is dat het behandelingsdeel van gelijke breedte als het bed kan worden vervaardigd. Doordat het behandelingsdeel in hoofdzaak van 30 gelijke breedte als het bed kan worden uitgevoerd, kan het bed over de gehele breedte worden behandeld. In een in het navolgende te beschrijven uitvoeringsvorm waarbij het behan-delingsdeel een oogstmes omvat, kunnen de gewassen over de I gehele breedte van het bed worden geoogst. Bij gebruik van deze uitvoeringsvorm blijven derhalve geen stroken met gewassen aan weerszijden van het bed achter waardoor deze gewassen niet meer afzonderlijk met de hand hoeven te worden geoogst.
5 Voorts kan het bed in de gehele lengte worden behandeld aangezien het behandelingsdeel zich voor de voorste wielen uitstrekt. De wielen blijven hierdoor tot op een afstand van 30-50 cm van de eindrand van het bed verwijderd tijdens het behandelen van het eind van het bed. Het veiligheidsrisico van 10 het van het bed afrijden van de machine wordt hierdoor aanzienlijk verminderd.
In bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm voor het bewerken van het bed middels bijvoorbeeld egalisatiehulpmiddelen kan het bed in de volledige breedte worden geëgaliseerd. Dit 15 voorkomt dan op soortgelijke wijze het met de hand hoeven nabewerken van de zijkanten van het bed.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting hoogte-instelmiddelen voor het instellen van de werkhoogte van de inrichting. Bij bijvoorbeeld het telen van 20 paddestoelen of champignons varieert de hoogte van het bed met het aantal oogsten dat vanaf het vernieuwen van het bed is uitgevoerd. Met behulp van deze uitvoeringsvorm wordt het mogelijk de werkhoogte nauwkeurig in te stellen.
Bij voorkeur omvatten de hoogte-instelmiddelen: 25 - voorste verbindingsmiddelen en achterste verbindingsmiddelen voor het onderling verbinden van de voorste en achterste aandrijfmiddelen, waarbij deze verbindingsmiddelen middels in elkaar aangrijpende vertande connectiemiddelen met elkaar zijn verbonden; 30 - hoogte-instelaandrijfmiddelen voor het aandrijven van ten minste een van de verbindingsmiddelen. Hoogte-instelmiddelen van deze samenstelling verschaffen een zeer eenvoudige hoogte-instelling waarbij de voor- en achterzijde 3 van de inrichting gelijkmatig wordt verhoogd of verlaagd. Voorts zijn dergelijke hoogte-instelmiddelen zeer robuust en zeer onderhoudsvriendelijk. Tevens is de aandrijving van de wielen met behulp van een dergelijke hoogte-instelinrichting 5 eenvoudig te realiseren, zoals in het navolgende nader zal worden beschreven.
De hoogte-instelaandrijfmiddelen omvatten bij voorkeur een sleuf die is aangebracht in een verbindingsmiddel en in deze sleuf is bij voorkeur een aandrijfpen beweegbaar voor 10 het in hoogte verstellen van de inrichting. Door deze pen ten opzichte van de inrichting in hoogte te variëren, wordt de hoogte van de verbindingsmiddelen ten opzichte van de inrichting gevarieerd waarmee de hoogte van de inrichting kan worden ingesteld. Een praktische uitvoering hiervan is dat de 15 pen excentrisch op een aan te drijven roterend deel wordt aangebracht. Hierdoor kan door het aandrijven van het roterende deel de hoogte van de inrichting worden ingesteld.
Door deze hoogte-instelaandrijfmiddelen middels een motor aan te drijven, kan de inrichting op zeer eenvoudige 20 wijze door het actueren van een knop worden versteld in hoogte.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting vierwielaandrijving. In de praktijk is gebleken dat bij relatief zware bewerkingen zoals een champignonoogst met 25 veel champignons op het bed, de bekende inrichtingen last hebben van de beperkte grip voor het aandrijven van de inrichting. Door de compacte rangschikking van de vier wielen naast het gestel en de rangschikking van het behandelingsdeel voor het gestel met de wielen, wordt een constructie voor 30 vierwielaandrijving die robuust en onderhoudsvriendelijk genoeg is voor de dagelijkse praktijk mogelijk. Met name de plaatsingen van een afvoertransporteur voor het afvoeren van geoogste champignons verhinderde in inrichtingen volgens de H stand van de techniek een robuuste en onderhoudsvriendelijke I vierwielaandrijving. Een dergelijke constructie is weergege- I ven in de Nederlandse ter inzagelegging NL 77 12814.
Voorts zijn de wielen bij voorkeur voorzien van een 5 vooraf bepaald profiel of aandrij foppervlak, zoals een ver- I tanding of een om een railachtig traject omsluitbare V-vorm.
Dergelijke profielen of aandrijfoppervlakken hebben als voor- I deel dat de aandrijfkrachten per wiel groter kunnen zijn.
I Ten behoeve van een bijzonder onderhoudsvriendelijke I 10 aandrijving van de wielen omvatten de aandrijfmiddelen tand- I wielen voor het aandrijven van wielaandrijfpennen en wielaan- drijfpennen die aan de wielen zijn aangebracht voor het aan- I grijpen in de tanden van het aandrijftandwiel. De wielen van I inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding komen in het I 15 gebruik vaak in aanraking met materiaal van het kweekbed.
I Dergelijk materiaal van het kweekbed is in de praktijk vaak een vezelig veenmateriaal. Een kettingaandrijving volgens de I stand van de techniek vergt veel onderhoud vanwege vervuiling I door deze materialen van het kweekbed. De oplossing volgens 20 de onderhavige uitvinding is dat de wielen van de inrichting I worden voorzien van aandrijfpennen die worden voortbewogen I door tanden van een zich boven het wiel bevindend tandwiel.
I Hierbij komt geen ketting meer in aanraking met vervuilende materialen.
I 25 Een verdere verbetering van deze aandrijving wordt belichaamd door afschraapmiddelen welke zijn aangebracht na- I bij de pennen, zodat eventuele vervuilingen zoals veenslier- I ten door de afschraapmiddelen bij het passeren daarvan door de wielaandrijfpennen worden afgeschraapt. Hierdoor zullen 30 zelfs eventueel met de aandrijfpennen in aanraking komende I veenslierten tijdens het gebruik automatisch worden verwij- I derd.
5
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het behandelingsdeel een mes voor het oogsten van de gewassen, alsmede transportmiddelen voor het vanaf het mes afvoeren van de geoogste gewassen. Door het toepassen van dit mes met 5 transportmiddelen voor het vanaf het mes afvoeren van de geoogste gewassen kan de inrichting worden ingezet als oogstmachine.
Bij voorkeur is het mes dwars op de rijrichting reciproceerbaar. Een dergelijke heen-en-weerbeweging 10 verschaft het mes een efficiëntere snijfunctie. Bij voorkeur is het mes elektrisch aangedreven.
Voorts omvat het behandelingsdeel voor het oogsten een meeneeminrichting voor het schonend transporteren van de gewassen vanaf de snede van het mes tot de transporteur. Bij 15 het oogsten zonder een dergelijke meeneeminrichting zullen te oogsten paddestoelen bij aanraking door het mes voorwaarts omgeduwd worden. Hierdoor wordt de paddestoel, meer in het bijzonder de kroon van de paddestoel, in aanraking gebracht met het bed waardoor deze zal worden vervuild. Tevens bestaat 20 dan het risico van het schuin afsnijden van de steel van de paddestoel. Dergelijke resultaten beïnvloeden de marktwaarde van de paddestoel negatief. De meeneeminrichting grijpt aan op de paddestoel voordat deze door het mes kan worden omgeduwd, teneinde dezé tijdens het afsnijden en eventueel 25 daarna recht overeind te houden. Hierdoor zal de paddestoel niet omgeduwd worden, niet vervuilen ën/of niet schuin worden af gesneden maar recht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn ten minste de voorste of de achterste verbindingsmiddelen 30 voorzien van instelmiddelen voor het kantelbaar instelbaar maken van de inrichting. Hierdoor kan de inrichting als geheel enigszins worden gekanteld, waardoor de hoek van het H mes ten opzichte van het bed enigszins kan worden bijgesteld voor een oogstafhankelijke snijkarakteristiek.
Voorts omvat de inrichting bij voorkeur een kabeltrommel voor het uitrolbaar transporteren van een 5 energievoorzieningskabel en een aandrijfmotor voor het aan- drijfbaar oprollen van de kabeltrommel. Door de aanwezigheid van een dergelijke wijze van energievoorziening is de inrich- I ting niet afhankelijk van een mee te nemen energiebron.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat het behan- 10 delingsdeel een grondbehandelingsinrichting voor het behande- I len van het groeibed. Bewerkingen die hiermee kunnen worden I uitgevoerd zijn opruwen en/of egaliseren van het bed en het I rooien van de na het oogsten achtergebleven voetjes ofwel resten van de stelen van de paddestoelen. Door de plaatsing 15 van het behandelingsdeel aan de voorzijde van de machine voor I de voorste wielen wordt het zoals in het voorgaande reeds is beschreven mogelijk het bed over de volle breedte te behande- I len.
I Een verder aspect van de onderhavige uitvinding be- I 20 treft een werkwijze voor het oogsten van paddestoelen zoals I champignon waarbij deze worden afgesneden middels een inrich- ting zoals in het voorgaande is omschreven.
I In een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting I aanstuurmiddelen voor het apart aansturen van de verschillen- 25 de aandrijfbare onderdelen zoals de wielen, het mes, de I transportband of de borstel. Verdere voordelen, kenmerken en I details van de onderhavige uitvinding zullen nader worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin: I - fig. 1 een aanzicht is in perspectief van een uit- I 30 voeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; I - fig. 2 een detail is van de uitvoeringsvorm van figuur 1 in perspectief; 7 - fig. 3 een verder detail is in perspectief van de uitvoeringsvorm van figuur 1.
Een uitvoeringsvorm (fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een paddestoeloogstmachine 2. Deze inrich-5 ting 2 omvat een aandrijfgestel 3 alsmede een behandelings-ofwel oogstgedeelte 4. Dit oogstgedeelte 4 is verwijderbaar van het gestel 3 voor het aankoppelen van een ander behande-lingsdeel zoals een egaliseerinrichting of een opruwinrich-ting. Het gestel 3 wordt gevormd door een aantal platen 101, 10 102, 103, 104 alsmede een bodemplaat 105. Het gestel is voor zien van een aantal aandrijfmotoren 24, 26, 28, 22, 30, 72. Deze motoren zullen nader worden beschreven tezamen met de onderdelen die zij aandrijven. De onderdelen zijn in alle figuren gelijk genummerd.
15 Aan weerszijden van het gestel 3 bevinden zich hoogte-instelmiddelen 5 voor het in hoogte instellen van het gestel. Déze zijn middels assen 56, 59, 59' verbonden met zijplaten 101, 103 van het gestel. As 56 functioneert eveneens als aandrijfas voor de aandrijving van de wielen, het-20 geen in het navolgende nader zal worden beschreven.
De werking van de hoogte-instelling zal nader worden beschreven aan de hand van figuur 3. De werking van de hoogte-instelling aan de andere zijde van de inrichting, zoals deze is getoond in figuur 2, functioneert op dezelfde 25 wijze.
Vanaf de assen 56, 59' strekken zich aan weerszijden twee draagarmen 41, 43 uit. Aan het einde van de draagarmen 41, 43 zijn wielsteunen 51, 52 aangebracht op soortgelijke wijze als de beter zichtbare wielsteun 32 die is bevestigd 30 aan draagarm 11a zoals getoond in figuur 2. Aan wielsteunen 51, 52 zijn wielen 91, 92 middels een as bevestigd.
Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de draagarmen 41 en 43 bevinden zich twee getande koppelstukken 44, 46.
I Deze koppelstukken zijn middels de vertanding aan elkaar ge- I koppeld zodat zij met elkaar mee moeten bewegen. Hierdoor I zullen beide draagarmen naar beneden kantelen indien een van beide naar beneden wordt gedrongen. In dit geval zal het ge- 5 stel 3 omhoog bewegen. In het omgekeerde geval zal het gestel I omlaag bewegen.
I Het ten opzichte van het gestel naar beneden dringen I van draagarm 43 geschiedt middels het naar beneden draaien I van pen 38. Pen 38 steekt vanaf het gestel in sleuf 39 van 10 draagarm 43. Pen 38 is excentrisch aangebracht op schijf 36 I die is gekoppeld aan motor 24 van het gestel. Door schijf 36 I te laten roteren middels motor 24 wordt ten opzichte van het I gestel pen 38 bewogen. Hiermee zal eveneens draagarm 43 ten opzichte van het gestel bewegen. Door de koppeling middels I 15 koppelstukken 44 en 46 en de onderlinge vertanding daarvan zal eveneens draagarm 41 roteren, waardoor het gestel in ver- I ticale richting zal bewegen terwijl het zelf horizontaal ge- I positioneerd blijft.
I Aan de andere zijde van de inrichting, zoals is weer- I 20 gegeven in figuur 2, is eveneens een zelfde, zij het gespie- geld, hoogte-instelmechanisme aanwezig. Het hoogte-instel- I mechanisme voor deze zijde wordt bediend middels aandrijfmo- I tor 22. De door deze motor aangedreven pen 27 beweegt in I sleuf 29 voor het instellen van de hoogte van deze zijde van 25 de machine. De beide zijden van de machine kunnen derhalve I onafhankelijk van elkaar in hoogte worden ingesteld. Hierdoor wordt het mogelijk indien het bed enigszins scheef is de I machine de scheefte van dit bed te laten volgen. In draagarm I 11, 11a is eveneens een kantelinstelling aangebracht op I 30 soortgelijke wijze als in draagarm 41, 41a.
I Teneinde een rotatie ten opzichte van het horizontale I vlak van het gestel te bewerkstelligen, kan draagarm 41 ten I opzichte van 41a worden verschoven. Hierdoor kan het gestel 9 enigszins worden gekanteld, hetgeen bijvoorbeeld als voordeel heeft dat het mes ten opzichte van het bed enigszins kan worden gekanteld voor een specifieke aansnijdhoek van de gewassen.
5 Aan de voorzijde van het gestel 3 is oogstinrichting 4 geplaatst. Deze oogstinrichting 4 is te vervangen door grondbehandelingsinrichtingen voor het bijvoorbeeld opruwen of egaliseren van de grond van een bed. In deze oogstmodule 4 is een afsnijdmes 6 aangebracht. Doordat de gehele 10 oogstmodule voor de voorste wielen van gestel 3 is geplaatst, kan de werkbreedte van het mes de volledige breedte van het bed beslaan. Het mes is voorzien van een aandrijfinrichting (niet getoond) voor het heen-en-weer bewegen van het mes ten behoeve van het afsnijden. Deze aandrijfinrichting voor het 15 mes wordt middels motor 72 en de via een excentriek door de motor aangedreven stang 108 aangedreven.
Boven het mes is een borstel 7 gepositioneerd. Deze borstel is roteerbaar voor het met de voortbewegingssnelheid van de machine vasthouden van de paddestoelen zodanig dat 20 deze niet voorwaarts omvallen bij het afsnijden door het mes. Een alternatief voor de ronde borstel is een bandvormige borstel. Een dergelijke bandvormige borstel is weergegeven in figuur 2 van de Nederlandse ter inzagelegging NL 77 12814. Deze figuur dient hierbij specifiek als ingelast te worden 25 beschouwd alsmede de in deze ter inzagelegging behorende beschrijving daarvan.
Een dergelijke transportbandvormige borstel transporteert de paddestoelen over het mes richting transportband 76. Transportband 76 beweegt in de richting van 30 de pijl A (fig. 1) voor het naar de rechterzijde van de inrichting afvoeren van de paddestoelen. Transportband 76 kan eveneens de andere richting op bewegen voor het afvoeren van de paddestoelen naar de linkerzijde van de machine in de H rijrichting gezien. Aan het einde van de transportband is een H zachte geleiding 109 aangebracht voor het overbrengen van de paddestoelen naar een verder opslagraiddel.
De ronde o£ bandvormige meeneemborstel is in hoogte 5 instelbaar middels instelschroeven 78. De aandrijving van de borstel geschiedt middels aandrijfband 82. Aandrijfband 82 ligt om een aandrijfwiel van aandrijfas 64. Aandrijfas 64 wordt middels tandwielen 60 en 62 aangedreven door aandrijf- band 58. Aandrijfband 58 is verbonden met aandrijfmotor 28 10 waardoor aandrijfmotor 28 dient voor het aandrijven van de .
meeneemborstel 7. De aandrijving door middel van tegen elkaar geplaatste tandwielen 60,62 maakt een eenvoudig uitwisselen tussen de meeneemborstel en meeneemborstelband mogelijk door dat deze eenheden kunnen worden afgepakt zonder dat onderd- I 15 elen van de aandrijfverbinding dienen te worden gemonteerd of gedemonteerd. De tandwielen grijpen bij plaatsing van de mo- dule eenvoudig in elkaar.
I Meeneemborstel 7 is middels draagarm 80 bevestigd aan aandrijfas 64. Draagarm 80 is gelagerd ten opzichte van aan- 20 drijfas 64. Instelschroef 78 voor de hoogte-instelling van de I borstel is verbonden met draagarm 80.
I De aandrijving van de wielen van het gestel geschiedt I door motor 26 die middels een aandrijf riem is verbonden met I aandrijfas 56. Het aandrijfmechanisme is op soortgelijke wij- I 25 ze als de hoogte-instelling aan de linker- en rechterzijde I van de machine soortgelijk. Het aandrijfmechanisme van de I wielen zal beschreven worden aan de hand van figuur 2 en 3.
I De aandrijfas 56 is verbonden met de achterste draagarmen 11, I 41, waarin deze gelagerd is bevestigd. Voorts zijn de voorste I 30 draagarmen 13, 43 verbonden middels hulpasjes 59 met het ge- stel. De hulpasjes 59 zijn middels aandrijfriem 57 verbonden I met de aandrijfas. Hulpasjes zijn eveneens gelagerd I aangebracht in draagarmen 13 en ll. Aan het einde van de 11 draagarmen bevinden zich tandwielen 17, 18, 47, 48. Deze tandwielen worden vanaf de aandrijfas 56 en hulpas 59 middels aandrijfriemen of -kettingen 55 aangedreven. Zoals het beste te zien is bij wiel 91 van figuur 3, grijpen de tanden van 5 tandwiel 48 aan in aandrijfpennen 35 van wiel 91. Hierdoor wordt wiel 91 aangedreven. Doordat dit op soortgelijke wijze is uitgevoerd bij alle vier wielen, is vierwielaandrijving van de machine gerealiseerd. Zoals reeds in het voorgaande is beschreven, is deze aandrijfconstruetie zeer ongevoelig voor 10 vervuiling en zeer eenvoudig schoon te maken. Teneinde eventuele vervuiling verder te voorkomen zijn rakelings aan de aandrijfpennen 35 afschraapblokjes 49 gepositioneerd. Er is één blokje 49 getoond; bij voorkeur worden per wiel twee van dergelijke afschraapblokjes gepositioneerd. De afschraapblok-15 jes 49 dienen voor het afschrapen van zand en voornamelijk veenresten van de pennen 35. Na het afschrapen van veenresten door afschraapblokjes 49 zullen eventuele overblijvende veendelen door de tanden van tandwiel 48 tussen de pennen worden uitgeduwd.
20 In de dagelijkse praktijk rijden de wielen over ran den van het bed. Dit kunnen bedkastranden zijn of bijvoorbeeld een rails. Het rijdoppervlak van de wielen is hier weergegeven als een U-vorm met schuine zijwanden. Het is even eens mogelijk rubber wielen, stalen wielen of tandwielen te 25 gebruiken voor de voortstuwing van het gestel. De keuze van de wielen zal worden geoptimaliseerd aan de hand van het oppervlak waarover zij dienen te rijden.
Voorts is de machine voor energietoevoer voorzien van een kabelhaspel 8. Deze kabelhaspel wordt in een uitvoerings-30 vorm aangedreven middels motor 30. Motor 30 is via aandrijf-riem of -ketting 54 verbonden met de kabelhaspel. Een normale elektromotor zou bij tijdelijk stoppen van de machine door het blokkeren van de haspel kunnen oververhitten. Teneinde 12 dergelijk oververhitten te voorkomen, wordt een zogenoemde stilstandsmotor toegepast. Een dergelijke motor is voorzien van middelen voor het voorkomen van oververhitting tijdens stilstand, waarbij toch een zekere kracht dient te worden 5 geleverd ter voorkoming van het opnieuw uitrollen van de haspel. Tijdens het uitrollen van de haspel is de motor uitgeschakeld. Tijdens het terugrijden van de machine over het bed na het oogsten zal de haspel onder spanning van de motor de kabel terug oprollen. Het gebruik van een dergelijke haspel 10 met motor verdient de voorkeur, aangezien de oprolkrachten bij een relatief lange kabel van bijvoorbeeld meer dan 20, 30 of 40 meter zeer groot worden.
Voorts ten behoeve van de besturing van de machine omvat deze voor elke. elektromotor afzonderlijke aanstuurmid-15 delen in een behuizing (107). Deze aanstuurmiddelen kunnen alle aandrijfmotoren.afzonderlijk aanschakelen en een afzonderlijke snelheid geven. Hierdoor wordt het mogelijk de rijsnelheid, de bewegingssnelheid van het mes en de draaisnelheid van de borstel optimaal op elkaar af te stemmen ten be-20 hoeve van een oogstwerkwijze waarbij de paddestoelen bijvoorbeeld zo onbeschadigd mogelijk en toch met een relatief hoge snelheid kunnen worden geoogst. Met behulp van een dergelijke inrichting is het zelfs mogelijk champignons te oogsten die moeten voldoen aan de hoogste kwaliteit voor wat betreft af-25 zonderlijke verkoop aan consumenten. Dergelijke champignons worden tot op heden handmatig geoogst, hetgeen zeer kostbaar is.
De vakman zal aan de hand van de verschillende aspecten van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm velerlei modi-30 ficaties kunnen aanbrengen. De gevraagde rechten worden bepaald door de aangehechte conclusies.
Claims (20)
1. Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen, zoals paddestoelen, omvatten- 5 de: - een gestel voorzien van voorste en achterste wielen voor het verrijden daarvan, - een behandelingsdeel dat in hoofdzaak voor de voorste of achter de achterste wielen aan het gestel is aange- 10 bracht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende hoogte-instelmiddelen voor het instellen van de werkhoogte van de inrichting.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de hoogte- 15 instelmiddelen omvatten: - voorste verbindingsmiddelen en achterste verbindingsmiddelen voor het onderling verbinden van de voorste en achterste aandrijfmiddelen, waarbij deze verbindingsmiddelen middels in elkaar aangrijpende vertande connectiemiddelen met 20 elkaar zijn verbonden; - hoogte-instelaandrijfmiddelen voor het aandrijven van ten minste een van de verbindingsmiddelen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de hoogte-instelaandrijfmiddelen een sleuf omvatten die is aangebracht 25 in een verbindingsmiddel en in deze sleuf een aandrijfpen beweegbaar is voor het in hoogte instellen van de inrichting.
5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de voorste en/of de achterste wielen middels aandrijfmiddelen aandrijfbaar zijn.
6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende vierwielaandrijving voor het voortbewegen van de inrichting. 4. o ö A fö O
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de wielen zijn voorzien van een vooraf bepaald profiel of aandrijf oppervlak zoals een vertanding of een om een railachtig traject omsluitbare V-vorm.
8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen omvatten: - aandrijftandwielen voor het aandrijven van wielaan-drijfpennen; - wielaandrijfpennen die aan de wielen zijn aahge- 10 gebracht voor het aangrijpen in de tanden van het aandrijf- tandwiel.
9. Inrichting volgens conclusie 8, omvattende af schraap middelen welke zijn aangebracht zodanig dat eventuele vervuilingen, zoals veenslierten, door de afschraapmiddelen 15 bij het passeren daarvan door de wielaandrijfpennen worden afge schraapt.
10. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het behandelingsdeel een mes omvat voor het oogsten van de gewassen, alsmede transportmiddelen voor 20 het vanaf het mes afvoeren van de geoogste gewassen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het mes dwars op de rijrichting reciproceerbaar is.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, verder omvattende een meeneeminrichting voor het schonend 25 transporteren van de gewassen vanaf de snede van het mes tot de transporteur.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de meeneeminrichting borstelharen omvat voor het aangrijpen van de paddestoelen.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de meeneeminrichting een cilindervormige of bandvormige borstel omvat.
15. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de voorste of de achterste verbindingsmiddelen zijn voorzien van instelmiddelen voor het kantelbaar instelbaar maken van de inrichting.
16. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende een kabeltrommel voor het uitrolbaar transporteren van een energievoorzieningskabel én een aandrijf motor voor het aandrijf baar oprollen van de kabeltrom-mel.
17. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het behandelingsdeel een grondbehande-lingsinrichting omvat voor het behandelen van het groeibed.
18. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het behandelingsdeel een egalisatie-in- 15 richting omvat voor het egaliseren van het bed.
19. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende aansturingsmiddelen voor het apart aansturen van de verschillende aandrijfbare onderdelen zoals het mes, de transportband of de borstel.
20. Werkwijze voor het oogsten van paddestoelen zoals champignons waarbij deze worden afgesneden middels een inrichting volgens een of meer vein de voorgaande conclusies. λ Λ δ λ Λ
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023463A NL1023463C2 (nl) | 2003-05-19 | 2003-05-19 | Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. |
EP04076406A EP1479281A1 (en) | 2003-05-19 | 2004-05-12 | Apparatus for performing a treatment to a bed and/or a crop |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023463 | 2003-05-19 | ||
NL1023463A NL1023463C2 (nl) | 2003-05-19 | 2003-05-19 | Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023463C2 true NL1023463C2 (nl) | 2004-11-22 |
Family
ID=33095829
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023463A NL1023463C2 (nl) | 2003-05-19 | 2003-05-19 | Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1479281A1 (nl) |
NL (1) | NL1023463C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7712814A (nl) * | 1977-11-21 | 1979-05-23 | Top Hendrik Van Den | Inrichting voor het oogsten van op een vlak bed gekweekte gewassen, meer in het bijzonder champignons. |
US4480430A (en) * | 1982-12-08 | 1984-11-06 | Wahls Stephen L | Asparagus picking machine |
US4512145A (en) * | 1982-11-08 | 1985-04-23 | Spear Harvesters | Asparagus harvester |
NL1015019C1 (nl) * | 2000-04-26 | 2001-10-30 | Dofra B V | Werkwijze voor het oogsten van op een langgestrekt bed gekweekte paddestoelen alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze. |
-
2003
- 2003-05-19 NL NL1023463A patent/NL1023463C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-05-12 EP EP04076406A patent/EP1479281A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7712814A (nl) * | 1977-11-21 | 1979-05-23 | Top Hendrik Van Den | Inrichting voor het oogsten van op een vlak bed gekweekte gewassen, meer in het bijzonder champignons. |
US4512145A (en) * | 1982-11-08 | 1985-04-23 | Spear Harvesters | Asparagus harvester |
US4480430A (en) * | 1982-12-08 | 1984-11-06 | Wahls Stephen L | Asparagus picking machine |
NL1015019C1 (nl) * | 2000-04-26 | 2001-10-30 | Dofra B V | Werkwijze voor het oogsten van op een langgestrekt bed gekweekte paddestoelen alsmede inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1479281A1 (en) | 2004-11-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1568265B1 (en) | Harvesting device, device for performing a bed and/or crop treatment, and harvesting method | |
US10377054B2 (en) | Seed potato cutting system with potato positioning mechanism | |
US7805917B2 (en) | Combine head with conveyor belt assemblies | |
EP0202766B1 (en) | Machine for gathering fruit or the like | |
US10744667B2 (en) | Seed potato cutting system with blade positioning mechanism | |
FR2548518A1 (fr) | Machine remorquee ou bien prevue pour l'attelage en trois points d'un tracteur pour la recolte de mais ou bien un produit analogue de moissonnage a tiges | |
KR101911532B1 (ko) | 횡절 슬라이서 | |
NL1023463C2 (nl) | Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen. | |
BR102019009981A2 (pt) | Alimentador de colheitadeira, e, método para alimentar material de cultivo de um cabeçote de colheitadeira em uma colheitadeira | |
CN211347422U (zh) | 一种新型马铃薯料斗机试验台 | |
JP2010273621A (ja) | 根菜類収穫機 | |
KR200445527Y1 (ko) | 구근 수확기 | |
NL2002065C2 (nl) | Oogstmachine. | |
JP2000106728A (ja) | 農産物収穫機 | |
JP3874541B2 (ja) | 収穫機 | |
EP3763192A1 (en) | Device for harvesting asparagus growing from a asparagus field | |
CN221104113U (zh) | 一种电动韭菜收获机 | |
US2682839A (en) | Corn dough processing machine | |
NL1018565C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een grasmat, zoals voor het verwijderen van gras, van de grasmat op zich dan wel van een dergelijk materiaal. | |
JP2000004626A (ja) | 根菜収穫機 | |
KR102424330B1 (ko) | 대왕 오징어 가공 장치 | |
CN217256687U (zh) | 一种食品原材料加工用切断机进料机构 | |
JP2000125632A (ja) | 農産物収穫機 | |
SU32810A1 (ru) | Капустоуборочна машина | |
NL1024638C2 (nl) | Inrichting voor het oogsten van bladgroenten. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20101201 |