NL1023315C2 - Bandelichter. - Google Patents

Description

* , ’

BANDELICHTER

De uitvinding betreft een bandelichter voor het verwijderen en/of aanbrengen van een band, zoals een fietsband, op een velg.

Het is algemeen bekend om bij met name fietsbanden, 5 maar ook bij autobanden, een band van een velg te verwijderen door middel van een drietal bandelichterlepels. Deze lepels worden tussen de band en de velg gedrukt en vervolgens gekanteld zodat de band van de velg opgetild wordt. Hiervoor zijn een drietal lepels nodig om over een voldoende lengte de 10 band van de velg te tillen, zodat deze vervolgens met de hand verder verwijderd kan worden. Nadat de binnenband bijvoorbeeld geplakt is, kan vervolgens de band weer teruggeplaatst worden op de velg. Bij fietsbanden vindt dit plaats door de band met de hand op de velg te plaatsen en in 15 het bijzonder het laatste deel met kracht op de velg te drukken. De benodigde kracht is afhankelijk van de band. Bij een nieuwe band is de benodigde kracht aanzienlijk hoger dan bij een oude band. Een dergelijke kracht is voor veel mensen moeilijk of niet op te brengen.

20 Daarnaast heeft het gebruik van lepels verder nog het nadeel dat bij verkeerd gebruik de binnenband gemakkelijk beschadigd raakt.

Het is derhalve een doel van de uitvinding een bandelichter te verschaffen, waarmee de bovengenoemde nadelen 25 verminderd of zelfs voorkomen worden.

Dit doel wordt bereikt met een bandelichter volgens de uitvinding, welke bandelichter omvat: - een bandelichter-lichaam; < Λ Λ ΛΛ j · ‘i Η - een op het lichaam aangebrachte band-verwijderlip; en /of een band-aanbrenglip; H waarbij de band-verwijderlip in hoofdzaak langwerpig is met een eerste eind, een middendeel en een tweede eind, 5 waarbij de verwijderlip, in dwarsdoorsnede, van het middendeel naar het tweede eind in een punt uitloopt, waarbij de verwijderlip met het eerste eind is aangebracht aan het lichaam en waarbij in het middendeel een verspringing is aangebracht voor het steunen van de verwijderlip op de velg; 10 waarbij de band-aanbrenglip in hoofdzaak S-vormig is met een eerste eind, een middendeel en een tweede eind, H waarbij de aanbrenglip, in dwarsdoorsnede, vanaf het I middendeel naar althans het tweede eind in een punt uitloopt I en waarbij de aanbrenglip met het eerste eind is aangebracht 15 aan het lichaam.

I Een band kan nu met een dergelijke bandelichter I volgens de uitvinding gemakkelijk verwijderd worden en/of aangebracht worden, zonder dat daarvoor veel kracht benodigd is en waarbij het risico voor het beschadigen van de 20 binnenband verminderd wordt.

Om nu met een bandelichter volgens de uitvinding een I band te verwijderen, wordt de band-verwijderlip tussen de band en de velg gedrukt. Vervolgens wordt de bandelichter gekanteld, zodat de band van de velg getild wordt en de 25 verspringing in het middendeel van de verwijderlip op de velg rust. Vervolgens kan door het draaien van de velg ten opzichte van de bandelichter de band gemakkelijk van de velg afgenomen worden.

Om nu de band weer terug te plaatsen op de velg, I 30 wordt de band-aanbrenglip aan de binnenzijde van de velg I geplaatst, waarna het wiel opnieuw ten opzichte van de I bandelichter gedraaid wordt. Door deze draaiing loopt de band 3 op tegen de band-aanbrenglip, die deze vervolgens in de velg dringt.

In een uitvoeringsvorm van de bandelichter volgens de uitvinding is het lichaam langwerpig en verloopt het 5 middendeel van de S-vormige aanbrenglip in hoofdzaak parallel aan het lichaam. Met een dergelijke bandelichter kan de aanbrenglip gemakkelijk achter de opstaande rand van de velg gehaakt worden, waardoor het aanbrengen van de band nog verder vereenvoudigd wordt.

10 In een andere uitvoeringsvorm van de bandelichter volgens de uitvinding is het overgangsvlak tussen het lichaam en het eerste eind van de aanbrenglip convex. Hierdoor is het contactvlak tussen de bandelichter en de velg zeer klein, waardoor de wrijving geminimaliseerd is.

15 In weer een andere uitvoeringsvorm is op het middendeel van de verwijderlip een richel aangebracht voor het verlagen van de wrijving tussen het lichaam en de velg. Ook hier geldt weer door het verkleinen van het contactoppervlak tussen de verwijderlip en de velg, dat 20 hierdoor de wrijving verlaagd wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat deze een op het lichaam aangebracht handvat. Met dit handvat kan de bandelichter gemakkelijk vastgehouden worden, waardoor het gemakkelijker is de benodigde kracht te leveren 25 voor het verwijderen of aanbrengen van de band.

Bij voorkeur omvat het handvat ten minste één, bij voorkeur twee, langwerpige delen, die zich althans dwars op de langsrichting van ten minste één van de verwijderlip en aanbrenglip uitstrekt. Deze langwerpige delen kunnen 30 vervolgens in contact gebracht worden met bijvoorbeeld de vork, waarin de velg met band is aangebracht. Hierdoor wordt de benodigde kracht geleverd door het frame van de fiets, waarin de velg is aangebracht. Met een dergelijke constructie H is het slechts alleen nog nodig de velg te draaien, waardoor I de band gemakkelijk van de velg verwijderd kan worden of op de velg aangebracht kan worden.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de I 5 bandelichter volgens de uitvinding is het handvat afneembaar I gekoppeld met het lichaam. Hierdoor kan de bandelichter I uiteengenomen worden en in een kleine ruimte opgeborgen I worden, zoals bijvoorbeeld een onder het zadel hangend I opbergtasje of in een bidon. Ook is het zo mogelijk om H 10 verschillende handvaten op de bandelichter te zetten, I waardoor de bandelichter aangepast kan worden aan de I variërende omstandigheden. Zo is het bijvoorbeeld I gebruikelijk bij een mountainbike om eerste het wiel uit het frame te nemen, waarna de band van de velg verwijderd wordt.

I 15 In een dergelijk geval kan een handvat met langwerpige delen I niet gebruikt worden en is een handvat, waarop men een goede I greep heeft, meer geprefereerd.

I Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

I 20 Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een I bandelichter volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een overzicht van een fiets met daarop I een bandelichter volgens de uitvinding en zoals getoond in I figuur 1.

I 25 Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een detail I van figuur 2, waarbij de bandelichter gebruikt wordt om een band van een velg te verwijderen.

I Figuur 4 toont in perspectivisch aanzicht een detail I van figuur 2, waarbij de bandelichter zo is aangebracht, dat 30 de band op de velg wordt aangebracht.

I In figuur 1 wordt een bandelichter 1 getoond. Deze I bandelichter 1 heeft een lichaam 2, waarop een band- I verwijderlip 3 en een band-aanbrenglip 4 is aangebracht. De 5 band-verwijderlip 3 heeft een eerste eind 5 waarmee de lip 3 aan het lichaam 2 is aangebracht, een middendeel 6 en een eerste eind 7. Het eerste eind 7 loopt uit, althans in dwarsdoorsnede gezien, in een punt.

5 Verder is op het middendeel 6 een verspringing 8 aangebracht, waarmee de lip op velg kan rusten.

De aanbrenglip 4 is in dwarsdoorsnede gezien S-vormig en heeft een eerste eind 9, waarmee de aanbrenglip 4 aan het lichaam 2 is aangebracht, een middendeel 10 en een in een 10 punt uitlopend tweede eind 11.

In figuur 2 is een fiets 12 getoond met een voorvork 13, waarin een velg 14 met een band 15 is aangebracht. Rond het wiel is verder een spatbord 16 geplaatst, dat door middel van een spatbordhouder 17 gepositioneerd is. Op deze 15 spatbordhouder 17 is een bandelichter volgens de uitvinding geplaatst, welke in meer detail in figuren 3 en 4 is getoond.

In figuur 3 is de bandelichter 1 in meer detail getoond. Hierbij rust het lichaam 2 van de bandelichter 1 op een deel van de spatbordhouder 17. Verder rust één van de 20 twee langwerpige delen 18, die het handvat van de bandelichter 1 vormen, eveneens, op de spatbordhouder 17. In de in figuur 3 getoonde stand is de band-verwijderlip 3 tussen de velg 14 en de band 15 geplaatst. Wanneer nu de velg R geroteerd wordt, zal de band 15 door de band-verwijderlip 3 25 van de velg 14 verwijderd worden.

In figuur 4 is dé bandelichter 1 in een tweede stand getoond. Opnieuw rust de bandelichter 1 met het lichaam 2 en één van de langwerpige delen 18 op de spatbordhouder 17. In deze stand is de band-aanbrenglip 4 om de opstaande rand van 30 de velg 14 gehaakt. Vervolgens wordt de velg 14 in de richting R geroteerd, waardoor de band-aanbrenglip 4 de band 15 op de velg 14 dringt.

I De in de figuren getoonde uitvoering is een elegante oplossing. Het is echter ook mogelijk een set van twee afzonderlijke bandelichters te verschaffen, de ene met een band-aanbrenglip en de andere met een band-verwijderlip. Deze 5 worden bij voorkeur gezamenlijk in één verpakking verkocht.

Claims (7)

1. Bandelichter voor het verwijderen en/of aanbrengen van een band/ zoals een fietsband/ op een velg, welke bandelichter omvat: - een bandelichter-lichaam; 5. een op het lichaam aangebrachte band-verwijderlip; en/of een band-aanbrenglip; waarbij de band-verwijderlip in hoofdzaak langwerpig is met een eerste eind, een middendeel en een tweede eind, waarbij de verwijderlip, in dwarsdoorsnede, van het 10 middendeel naar het tweede eind in een punt uitloopt, waarbij de verwijderlip met het eerste eind is aangebracht aan het lichaam en waarbij in het middendeel een verspringing is aangebracht voor het steunen van de verwijderlip op de velg; waarbij de band-aanbrenglip in hoofdzaak S-vormig is 15 met een eerste eind, een middendeel en een tweede eind, waarbij de aanbrenglip, in dwarsdoorsnede, vanaf het middendeel naar althans het tweede eind in een punt uitloopt en waarbij de aianbrenglip met het eerste eind is aangebracht aan het lichaam.

2. Bandelichter volgens conclusie 1, waarbij het lichaam langwerpig is en het middendeel van de S-vormige aanbrenglip in hoofdzaak parallel verloopt aan het lichaam.

3. Bandelichter volgens conclusie 2, waarbij het overgangsvlak tussen het lichaam en het eerste eind van de 25 aanbrenglip convex is.

4. Bandelichter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij op het middendeel van de verwijderlip een I richel is aangebracht voor het verlagen van de wrijving I tussen het lichaam en de velg.

5. Bandelichter volgens één van de voorgaande I conclusies, omvattende een op het lichaam aangebracht I 5 handvat.

6. Bandelichter volgens conclusie 5, waarbij het I handvat ten minste één, bij voorkeur twee, langwerpige delen I omvat, die zich althans dwars op de langsrichting van ten I minste één van de verwijderlip en aanbrenglip uitstrekt.

7. Bandelichter volgens conclusie 5 of 6, waarbij het I handvat afneembaar gekoppeld is met het lichaam.