NL1022308C2 - Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef. - Google Patents

Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef. Download PDF

Info

Publication number
NL1022308C2
NL1022308C2 NL1022308A NL1022308A NL1022308C2 NL 1022308 C2 NL1022308 C2 NL 1022308C2 NL 1022308 A NL1022308 A NL 1022308A NL 1022308 A NL1022308 A NL 1022308A NL 1022308 C2 NL1022308 C2 NL 1022308C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adjusting part
adjustable
pressure ring
diameter
axial
Prior art date
Application number
NL1022308A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Vermeulen
Original Assignee
Mach Support B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1022308A priority Critical patent/NL1022308C2/nl
Application filed by Mach Support B V filed Critical Mach Support B V
Priority to PCT/NL2004/000002 priority patent/WO2004061357A2/en
Priority to JP2006500722A priority patent/JP4668169B2/ja
Priority to AU2004203745A priority patent/AU2004203745B2/en
Priority to AT04700302T priority patent/ATE446469T1/de
Priority to SI200431311T priority patent/SI1581766T1/sl
Priority to BRPI0406621-9A priority patent/BRPI0406621B1/pt
Priority to CNB2004800018565A priority patent/CN100473887C/zh
Priority to US10/541,265 priority patent/US7438274B2/en
Priority to CA2511108A priority patent/CA2511108C/en
Priority to PT04700302T priority patent/PT1581766E/pt
Priority to DK04700302.5T priority patent/DK1581766T3/da
Priority to ES04700302T priority patent/ES2334788T3/es
Priority to DE602004023688T priority patent/DE602004023688D1/de
Priority to EP04700302A priority patent/EP1581766B1/en
Priority to PL377677A priority patent/PL210724B1/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022308C2 publication Critical patent/NL1022308C2/nl
Priority to NO20053034A priority patent/NO338133B1/no
Priority to IS7954A priority patent/IS2753B/is
Priority to HK06104104.9A priority patent/HK1082536A1/xx
Priority to CY20091101235T priority patent/CY1109679T1/el

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M7/00Details of attaching or adjusting engine beds, frames, or supporting-legs on foundation or base; Attaching non-moving engine parts, e.g. cylinder blocks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Prostheses (AREA)

Description

temt-· ’ _lJ . τ. -.η,.,,,Μκι.ι.ν1·..; · t?· r\ UK-·—m* ·ι*·«^3:^^».· ~ i ............ jiju. λμιμμιιι·ι·ι^™^»ι^μ^ *a»air· ····_
Stelvoet voor het uiteericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dereeliike stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelvoet voor het uitgericht 5 opstellen van een inrichting, omvattende: • een eerste steldeel voorzien van een axiale boring met inwendige schroefdraad; • een tweede steldeel voorzien van met de inwendige schroefdraad parende uitwendige schroefdraad, welk tweede steldeel, bij in de boring geschroefde toestand, door verdraaiing ten opzichte van het eerste steldeel in axiale richting ten opzichte van 10 het eerste steldeel verstelbaar is; • een aan het eerste steldeel of tweede steldeel voorzien ondersteuningsdeel alsmede een drukring, waarbij de drukring en het ondersteuningsdeel elk zijn voorzien van een convex respectievelijk concaaf vlak met in wezen dezelfde krommingsstraal zodanig dat de drukring in hoek ten opzichte van het ondersteuningsdeel verstelbaar is.
15 Een dergelijke stelvoet is bekend uit EP 316.283. De hieruit bekende stelvoet bestaat uit een eerste steldeel (2) een tweede steldeel (6) met aan de bovenzijde een verbreed ondersteuningsdeel (4) dat aan zijn boveneind concaaf is uitgevoerd. Het tweede steldeel is voorzien van een uitwendige schroefdraad en het eerste steldeel is voorzien van een inwendige schroefdraad, welke inwendige en uitwendige 20 schroefdraad onderling parend zijn zodanig dat bij verdraaiing van het tweede steldeel (6) ten opzichte van het eerste steldeel (2) deze in axiale hoogte ten opzichte van elkaar versteld worden. Bovenop het ondersteuningsdeel (4) ligt een drukring (7) die aan zijn onderzijde convex is uitgevoerd met een krommingsstraal gelijk aan de krommingsstraal van het concave boveneind van het ondersteuningsdeel (4).
25 Stelvoeten als bekend uit EP 316.283 worden evenals stelvoeten volgens de onderhavige uitvinding vinden toepassing bij het stabiel, vlak neerzetten van inrichtingen op een ondergrond opdat bijvoorbeeld trillingen worden vermeden (men vergelijke bijvoorbeeld wasmachines die men middels stelvoeten zo stabiel mogelijk op de ondergrond plaatst), alsook opdat bij aandraaien van verankerende spanschroeven 30 introductie van spanningen in de inrichting wordt vermeden, alsook voor het onderling op elkaar uitlijnen van verschillende inrichtingen. Bij het laatste moet men bijvooibeeld denken aan een motor die middels een as op een aangedreven installatie is aangesloten, waarbij de motor en de aangedreven installatie verschillende eenheden zijn die in 1022308 I verband met de overbrengingsas veelal op elkaar uitgelijnd te worden. Ook hiervoor I worden stelvoeten gebruikt.
I Deze bekende stelvoet heeft een eerste steldeel (2) met een relatief grote axiale I hoogte, hetgeen op zijn beurt resulteert in een relatief grote bouwhoogte van de stelvoet I 5 als geheel.
I De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een stelvoet van de aan I het begin genoemde soort waarvan de axiale bouwhoogte zich laat reduceren.
I Dit doel wordt bij een stelvoet van de aan het begin genoemde soort volgens de I uitvinding bereikt doordat de uitwendige diameter van het eerste steldeel tenminste 1,4 I 10 maal de diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt. Bij I een stelvoet van de aan het begin genoemde soort is het van belang te realiseren dat het I schachtdeel zeer grote belastingen op het eerste steldeel moet kunnen overdragen I zonder dat de stelvoet het begeeft. Conventioneel was de benadering daarbij dat men I dan de lengte van de ineengrijping van de parende inwendig en uitwendige I 15 schroefdraad voldoende lang moest kiezen. Bovendien moest men er dan voor zorgen dat het schachtdeel te allen tijde over een zekere minimale afstand in het eerste steldeel I geschroefd was opdat er een minimale ineengrijpingslengte van de parende I schroefdraden werd verkregen. Aanvraagster is nu gebleken dat het niet zozeer de I ineengrijpingslengte van de parende schroefdraden is die bezwijken van de stelvoet I 20 verhindert, maar dat het hierbij veeleer van belang is te verzekeren dat het eerste I steldeel niet radiaal oprekt onder invloed van de door de stelvoet gedragen last welke I via de uitwendige schroefdraad op het tweede steldeel en de inwendige schroefdraad op het eerste steldeel op dat eerste steldeel wordt overgedragen. Indien het eerste steldeel I radiaal in voldoende mate zal oprekken dan zou ineengrijping van de uitwendige 25 schroefdraad van het tweede steldeel met de inwendige schroefdraad van het eerste steldeel verloren gaan en het tweede steldeel langs het eerste steldeel naar beneden I zakken. Aanvraagster is nu gebleken dat het hierbij volstaat te vereisen dat de I uitwendige diameter van het eerste steldeel tenminste 1,4 maal de diameter van de I parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
I 30 Het is aan vraagster hierbij verder gebleken dat vergroting van de uitwendige I diameter van het eerste steldeel nog maar weinig aan de weerstand tegen bezwijking I bijdraagt wanneer de diameter van het eerste steldeel een grootte van 1,9 maal de daimeter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad gaat overschrijden. Het I 1022308 - IBMPF*: _.. ' ' " ? ·ντί ί;1 .fg^r^w.nf'r ~t " ' _. '· ->''·* :?τ;Β!ΐ·¥Γ< . Tf^^L-· ,-_| j 3 verdient hierbij in het bijzonder de voorkeur wanneer de uitwendige diameter van het eerste steldeel ten hoogste 1,6 maal de diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
Voor wat betreft de axiale hoogte van de inwendige schroefdraad volstaat dat 5 volgens de uitvinding een lengte in het bereik van 16 tot 25 mm.
Teneinde binnendringen van vuil en vloeistofachtige delen in de schroefdraadverbinding van de inwendige en uitwendige schroefdraad tegen te gaan, is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het bovenvlak van het eerste steldeel in buitenwaartse richting aflopend is gevormd, en wanneer het ondersteuningselement is 10 voorzien aan het boveneind van het tweede steldeel. Productietechnisch verdient het de voorkeur om dat bovenvlak taps af te doen lopen. Een dergelijk taps aflopend vlak, dat wil zeggen in radiale richting langs een rechte lijn verlopend, is productietechnisch gezien eenvoudiger te vervaardigen dan een gekromd verlopend vlak, hetgeen dus tot relatief lagere kosten zal leiden. Bij voorkeur zal het bovenvlak hierbij taps aflopen 15 onder een hoek van circa 5° è 15° ten opzichte van de axiale hartlijn, waarbij deze hoek bij voorkeur ten hoogste circa 12° bedraagt. De hoek kan bijvoorbeeld circa 10° bedragen. Indien deze hoek van tapsaflopen te groot wordt, dan zal het bovenste deel van de inwendige schroefdraad in het eerste steldeel aan dragend vermogen inboeten omdat deze dan zal nijgen radiaal op te rekken waarbij de uitwendige schroefdraad van 20 het tweede steldeel zijn ineengrijping aldaar verliest. Bij een te kleine hoek van tapsaflopen, zal het vuil en vocht onvoldoende radiaal buitenwaarts gericht afschot ondervinden.
Met het oog op stabiliteit van de stelvoet bij montage verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het boveneind van het tweede steldeel het 25 ondersteuningsdeel omvat en dat dit ondersteuningsdeel dus niet op het boveneind van het eerste steldeel is voorzien.
Met het oog op het minimaliseren van de bouwhoogte van de stelvoet is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het ondersteuningsdeel geheel binnen een door de diameter van de uitwendige schroefdraad bepaalde contour ligt, meer in het 30 bijzonder wanneer het gehele tweede steldeel binnen een door diameter van de uitwendige schroefdraad bepaalde contour ligt. Aldus wordt het mogelijk het tweede steldeel geheel in het eerste steldeel te laten verzinken.
i022308 I Teneinde de bouwhoogte van de stelvoet verder te minimaliseren verdient het I volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het ondersteuningsdeel ten minste deels, bij voorkeur geheel, verzonken ligt in een door de uitwendige schroefdraad omgeven zone I van het tweede steldeel.
I 5 Teneinde de bouwhoogte van de stelvoet te minimaliseren, verdient het volgens I de uitvinding de voorkeur wanneer de diameter van de drukring kleiner is dan de I diameter van het tweede steldeel. Aldus kan de drukring nog in hoekstand versteld I worden indien het tweede in het eerste steldeel is verzonken. Bij voorkeur is de I diameter van de drukring circa 4 a 10 mm kleiner dan de diameter van het tweede I 10 steldeel, bijvoorbeeld circa 6 mm kleiner.
Uit stabiliteitsoverwegingen verdient het volgens de uitvinding de voorkeur I wanneer het ondersteuningsdeel een concaaf vlak omvat en de drukring een convex I vlak omvat. De drukring kan dan niet vanzelf van het ondersteuningsdeel afglijden I omdat dit in een kuil, te weten het concave vlak van het ondersteuningsdeel, ligt. Dit I 15 speelt in het bijzonder bij het installeren van een stelvoet volgens de uitvinding. Opdat I de middels de stelvoet volgens de uitvinding uitgericht op te stellen inrichting ook via I de stelvoet aan de ondergrond is te verankeren verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het tweede steldeel en de drukring van een axiale doorgang voor een I spanschroef zijn voorzien. Opdat de drukring in voldoende mate in hoek versteld kan I 20 worden is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de axiale doorgang door de drukring een diameter heeft die circa 32 a 48% groter is dan de diameter van de axiale I doorgang door het tweede steldeel.
I Met het oog op het minimaliseren van de bouwhoogte van de stelvoet is het I volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer de axiale lengte van het tweede 25 steldeel gelijk aan of kleiner is dan de axiale hoogte van het eerste steldeel, en wanneer I het tweede steldeel langs geheel zijn axiale lengte van uitwendige schroefdraad is I voorzien en/of de inwendige schroefdraad van de axiale boring zich over de gehele I axiale hoogte van het eerste steldeel uitstrekt. Aldus wordt verzekerd dat het tweede steldeel geheel in het eerste steldeel is te verzinken zonder dat het tweede steldeel I 30 daarbij aan enige zijde van het eerste steldeel hoeft uit te steken.
I Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van I een stelvoet volgens de uitvinding, een onderhouw, een op die onderbouw uitgericht I opgestelde inrichting, alsmede een spanschroef, waarbij de inrichting middels de I 1022308 ftT^r· ·_i——_:_/7ΒΓ- · _ - τ »> MTétw«iir rer· ·_ 5 spanschroef aan de onderbouw is verankerd onder tussenligging van de stelvoet.
Hierbij is het in het bijzonder van voordeel wanneer het eerste steldeel met een ondervlak op de onderbouw ligt en wanneer de inrichting aanligt op de drukring of op de kap welke op zijn beurt aanligt op de drukring.
5 Volgens een nog verder aspect, dat geheel los kan staan van de andere aspecten, heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting, omvattende: • een ringelement voorzien van een axiale boring met inwendige schroefdraad; • een schachtelement voorzien van met de inwendige schroefdraad parende 10 uitwendige schroefdraad, welk schachtelement, bij in de boring geschroefde toestand, door verdraaiing ten opzichte van het ringelement in axiale richting ten opzichte van het ringelement verstelbaar is; • een aan het ringelement of schachtelement voorzien ondersteuningsdeel alsmede een drukring, waarbij de drukring en het ondersteuningsdeel elk zijn voorzien van een 15 convex respectievelijk concaaf vlak met in wezen dezelfde krommingsstraal zodanig dat de drukring in hoek ten opzichte van het ondersteuningsdeel verstelbaar is, met het kenmerk dat, beschouwd in axiale richting, de hoogte van het tweede steldeel kleiner dan of gelijk is aan de hoogte van het eerste steldeel, en dat, beschouwd in radiale richting, de afmetingen van het tweede steldeel geheel binnen de door de uitwendige 20 schroefdraad bepaalde contour liggen. De minimale axiale bouwhoogte van deze stelvoet is geminimaliseerd tot de axiale hoogte van het eerste steldeel. Het tweede steldeel is geheel in het eerste steldeel inschroefbaar. Het is hierbij in het bijzonder van voordeel wanneer de uitwendige diameter van de drukring kleiner is dan de diameter van de uitwendige schroefdraad, en wel in het bijzonder wanneer de uitwendige 25 diameter van de drukring circa 4 k 10 mm, bijvoorbeeld 6 mm, kleiner is dan de diameter van de uitwendige schroefdraad. Het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 vormt hierbij voordelige uitvoeringsvormen evenals ook dat de overige conclusies voordelige uitvoeringsvormen vormen die als afhankelijke conclusies hierop kunnen aansluiten.
30 De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van de bijgesloten tekeningen nader worden toegelicht. Hierin toont:
Figuur 1 in doorsnedeaanzicht een stelvoet volgens de uitvinding; 022 30 8 I Figuur 2 in doorsnede een variant van een stelvoet volgens de uitvinding in een I gemonteerde toestand;
Figuur 3 in doorsnede, deels in aanzicht een eerste gereedschap voor montage; en I Figuur 4 in doorsnede, gedeeltelijk aanzicht een stelvoet volgens de uitvinding I 5 tezamen met een tweede gereedschap voor montage.
Fig. 1 toont schematisch in doorsnede een stelvoet volgens de uitvinding. Deze I stelvoet omvat een het eerste steldeel vormend ringelement 1, een het tweede steldeel I vormend schachtelement 2 en een drukring 3. Het ringelement 1 is voorzien van I inwendige schroefdraad 4 en het schachtelement 2 is voorzien van uitwendige I 10 schroefdraad 5. De inwendige schroefdraad 4 en uitwendige schroefdraad 5 zijn parend, dat wil zeggen het schachtelement 2 is in het ringelement 1 te schroeven. De I onderdelen 1, 2 en 3 zijn bij voorkeur uit staal, in het bijzonder een hoogwaardige staalsoort, vervaardigd.
I Aan het boveneind is het schachtelement 2 voorzien van een ondersteuningsdeel I 15 in de vorm van een concaaf vlak 6 met een krommingsstraal R. De drukring 3 is aan I zijn onderzijde voorzien van een convex vlak 66 met overeenkomstige krommingsstraal R. Aldus kan de drukring 3 ten opzichte van het schachtelement 2 I verschuiven waarbij het bovenvlak 7 van de drukring 3 ten opzichte van het ondervlak I 8 van het ringelement 1 in hoekstand kan worden aangepast opdat enerzijds een vlakke I 20 aanligging van de onderzijde 8 van het ringelement 1 op de ondergrond en anderzijds I een vlakke aanligging van het bovenvlak 7 van het de drukring tegen de onderzijde van I de te ondersteunen inrichting kan worden gerealiseerd.
I Door het schachtelement 2 ten opzichte van het ringelement 1 te verdraaien I (figuren 1 en 2 tonen een volledig in elkaar gedraaide stand terwijl figuur 3 een I 25 gedeeltelijk in elkaar gedraaide stand toont) is de door de stelvoet overbrugde verticale I afstand X (zie figuur 4) in te stellen naar wens.
Verwijzend naar de verwijzingstekens A, B, C, D, E, F en R in figuur 1 en de navolgende tabel 1, zijn in de tabel 1 bij wijze van voorbeeld 10 modellen, genaamd I type 1 tot en met type 10 aangegeven met hun waarden A, B, C, D, E, F en R. Dit I 30 betreffen op F en R na diameterwaarden. De stelvoet is cirkelsymmetrisch rondom I hartlijn 9.
I 1 Π 9 9 Q n ö ***** ... --Jg-. „ V ''^Htmrr ffr--*ν*Μ· —;--.. .· "* --· v--^:^.c r .· ,____ 7 A in Β in Α/Β | C in D in Ε in F in R in _ mm mm mm mm mm mm mm type 1 60 42 1,4 36 20 15 16 100 type 2 80 52 1,5 46 26 19 19 100 type 3 100 64 1,6 58 32 23 20 100 type 4 120 82 1,5 76 40 29 20 100 type 5 140 95 1,5 89 48 35 20 250 type 6 160 110 1,5 104 58 40 20 250 type 7 190 130 1,5 124 68 46 20 250 type 8 220 160 1,4 154 80 54 25 400 type 9 230 160 1,4 154 84 62 25 400 type 101 250 170 1,5 164 95 70 25 400 tabel 1
De diameter van de drukring 3 is (zie ook tabel 1) circa 6 mm kleiner (namelijk 5 B-C) dan de diameter van het schachtelement 2. Dit verschaft een relatief groot hoekstandénbereik voor aanpassing van de hoekstand ook wanneer het schachtelement geheel in het ringelement 1 is geschroefd.
Teneinde te verhinderen dat van bovenaf op de stelvoet komend vuil en vocht in de parende schroefdraad 4, 5 kan geraken is het ringelement 1 aan zijn bovenvlak 10 in 10 radiaal buitenwaartse richting taps aflopend onder een hoek jS gevormd. Deze hoek β kan liggen in het bereik van 5° tot 15° Hoe steiler de hoek β des te beter zal vuil en vocht radiaal buitenwaarts van de parende schroefdraad 4, 5 weggeleid worden, echter des te meer zal ook het dragend vermogen van de inwendige schroefdraad 4 aangetast worden indien deze tot bovenin het ringelement doorloopt.
15 Figuur 2 toont in wezen ongeveer eenzelfde stelvoet als in figuur 1 echter thans voorzien van een kap 11. Opgemerkt zij dat de kap 11 aan de drukring 34 kan zijn bevestigd maar ook als een geïntegreerd geheel met de drukring 3 zou kunnen zijn gevormd.
De kap ligt bij voorkeur verzonken ten opzichte van het bovenvlak van de 20 drukring. Aldus vormt de kap geen onderdeel dat de zogenaamde inrichting 14 hoeft te dragen. De kap kan dan van een ten opzichte van de drukring relatief slap materiaal, zoals kunststof, zijn vervaardigd. De kap 11 heeft primair tot doel enerzijds de parende schroefdraad 4, 5 vanaf de bovenzijde af te dekken en anderzijds de concave en convexe vlakken 6,66 tegen binnendringing van vuil en vocht te beschermen. Hiervoor 25 is van belang dat de kap 11 een diameter heeft die groter is dan die van de inwendige 1 0 2 2 3 n fl I schroefdraad 5 of uitwendige schroefdraad 4 (hetgeen op hetzelfde neerkomt) I respectievelijk groter is dan de diameter van de drukring. Daartoe volstaat het wanneer I de kap 11, beschouwd vanaf de axiale hartlijn 9 zich uitstrekt tot bijvoorbeeld bij I ongeveer pijl Y, dat wil zeggen tot voorbij de parende schroefdraad 4, 5. Om dit te I 5 verzekeren zal de diameter van de kap 11 bij voorkeur tenminste 10%, met meer voorkeur tenminste 25% groter zijn dan de diameter van de parende schroefdraad 4, 5.
I Door de kap 11 een grotere diameter te geven en te voorzien van een neerhangende omtrekswand 12, zodat onder het bovenvlak 13 van de kap en tussen de neerhangende I wand 12 een inwendige opneemruimte 32 wordt gevormd, is te bereiken dat ook I 10 binnendringing van vuil en/of vocht radiaal van buitenaf bovenlangs het ringelement 1 I wordt tegengegaan. Zoals duidelijk zal zijn is hierbij het taps aflopende bovenvlak 10 I niet meer direct van belang, alhoewel dit nog wel voordelen biedt. Eventueel zou van I het taps aflopende vlak 10 ook kunnen worden afgezien wanneer de kap 11 een I diameter heeft die zich slechts uitstrekt tot ongeveer bij de pijl Y, dat wil zeggen I 15 wanneer de kap een diameter heeft die groter is dan de diameter van de parende I schroefdraden 4,5.
I Figuur 2 toont verder een voetgedeelte 14 van een uitgericht op te stellen I inrichting alsmede een van schroefdraad voorziene zeskantbout 15 waarmee die I inrichting 14 op de ondergrond 16 is verankerd. De stelvoet in fig. 2 is in de geheel I 20 ingedraaide toestand weergegeven, het zal echter duidelijk zijn dat dit bij een uitgericht I opgestelde inrichting in de praktijk niet zo vaak voorkomt.
I Teneinde te voorkomen dat de kap 11 als getoond in fig. 2 het innemen van een I schuine stand van de drukring 3 ten opzichte van het schachtelement 2 belemmert, I verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de inwendige hoogte V van de I 25 kap 11 circa 95% a 99% van de minimale inbouwhoogte F (waarbij de axiale dikte van de kap 11 buiten beschouwing is gelaten) bedraagt. Daar bij het kantelen van de I drukring 3 ten opzichte van het schachtelement 2 de naar beneden stekende wand 12 I van de kap 11 plaatselijk zal neigen naar het ringelement 1 toe te bewegen verdient het I volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de inwendige diameter van de kap 11 groter I 30 is dan de grootste uitwendige diameter van de overige delen van de stelvoet, in het I bijzonder circa 0,5 a 2% groter is dan de grootste van de uitwendige diameters van de I overige delen. De afstand W bedraagt daarbij dan de helft van die genoemde 0,5 a 2% overmaat aan kapdiameter.
I 1Π99 τη fi 9
Opdat voorkomen wordt dat onder invloed van een in de richting van de axiale hartlijn 9 werkzame belasting het schachtelement 2 ten opzichte van het ringelement 1 naar beneden gedrukt wordt doordat de uitwendige schroefdraad 5 de ineengrijping met de inwendige schroefdraad 4 geheel of gedeeltelijk verliest is het volgens de uitvinding 5 van belang om voor de uitwendige diameter A van het ringelement 1 een diameter te nemen die tenminste 1,4 maal de nominale diameter van de parende schroefdraad B bedraagt. Aldus wordt op betrouwbare wijze verzekerd dat het ringelement 1 in radiale richting niet zozeer kan oprekken dat de inwendige schroefdraad S en uitwendige schroefdraad 4 hun ineengrijping plaatselijk verliezen. Opdat de inwendige 10 schroefdraad volledig last dragend tot bovenaan het ringelement 1 kan doorlopen, verdient het hierbij de voorkeur wanneer de hoek β ten hoogste 15°, bijvoorbeeld circa 10° bedraagt.
Teneinde de radiale afmeting van de stelvoet volgens de uitvinding tegelijkertijd minimaal te houden verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de 15 uitwendige diameter van de ringelementen ten hoogste 1,9 maal de diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt, met meer voorkeur ten hoogste 1,6 maal die diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
Zoals uit de figuren 1 en 2 duidelijk zal zijn is met de voorbeschreven 20 maatregelen volgens de uitvinding een in bouwhoogte F zeer dunne stelvoet te realiseren. Het schachtelement 2 kan een maximale hoogte krijgen die gelijk aan of kleiner is dan de maximale axiale hoogte van het ringelement 1. De concave schaal 6 ligt daarbij als het ware geheel verzonken in het door uitwendige schroefdraad 5 omgeven gebied. Dit betekent echter dat het schachtelement 2 minder goed bereikbaar 25 wordt, althans ten opzichte van de bekende stand van de techniek als beschreven in EP 316.283. Teneinde het schachtelement 2 toch nog ten opzichte van het ringelement te kunnen verstellen voorziet de uitvinding in een speciaal gereedschap. Dit zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 3 en figuur 4.
Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijk gereedschap 40. Het 30 getoonde gereedschap 40 omvat een van schroefdraad voorziene spanpen 46 met aan het boveneind een bedieningsmoer 50. De spanpen 46 verloopt door een bus 45. Aan het ondereind van de bus 45 is een als tweede dragerdeel functionerende tweede klemblokgeleider 41 voorzien. De klemblokgeleider 41 heeft een taps toelopend 1 022308 - H omtreksvlak. Onder de klemblokgeleider 41 is een als eerste dragerdeel functionerende eerste klemblokgeleider 42 voorzien met eveneens een taps toelopend geleidingsvlak.
Deze eerste klemblokgeleider 42 is afgesteund op een moer 47. Deze moer 47 is middels een blokkeerpen 48 onverdraaibaar op de pen 46 bevestigd. In omtreksrichting 5 rondom de axiale hartlijn 52 zijn drie klemblokken 43 voorzien. Deze klemblokken 43 worden rond de hartlijn 52 bijeen gehouden door een elastische ring 44. De elastische ring 44 staat onder voorspanning en laat toe dat de klemblokken 43 radiaal naar buiten bewegen tegen een veerkracht in of onder invloed van de veerkracht radiaal naar binnen bewegen. Dit al naar gelang de verandering in de axiale afstand tussen I 10 geleidingsdeel 41 en geleidingsdeel 42. Het is van voordeel indien de moer 47 ten opzichte van het geleidingsdeel 42 kan roteren. Een rotatie van de pen 46 ten opzichte van de bus 45 wordt verhinderd door een op de pen 46 voorziene, dwars ten opzichte H van de pen verlopende stift 49 die in een in de bus 45 voorziene, axiaal verlopende I sleuf is opgenomen. Aan het boveneind van de bus 45 is een afsluitflens 51 voorzien.
I 15 Door nu de moer 50 te verdraaien is de axiale afstand tussen de geleidingsdelen I 41 en 42 te veranderen. Wanneer de geleidingsdelen 41 en 42 axiaal naar elkaar toe I bewegen, worden de klemblokken 43 radiaal naar buiten gedrukt. Wanneer de I geleidingsdelen 41,42 axiaal uit elkaar bewegen zullen de klemblokken 43 onder invloed van de elastische voorspanning van ring 44 radiaal naar binnen bewegen. Het I 20 zal de vakman duidelijk zijn hoe het gereedschap 40 is te gebruiken om het schachtelement 2 ten opzichte van het ringelement 1 te verdraaien. Men steekt hiertoe I het benedeneind van het gereedschap 40 in de boring 18 zodanig dat de klemblokken I 43 zich in de boring bevinden. Vervolgens verdraait men de moer 50 zodanig dat de I geleidingsdelen 41 en 42 naar elkaar toe komen totdat de klemblokken 43 voldoende I 25 stevig ineengrijpen met de omtrekswand van de boring 18. Vervolgens kan men dan het I schachtdeel 2 verdraaien door het gereedschap 40 vast te houden en het ringelement 1 I te verdraaien of omgekeerd het ringelement l vast te houden en het gereedschap 40 I rond de hartlijn 52 te verdraaien.
I Figuur 4 toont een tweede uitvoering van het gereedschap. Het gereedschap 20 30 omvat een insteekeind 21 dat in axiale richting in de uitsparing 19 in het I schachtelement 2 is te steken. Dit insteekeind 21 is daartoe voorzien van een soort I vingers 22 (welke eventueel ook tezamen een gesloten huls zouden kunnen vormen).
I Deze vingers zijn langs een omhoogstekend eind van een bout 17 te steken zodat men ?Γ - -.- yy_ -- - v-i- r- · ·_- _-ΛΓΑΤ:;“ν„. - - · _ 11 eerst de stelvoet 1,2 op de ondergrond 16 kan plaatsen, terwijl in die ondergrond 16 al een verankeringsbout 17 is bevestigd. Aan het ondereind van de vingers 22 zijn aangrijpmiddelen 23 in de vorm van in dit geval klemblokken voorzien. Deze klemblokken 23 laten zich middels een hefboommechanisme, waarvan de vingers 22 5 deel uitmaken, bedienen. Het hefboommechanisme bestaat in wezen uit de vingers 22 en armen 33, die bij 24 scharnierend aan elkaar zijn bevestigd en waarvan de armen bij 34 scharnierend op een gezamenlijk tweede dragerdeel 25 zijn bevestigd. Bij 35 zijn de vingers 22 voorts scharnierend bevestigd op een gezamenlijk eerste dragerdeel 26.
Door nu de dragerdelen 25, 26 ten opzichte van elkaar te bewegen worden de 10 klemblokken 23 radiaal naar buiten of radiaal naar binnen bewogen. Dit ten opzichte van elkaar bewegen van de dragerdelen 25 en 26 is bijvoorbeeld mogelijk door het dragerdeel 25 te bevestigen op een pen 27 waarbij rotatie van dragerdeel 25 ten opzichte van de langshartlijn van de pen 27 mogelijk is en dragerdeel 26 te bevestigen onderaan een bus 28 waardoorheen de pen 27 verloopt. De bus 28 is aan zijn boveneind 15 voorzien van een moerlichaam 29 waardoorheen de pen 27 middels schroefdraad 30 verloopt. Door nu de pen 27 middels de arm 31 te roteren ten opzichte van de bus 28 wordt de beweging van dragerdeel 25 ten opzichte van dragerdeel 26 gerealiseerd.
Het zal de vakman duidelijk zijn dat de in figuur 3 en 4 zeer schematisch getoonde gereedschappen slechts voorbeelden van mogelijke uitvoeringsvormen 20 betreffen. Dergelijke gereedschappen zijn namelijk op zeer veel manieren te realiseren.
Het voordeel van dergelijke gereedschappen is dat men de boring 18 door het schachtelement 2 niet van een bijzondere vormgeving hoeft te voorzien. Dit kan gewoon zoals gebruikelijk een ronde boring blijven. Ëchter men zou de boring 18 ook onrond kunnen uitvoeren in welk geval het gereedschap enkel hoeft te zijn voorzien 25 van een insteekeind dat zich op een vormsluitende wijze in de onronde boring 18 laat steken. Dit is bijvoorbeeld te realiseren door de onronde boring aan tegenoverliggende zijden van een axiale sleuf te voorzien en het insteekeind 21 als het ware plaatvormig uit te voeren, waarbij de einden van de plaat dan aan tegenoverliggende zijden van de boring 18 in de gevormde sleuven wordt opgenomen.
30 Verwijzend naar figuur 2 van deze aanvrage alsmede naar de figuur van EP
888514, verwijzingsnummer 23, zij opgemerkt dat ook de kap 11 kan samenwerken met een op het ringelement 1 voorziene schaalverdeling. Omdat bij de onderhavige uitvinding de kap 11 ten opzichte van het ringelement 1 kan kantelen, verdient het bij 1022308 I 12 I de onderhavige uitvinding de voorkeur om het ringelement 1 te voorzien van een aantal I over de omtrek verdeeld aangebrachte verticale schaalverdelingen of van een zich over I de gehele omtrek uitstrekkende schaalverdeling. Meerdere schaalverdelingen maakt I bovendien ook het aflezen gemakkelijker. De schaalverdeling kan volgens de I 5 uitvinding ook een enkele referentielijn omvatten. Deze kan bijvoorbeeld de maximale I (uitdraai-)hoogte van de stelvoet aanduiden. Deze maximale uitdraaihoogte zal dan zo I zijn bepaald dat de daarbij behorende ineengrijpingslengte van de inwendige en I uitwendige schroefdraad een voldoende dragend vermogen heeft om een vooraf I bepaalde ontwerpbelasting ten gevolge van de zogenaamde 'inrichting' te kunnen I 10 dragen.
I 1 022.ΤΠΑ

Claims (16)

1. Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting, omvattende: • een eerste steldeel voorzien van een axiale boring met inwendige schroefdraad; 5. een tweede steldeel voorzien van met de inwendige schroefdraad parende uitwendige schroefdraad, welk tweede steldeel, bij in de boring geschroefde toestand, door verdraaiing ten opzichte van het eerste steldeel in axiale richting ten opzichte van het eerste steldeel verstelbaar is; • een aan het eerste steldeel of tweede steldeel voorzien ondersteuningsdeel alsmede 10 een drukring, waarbij de drukring en het ondersteuningsdeel elk zijn voorzien van een convex respectievelijk concaaf vlak met in wezen dezelfde krommingsstraal zodanig dat de drukring in hoek ten opzichte van het ondersteuningsdeel verstelbaar is; met het kenmerk. dat de uitwendige diameter van het eerste steldeel tenminste 1,4 maal de diameter van 15 de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
2. Stelvoet volgens conclusie 1, waarbij de uitwendige diameter van het eerste steldeel ten hoogste 1,9 maal de diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
3. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitwendige 20 diameter van het eerste steldeel ten hoogste 1,6 maal de diameter van de parende inwendige en uitwendige schroefdraad bedraagt.
4. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de axiale hoogte van de inwendige schroefdraad ligt in het bereik van 16-25 mm.
5. Stelvoet volgens conclusie 1, waarbij het bovenvlak van het ringelement in 25 radiaal buitenwaartse richting taps afloopt.
6. Stelvoet volgens conclusie 2, waarbij het bovenvlak taps afloopt onder een hoek van circa 5° è. 15 0 ten opzichte van de axiale hartlijn, waarbij deze hoek bij voorkeur ten hoogste circa 12° bedraagt
7. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het boveneind van het 30 tweede steldeel het ondersteuningsdeel omvat.
8. Stelvoet volgens conclusie 7, waarbij het ondersteuningsdeel geheel binnen een door de diameter van de uitwendige schroefdraad bepaalde contour ligt. 1022308 -
9. Stelvoet volgens conclusie 8, waarbij het ondersteuningsdeel tenminste deels, I bij voorkeur geheel, verzonken ligt in een door uitwendige schroefdraad omgeven zone I van het tweede steldeel.
10. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, beschouwd in axiale I 5 richting, de hoogte van het tweede steldeel kleiner dan of gelijk is aan de hoogte van I het eerste steldeel, en waarbij, beschouwd in radiale richting, de afmetingen van het I tweede steldeel geheel binnen de door de uitwendige schroefdraad bepaalde contour I liggen.
11. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitwendige I 10 diameter van de drukring ten hoogste gelijk is aan de uitwendige diameter van het I tweede steldeel.
12. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het I ondersteuningsdeel een concaaf vlak omvat en de drukring een convex vlak.
13. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede steldeel I 15 en de drukring van een axiale doorgang voor een spanschroef zijn voorzien.
14. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de axiale doorgang I door de drukring een diameter heeft die circa 32% k 48% groter is dan de diameter van I de axiale doorgang door het tweede steldeel. IS. Stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de axiale lengte van I 20 het tweede steldeel gelijk aan of kleiner dan de axiale hoogte van het eerste steldeel is, I waarbij het tweede steldeel langs geheel zijn axiale lengte van uitwendige schroefdraad is voorzien, en waarbij de inwendige schroefdraad van de axiale boring zich over de gehele axiale hoogte van het eerste steldeel uitstrekt.
16. Samenstel van een stelvoet volgens een der voorgaande conclusies, een I 25 onderbouw, een op die onderbouw uitgericht opgestelde inrichting, alsmede een spanschroef, waarbij de inrichting middels de spanschroef aan de onderbouw verankerd I is onder tussenligging van de stelvoet.
17. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij het eerste steldeel met een ondervlak H op de onderbouw ligt, en waarbij de inrichting aanligt op de drukring of op de kap 30 welke op zijn beurt aanligt op de drukring. I 1022308
NL1022308A 2003-01-06 2003-01-06 Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef. NL1022308C2 (nl)

Priority Applications (20)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022308A NL1022308C2 (nl) 2003-01-06 2003-01-06 Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef.
ES04700302T ES2334788T3 (es) 2003-01-06 2004-01-06 Pie ajustable para alinear un equipo.
AU2004203745A AU2004203745B2 (en) 2003-01-06 2004-01-06 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
AT04700302T ATE446469T1 (de) 2003-01-06 2004-01-06 Verstellbarer fuss zum ausgerichteten aufstellen von einrichtungen
SI200431311T SI1581766T1 (sl) 2003-01-06 2004-01-06 Nastavljiva noga za poravnano namestitev opreme
BRPI0406621-9A BRPI0406621B1 (pt) 2003-01-06 2004-01-06 Pé ajustável para instalar equipamento em alinhamento, e, combinação
CNB2004800018565A CN100473887C (zh) 2003-01-06 2004-01-06 用于对设备进行校正安装的可调式支脚
US10/541,265 US7438274B2 (en) 2003-01-06 2004-01-06 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
PCT/NL2004/000002 WO2004061357A2 (en) 2003-01-06 2004-01-06 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
PT04700302T PT1581766E (pt) 2003-01-06 2004-01-06 Pé ajustável para fixar um equipamento nivelado
DK04700302.5T DK1581766T3 (da) 2003-01-06 2004-01-06 Justerbar fod til at opstille udstyr på linie
JP2006500722A JP4668169B2 (ja) 2003-01-06 2004-01-06 調整時に機器を設置するための調整脚
DE602004023688T DE602004023688D1 (de) 2003-01-06 2004-01-06 Verstellbarer fuss zum ausgerichteten aufstellen von einrichtungen
EP04700302A EP1581766B1 (en) 2003-01-06 2004-01-06 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
PL377677A PL210724B1 (pl) 2003-01-06 2004-01-06 Regulowana noga do ustawiania sprzętu
CA2511108A CA2511108C (en) 2003-01-06 2004-01-06 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
NO20053034A NO338133B1 (no) 2003-01-06 2005-06-21 Justerbar fot for oppstilling av innregulert utstyr.
IS7954A IS2753B (is) 2003-01-06 2005-07-25 Aerosol innöndunartæki
HK06104104.9A HK1082536A1 (en) 2003-01-06 2006-04-04 Adjustable foot for setting up equipment in alignment
CY20091101235T CY1109679T1 (el) 2003-01-06 2009-11-25 Ρυθμιζομενη βαση για την εγκατασταση εξοπλισμου σε ευθυγραμμιση

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022308 2003-01-06
NL1022308A NL1022308C2 (nl) 2003-01-06 2003-01-06 Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022308C2 true NL1022308C2 (nl) 2004-07-07

Family

ID=32867045

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022308A NL1022308C2 (nl) 2003-01-06 2003-01-06 Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022308C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0316283A1 (de) 1987-11-11 1989-05-17 Peter Stillhart Lastaufnahmevorrichtung
EP0888514A1 (en) * 1996-03-20 1999-01-07 Elbert Christoffel Edward Richard Keus Setting foot provided with sealing means
WO2003036156A1 (en) * 2001-10-25 2003-05-01 Krapels Multi-Alignment Bv Setting foot comprising a base and a carrier of which the level can be set by a lift mechanism with at least one screw thread

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0316283A1 (de) 1987-11-11 1989-05-17 Peter Stillhart Lastaufnahmevorrichtung
EP0888514A1 (en) * 1996-03-20 1999-01-07 Elbert Christoffel Edward Richard Keus Setting foot provided with sealing means
US6068234A (en) * 1996-03-20 2000-05-30 Keus; Elbert Christoffel Edward Richard Setting foot provided with sealing means
WO2003036156A1 (en) * 2001-10-25 2003-05-01 Krapels Multi-Alignment Bv Setting foot comprising a base and a carrier of which the level can be set by a lift mechanism with at least one screw thread

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4640482A (en) Foldable tripod
US7527232B2 (en) Ball and socket assembly for suspending an object from a sloped surface
US6050034A (en) Anchoring device for a pole- or post-like object
US5047063A (en) Adjustment device for artificial limbs
US11326720B2 (en) Pipe support stand having saddle, and method of use
NL1022309C2 (nl) Samenstel omvattende enerzijds een stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting en anderzijds een gereedschap voor het instellen van de hoogte van de stelvoet.
US4431332A (en) Mounting structure
US4438896A (en) Segmented collar tripod for holding surveyor&#39;s stake
CY1109679T1 (el) Ρυθμιζομενη βαση για την εγκατασταση εξοπλισμου σε ευθυγραμμιση
ES2271853T3 (es) Junta articulada.
NL1022308C2 (nl) Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting alsmede samenstel van een dergelijke stelvoet en inrichting en een onderbouw en spanschroef.
US3358521A (en) Adjustable tightener
US11371628B2 (en) Pipe support system having adjustable stand, and method of use
NL1022310C2 (nl) Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting.
US1010339A (en) Transit.
NL1026581C2 (nl) Stelvoet voor het uitgericht opstellen van een inrichting.
NL8101072A (nl) In hoogte verstelbaar deurbeslag.
FR2640086A1 (fr) Support d&#39;antenne de type azimut-elevation
US6378656B1 (en) Ladder leveler
US1208861A (en) Friction-joint.
FI93379C (fi) Kulutuskenkä
KR0122563Y1 (ko) 대문의 문짝지지용 힌지
JPH0622466U (ja) 長さ調整可能な支持器具
FI20207099A1 (fi) Laakerointijärjestely saranaa varten
FR2911359A1 (fr) Systeme de crapaudine de type reglable

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180201