NL1021961C2 - Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint. - Google Patents

Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint. Download PDF

Info

Publication number
NL1021961C2
NL1021961C2 NL1021961A NL1021961A NL1021961C2 NL 1021961 C2 NL1021961 C2 NL 1021961C2 NL 1021961 A NL1021961 A NL 1021961A NL 1021961 A NL1021961 A NL 1021961A NL 1021961 C2 NL1021961 C2 NL 1021961C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lance
drainage
section
soil
foregoing
Prior art date
Application number
NL1021961A
Other languages
English (en)
Inventor
Dick Albertus Bodegom
Original Assignee
Bos & Kalis Baggermaatsch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bos & Kalis Baggermaatsch filed Critical Bos & Kalis Baggermaatsch
Priority to NL1021961A priority Critical patent/NL1021961C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021961C2 publication Critical patent/NL1021961C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D3/00Improving or preserving soil or rock, e.g. preserving permafrost soil
    • E02D3/02Improving by compacting
    • E02D3/10Improving by compacting by watering, draining, de-aerating or blasting, e.g. by installing sand or wick drains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Investigation Of Foundation Soil And Reinforcement Of Foundation Soil By Compacting Or Drainage (AREA)

Description

Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een grond inbrengen van een drainagelint.
Dergelijke inrichtingen worden ingezet om een slappe, waterhoudende grond te verdichten door ges-5 timuleerde danwel geforceerde drainage. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verticaal in de grond ingebrachte linten van watervoerende opbouw/samenstelling, waardoor het water sneller opwaarts afgevoerd wordt uit de grond en deze grond sneller zal consolideren, waardoor de 10 draagkracht van die grond toeneemt.
Het is gebruikelijk om drainagelinten in de grond in te brengen met behulp van een holle lans, in de doorgang waarvan hetdrainagelint opgenomen is. Aan het ondereind van de lans is het ondereind van het 15 drainagelint vastgelegd met behulp van een om het lan sondereind grijpend ankerplaatje. Het drainagelint strekt zich door de lans heen naar boven uit, naar het boveneind van een makelaar die opstaand gehouden wordt door een werktuig dat voorzien is van wielen of rupsen en van 20 lieren en kabels voor het stellen van de makelaar. Het werktuig is voorts voorzien van een houder voor een voor-raadrol drainagelint, alsmede van hydraulische middelen voor het in de grond drijven van de lans.
De lans wordt gevormd door een koudgwalst stalen 1021961 2 kokerprofiel met rechthoekige doorsnede, meestal van 120mm bij 40 mm. Het drainagelint, dat doorgaans een breedte heeft van 100 mm, kan plat in de lans opgenomen worden, in die toestand daardoorheen bewegen en daaruit treden om 5 omklemd te worden door het anker.
Dergelijke opstellingen worden reeds sinds lange tijd gebruikt.
Een doel van de uitvinding is om een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee 10 drainagelinten met minder energie en op snellere wijze in de grond kunnen worden ingebracht.
Een verder doel van de uitvinding is om een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen met een lans die minder vatbaar is voor bezwijken.
15 Vanuit een aspect voorziet de uitvinding daaryoe in een inrichting voor het in een grond inbrengen van een drainagelint, omvattend een voorraad van drainagelint, een lans en middelen voor het vertikaal in de grond dwingen van de lans, waarbij de lans voorzien is van een doorgang 20 voor het drainagelint, waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het aan het ondereind van de lans vast leggen van het drainagelint, waarbij de lans in het algemeen een althans vrijwel cirkelronde doorsnede bezit.
Door de vrijwel cirkelronde doorsnede wordt een 25 maximale buig/kniksterkte in alle horizontale richtingen gekoppeld aan een doorgang met een optimaal oppervlak met het oog op de penetratieweerstand. Dat de lansdoorgang niet meer rechthoekig is, is geen bezwaar, omdat het drainagelint voldoende buigbaar is.
30 In de bestaande opstellingen is de lans uit gevoerd als een langwerpige koker, als een geheel gevormd door walsen. Inkorting danwel verlenging van de lans is omslachtig. Bij verlenging moeten lansgedeelten aan elkaar gelast worden, waarbij er op moet worden gelet dat er geen 35 discontinuïteiten aan de binnenwand onstaan die het lint zouden kunnen hinderen of beschadigen. Voorts mag er door het lassen geen voorspanning in het kokermateriaal 3 ontstaan, ter vermijding van langskromming in de lans, waardoor de penetratieweerstand vergroot zou worden. Verder moet bij het lassen bijzondere aandacht gegeven worden aan het uitlijnen van de kokerdelen, omdat de 5 weerstand anders verhoogd zou worden en het lint in gebogen toestand in de grond zou komen. Dit alles is echter onder veldomstandigheden moeilijk te realiseren en kost veel tijd.
Door de gekozen doorsnedevorm in de inrichting 10 volgens de uitvinding is het echter mogelijk dat de lans samengesteld is uit een aantal buisdelen met cirkelronde doorsnede, die voorzien zijn van met elkaar complementaire verbindingsmiddelen. Hierbij valt in het bijzonder te denken aan een schroefverbinding. Dergelijke buizen zijn 15 van de plank te koop. Het samenstellen van de lans op de voor het betreffende werk of (deel)locatie optimale lengte is daardoor gemakkelijk en met eenvoudig gereedschap uit te voeren.
Het -buigbare- drainagelint kan zonder probleem 20 een breedte bezitten die groter is dan de inwendige diameter van de lansdoorgang.
Indien het drainagelint een breedte bezit die kleiner is dan de inwendige omtrek van de lansdoorgang blijft er ruimte over voor aanvullende voorzieningen, 25 zoals toevoerleidingen voor gas of vloeistof, hieronder toegelicht.
Bij voorkeur is het ondereind van de lans voorzien van middelen voor het omvormen van het drainagelint van een gebogen toestand naar een platte toestand, zodat 30 het lint in een bruikbare vorm wordt gepresenteerd aan anker-aanbrengende middelen, die op zich bekend zijn.
Bij voorkeur omvatten de omvormmiddelen een lansmondstuk, dat in een vlak van langsdoorsnede toelopend is en in een loodrecht daarop staand vlak van 35 langsdoorsnede uitlopend is. Het lint wordt daarmee geleidelijk overgebracht van een cirkelvorm naar een platte vorm.
1 0 ? 1 Q $ 1 1 I Bij voorkeur is de lans plat uitlopend, waardoor I niet alleen ,het drainagelint in een zoveel mogelijk platte vorm wordt gedwongen, maar tevens de penetratieweerstand minimaal is, gegeven de omstandigheden.
H 5 In een verdere ontwikkeling volgens de uitvin- ding is de lans voorts voorzien van middelen voor toevoer van een fluïdum onder druk en van middelen voor het af- I geven van dat fluïdum aan het tussenvlak tussen lans en I grond. De lans wordt hierbij ook gebruikt als hulp in de I 10 toevoer van dat fluïdum, welk fluïdum gekozen kan zijn op I de gewenste functie.
I Zo kan een gas onder druk gewenst zijn, waarmee I de dichtheid van met name de bovenste lagen van de grond I kan worden verkleind. Door expansie van de gecomprimeerde I 15 lucht in het grondlichaam wordt de samenhang verbroken, en I de dichtheid verkleind en neemt de penetratieweerstand af.
In diepere lagen kan het gas of de lucht zich tijdelijk nestelen tegen het contactvlak van de lans met de grond om H zo de wrijvingsweerstand te verlagen.
I 20 Ook kan een vloeistof onder druk gewenst zijn, I waarmee als het ware een smeermiddel wordt ingebracht I tussen lans en grond.
I De lans kan voorts voorzien zijn van middelen I voor het aanvoeren en in de grond afgeven van drainerend I 25 vulmateriaal tijdens het uit de grond terugtrekken van de I lans. Dit kan waterdoorlatend materiaal zijn, dat de lege ruimte in de grond rondom het lint geheel of gedeeltelijk I vult, waardoor het contactoppervlak met het grondwater I vergroot wordt. Alternatief kunnen op deze wijze chemica- I 30 liën geïnjecteerd worden.
I Door de doorsnedevorm kan de lans vervaardigd I zijn van hoogwaardig staal, waardoor een gladder oppervlak verkregen wordt en de penetratieweerstand afneemt. Door de I hoge vloeigrens wordt blijvende vervorming voorkomen.
I 35 De penetratieweerstand neemt verder af indien I het buitenoppervlak van de lans gecoat is, zoals met een I kunststof, in het bijzonder polyetheen.
5
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven vóórheel-duitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een voorbeeld van een opstelling voor 5 het in de grond indrijven van een drainagelint, met een lans volgens de uitvinding; figuren 2A, B respectievelijk een zijaanzicht en een vooraanzicht op de lans in de opstelling volgens figuur 1; 10 figuren 3A-C details en doorsneden in het onder ste gedeelte van de lans van de figuren 2A, B; figuur 4 een doorsnede door een makelaar en lans in de opstelling volgens figuur 1; en figuren 5A-C enige voorbeelduitvoeringen van 15 lansen volgens de uitvinding met daarin opgenomen toevoer-leidingen voor media.
De opstelling 1 weergegeven in figuur 1 omvat een machine 2 die verplaatsbaar is op rupsbanden 3 op het maaiveld 101 van een grond 100 waarin een te consolideren 20 laag 102 en een geconsolideerde laag 103 opgenomen zijn.
De machine 2 is voorzien van de nodige aandrijfmiddelen voor diverse onderdelen van de opstelling 1. Vanaf de machine 2 reikt een arm of stick 5, die aan het eind bevestigd is aan plaat 6, die met bulp van cilinder 7 25 kantelbaar is ten opzichte van de arm 5. De plaat 6 is vast en stijf bevestigd aan een makelaar 4.
Aan de andere zijde van de makelaar 4 is een lier 28 bevestigd, waarop kabels 8a en 8b tegensteld gewonden zijn. De kabel 8a loopt naar het boveneind van de 30 makelaar 4, gaat om keerrol 25 en loopt vervolgens naar beneden tot aan zijn bevestiging op nog te bespreken console 10. De kabel 8b loopt naar het ondereind van de makelaar 4, gaat om keerrol 26 en loopt vervolgens naar boven tot aan zijn bevestiging op de console 10.
35 Aan het benedeneind van de makelaar 4 is voorts een voorraadrol 11 voor drainagelint 12 aangebracht, welk lint naar boven langs de makelaar 4 is gevoerd/geleid om 1021961 ' 6 om keerrol 2 7 heen te gaan en vervolgens weer naar beneden, zoals nog besproken wordt.
In de makelaar 4 is verticaal beweegbaar opgesteld een lans 9, waaraan een console 10 bevestigd is. De 5 lans 9 is verschuifbaar opgenomen in een sponning 22 in de makelaar 4 (figuur 4) . De console 10 wordt aangegrepen door de voornoemde kabels 8a, 8b om bij werking van de lier 28 opwaarts danwel neerwaarts getrokken te worden, en daarmee de lans 9, geleid in de sponning 22.
10 De lans 9 is nader weergegeven in de figuren 2A
en 2B. De lans 9 is opgebouwd uit buisstukken 9' , die aan de einden voorzien zijn van schroefdraadverbindingen 14, om zo eenvoudig aan elkaar gekoppeld te kunnen worden voor het samenstellen van de lans 9, in de gewenste lengte. Het 15 ondereind 2 0 van de lans 9 is, zoals duidelijk te zien is in de figuren 3A, B afwijkend gevormd, om over te gaan van een cirkelronde doorsnede naar een platte-rechthoekige doorsnede. Het verloop van de doorsnede-verandering is weergegeven middels opeenvolgende doorsnedes 9a-9g.
2 0 Aan het boveneind van de lans 9, waar de console 10 aanwezig is, is in de doorgang 13 van de lans 9 een pen 15 geplaatst, die voorzien is van een zoekeind 16. De pen 15 is in het bovenste gedeelte middels plaat 21 vast verbonden met de console 10, zoals ook weergegeven is in 25 figuur 4. Waar in neerwaartse richting de verbindingsplaat 21 ophoudt begint wandgedeelte 19 van de buis die de lans 9 vormt. Dit wandgedeelte 19 ligt lager dan het tegenover gelegen wandgedeelte 18, zoals te zien is in figuur 2A. De pen 15 en de buiswand van lans 9 vormen een ringvormige 30 ruimte 17, die echter ter plaatse van plaat 21 onderbroken is.
Bij het invoeren danwel inlopen van een draina-gelint 12 (zie figuur 3B, doorsnede 9a en figuur 4) , welk drainagelint afkomstig is van een op uithouder 6 aange-35 brachte voorraadrol 11 (figuur 1) , en een breedte bezit die kleiner is dan de binnendiameter van de lans 9, wordt ervoor gezorgd dat het midden (in de breedterichting 7 gezien) van het lint langs het wandgedeelte 18 loopt en de daarnaast gelegen gebieden van het lint of delen om de pen 15 komen te liggen, zodat door samenwerking met het gebogen binnenoppervlak van de buis 9' in de ringruimte 17 het 5 lint een in hoofdzaak gebogen U-vormige doorsnede verkrijgt, zoals duidelijk te zien is in figuur 4. Het lint wordt zo geleid/gevormd en blijft beneden de pen 15 in de gebogen U-vorm. Dat het lint over meer dan een halve omtrek tegen de wand van de buisstukken 9' aanligt bevor-10 dert het behoud van de kromming van het lint. In die toestand komt het lint aan ter plaatse van doorsnede 9a (figuren 3A, B) om dan geleidelijk aan omgezet te worden naar een platte toestand, zoals weergegeven ter plaatse van doorsnede 9g.
15 Het lint 12 is in de platte vorm weer in een toestand gebracht die geschikt is om daarop op gebruikelijke wijze een anker aan te brengen. Dit vindt plaats met behulp van mechanisme 30 dat opgesteld is ter plaatse van het maaiveld 101 bij het uit het ondereind 20 van de 20 lans 9 stekende uiteinde van het lint 12, zie figuur 1.
Opgemerkt wordt dat nadat de lans in de grond is gepenetreerd het anker het lint 12 op zijn plaats houdt, zodat tijdens het ophalen van de lans 9 het lint 12 in de lans schuift. Wanneer het ondereind 20 van de lans 9 boven 25 het maaiveld 101 is gekomen wordt het lint 12 doorgeknipt en een anker aangebracht. Met het weer in de grond drukken van de lans 9 wordt door de aanwezigheid van het anker op het onderuiteinde van de lans 9 het lint 12 meegetrokken, en afgespoeld van de voorraadrol 11.
30 Tijdens het in de grond dringen van de lans 9 is de penetratieweerstand minimaal, doordat de lans een kleinste doorsnede oppervlakte heeft in verhouding tot het wandoppervlak. De binnen- en buitendiameter van de buizen zijn afgestemd op gebruik van een lint met een breedte van 35 100 mm.
Door de ronde doorsnede van de buizen 9' is de sterkte en stijfheid naar elke richting gelijk. De dwars- ü Λ O Λ Λ f» -o H doorsnede van de lans 9 is significant kleiner dan die van een gebruikelijke rechthoekige lans. Het plat uitlopende ondereind 20 van de lans 9 bezit een soort van beitelvorm, waardoor ook de puntweerstand laag is en penetratie bevor- 5 derd wordt.
H Doordat de buizen 9' van de lans 9 vervaardigd zijn van hoogwaardig materiaal bezit de lans een gladder oppervlak en daarmee een lagere wrijvingsweerstand. Even- H tueel kan het buitenoppervlak behandeld zijn met bijvoor- 10 beeld een polyetheencoating of een chroomcoating.
Indien het nodig is om de lans te verlengen, kan men eenvoudig het ondereind 20 van de lans 9 afschroeven, en een buisstuk 9', voorzien van schroefverbindingen 14, tussenplaatsen.
15 De in de makelaar 4 gevormde sponning 22 voor de I lans (figuur 4) kan bekleed zijn met wrijvingsarm materi- aal, zoals bijvoorbeeld polyetheen, waardoor de wrijfweer- I stand tussen lans 9 en makelaar 4 verlaagd wordt.
Zoals duidelijk te zien is in de diverse door- 2 0 sneden van figuur 3B laat het tegen het binnenoppervlak van de lans 9 gekromde lint 12 veel ruimte vrij, welke benut kan worden voor één of meer inwendige leidingen, zoals bijvoorbeeld toevoer van water, lucht onder druk of chemische injectiemiddelen.
25 In de figuren 5A-C zijn drie voorbeelduitvoe- I ringen weergegeven van lansen 109, 209 en 309 waarbij de door de gebogen vorm van de doorsnede van het lint vrijko- mende boring 113, 213, 313 wordt benut voor toevoerleidin- I gen van een medium, in het bijzonder een fluïdum.
I 30 In figuur 5A is in de boring 113 een pijp 40 opgenomen, die aan het boveneind voorzien is van een aansluitstuk 43 op een verder niet weergegeven flexibele aanvoerleiding van het gewenste medium, en aan het ondereind via bochtstukken 41 met uitstroomopeningen 42 uit- 35 mondt in de wand van ondereind 120 van de lans 109. Aan het boveneind neemt de buis 40 de plaats in van de invoer-pen 15, en kan aldaar op vergelijkbare wijze gecentreerd 9 gehouden worden in de lans 9.
Zoals te zien is in de opeenvolgende doorsnedes van het ondereind 120, genomen op plaatsen vergelijkbaar met die van de doorsnedes 9a-g in figuur 3C, kan het lint 5 112 op dezelfde wijze in doorsnede gebogen worden als in de eerder besproken uitvoering van de lans 9.
In figuur 5B zijn in de boring 213 twee toevoer-leidingen opgenomen, te weten de toevoerleiding 50 en de toevoerleiding 60. De toevoerleiding 60 reikt via opening 10 55 van bovenaf in de leiding 50, en is daarbinnen met niet nader weergegeven middelen gecentreerd om daarmee een ringruimte 56 te vormen, zodat het ene medium via de leiding 60 toegevoerd kan worden en het andere medium via de ringruimte 56. In het ondereind 220 treedt de leiding 15 60 via opening 54 en bochtstuk 61 uit de leiding 50, in het bijzonder het bochtstuk 51 daarvan, om te eindigen in afgifte-opening 62 in de wand van het ondereind 220. De pijp 50 eindigt op vergelijkbare wijze, aan de andere, tegengestelde zijde, in afgifte-opening 52.
20 Als alternatief van de concentrische opstelling van twee toevoerleidingen volgens figuur 5B is in figuur 5C een parallelle opstelling van twee toevoerleidingen 70 en 80 weergegeven, die parallel aan elkaar gehouden zijn en via bocht stukken 73 en 83 aangesloten zijn op niet 25 verder weergegeven flexibele leidingen voor de betreffende media of fluida, en op dezelfde wijze als leiding 50 en leiding 40 in het boveneind van de lans 309 in de boring 313 gecentreerd worden gehouden. Aan het ondereind gaan bij de leidingen 70, 80 via bochtstukken 71 en 82 over in 3 0 de wand van het ondereind 320, met uitstroomopeningen 72 en 82.
1021961

Claims (13)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de I lans is samengesteld uit een aantal buisdelen met cirkel- ronde doorsnede, die voorzien zijn van met elkaar I complementaire verbindingsmiddelen.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 15 complementaire verbindingsmiddelen een schroefverbinding H vormen.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, I waarbij het drainagelint een breedte bezit die groter is I dan de inwendige diameter van de lansdoorgang. I 20 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het I drainagelint een breedte bezit die kleiner is dan de I inwendige omtrek van de lansdoorgang.
  4. 6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij het ondereind van de lans voorzien is van middelen 2. voor het omvormen van het drainagelint van een gebogen I toestand naar een platte toestand.
  5. 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de omvormmiddelen een lansmondstuk omvatten, dat in een vlak I van langsdoorsnede toelopend is en in een loodrecht daarop I 30 staand vlak van langsdoorsnede uitlopend is.
  6. 8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de lans plat uitlopend is.
  7. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lans voorts voorzien is van middelen voor toevoer van een fluïdum onder druk en van 5 middelen voor het af geven van dat fluidum aan het tussenvlak tussen lans en grond.
  8. 10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de toevoermiddelen aansluitbaar zijn op een bron van gas onder druk.
  9. 11. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de toevoermiddelen aansluitbaar zijn op een bron van vloeistof onder druk.
  10. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lans voorts voorzien is van mid- 15 delen voor het aanvoeren en in de grond afgeven van drainerend vulmateriaal tijdens het uit de grond terugtrekken van de lans.
  11. 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lans vervaardigd is van hoogwaardig 20 staal.
  12. 14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buitenoppervlak van de lans gecoat is, zoals met een kunststof, in het bijzonder polyetheen.
  13. 15. Inrichting voorzien van een of meer van de 25 in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bi j - gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 1021961
NL1021961A 2002-11-20 2002-11-20 Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint. NL1021961C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021961A NL1021961C2 (nl) 2002-11-20 2002-11-20 Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021961A NL1021961C2 (nl) 2002-11-20 2002-11-20 Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint.
NL1021961 2002-11-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021961C2 true NL1021961C2 (nl) 2004-05-24

Family

ID=32822844

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021961A NL1021961C2 (nl) 2002-11-20 2002-11-20 Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021961C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1051950A (nl) * 1900-01-01
GB632902A (en) * 1939-01-25 1949-12-05 Walter Kjellman Method and means to accelerate the consolidation of clay-ground or other soil
DE2014368A1 (de) * 1969-03-26 1970-10-01 Smet, Hugo, Dessel (Belgien) Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen einer dünnen, filtrierenden oder nicht filtrierenden, von einem senkrechten Bohrloch ausgehenden Wand im Erdboden
GB1385193A (en) * 1971-05-20 1975-02-26 Sykes Ltd Henry Well points
GB2134946A (en) * 1983-02-11 1984-08-22 Mauno Olavi Juhola Means for providing a vertical drain in soil
JPS6268932A (ja) * 1985-09-24 1987-03-30 Nippon Kokan Kk <Nkk> プラスチツク被覆鋼管杭継手部の防食方法

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1051950A (nl) * 1900-01-01
GB632902A (en) * 1939-01-25 1949-12-05 Walter Kjellman Method and means to accelerate the consolidation of clay-ground or other soil
DE2014368A1 (de) * 1969-03-26 1970-10-01 Smet, Hugo, Dessel (Belgien) Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen einer dünnen, filtrierenden oder nicht filtrierenden, von einem senkrechten Bohrloch ausgehenden Wand im Erdboden
GB1385193A (en) * 1971-05-20 1975-02-26 Sykes Ltd Henry Well points
GB2134946A (en) * 1983-02-11 1984-08-22 Mauno Olavi Juhola Means for providing a vertical drain in soil
JPS6268932A (ja) * 1985-09-24 1987-03-30 Nippon Kokan Kk <Nkk> プラスチツク被覆鋼管杭継手部の防食方法

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 266 (M - 620) 28 August 1987 (1987-08-28) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20010045302A1 (en) Flexible hose with thrusters for horizontal well drilling
EP0226251A1 (en) A device for inserting a drainage wick into the ground
AU2001251251A1 (en) Flexible hose with thrusters for horizontal well drilling
FR2543611A1 (fr) Joint telescopique pour colonne montante servant a des recherches petrolieres sous l&#39;eau
NL1021961C2 (nl) Inrichting voor het in een bodem inbrengen van een drainagelint.
US5033554A (en) Well point placement and removal apparatus
JP2020056216A (ja) 杭孔形成装置
EP0622583B1 (de) Verfahren und Rohrleitung zum Verlegen unterirdischer Rohrleitungen
CN104196062B (zh) 一种检测混凝土灌注桩无间断声测管安装方法及装置
NL8104791A (nl) Werkwijze voor het opzuigen van onder water gelegen bodemmateriaal en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
CA1078645A (en) Tubular member straightening, descaling and hydraulic testing apparatus
CN217923534U (zh) 用于倾斜钻孔旋喷搅拌植桩设备的滑轨托架装置
JP2020056220A (ja) 杭孔形成装置
CA2119018A1 (en) Improvements relating to the placement of pipes in the ground
US3968658A (en) Method and apparatus for introducing water-proof sheeting into the ground in a vertical position
NL1033620C2 (nl) Werkwijze en hei-inrichting voor het in de grond aanbrengen van funderingspalen.
NL1012370C2 (nl) Paal en inrichting voor het in de grond drijven daarvan.
DE19714705C2 (de) Vorrichtung zum Biegen von Rohren
NL8502757A (nl) Koppelinrichting voor buizen, in het bijzonder voor funderingspalen van een platform.
JPS5813898A (ja) 曲管の地中敷設方法
KR102500188B1 (ko) 매립구간 상하수도관의 구관 내 신관삽입과 고정을 위한 슬립라이닝 공정 장치 및 이를 이용한 구관 교체방법
BE1013003A3 (nl) Werkwijze voor het construeren van een ondergrondse tunnel met een bekleding van buiselementen en daarbij gebruikte tunnelboormachine.
JP3704199B2 (ja) 既設管のライニング工法
NL1034016C2 (nl) Werkwijze voor het in de bodem brengen van een langwerpig funderingselement, een inrichting daarvoor, alsmede een funderingselement.
NL1021835C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het vervaardigen van een ondergrondse tunnel.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181201