NL1022256C2 - Kozijn omvattende ten minste twee met elkaar verbonden houten delen en een werkwijze voor het vervaardigen van een verbinding tussen twee houten delen in een kozijn. - Google Patents

Description

-1 ·· wirB™rtt-*rfrofT»fe·-___^rYmT^'-Mm^w ,ϊγγι -_· ·~·Ί·*βρ*ηΒ*Β*βτ+ :. ^ iliih....."gg^uyawrs· »-r-»n ,-

Kozijn omvattende ten minste twee met elkaar verbonden houten delen en een werkwijze voor het vervaardigen van een verbinding tussen twee houten delen in een kozijn 5 De uitvinding heeft betrekking op een kozijn omvattende ten minste twee met elkaar verbonden houten delen, waartussen een elastische laag is gelegen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verbinding tussen twee houten delen in een 10 kozijn, waarbij een eerste en tweede houten deel met elkaar worden verbonden door middel van een drevel en tussen de houten delen een elastische laag wordt aangebracht.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL-9102135 zijn een dergelijk kozijn en een dergelijke werkwijze bekend. De houten delen 15 worden met elkaar verbonden door middel van een drevel. Elk houten deel is hiertoe voorzien van een drevelgat, waarin een deel van de drevel is gelegen. Tussen de te verbinden vlakken van de houten delen worden afstandsstukken aangebracht, zoals bijvoorbeeld Teflon ringen. In de door de afstandsringen gecreëerde ruimte tussen de twee houten delen wordt een 20 laag elastisch vulmiddel aangebracht.

Het bekende kozijn heeft als nadeel dat er gebruik wordt gemaakt van twee materialen; namelijk de afstandsstukken en het elastisch vulmiddel dat in de door de afstandstukken gecreëerde ruimte ligt.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een relatief 25 eenvoudige, waterdichte en elastische verbinding tussen twee houten delen van een kozijn te verschaffen.

Dit doel wordt bij het kozijn volgens de uitvinding bereikt doordat de laag een met de houten delen verlijmde kunststoffen folie is, die met beide houten delen met behulp van lijm is verbonden.

30 Door de met het kozijn verlijmde kunstststoffen folie, is de verbinding tussen de houten delen waterdicht en kunnen de met elkaar )U22256 I verbonden houten delen ten opzichte van elkaar werken onder invloed van I vocht, zon, etc. De krachten van het werkende hout worden door de aan het I houten kozijn gelijmde kunststoffen folie opgevangen en wordt I binnendringen van water verhinderd. Door een dergelijke eenvoudige I 5 elastische verbinding tussen twee houten delen in een houten kozijn neemt I de kans op houtrot sterk af. Bovendien kan de verbinding eenvoudig I machinaal worden gerealiseerd.

I Opgemerkt wordt dat uit NL-6508130 een werkwijze bekend is I voor het verbinden van ten minste twee houten delen. Tussen de beide I 10 houten delen wordt een blijvend elastische niet-thermoplastische I kunststof aangebracht die door de eigenschappen van het kunststof zelf- I klevend aan de houten delen wordt gehecht. Een dergelijke zelf-klevende I verbinding heeft als nadeel dat de hechting tussen de elastische laag en I het houten deel beperkt is en slechts zeer geringe krachten kan opnemen.

I 15 De verbinding tussen de houten delen wordt hierbij hoofdzakelijk gevormd I door de eveneens bij de verbinding aanwezige drevel. Bij het kozijn I volgens de uitvinding is de kunststoffen folie die bij voorkeur enkele I millimeters bijvoorbeeld 2 mm dik is, aan beide houten delen door middel I van een afzonderlijke aangebrachte lijm gehecht. Hierdoor wordt een I 20 stevige lijmverbinding verkregen tussen de kunststoffen folie en elk van I de afzonderlijke houten delen, waardoor het indringen van vocht in de I kozijnen effectief wordt verhinderd. Doordat er geen indringen van de I vocht plaatsvindt, wordt op eenvoudige wijze het aantasten van de houten I kozijnen door middel van houtrot verhinderd. Een capillaire naad die bij 25 de constructie volgens het Nederlands octrooi NL-6508130 tussen de zelf- I hechtende elastische kunststof en de houten delen kan ontstaan, I veroorzaakt door intredend capillair vocht het begin van een vicieuze I vochtverhogende cirkel met als gevolg een groter capillaire naad die een I voortdurende vochtstroom genereert met als gevolg een te hoog I 30 vochtpercentage in het houten deel. Een te hoge vochtpercentage I veroorzaakt een verminderde aanhechting van de verflaag die aansluitend I 1022256 ·τ«Τ··'.ί·>· i^T^· rl _:_Γ- · · · · ' 'T Ml IMMgfc.yrry ..,__| j 3 door de optredende dampdruk van het hout wordt gedrukt. Een langdurige vochtbelasting kan bovendien tot houtrot leiden. Bij de kozijnverbinding volgens de uitvinding wordt door middel van de aan de beide houten delen verlijmde kunststoffen folie de verbinding gesloten gehouden zodat er 5 geen capillaire naad kan ontstaan en aldus geen vocht zal worden toegevoerd. Door het beheersbaar blijven van het vochtpercentage zal het loslaten van de op de houten delen aanwezige verflaag, alsmede het aantasten van het hout van de kozijndelen worden voorkomen. Ook bij de US-A-5.584.154 bekende constructie wordt gebruik gemaakt van een zelf-10 klevend afdichtelement dat tussen twee delen is gelegen. Een dergelijke zelf-klevende verbinding heeft dezelfde nadelen als hierboven aan de hand van NL-6508130 zijn aangegeven. Bovendien heeft het Amerikaanse octrooi betrekking op het verbeteren van thermische eigenschappen van deuren en scharnierbare raamverbindingen maar niet op het voorkomen van 15 vochtindringing via capillaire naden in het hout.

Een uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houten delen door middel van ten minste een drevel met elkaar zijn verbonden, waarbij de kunststoffen folie ten minste een opening omvat, waar doorheen de drevel zich uitstrekt.

20 Door de drevel wordt een goede onderlinge positionering van de houten delen ten opzichte van elkaar verkregen. Bovendien worden op de houten delen uitgeoefende krachten hierbij zowel door de drevel als de kunststoffen folie opgevangen. De drevel kan eenvoudig door de in de folie aanwezige opening heen worden gestoken. Het is uiteraard ook 25 mogelijk om de folie over een reeds aanwezige drevel heen te leggen.

Een verdere uitvoeringsvorm van het kozijn volgens de uitvinding is dat de kunststoffen laag is vervaardigd van polyurethaan.

Voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat polyurethaan een geschikte elastische folie is die makkelijk met hout te 30 verlijmen is.

Het doel van de uitvinding is tevens om een werkwijze te 1022256 I verschaffen voor het vervaardigen van een kozijn waarbij de verbinding tussen twee houten delen van het houten kozijn waterdicht en elastisch I Dit doel wordt bij de werkwijze bereikt doordat de laag I 5 een kunststoffen folie is die op het eerste houten deel wordt gelijmd, waarna de houten delen door middel van een drevel met elkaar worden I verbonden, waarbij de drevel zich door een in de kunststoffen folie I gelegen opening heen uitstrekt, en het tweede houten deel aan een van het I eerste houten deel afgekeerde zijde met de kunststoffen folie met behulp I 10 van lijm wordt verlijmd.

I Een dergelijke de kunststoffen folie is zowel handmatig als I machinaal relatief eenvoudig aan te brengen. Bovendien zorgt de kunststoffen folie ervoor dat het hout, door externe invloeden, kan I werken, waarbij de krachten door het folie worden opgevangen.

I 15 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van I de figuren, waarin: I fig. 1 een vooraanzicht van een kozijn volgens de I uitvinding toont, I fig. 2a en 2b dwarsdoorsneden van de in fig. 1 weergegeven I 20 kozijn tonen volgens de pijlen II-II in fig. 1, respectievelijk in samen I te stellen en samengestelde toestand, fig. 3a en 3b dwarsdoorsneden van de in fig. 1 weergegeven I kozijn tonen volgens de pijlen III-III in fig. 1, respectievelijk in I samen te stellen en samengestelde toestand, I 25 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van I eenzelfde verwijzingscijfer.

I Figuur 1 toont een vooraanzicht van een houten kozijn 1 I volgens de uitvinding, dat is voorzien van twee horizontaal uitstrekkende houten delen, namelijk een dorpel 2 en een horizontaal uitstrekkende 30 balk 3 die met elkaar zijn verbonden door een drietal verticaal I uitstrekkende houten delen, zogenaamde stijlen 4, 5, 6.

I 1022256 ................Wifi -:_:_:-' -·* - frl » 5

Figuur 2a en 2b tonen dwarsdoorsneden van een dorpel 2 -stijl 4 verbinding 10 van een kozijn 1 volgens de uitvinding in een samen te stellen toestand (fig. 2a) en in samengestelde toestand (fig. 2b), volgens de pijlen II-II in fig 1.

5 In de dorpel 2 en de stijl 4 zijn holten 11, 12, 13, 14 gelegen die met stippellijnen zijn aangegeven. De dorpel 2 omvat twee met de stijl 4 te verbinden oppervlakken 15, 16 en de stijl 4 omvat twee met de dorpel te verbinden oppervlakken 17, 18. Tussen de oppervlakken 15, 17 van de dorpel 2 / stijl 4 bevindt zich een elastische kunststoffen 10 folie 19. Deze elastische kunststoffen folie 19 is voorzien van openingen (niet getoond). Verder omvat de verbinding 10 twee drevels 20, 21.

Voor het verbinden van de dorpel 2 met de stijl wordt eerst lijm op het oppervlak 15 aangebracht, waarmee de elastische kunststoffen folie 19 op het oppervlak wordt vastgelijmd. De opening in de elastische 15 kunststoffen folie 19 is zodanig aangebracht dat deze samenvalt met de holte 11. Door de opening wordt een drevel 20 in de holte 11 aangebracht.

Tevens wordt in holte 12 een drevel 21 ingebracht. De drevels 20, 21 worden daarna in de holten 13, 14 van de stijl 4 geschoven door de stijl 4 in de door pijl PI aangegeven richting van PI te verplaatsen, 20 totdat de oppervlakken 16, 18 tegen elkaar aan zijn gelegen, zoals te zien is in fig. 2b.

Ook op het oppervlak 17 wordt lijm aangebracht.

In deze samengestelde toestand is de kunststoffen folie 19 stevig tussen de oppervlakken 15, 17 gelegen en daarmee verbonden.

25 Fig. 3a en 3b tonen dwarsdoorsneden van een balk 3 - stijl 4 verbinding 30 van een kozijn 1 volgens de uitvinding in een samen te stellen toestand (fig. 3a) en in samengestelde toestand (fig- 3b), volgens de pijlen III-III in fig 1.

Zowel de balk 3 als de stijl 4 omvatten een trappen-30 structuur. De trappenstructuur van de balk 3 omvat de met de stijl 4 te verbinden oppervlakken 31, 32, 33 en de trappenstructuur van de stijl 4 1022256 Η I omvat de met de balk 3 te verbinden oppervlakken 34, 35, 36. In de balk 3 I en de stijl 4 zijn holten 37, 38, 39, 40 gelegen, aangegeven met I stippellijnen. Tussen de oppervlakken 31, 34 bevindt zich een elastische I kunststoffen folie 19, waarbij de folie 19 net als in fig. 2 is voorzien I 5 van openingen (niet getoond). Verder omvat de verbinding 30 twee drevels I 20, 21.

Op het oppervlak 31 wordt lijm aangebracht, waarmee de folie 19 wordt vastgelijmd op het oppervlak 31. Daarna worden de drevels I 20, 21 aangebracht in de holten 39, 40 en daarna in de holten 37, 38 van I 10 de stijl 4, waarbij de stijl 4 wordt verplaatst in de richting van I pijl P2, totdat de oppervlakken 32, 35, 33, 36 tegen elkaar zijn gelegen I zoals te zien is in fig. 3b.

I Een kozijn 1 zal bij normaal gebruik een zijde hebben die I binnenshuis en een zijde hebben die buitenshuis is gelegen. Het oppervlak I 15 van de dorpel 2, balk 3 of stijl 4 dat het meest naar buiten is gericht, I zal bij voorkeur worden voorzien van een elastische folie 19, omdat deze I zijde van de verbinding 10, 30 blootstaat aan wisselende weersinvloeden.

De houten delen worden met behulp van de folie 19 beschermd I tegen weersinvloeden. De drevel 20 en de naar elkaar toegebrachte I 20 oppervlakken van de balk / stijl worden met behulp van de folie 19 waterdicht afgesloten van de buitenwereld. Hierdoor wordt de kans op I houtrot aanzienlijk verminderd.

I Omdat de folie 19 is vervaardigd van een kunststof die elastisch is, zoals bijvoorbeeld polyurethaan, heeft de folie 19 I 25 bovendien ook een kracht absorberende functie. De met elkaar verbonden I houten delen 2, 3, 4, 5, 6 zullen ten opzichte van elkaar gaan werken als I de verbinding 10, 30 wordt blootgesteld aan temperatuurswisselingen en I verandering in de luchtvochtigheid. De krachten daarbij optredende worden I met behulp van de elastische kunststoffen folie 19 en de drevels 20, 21 30 opgevangen.

I In plaats van eerst de folie met een houten deel te I 1022256 . » 7 verlijmen en dan een drevel aan te brengen is het ook mogelijk om de folie 19 over een in de holte aangebrachte drevel te positioneren.

Het is ook mogelijk om de folie zich te laten uitstrekken over alle te verbinden oppervlakken.

5 Het is ook mogelijk om het kozijn te voorzien van een extra, zich horizontaal uitstrekkend deel dat tussen de delen 2, 3 is gelegen. Dit deel wordt op eenzelfde wijze met de verticale stijlen verbonden als is weergegeven in bijvoorbeeld fig. 3A-3B.

1022256

Claims (3)

1. 2. Kozijn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houten delen (2, 3, 4) door middel van ten minste een drevel (20, 21) met elkaar I 10 zijn verbonden, waarbij de kunststoffen folie (19) ten minste een opening I omvat, waar doorheen de drevel (20, 21) zich uitstrekt.
2. 3. Kozijn volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kunststoffen folie (19) is vervaardigd van polyurethaan.
3. 4. Werkwijze voor het vervaardigen van een verbinding tussen I 15 twee houten delen (2, 3, 4) in een kozijn (1), waarbij een eerste en I tweede houten deel (2, 3, 4) met elkaar worden verbonden door middel van I een drevel (20, 21) en tussen de houten delen (2, 3, 4) een elastische laag (19) worden aangebracht, met het kenmerk, dat de laag (19) een kunststoffen folie (19) is die op het eerste houten deel (2, 3, 4) met I 20 behulp van lijm wordt gelijmd, waarna de houten delen (2, 3, 4) door I middel van een drevel (20, 21) met elkaar worden verbonden, waarbij de I drevel (20, 21) zich door een in de kunststoffen folie (19) gelegen opening heen uitstrekt, en het tweede houten deel (2, 3, 4) aan een van I het eerste houten deel (2, 3, 4) afgekeerde zijde met de kunststoffen I 25 folie (19) met behulp van lijm wordt verlijmd. I 1022256