NL1021828C1 - Transportinrichting. - Google Patents

Description

Transportinrichting 5 Dë onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting als aangegeven in de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke transportinrichting is bekend uit WOO1/51390, eveneens van aanvraagster. Daarin wordt een transportinrichting, manipulator of patroonvormer geheten, beschreven waarin produkten vanaf een aanvoerband worden getransporteerd 10 naar een afvoerbaan terwijl tijdens transport de produkten zo worden gepositioneerd dat , zij bij aankomst bij de afvoerbaan patronen zullen vormen welke geschikt zijn voor verdere verpakking in dozen of kratten, veelal omverpakkingen genoemd. Het genoemde positioneren of manipuleren omvat gerekend in de transpoitrichting in een transportvlak veelal een combinatie van verplaatsing in de dwarsrichting gelegen in het, alsmede een 15 rotatie van deze produkten om een vertikale as, loodrecht op dat vlak. Om een dergelijke behandeling mogelijk te maken wordt een grijperelement toegepast dat door middel van een stuumok in een geleidingsrail in de transportrichting en in de genoemde dwarsrichting gestuurd wordt. De geleidingsrail bestaat uit drie op elkaar aansluitende en onderling scharnierende raildelen, achtereenvolgens een inloopdeel, een verbindingsdeel, 20 en een uitloopdeel. Om in het transportvlak van richting te veranderen worden de delen gezwenkt door een zwenkinrichting.

Voor toepassing in een geheel geautomatiseerde verpakkingslijn mogen er geen haperingen bij overgangen optreden. Gebleken is dat de overgangen bij de scharnieren tussen de raildelen niet altijd betrouwbaar zijn, bijvoorbeeld doordat de stuumok 25 vastloopt in één van de openingen tussen de scharnierende delen, bijvoorbeeld bij enigszins scheef hangen in de rail en daardoor slingeren tijdens de voortgaande beweging.

Om een dergelijke tekortkoming te ondervangen heeft de transportinrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de genoemde delen gevormd zijn uit tenminste 30 een enkele buigbare geleidingsstrip.

1 021 8 2 8 2

In het bijzonder heeft de transportinrichting het kenmerk, dat de genoemde delen voorts achtereenvolgens een inloopblok, een verbindingsprofïel, en een uitloopblok omvatten, waarbij deze delen onderling scharnierend verbonden zijn en de enkele buigbare geleidingsstrip in gleuven van elk deel vatten.

5 Deze geleidingsstrip voorkomt niet alleen ongewenste onderbrekingen, zoals vastlopen en vallen, in de voortgaande beweging en transport van de produkten, maar heeft bovendien het voordeel dat een zeer rustige behandeling van de te verplaatsen produkten verkregen wordt Dit is met name van belang wanneer het tere en breekbare produkten betreft, zoals doosjes gevuld met eieren. Verdere voordelen zijn dat slijtage 10 van de bewegende delen sterk alsmede lawaai tijdens voortbewegen sterk verminderd worden.

In een verdere uitvoering heeft de uitvinding het kenmerk, dat het volgorgaan een tweetal rolelementen omvat, met elk rolelement aan een zijde van de genoemde strip, welke rolelementen tijdens het transporteren rollend geleid worden vanaf het inloopdeel 15 naar het uitloopdeel. Meer in het bijzonder omvatten de rolelementen hetzij wieltjes, hetzij kogeltjes. In een voordelige uitvoering van de transportinrichting heeft de uitvinding het kenmerk, dat de geleidingsstrip van kunststof is.

Bovendien voorziet de uitvinding in een verpakkingsinrichting met inpakbaan voor het inpakken van produkten gekenmerkt door een deel dat bestaat uit de 20 transportinrichting zoals hierboven genoemd.

Hierna zal aan de hand van een figuur de transportinrichting volgens de uitvinding nader toegelicht worden, waarbij figuur 1 een deel van de transportinrichting in perspectieef laat zijn waarbij de getoonde onderdelen uiteengenomen zijn, 25 figuur 2 hetzelfde deel als weergegeven in figuur 1 te zien geeft, waarbij de onderdelen gemonteerd zijn, en figuur 3 schematisch een bovenaanzicht van een deel van de transportinrichting volgens de uitvinding toont.

In de drie figuren zijn dezelfde onderdelen hetzelfde genummerd.

30 3

In de figuren 1 en 2 wordt een deel van de transportinrichting volgens de uitvinding getoond, waarbij de produkten getransporteerd in de richting van de transportrichting aangegeven met pijl T. De produkten, welke in de figuren niet weergegeven zijn, worden getransporteerd met transportelementen 2 welke slechts tén 5 dele weergegeven zijn, waarbij deze transportelementen voortbewogen worden langs een enkele geleidingsstrip 1. Deze geleidingsstrip omvat achtereenvolgens, gerekend in de richting T, een geleidingsstripinloopdeel la, een geleidingsstripverbindingsdeel lb, en en geleidingsstripuitloopdeel lc.

In het weergegeven uitvoeiingsvoorbeeld is deze geleidingsstrip gevat in gleuven 10 van achtereenvolgens een inloopblok 3, een verbindingsprofiel, en een niet in de figuren weergegeven uitloopblok. Voor het inloopblok 3 en het verbindingsprofiel 4 zijn de { bijhorende gleuven 3b en 4b aangegeven. Inloopblok 3, verbindingsprofiel 4, en het uitloopblok rijn scharnierend met elkaar verbonden, waarbij dit in de figuren is aangegeven met schamierasgaten 3 a, 4a, voor de verbinding tussen het inloopblok 3 en 15 het verbindingsprofiel 4, terwijl voor het tweede scharnier alleen schamiergat 4c in het verbingsprofiel 4 is aangegeven.

De transportelementen 2 bevatten wieltjes 2a als rolelementen, aan beide zijden van de strip, zoals schematisch in bovenaanzicht weergegeven in figuur 3. Bij zwenken met een zwenkinrichting over een hoek a, naar de ene dan wel de andere zijde ten 20 opzichte van de rechtdoorgaande richting, wordt de strip ter hoogte van beide schamierverbindingen gebogen. Daarbij wordt met groot voordeel een regelmating kromming of buiging van de strip verkregen, waarbij in het buigend gedeelte een bocht met vaste bochtradius R verkregen wordt. Dit leidt bij voortbeweging van de transportelementen 2 tot een vloeiende beweging zonder veel slijtage en bijkomend 25 lawaai.

Voor een gedetailleerde beschrijving van deze transportinrichting, met name het voortbewegen van de transportelementen 2 naar het inloopblok en de verdere loop na het uitloopblok, wordt verwezen naar het bovengenoemde document W001/51390. In het bijzonder wordt daar beschreven hoe de produkten aangegrepen worden door de 30 transportelementen en op welke wijze de produkten gepositioneerd worden tijdens het zwenken, waarbij de produkten tevens geroteerd kunnen worden. Bovendien wordt het 4 zwenken nader beschreven waarbij het inloopdeel een vaste positie inneemt ten opzichte van de langs een aanvoerband aangevoerde produkten. De manipulator of patroonvormer vormt daarbij een deel van een verpakkingsbaan met invoerband en afvoerband.

Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat kleine wijzigingen begrepen zijn 5 onder de hoofdgedachte van de onderhavige uitvinding zoals geformuleerd in de bijhorende conclusies. Zo kunnen de rolelementen gevormd zijn door kogeltjes.

Wanneer in de transportbaan slechts een enkele, of tweede flauwe, knik optreedt, zal ook een dergelijke strip welke dan overeenkomstig uit een enkel deel, of twee zeer nauw op elkaar aansluitende delen, begrepen worden onder de onderhavige uitvinding.

10 i

Claims (7)

1. Transportinrichting voor het met transportelementen transporteren van produkten langs een stuurbaan, waarbij de transportelementen de stuurbaan volgen met een volgorgaan, 5 en waarbij de stuurbaan achtereenvolgens omvat, een inloopdeel, een verbindingsdeel, en een uitloopdeel, welke delen met een zwenkinrichting zwenkbaar met elkaar verbonden zijn en in eenzelfde vlak gelegen zijn, met het kenmerk, dat de genoemde delen gevormd zijn uit tenminste een enkele buigbare geleidingsstrip.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde delen voorts achtereenvolgens een inloopblok, een verbindingsprofiel, en een uitloopblok omvatten, waarbij deze delen onderling scharnierend verbonden zijn en de enkele buigbare geleidingsstrip in gleuven van elk deel vatten.'

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het volgorgaan een tweetal rolelementen omvat, met elk rolelement aan een zijde van de genoemde strip, welke rolelementen tijdens het transporteren rollend geleid worden vanaf het inloopdeel naar het uitloopdeel.

4. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rolelementen wieltjes omvatten.

5. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rolementen kogeltjes omvatten. 25

6. Transportinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsstrip van kunststof is.

7. Verpakkingsinrichting met inpakbaan voor het inpakken van produkten, gekenmerkt 30 doordat een deel bestaat uit de transportinrichting volgens één van de voorgaande conclusies. 10218/8