NL1022529C2 - Samenstel voorzien van een stijl of bovendorpel van een deur of raamkozijn en een klemelement alsmede klemelementen van dat samenstel. - Google Patents

Description

Titel: Samenstel voorzien van een stijl of bovendorpel van een deur of raamkozijn en een klemelement alsmede klemelementen van dat samenstel

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van een bouwelement en een klemmiddel waarbij het bouwelement bestaat uit een stijl of bovendorpel van een deur- of raamkozijn en waarbij het klemmiddel is ingericht voor het bevestigen van het bouwelement in een deur- of 5 raamopening van een wand, waarbij het bouwelement een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede omvat en is voorzien van een eerste deel dat in gebruik tegenaan of nabij een in de wand gelegen binnenzijde van de deur-of raamopening ligt en een tweede deel dat tegen een buitenzijde van de wand aanligt, waarbij het klemmiddel tenminste een klemelement omvat 10 dat is voorzien van een vast deel dat vast met het bouwelement is verbonden waarbij het vaste deel een op afstand van een binnenzijde van het eerste deel van het bouwelement gelegen basisdeel omvat zodat het basisdeel, in gebruik, tussen de binnenzijde van de deur- of raamopening en de binnenzijde van het eerste deel ligt waarbij tussen het basisdeel en het 15 eerste deel van het bouwelement een opneemruimte aanwezig is, waarbij de opneemruimte sleufvormig is uitgevoerd, waarbij het klemelement verder is voorzien van een los deel met een eerste been en een tweede been waarbij het eerste been van het losse deel zich althans voor een deel verschuifbaar in een richting dwars op het tweede deel van het bouwelement in de 20 opneemruimte uitstrekt, waarbij het tweede been van het losse deel althans in hoofdzaak de vorm heeft van een vlakke plaat en waarbij het tweede been van het losse deel zich althans nagenoeg evenwijdig aan het tweede deel van het bouwelement uitstrekt zodat, in gebruik de wand zich tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede been van het losse deel bevindt 25 waarbij het klemelement verder is voorzien van drukmiddelen die werken tussen het vaste deel en het losse deel voor het naar elkaar toe drukken van 1022529 H het tweede deel van het bouwelement en het tweede been van het losse deel H voor het, in gebruik, inklemmen van de wand tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede been van het losse deel.

Een dergelijk samenstel is bekend uit Duits gebruiksmodel H 5 9003275. Het bekende samenstel heeft een kozijn dat in een opening in een wand wordt gepositioneerd en tegen een zijde van de wand aanligt. Een glijstuk wordt door middel van een klemschroef vast tegen de andere zijde van de wand gedrukt.

Met behulp van de bouwelementen van het samenstel kan een deur 10 of raamkozijn worden samengesteld. Een kozijn kan bijvoorbeeld zijn samengesteld uit twee stijlen en een bovendorpel. Het is bekend dat deze stijlen en bovendorpel bijvoorbeeld, althans voor een deel uit MDF en bijvoorbeeld houtspaanplaat zijn vervaardigd. Voordat een dergelijk kozijn geplaatst kan worden in de wandopening, worden de bouwelementen zijnde 15 bijvoorbeeld de twee stijlen en de bovendorpel met schroeven aan elkaar verbonden tot één geheel. Vervolgens wordt het kozijn in de wandopening geplaatst en met de wand verbonden. Hierna kunnen afdeklijsten worden I geplaatst.

Het bekende samenstel heeft het nadeel dat het glijstuk bij het 20 installeren langs de wand kan verschuiven of verdraaien.

De uitvinding beoogt alternatieve klemmiddelen te verschaffen die I het genoemde nadeel opheffen, waarbij het bouwelement, in het bijzonder, I althans voor een deel van MDF is vervaardigd en, in het algemeen, van andere materialen is vervaardigd.

25 Het samenstel volgens de uitvinding is hiertoe gekenmerkt in dathet vaste deel is voorzien van een zich van het basisdeel en de opneemruimte af uitstrekkend montagedeel waarop de drukmiddelen aangrijpen, waarbij het eerste been van het losse deel (althans nagenoeg) passend in een richting loodrecht op een binnenzijde van het eerste deel van 30 het bouwelement is opgenomen, dat het eerste been van het losse deel 1022529 3 althans in hoofdzaak de vorm heeft van een vlakke plaat, met een dikte die althans nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen het basisdeel en de binnenzijde van het eerste deel van het bouwelement, en dat het tweede been van het losse deel nabij zijn vrije uiteinde een in de richting van het 5 eerste been van het losse deel omgebogen deel omvat.

Indien het bouwelement bestaat uit een stijl voor een deur, zal deze bijvoorbeeld zijn voorzien van drie klemelementen. Wanneer het bouwelement bestaat uit een bovendorpel van een deur, zal deze bijvoorbeeld zijn voorzien van twee klemelementen. Zoals hiervoor 10 omschreven kan een kozijn worden samengesteld uit twee stijlen en een bovendorpel volgens de uitvinding. Deze kunnen bijvoorbeeld met behulp van schroeven aan elkaar worden bevestigd. Hierna kan het kozijn zonder de losse delen in de wandopening worden geplaatst. Na het plaatsen in de wandopening ligt het tweede deel van het bouwelement tegen de buitenzijde 15 van de wand aan en ligt het eerste deel van het bouwelement tegen de binnenzijde van de wandopening aan of ligt deze nabij de binnenzijde van de wandopening. Vervolgens wordt het eerste been van het losse deel in de opneemruimte geschoven dusdanig dat het tweede been van het losse deel tegen een buitenzijde van de wand aan komt te liggen die tegenover de 20 eerder genoemde buitenzijde ligt waar het tweede deel van het bouwelement tegenaan ligt. Aldus is bereikt dat de wand zich tot tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede been van het losse deel uitstrekt. Vervolgens wordt met behulp van de drukmiddelen het tweede deel van het bouwelement en het tweede been van het losse deel naar elkaar toe gedrukt 25 voor het inklemmen van de wand tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede deel van het losse deel. Deze handeling wordt herhaald voor de eventueel andere klemelementen van het bouwelement. Aldus is het betreffende bouwelement met de wand bevestigd. Zelfde handelingen worden verricht voor de andere bouwelementen van het kozijn 30 voor het vastzetten van deze bouwelementen aan de wand. Vervolgens kan 1022529 H aan elk bouwelement aan de zijde waar zich het tweede been van het losse deel bevindt nog een afdeklijst worden bevestigd. Aldus is het mogelijk om H op eenvoudige wijze de bouwelementen van het samenstel volgens de H uitvinding aan een wand te bevestigen.

H 5 In het bijzonder geldt dat het klemelement dusdanig is ingericht dat het inklemmen van de wand tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede deel van het losse deel kan worden opgeheven zonder dat het klemelement wordt vernietigd. Aldus kan zonder hak of breekwerk een kozijn wat is samengesteld uit samenstellen volgens de 10 uitvinding weer uit een wandopening worden verwijderd zonder hak- of H breekwerk.

Opgemerkt wordt dat het samenstel volgens de uitvinding eveneens kan worden toegepast voor raamkozijnen. Bovendien kan het samenstel worden toegepast bij bouwelementen die van andere materialen 15 dan MD F en eventueel houtspaanplaat zijn vervaardigd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een kozijn dat is voorzien van een veelvoud van samenstellen volgens de uitvinding.

I Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een klemelement van het samenstel volgens de uitvinding.

20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Fig. 1 een aanzicht van een samenstel volgens de uitvinding;

Fig 2a een onderaanzicht van een vast deel van het samenstel volgens figuur 1; 25 Fig. 2b een aanzicht van het vaste deel van figuur 2a in de richting van de pijl P in figuur 2a;

Fig. 2c een aanzicht van het vaste deel van figuur 2a in de richting van de pijl P van figuur 2b;

Fig. 3a een aanzicht van het losse deel van figuur 1 in de richting 30 van de pijl P in figuur 3b; 1022529 5

Fig. 3b een aanzicht van het losse deel van figuur 3a in de richting van de pijl PI van figuur 3a;

Fig. 3c een aanzicht van het losse deel volgens figuur 3a in de richting van de pijl P2 van figuur 3a; en 5 Fig. 4 een bovenaanzicht van een bouwelement volgens figuur 1 in de richting van de pijl P volgens figuur 1 waarbij het betreffende bouwelement is bevestigd aan een wand.

In figuur 1 is met referentienummer 1 een samenstel volgens de uitvinding aangeduid. Het samenstel van figuur 1 is voorzien van een 10 bouwelement 2 en een klemmiddel 4 in de vorm van een tenminste één klemelement. Het bouwelement 2 kan bijvoorbeeld bestaan uit een stijl of bovendorpel van een deur of raamkozijn. In dit voorbeeld betreft het bouwelement een stijl van een deurkozijn. Het bouwelement 2 heeft een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede en is voorzien van een eerste deel 6 15 (zie figuur 4) dat, in gebruik, tegenaan of nabij een in een wand gelegen deur of raamopening ligt. In dit voorbeeld gaat het om een deur opening 10 in de wand 12. Voorts omvat het bouwelement 2 een tweede deel 8 dat tegen een buitenzijde 14 van de wand 12 aanligt.

Het klemelement 4 is voorzien van een vast deel 16 en een los deel 20 18. Het vaste deel is vast, dit bijvoorbeeld met schroeven 20 (figuur 1) met het bouwelement 2 verbonden. Het vaste deel 16 is voorzien van een op afstand van een binnenzijde 22 van het eerste deel 6 gelegen basisdeel 24. Het basisdeel ligt aldus, in gebruik (zie figuur 4), tussen de binnenzijde 26 van de deur opening 10 en de binnenzijde 22 van het eerste deel 6.

25 Tussen het basisdeel 24 en het eerste deel 6 van het bouwelement 2 is een in dit voorbeeld sleufvormige opneemruimte 28 aanwezig. Het losse deel 16 is voorzien van een eerste been 30 en een tweede been 32. Het eerste been 30 van het losse deel 16 is althans voor een deel verschuifbaar in een richting van de pijl Q dwars op het tweede deel 8 van het bouwelement in de 30 opneemruimte 28 opgenomen. Hierbij strekt het tweede been 32 van het 1022529 H losse deel 16 zich althans nagenoeg evenwijdig aan het tweede deel 8 van het bouwelement 2 uit. Dit brengt met zich dat, in gebruik, zoals getoond in figuur 4 de wand 12 zich tussen het tweede deel 8 van het bouwelement 2 en het tweede been 32 van het losse deel 18 bevindt. Voorts geldt in dit 5 voorbeeld dat het eerste been van het losse deel (althans nagenoeg) passend in een richting loodrecht op een binnenzijde van het le deel van het bouwelement is opgenomen.

Het klemelement 4 is voorts nog voorzien van drukmiddelen 34 H voor het naar elkaar toe drukken van het tweede deel 8 van het 10 bouwelement en het tweede been 32 van het losse deel 18 voor het, in gebruik, inklemmen van de wand 12 tussen het tweede deel 8 van het bouwelement en het tweede been 32 van het losse deel.

De drukmiddelen werken hiertoe tussen het vaste deel 16 en het I losse deel 18.

15 Het vaste deel 16 is in dit voorbeeld voorzien van een eerste been I 36 dat zich, althans voor een deel, van het basisdeel af uitstrekt in de I richting van het eerste deel 6 van het bouwelement 2 waarbij het eerste been 36 de opneemruimte 28 begrenst. Tevens is het vaste deel verder I voorzien van een tweede been 38 dat zich, althans voor een deel, van het I 20 basisdeel 24 af uitstrekt in de richting van het eerste deel 6 van het I bouwelement 2. Het eerste been 36, het tweede been 38, het basisdeel 24 en I de binnenzijde 22 van het eerste deel 6 omsluiten in dit voorbeeld de opneemruimte 28. In dit voorbeeld is het zelfs zo dat het eerste been 36, het tweede been 38, het basisdeel 24 en de binnenzijde 22 van het eerste deel 6 25 de betreffende opneemruimte 28 begrenzen. Het eerste been alsmede het tweede been 36,38 zijn bij een vrij uiteinde 40, respectievelijk 42 in dit voorbeeld met behulp van de schroeven 20 met het bouwelement verbonden. In dit voorbeeld is zowel het eerste been als het tweede been 36,38 bij hun vrije uiteinden met het eerste deel 6 van het bouwelement 2 verbonden.

10 225 2 9 7

Het eerste been 36 omvat nabij zijn vrije uiteinde een omgebogen deel 44. Het omgebogen deel 44 is voorzien van openingen 45 waardoor de schroeven 20 zich uitstrekken. Evenzo omvat het tweede been 38 een omgebogen deel 46 met openingen 47 waardoor de schroeven 20 zich 5 uitstrekken. Bovendien geldt voor het eerste been 36 van het vaste deel dat deze nabij zijn vrije uiteinde in een van de opneemruimte afgekeerde richting is omgebogen. Tevens geldt voor het tweede been dat deze bij zijn vrije uiteinde in een van de opneemruimte 28 afgekeerde richting is omgebogen.

10 Tevens geldt nog dat het tweede been 32 van het losse deel 18 nabij zijn vrije uiteinde een in de richting van het eerste been 30 van het losse deel 18 omgebogen deel 48 omvat.

Het eerste been 30 van het losse deel 18 alsmede het tweede deel 32 van het losse deel 18 hebben elk, althans in hoofdzaak, de vorm van een 15 vlakke plaat. Tevens geldt dat het basisdeel 24, althans in hoofdzaak, de vorm heeft van een vlakke plaat. De dikte van het eerste been komt althans nagenoeg overeen met de hoogte h (zie figuur 2a) van de sleufvormige opneemruimte.

Het tweede been 32 van het losse deel 18 is voorzien van een 20 opening 50. De drukmiddelen omvatten in dit voorbeeld een schroef 52 die zich door de opening 50 uitstrekt tot in een van schroefdraad voorziene schroefopening 54 in het vaste deel welke schroefdraad samenwerkt met een schroefdraad van de schroef. De kop van de schroef bevindt zich aan een buitenzijde van het tweede been 32.

25 In dit voorbeeld bestaat het eerste been van het vaste deel, althans in hoofdzaak, uit een gebogen plaatdeel. Tevens geldt dat het tweede been van het vaste deel, althans in hoofdzaak, bestaat uit een gebogen plaatdeel. Meer in het bijzonder geldt dat het basisdeel 24, het eerste been 36 alsmede het tweede been 16 van het vaste deel uit een gebogen metalen plaat zijn 1022529 H vervaardigd. Tevens geldt dat het eerste been 30 en het tweede been 32 van het losse deel 18 uit een gebogen metalen plaat zijn vervaardigd.

H De werking van het tot op dit punt omschreven samenstel is als H volgt.

H 5 Het bouwelement 2 dat in dit voorbeeld bestaat uit een stijl van H een deurkozijn wordt met een zelfde type bovendorpel verbonden. De H bovendorpel wordt met een zelfde type tweede stijl verbonden zodat aldus een kozijn wordt gevormd dat uit twee stijlen en een bovendorpel bestaat.

Elke stijl en bovendorpel zijn in dit voorbeeld voorzien van een bouwelement 10 zoals omschreven aan de hand van de figuren 1-4.

Vervolgens wordt het aldus verkregen kozijn in de opening 10 van de wand 12 geplaatst. In figuur 1 en 4 is alleen het bouwelement 2 dat wil zeggen één van de twee stijlen van het kozijn getoond. Alvorens het bouwelement 2 in de opening wordt geplaatst wordt de schroef 52 en het 15 losse deel 18 verwijderd. Hierna kan het bouwelement waaraan het vaste deel 16 reeds is vastgeschroefd met behulp van de schroeven 20 in de opening worden geplaatst. Vervolgens wordt het eerste been 30 van het losse deel 18 in de opneemruimte 28 geschoven. Tevens wordt de schroef via de opening 50 in de schroefopening 54 geschroefd. Eén en ander is getoond 20 in figuur 1 waarbij voor de duidelijkheid de wand 12 is weggelaten en figuur 4. Wanneer vervolgens de schroef 52 wordt aangedraaid zullen het tweede I deel 8 van het bouwelement 2 en het tweede been 32 van het losse deel 18 I naar elkaar toe worden gedrukt. Hierbij schuift het eerste been 30 van het losse deel 18 verder in de opneemruimte 24. Door het verder aandraaien van I 25 de schroef 52 worden middels een krachtoverbrenging via het vaste deel 16 I de wand 12 tussen het tweede deel 8 en het tweede been 32 ingeklemd.

Doordat in dit voorbeeld de opneemruimte 28 sleufvormig is uitgevoerd en het eerste been 30 plaatvormig is uitgevoerd en, althans nagenoeg, passend in de sleufvormige opneemruimte is opgenomen, wordt voorkomen dat het I 30 losse deel gaat roteren rond de rotatie as die evenwijdig is aan de pijl P van I 1022529 9 figuur 1. Ook geldt dat doordat in dit voorbeeld de opneemruimte 28 sleufvormig is uitgevoerd en het eerste been 30 plaatvormig is uitgevoerd met een dikte die althans nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen het basisdeel 24 en de binnenzijde 22 is genoemde rotatie althans nagenoeg niet 5 mogelijk. In feite wordt een rotatie richting in beide richtingen (met e klok mee en tegen de klok in) rond de pijl P (in figuur 4) hierdoor voorkomen. Doordat voorts het tweede been 32 is voorzien van het omgebogen deel 48 wordt bewerkstelligd dat bij het goed vastklemmen het losse deel niet gaat roteren in de richting van de pijl R zoals aangegeven in figuur 4. Hiermee 10 wordt voorkomen dat het tweede been 38 als het ware afglijdt langs de buitenzijde 56 van de wand 12. Tenslotte kan nog een op zich bekende afdeklijst 60 worden bevestigd aan het bouwelement (zie figuur 4).

Het bouwelement kan bijvoorbeeld zijn voorzien van drie min of meer gelijkmatig langs de lengte van het bouwelement verdeelde 15 klemelementen 4 voor het vastzetten van het bouwelement 2 aan de wand 12. Met behulp van zelfde klemelementen 4 wordt op geheel analoge wijze een bovendorpel en een tweede stijl van het kozijn vastgezet in de muur. In dit voorbeeld zijn de bouwelementen vooraf samengesteld tot een kozijn.

Het is echter eveneens mogelijk dat de bouwelementen 20 onafhankelijk van elkaar aan de wand worden bevestigd en dat het kozijn dus pas ontstaat wanneer de bouwelementen aan de wand worden bevestigd.

In dit voorbeeld geldt nog dat het vaste deel is voorzien van een zich van het basisdeel en de opneemruimte af uitstrekkend montagedeel 58 25 waarin de schroefopening 54 zich bevindt. Zoals blijkt uit figuur 2a en 2b is dit deel een omgebogen deel dat bestaat uit het plaatmateriaal waarvan het basisdeel 24 is vervaardigd. Dit is niet noodzakelijk, het montagedeel kan ook op andere wijze bijvoorbeeld door puntlassen aan het basisdeel zijn bevestigd.

1022529 H De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen.

H Zo kan het omgebogen deel 44 en het omgebogen deel 46 eveneens H in een richting van de opneemruimte 28 zijn omgebogen. In dat geval H 5 zouden deze omgebogen delen 44 en 46 zich onder het basisdeel 24 H bevinden. In dat geval zou het basisdeel 24 alsmede de omgebogen delen elk H zijn voorzien van schroefopeningen waarbij elke schroef zich door een opening van het basisdeel en het omgebogen deel 46 respectievelijk 48 zal uitstrekken voor het bevestigen van het vaste deel met het bouwelement 2.

10 In dat voorbeeld kan het eerste been 30 van het losse de 18 in de richting van de pijl P (zie figuren) smaller worden uitgevoerd zodat dit eerste deel tussen de omgebogen delen 46 en 48 komt te liggen en langs de binnenzijde 42 van het eerste deel 6 kan schuiven. Noodzakelijk is dit echter niet. Het is ook mogelijk dat het eerste been niet smaller wordt uitgevoerd. In dat geval 15 schuift het eerste been 30 langs het basisdeel en de omgebogen delen 46,48.

Wel is het zo dat het geheel dan in een richting dwars op de binnenzijde 22 wat dikker wordt. Ook is het mogelijk dat bijvoorbeeld het tweede been 38 van het vaste deel wordt weggelaten.

I In plaats van één schroef 52 kan het klemelement ook zijn voorzien 20 van meer dan één schroef voor het vastklemmen van de wand. Ook is het denkbaar dat in plaats van een schroef andere drukmiddelen worden toegepast zoals veren, en sluitingen die ook wel bij skischoenen en dergelijke worden toegepast.

I In dit voorbeeld zijn het vaste deel en het losse deel vervaardigd 25 van een metaal zoals roestvrij staal. Andere materialen zoals geschikte I kunststoffen zijn echter eveneens denkbaar. In dit voorbeeld is het I bouwelement althans in hoofdzaak, vervaardigd van MDF. Andere I materialen zoals hout, kunststoffen en metaal zijn echter eveneens I denkbaar.

I 1022529 11

Wanneer het bouwelement is bevestigd, kan deze nog worden afgesloten met een afdeklijst zoals gestippeld weergegeven in figuur 4. Dergebjke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

5 10^95 ? 3

Sea Λ*·* ~ * · '

Claims (24)

1. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vaste deel verder is voorzien van een eerste been dat zich althans voor een deel van 15 het basisdeel af uitstrekt in de richting van het eerste deel van het bouwelement waarbij het eerste been de opneemruimte begrenst.
2. 3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste been van het vaste deel bij een vrij uiteinde met het bouwelement is verbonden.
3. 4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste been van het vaste deel bij een vrij uiteinde met het eerste deel van het bouwelement is verbonden.
4. 5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste been van het vaste deel nabij zijn vrije uiteinde een omgebogen deel omvat 25 dat met het bouwelement is verbonden.
5. 6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerste been van het vaste deel nabij zijn vrije uiteinde in een van de opneemruimte af gekeerde richting is omgebogen. 1022529
6. 7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat tenminste het deel van het eerste been dat zich van het basisdeel af uitstrekt althans in hoofdzaak plat is uitgevoerd.
7. 8. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het eerste H 5 been van het vaste deel althans in hoofdzaak bestaat uit een gebogen plaatdeel.
8. 9. Samenstel volgens één der conclusies 2-8, met het kenmerk, dat H het vaste deel verder is voorzien van een tweede been dat zich althans voor H een deel van het basisdeel af uitstrekt in de richting van het eerste deel van H 10 het bouwelement waarbij het eerste been, het tweede been, het basisdeel en de binnenzijde van het eerste deel van het bouwelement de opneemruimte omsluiten.
9. 10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tweede been van het vaste deel bij een vrij uiteinde met het bouwelement is 15 verbonden.
10. 11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het tweede been van het vaste deel bij een vrij uiteinde met het eerste deel van het bouwelement is verbonden.
11. 12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het tweede 20 been van het vaste deel nabij zijn vrije uiteinde een omgebogen deel omvat dat met het bouwelement is verbonden.
12. 13. Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het tweede H been van het vaste deel nabij zijn vrije uiteinde in een van de opneemruimte af gekeerde richting is omgebogen. I 25 14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies 9-13, met het kenmerk, dat tenminste het deel van het tweede been dat zich van het I basisdeel af uitstrekt althans in hoofdzaak plat is uitgevoerd.
13. 15. Samenstel volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het tweede been van het vaste deel althans in hoofdzaak bestaat uit een 30 gebogen plaatdeel. I 1022529
14. 16. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisdeel althans in hoofdzaak de vorm heeft van een vlakke plaat.
15. 17. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede been van het losse deel is voorzien van een opening en waarbij de drukmiddelen zijn voorzien van een schroef die zich door de opening in het tweede been uitstrekt tot in een van schroefdraad voorziene schroefopening in het montagedeel van het vaste deel welke schroefdraad 10 samenwerkt met een schroefdraad van de schroef waarbij een kop van de schroef zich aan een buitenzijde van het tweede been van het losse deel bevindt.
16. 18. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vaste deel met schroeven met het bouwelement is 15 verbonden.
17. 19. Samenstel volgens conclusies 8, 15 en 18, met het kenmerk, dat de gebogen delen van het eerste been en van het tweede been van het vaste deel elk zijn voorzien van schroefopeningen.
18. 20. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies 2-15, met het 20 kenmerk, dat het basisdeel en het eerste been van het vaste deel uit een gebogen metalen plaat zijn vervaardigd.
19. 21. Samenstel volgens conclusies 9 en 20, met het kenmerk, dat het basisdeel, het eerste been van het vaste deel en het tweede been van het vaste deel uit een gebogen metalen plaat zijn vervaardigd.
20. 22. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste been en het tweede been van het losse deel uit een gebogen metalen plaat zijn vervaardigd.
21. 23. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bouwelement althans voor een deel is vervaardigd van 30 MDF. 1022529 Η 24. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het H kenmerk, dat het klemelement dusdanig is ingericht dat het inklemmen van H de wand tussen het tweede deel van het bouwelement en het tweede deel van het losse deel kan worden opgeheven zonder dat het klemelement wordt H 5 vernietigd.
22. 25. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het H kenmerk, dat het samenstel is voorzien van een veelvoud van klemelementen.
23. 26. Kozijn dat is voorzien van een veelvoud van samenstellen volgens 10 een der voorgaande conclusies.
24. 27. Klemelement van het samenstel volgens één der voorgaande conclusies 1-25. 1022529