NL1018565C2 - Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een grasmat, zoals voor het verwijderen van gras, van de grasmat op zich dan wel van een dergelijk materiaal. - Google Patents

Description

Werkwijze en Inrichting voor het bewerken van een grasmat, zoals voor het verwijderen van gras, van de grasmat op zich dan wel van een dergelijk materiaal.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bewerken van een grasmat zoals bijvoorbeeld voor het verwijderen van gras, van de totale grasmat dan wel van dergelijke materiaal of van delen daarvan, welke grasmat of delen daarvan verder kunnen worden gebruikt.

10 In het bijzonder in streken met een relatief warm kli maat komen grasvariëteiten voor die zeer verschillende eigenschappen bezitten, in het bijzonder voor wat betreft de wortel-structuur. Hierbij wordt gedacht aan het zuidelijk deel van de USA, Australië en dergelijke gebieden.

15 Zo zijn er bepaalde variëteiten, bijvoorbeeld "Bermu- das-Buffallograssen" zogenaamde "warme-seizoengrassen", die in het koude winterseizoen, dat wil zeggen bij een temperatuur beneden ca. 19°C, nauwelijks of niet groeien en bruin worden. Deze kunnen als graszoden worden verwijderd om op 20 andere plaatsen te worden gebruikt. Ook worden daarvan de "wortels" wel verzameld in de vorm van zogenaamde "sprigs", en elders gebruikt.

Bepaalde variëteiten van eveneens warme-seizoengrassen, zoals bijvoorbeeld "St. Augustines" en "Zoysias", wor-25 den in het bijzonder min of meer als zoden verwijderd en daarna verhakseld. Dit haksel wordt aangeduid met de term "plugs" en kan op de gewenste plaats worden uitgestrooid of geplant om wortel te schieten en zich te vermeerderen.

Voor de genoemde doeleinden worden verschillende werk-30 wijzen en inrichtingen toegepast. Voor het verkrijgen van de genoemde "sprigs" wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een enigszins op een aardappelrooimachine lijkende inrichting. Daarbij wordt dus de gehele grond omgewoeld, wat de nodige energie kost. Voor het verkrijgen van de genoemde "plugs" 35 worden eerst stukken graszoden opgenomen en de stukken worden vervolgens in een andere machine verhakseld.

De uitvinding beoogt nu een werkwijze en inrichting te verschaffen, die universeel toepasbaar is en daardoor minder afzonderlijke stappen vereist voor het bereiken van het 1 01 8565 " 2 gestelde doel terwijl de bewerking minder energie kost.

De werkwijze volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat over de grond heen en op enige afstand daar 5 boven, zoals door middel van een tractor, een as dwars op zijn lengte-richting wordt verplaatst en gelijktijdig verdraaid, welke as over zijn lengte is voorzien van, op onderlinge afstand staande, bewerkings-organen, die verschillende vormen bezitten, zodanig dat evenwijdig aan de as lo-10 pende delen er van, over de grond heen strijken en/of haaks op de as lopende delen in de grond snijden .

Gebleken is dat op deze wijze een enkele bewerking voldoende kan zijn voor het verkrijgen van sprigs dan wel plugs. Doordat geen of nagenoeg geen grond wordt verplaatst 15 vereist de bewerking slechts een relatief geringe hoeveelheid energie.

De werkwijze kan bijvoorbeeld ook worden toegepast bij golfbanen en eventueel andere sportvelden. Zoals hiervoor

gezegd zal, wanneer de temperatuur tot beneden ca. 19°C

2 0 daalt, het gras bruin gaan worden en als het ware in "win terslaap" gaan. Nu kan met behulp van de werkwijze dit gras min of meer oppervlakkig worden verwijderd waardoor het "koude-seizoengras" de gelegenheid krijgt om te groeien. Op deze wijze wordt dan toch steeds een groen veld verkregen. 25 Wanneer het koude seizoen voorbij is kan op overeenkomstige wijze het koude-seizoengras worden verwijderd.

Een inrichting voor toepassing van de werkwijze is daardoor gekenmerkt, dat een met een tractor te koppelen frame is voorzien van middelen voor het draaibaar en aan- 3 0 drijfbaar ondersteunen van een as en van middelen voor het op de gewenste hoogte boven de grond instellen van de as, die over zijn lengte is voorzien van, op onderlinge afstand en haaks er op staande, steunplaten waarvan ten minste een aantal bewerkings-organen ondersteunen, die over de omtrek 35 van de steunplaten verdeeld staan en een deel bezitten in de vorm van een evenwijdig aan de as of een haaks daarop staand mes.

Daarbij kan in het bijzonder een mes, dat een deel bezit, dat nagenoeg evenwijdig loopt aan de as, worden 101 8565 » 3 gevormd door een freesmes.

Wanneer over de gehele lengte van de as een zelfde snijdende bewerking moet worden uitgevoerd kan er in worden voorzien, dat de evenwijdig aan de as lopende delen van de 5 freesmessen van opeenvolgende steunplaten elkaar tenminste gedeeltelijk overlappen.

Ook bestaat de mogelijkheid dat een aantal steunplaten vrij zijn van bewerkings-organen. Op deze wijze kunnen tussen stroken, waar het gras dan wel de grasmat wordt verwij-10 derd, onbewerkte gras-ruggen blijven staan. Vanuit deze ruggen kan het gras uitgroeien over de plaatsen heen waar het gras dan wel de grasmat werd verwijderd.

Volgens een verdere uitwerking kunnen de steunplaten behalve van, evenwijdig aan de as lopende, freesmessen ook 15 dienen voor het ondersteunen van haaks op de as staande verticuteermessen die zich ten opzichte van de hartlijn van de as over een grotere afstand naar buiten toe uitstrekken dan de freesmessen.

Deze verticuteermessen dienen dan voor het maken van 20 groeven in de grasmat voor het beluchten, opschonen, verschralen, de waterafvoer, wortel-activering en regeneratie -daarvan en verder voor de zaaibed-bereiding.

Deze bewerkingen kunnen dus gelijktijdig plaats vinden met de gewenste bewerking van de grasmat, zodat geen afzon-25 derlijke bewerkingen noodzakelijk zijn.

In het bijzonder kunnen één of meer verticuteermessen zijn aangebracht op een steunas, die zich tussen twee steunplaten in uitstrekt, waarbij op de steunas, ter weerszijden van het verticuteermes of de verticuteermessen, bus-30 sen zijn aangebracht voor het op de gewenste afstand tussen de steunplaten aanbrengen van het verticuteermes dan wel de verticuteermessen.

Om een gemakkelijke afvoer van het losgemaakte, te verwijderen, materiaal dan wel een deel daarvan, mogelijk te 35 maken kan er in worden voorzien dat, gezien in de bewegingsrichting van het frame, na de er door ondersteunde as, ten minste één transporteur aanwezig is zoals een transportband voor het opvangen van het door de bewerkings-organen losgemaakte materiaal en de afvoer daarvan.

1018565 4

De transporteur kan ook een deel omvatten voor het zeven van het materiaal, welk deel kan worden gevormd door een zeefband, een zeeftrommel, een zeefrooster, een spij-lenzeef of dergelijke.

5 Hierdoor wordt bereikt, dat een deel van het losge maakte materiaal, zoals bijvoorbeeld zand, direkt op de grond terug kan vallen en dat andere grovere bestanddelen kunnen worden afgevoerd.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van 10 een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding waarbij, ter wille van de duidelijkheid bepaalde delen zijn weggelaten;

Fig. 2 een aanzicht toont van de aangedreven as en de 15 daarmee verbonden bewerkings-organen;

Fig. 3 een eindaanzicht toont van de as en van een daarop aangebrachte steunplaat met bewerkings-organen, en

Fig. 4 een zijaanzicht toont van twee steunplaten met twee daar tussen aangebrachte bewerkings-organen.

20 Figuur 1 toont een inrichting omvattende een frame 1 voor het ondersteunen van een as 2, die door een snaar- dan wel kettingoverbrenging 3 en een as 4 kan worden aangedreven, zoals getoond in figuur 2. De aandrijving van de as 4 vindt plaats vanaf een tandwielkast 5, waarvan de ingaande 25 as 6 wordt aangedreven vanaf de, niet getoonde, tractor.

Met de as 2 zijn steunplaten 7 verbonden, die kunnen zijn voorzien van bewerkings-organen 8 in de vorm van freesmessen 9, waarvan het plaatvormige werkzame deel nagenoeg evenwijdig loopt aan de hartlijn van de as 2. Zoals 30 getoond in het rechter deel van figuur 2 behoeven niet alle steunplaten 7 van bewerkings-organen 8 te zijn voorzien. Zoals hierboven beschreven kunnen dan bijvoorbeeld onbewerkte gras-ruggen blijven staan.

Over ten minste een deel van de door de bewerkings-or-35 ganen 8 beschreven baan, is met het frame 1 een gebogen kap 10 verbonden voor het geleiden van het losgemaakte materiaal. De einden van de kap 10 zijn, ter wille van de veiligheid, afgesloten door eindplaten 11 waarvan de onderrand zich tot dicht bij de onderste rand van de door de bewer- 1 01 8565« 5 kings-organen beschreven baan uitstrekt.

Het frame 1 wordt in de punten 12 gekoppeld met een, niet getoonde, tractor. Verder wordt het frame 1 ondersteund door rollen 13 en 14, zoals bijvoorbeeld twee op afstand van 5 elkaar staande rollen 13, die draaibaar zijn om de assen 15 en een enkele rol 14, die draaibaar is om de as 16. De assen 15 zijn opgenomen in een juk 17, dat draaibaar is om de as 18 en verzwenkbaar is door middel van de handgrepen 19. Met de handgrepen kunnen bijvoorbeeld op bekende wijze schroef-10 stangen worden bediend waarmee telescopisch in elkaar verschuifbare cilinders ten opzichte van elkaar kun-nen worden verplaatst.

Met het frame 1 is het gestel van een transporteur 2 0 verbonden, die zich evenwijdig aan de as 2 uitstrekt en 15 dient voor het opnemen van het door de messen 8 losgemaakte en weggeslagen materiaal. De transporteur 20 kan losneembaar met het frame 1 zijn verbonden waartoe gebruik kan worden gemaakt van snelkoppelingen 21. Boven de transporteur kan een kap 22 zijn aangebracht die aansluit op de kap 10. Op 2 0 het einde van de transporteur 20 kan een schuin omhoog lopende transporteur 23 zijn aangesloten, waarvan in figuur 1 slechts enkele delen zijn getoond. Met behulp hiervan kan materiaal vanaf de transporteur 20 bijvoorbeeld op een met de inrichting meerijdende wagen worden gebracht. Delen van 25 de transporteurs 2 0 en/of 23 kunnen zijn uitgevoerd in de vorm van een zeefband, een zeeftrommel of der-gelijke.

Figuur 3 toont de mogelijkheid de op de as 4 aangebrachte steunplaten 7 zowel te voorzien van bewerkings-organen 8 in de vorm van freesmessen 9 als van verticuteer-30 messen 24. De door de eindranden van de verticuteermessen 24 beschreven baan 25 ligt daarbij buiten de baan 26, die wordt beschreven door de freesmessen 8.

Figuur 4 toont de mogelijkheid om bijvoorbeeld twee verticuteermessen 24 aan te brengen op een steunas 27, die 35 zich bevindt tussen twee platen 28. De platen 28 kunnen aan de steunplaten 7 worden bevestigd. Om de verticuteermessen 24 op de gewenste plaats op de steunas 27 aan te brengen kunnen zich daarop bussen 29 bevinden.

De verticuteermessen 24 kunnen op overeenkomstige 101 8565 - 6 wij ze worden vastgezet door middel van een tweede steunas 30, of kunnen scharnierbaar zijn om de ssteunas 27 en door de tweede as 30 in één richting worden geblokkeerd.

De as 2 kan in zijn geheel uitwisselbaar zijn, zodat 5 snel van de ene bewerkings-wij ze op een andere kan worden overgeschakeld.

Zoals aangegeven in figuur 1 zal de inrichting bij het bedrijf met behulp van de tractor worden verplaatst in de richting van de pijl V, terwijl de as 2 dan verdraaid wordt 10 in de richting als aangegeven met de pijl R.

Met behulp van de handgrepen 19 kan het juk 17 worden verzwenkt en daarmee de bewerkings-organen 8 in hoogte richting worden verplaatst, zodat zij de gewenste stand ten opzichte van de te bewerken grasmat in kunnen nemen voor het 15 verkrijgen van het gewenste effect.

Uiteraard zal het toerental van de as 2, dus de om-treksnelheid van de bewerkings-organen 8, worden aangepast op de snelheid waarmee de inrichting in de richting van de pijl V, door middel van de tractor, wordt verplaatst voor 20 het verkrijgen van het gewenste resultaat.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts enkele mogelijke uitvoerings-vormen van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening zijn getoond en hierboven beschreven en dat vele wij zigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de 25 uitvindings-gedachte te vallen, zoals deze in bijgaande conclusies is aangegeven.

conclusies 30 35 1 01 8565 -

Claims (8)

1. Werkwijze voor het bewerken van een grasmat zoals bijvoorbeeld voor het verwijderen van gras, van de totale 5 grasmat dan wel van dergelijk materiaal of delen daarvan, welk grasmat of delen daarvan verder kunnen worden gebruikt, met het kenmerk, dat over de grond heen en op enige afstand daarboven, zoals door middel van een tractor, een as (2) dwars op zijn lengte-richting wordt verplaatst en gelijk-10 tijdig verdraaid, welke as over zijn lengte is voorzien van, op onderlinge afstand staande, bewerkings-organen (8,24), die verschillende vormen kunnen bezitten, zodanig dat evenwijdig aan de as lopende delen er van, over de grond heen strijken en/of haaks op de as lopende delen in de grond 15 snijden.

2. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een met een tractor te koppelen frame (1) is voorzien van middelen voor het draaibaar en aandrijfbaar ondersteunen van een as (2) en van 2. middelen (13-19) voor het op de gewenste hoogte boven de grond instellen van de as, die over zijn lengte is voorzien van, op onderlinge afstand en haaks er op staande, steun-platen (7) waarvan ten minste een aantal bewerkings-organen (8,24) ondersteunen, die over de omtrek van de steunplaten 25 verdeeld staan en een deel bezitten in de vorm van een evenwijdig aan de as of een haaks daarop staand mes.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een bewerkings-orgaan (8), waarvan een deel nagenoeg evenwijdig loopt aan de as (2) , een freesmes vormt, waarbij 30 de evenwijdig aan de as lopende delen van de freesmessen van opeenvolgende steunplaten (7) elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat een aantal steunplaten (7) vrij zijn van bewerkings- 3. organen (8,24).

5. Inrichting volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de steunplaten (7) behalve van, evenwijdig aan de as (2) lopende, freesmessen (9) ook dienen voor het ondersteunen van haaks op de as (2) staande verticuteermessen 1018565 (24) die zich ten opzichte van de hartlijn van de as over een grotere afstand (25) naar buiten toe uitstrekken dan de freesmessen (9) .

6. Inrichting volgens een der conclusies 2 - 5, met het 5 kenmerk, dat één of meer verticuteermessen (24) zijn aangebracht op een steunas (27), die zich tussen twee steunplaten (7) in uitstrekt, waarbij op de steunas, ter weerszijden van het verticuteermes of de verticuteermessen (24), bussen (28) zijn aangebracht voor het op de gewenste afstand tussen de 10 steunplaten aanbrengen van het verticuteermes dan wel de verticuteermessen.

7. Inrichting volgens een der conclusies 2 - 6, met het kenmerk, dat gezien in de bewegingsrichting (V) van het frame (1), na de er door ondersteunde as (2), ten minste één 15 transporteur (20) aanwezig is zoals een transportband voor het opvangen van het door de bewerkings-organen (8) losgemaakte materiaal en de afvoer daarvan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de transporteur (20) een deel omvat voor het zeven van het 20 materiaal, welk deel kan worden gevormd door een zeefband, een zeeftrommel, een spijlenzeef of dergelijke. 25 30 35 1018565 »