NL1021404C2

NL1021404C2 - Werkwijze voor het versterken van een wegdek, een versterkt wegdek en een asfaltbeton daarvoor.

Info

Publication number: NL1021404C2
Application number: NL1021404A
Authority: NL
Inventors: Matheus Franciscus Antoni Hoof
Original assignee: Janssen De Jong Infra B V
Priority date: 2002-09-05
Filing date: 2002-09-05
Publication date: 2003-10-17
Also published as: DE60305815D1; ATE329089T1; EP1396579B1; ATE327386T1; EP1396580B1; DE60305396T2; EP1396579A2; EP1396580A2; DE60305396D1; DE60305815T2; EP1396579A3; EP1396580A3

Description

»

Werkwijze voor het versterken van een wegdek, een versterkt wegdek en een asfaltbeton daarvoor

De uitvinding betreft een werkwijze voor het 5 versterken van een wegdek met een open oppervlak structuur, zoals zeer open asfaltbeton (ZOAB), omvattende het aanbrengen van een laag asfaltbeton op het wegdek, waarbij het wegdek, respectievelijk het asfaltbeton een verdeling van korrelgrootten rond een gemiddelde heeft, zodanig dat een 10 open oppervlak structuur gevormd wordt, waarbij het gemiddelde van de verdeling van korrelgrootten van het wegdek ten opzichte van de laag ten minste in hoofdzaak een factor vier groter is.

Het is bekend op een ZOAB wegdek een tweede, fijnere 15 laag ZOAB warm aan te brengen. Deze werkwijze kan worden toegepast bij het nieuw aanleggen van 2-laags ZOAB, waarbij een tweede laag asfaltbeton een weinig fijnere open oppervlak structuur heeft als de onderliggende eerste Zoab laag. Ook is het mogelijk een tweede laag asfaltbeton op het wegdek aan te 20 brengen die een van het wegdek verschillende eigenschap heeft, bijvoorbeeld een bovenlaag die meer geluiddempend is. De tweede laag wordt op de eerste laag aangebracht.

Uit NL 1016026 is een werkwijze bekend waarbij een wegdek wordt versterkt met een aggregaat van fijnkorrelig 25 materiaal en bindmiddel. De d50 (mediaan van de korrelgrootte verdeling) voor het fijnkorrelige materiaal ligt tussen 0,65 en 3,5 mm en is een factor 5 kleiner dan de mediaan van het wegdek. De korrelgrootte verdeling van het aan te brengen aggregaat is nauw, 90% van de korrels heeft een 30 korreldiameter die ligt tussen 0,8 x d50 en 1,2 x d50. Het kunststof bindmiddel vormt 2 tot 8% van het totale vulmateriaal.

1021404 2

Doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen die de bekende methode verbeterd.

Dit doel wordt bereikt volgens de uitvinding door het aanbrengen van de laag asfaltbeton, waarin een bitumen 5 bindmiddel is opgenomen en de bitumen in een overmaat aanwezig is. Verrassenderwijs is gebleken dat, ondanks dat gewerkt wordt met een dunne, extra laag asfaltbeton, bitumen beter functioneert dan kunststof bindmiddelen. Volgens de stand van de techniek zal de vakman automatisch een kunststof 10 bindmiddel gebruiken met verhoogde klevende eigenschappen, dit om het percentage bindmiddel in de aan te brengen laag asfaltbeton laag te houden en de open structuur van het mengsel na uitharden te kunnen garanderen. Volgens de uitvinding kan echter bitumen als bindmiddel worden 15 toegepast. Het toepassen van bitumen levert tevens een aanzienlijke kostenbesparing op.

Verrassenderwijs is verder gebleken dat bij het aanbrengen van de laag een deel van de bitumen uit de aangebrachte laag doordringt in de open oppervlak structuur 20 van het onderliggende wegdek. De overmaat van bitumen wordt gebruikt voor het maken van nieuwe, herstellende verbindingen tussen de contactvlakken van de korrels, in het bestaande wegdek met de open oppervlak structuur. Dit blijkt tevens plaats te vinden in de lagere delen van de toplaag, d.w.z.

25 tot enkele centimeters onder het bovenoppervlak.

Het is bekend in de stand van de techniek dat de hoeveelheid bitumen in een asfalt zeer nauwkeurig luistert. Een overmaat bitumen zal volgens de stand van de techniek leiden tot slechtere prestaties van het wegdek. De stand van 30 de techniek leert dat delen van de overmaat bitumen zich zullen bevinden nabij het bovenoppervlak van het wegdek, waardoor het wegdek zeer glad wordt. Daarnaast is het bekend dat een overmaat bitumen leidt tot een verminderde open i d.....; 4 0 4 3 structuur van het asfaltbeton. De hoeveelheid holle ruimte vermindert, wanneer meer bitumen wordt toegepast.

Voor een aggregaat zoals een combinatie van verschillende steenslagen in een asfaltbeton is het bekend de 5 benodigde hoeveelheid bitumen uit te rekenen. De hoeveelheid bitumen zal afhangen van de samenstelling (steenslag, verdeling korrelgrootten) van het aggregaat. Echter volgens de uitvinding bevat het aggregaat een overmaat bitumen.

Met de uitvinding wordt vooral de bovenlaag van een 10 bestaand wegdek versterkt, geconsolideerd of geconserveerd. Door de laag asfaltbeton zullen veel meer dwarsverbindingen optreden in de bovenste laag van het wegdek, waardoor de bovenlaag steviger wordt en een grotere weerstand tegen textuurschade of rafeling vertoont. Daarnaast wordt vooral de 15 geluidsreductie van het wegdek met een open oppervlak structuur verbeterd ten opzichte van de stand van de techniek.

Echter, de geluiddempende eigenschappen van het oudere ZOAB wegdek worden door het aanbrengen van de laag 20 asfaltbeton volgens de uitvinding aanzienlijk verbeterd. Door het aanbrengen van de laag, wordt het geluid dat geproduceerd wordt door verkeer dat over het wegdek rijdt, sterk verminderd. Dit is in het bijzonder het gevolg van het opvullen van de rafelingen in het wegdek met de laag.

25 Met de term wegdek wordt telkens verwezen naar het geheel van de eerste ZOAB laag. De bovenlaag hiervan betreft de bovenste centimeter(s).

De uitvinding is met name geschikt voor, maar niet beperkt tot, het herstellen of versterken van een ouder 30 wegdek. De uitvinding is een conserverings- c.q. onderhoudstechniek voor een wegdek met een open oppervlakstructuur ofwel -textuur.

1 021404 4

De open oppervlak structuur van de nieuwe laag asfaltbeton is minder open dan de open oppervlak structuur van het oude wegdek. De totale waterdoorlatende capaciteit van het aggregaat van wegdek en laag zal in beperkte mate 5 afnemen ten opzichte van de capaciteit van een niet versterkt wegdek. De laag asfaltbeton wordt nabij het bovenoppervlak, in de bovenlaag van het wegdek aangebracht, waardoor voor de waterafvoer door het wegdek heen mede gebruik kan worden gemaakt van de pompwerking van de wielen die over het wegdek 10 heen rijden. Water zal door het aggregaat van wegdek en laag gedrukt worden, zodat het kan worden afgevoerd door de onderste lagen van het wegdekoppervlak.

Bij voorkeur is de gemiddelde korrelgrootte van het wegdek tenminste 6 maal groter dan de gemiddelde 15 korrelgrootte van de tweede laag. Hierdoor worden de korrels beter opgenomen in een wegdek. In de voorkeursuitvoeringsvorm is de gemiddelde korrelgrootte van het wegdek tenminste 8 maal groter dan de gemiddelde korrelgrootte van de laag. Hierdoor wordt dieper doorgedrongen in het onderliggende 20 nieuwe wegdek met een open oppervlak structuur, en worden meer dwarsverbindingen gemaakt in de bovenlaag van het wegdek. Het doordringen in de bovenlaag beslaat 0,5 - 2 centimeter.

In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt de laag in 25 hoofdzaak in het wegdek aangebracht. Hierdoor wordt het wegdek versterkt en worden de geluidsdempende eigenschappen verder hersteld, c.q. behouden.

In een andere uitvoeringsvorm wordt een laag op het wegdek aangebracht van 0-0,8 centimeter. Hierdoor kan met 30 zeer weinig asfaltbeton het wegdek met een open oppervlak structuur worden hersteld.

Bij voorkeur wordt het wegdek opgevuld met het asfaltbeton in hoofdzaak tot een bovenoppervlak van het t 0 ^ i L - 5 wegdek. Het bovenoppervlak van een wegdek is het topvlak van dat wegdek. De ruimten in de open oppervlak structuur bij het bovenoppervlak van het wegdek, dan wel de gevormde rafelingen, bijvoorbeeld door het los geraken en verwijderen 5 van een deel van het bovenoppervlak van het wegdek, worden hierdoor opgevuld en verstevigd. Hierdoor is het mogelijk de volledige vervanging van het wegdek met een open oppervlak structuur tenminste een aantal jaren uit te stellen. Het is minder kostbaar de werkwijze volgens de uitvinding toe te 10 passen dan het geheel vervangen van het wegdek met de open oppervlak structuur.

Het opvullen van het wegdek met het asfaltbeton kan actief worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een wals die de laag asfaltbeton in het wegdek drukt.

15 Daarnaast kan het asfaltbeton in het wegdek worden opgenomen door het daarin inrijden door het verkeer onder normaal weggebruik.

Bij voorkeur wordt een laag asfaltbeton koud aangebracht op het wegdek, waarbij in de laag bitumenemulsie 20 is opgenomen. Hierdoor kan de werkwijze volgens de uitvinding snel worden uitgevoerd en kan het wegdek weer snel worden vrijgegeven aan het verkeer.

Bij voorkeur wordt een laag asfaltbeton van in hoofdzaak minder dan 0,8 centimeter dikte tijdelijk op het 25 wegdek aangebracht die vervolgens indaalt in de bovenlaag van het bestaande wegdek. Een dergelijke laag kan niet gezien worden als een extra laag (dubbellaags) op het bestaande wegdek. Hierdoor wordt met een zeer kleine hoeveelheid asfaltbeton het wegdek versterkt.

30 Bij voorkeur wordt gewerkt met asfaltbeton dat bitumen (emulsie), cement en een steenslag omvat, zodanig dat een open oppervlak structuur wordt gevormd. Het is bekend cement toe te voegen als katalysator voor de emulsie, wanneer 1021404 6 de laag wordt aangebracht. Cement ontbindt emulgator na het aanbrengen, zodat de bitumen weer kan samenvloeien.

De uitvinding betreft tevens asfaltbeton voor het versterken van een wegdek met een open oppervlak structuur, 5 zoals zeer open asfaltbeton (ZOAB), omvattende bindmiddel, cement en een steenslag, zodanig dat een open oppervlak structuur wordt gevormd, waarbij de steenslag van het asfaltbeton in hoofdzaak een 0/3mm of l/3mm korrelgrootte-verdeling heeft. Dergelijk asfaltbeton is bekend, en wordt 10 gebruikt voor het aanbrengen van een laag met een open oppervlak structuur op een onderlaag, die eventueel ook een open oppervlak structuur bepaalt.

Volgens de uitvinding omvat het bindmiddel een overmaat bitumen. Verrassenderwijs blijkt een op dergelijke 15 wijze samengestelde laag asfaltbeton zeer geschikt voor het versterken van de bovenlaag van een wegdek met een open oppervlak structuur. Nog verrassender is dat dit versterken geen nadelige gevolgen heeft voor de belangrijkste eigenschappen van het wegdek. De kleinere steenslag van het 20 asfaltbeton volgens de uitvinding wordt in de bovenlaag van het bestaande wegdek opgenomen. De overmaat aan bitumen zal in het wegdek doordringen en beter verkleven met het bestaande wegdek, waarbij verbindingen gevormd worden tussen de aangebrachte laag en het onderliggende wegdek. Daarnaast 25 wordt het wegdek waarop het asfaltbeton wordt aangebracht zelf versterkt, doordat de overmaat aan bitumen verbindingen aangaat in de bovenlaag van het wegdek. Door ouderdom kan kleefmiddel van de bovenlaag verwijderd zijn, maar deze wordt nu vervangen door het nieuw aangebrachte bitumen.

30 Bij voorkeur is de bitumen een al dan niet gemodificeerde bitumenemulsie. Hierdoor kan het asfaltbeton koud worden aangebracht op een wegdek. Dergelijk bitumenemulsie omvat bolletjes van bitumen in water. Na het ! ;l r i · 7 brekingsproces van de emulsie zal de bitumen binden met de steenslag. Hierbij knappen de bolletjes en worden bitumenfilmen rond de korrels van het wegdek of de laag gevormd.

5 Bij voorkeur omvat het asfaltbeton een gemodificeerde bitumenemulsie, voorzien van een polymeer gemodificeerd bitumen.

De uitvinding betreft tevens een wegdek voor verkeerswegen met een open oppervlak structuur, zoals zeer 10 open asfaltbeton (ZOAB), voorzien van een laag asfaltbeton, waarbij het wegdek respectievelijk de laag een verdeling van korrelgrootten rond een gemiddelde heeft, waarbij de verdeling zodanig is dat een open oppervlak structuur gevormd wordt, waarbij de laag asfaltbeton in hoofdzaak is opgenomen 15 in een bovenlaag van het wegdek, en waarbij het gemiddelde van de korrelgrootte van het wegdek in hoofdzaak een factor 4 groter dan het gemiddelde van de laag. Volgens de uitvinding omvat de aangebrachte laag asfaltbeton een overmaat aan bitumen. De bitumen dient als bindmiddel voor de laag met 20 zichzelf alsmede met het onderliggende wegdek, en ook als bindmiddel voor het wegdek op zich. Hierdoor wordt een wegdek verkregen waarbij de bovenlaag van het wegdek een open oppervlak structuur heeft, die de combinatie is van twee soorten van open oppervlak structuur. De overmaat bitumen 25 blijkt verrassenderwijs zorg te dragen voor niet alleen verbindingen tussen de mineralen in de aangebrachte laag asfaltbeton en tussen het aangebrachte asfaltbeton en het onderliggende wegdek, maar ook voor het herstel van verbindingen in het onderliggende wegdek. De open oppervlak 30 structuren liggen in elkaar voor wat betreft de bovenste 0 -2 centimeter van de bovenlaag van het wegdek. Daarnaast blijft de open oppervlak structuur van de onderlaag behouden.

1021404 8

Wanneer de open oppervlak structuur van het bestaande wegdek nog in tact is, zal de laag asfaltbeton deze open oppervlak structuur gedeeltelijk opvullen, waardoor extra versterkende verbindingen worden gevormd, die slijtage, 5 bijvoorbeeld rafeling van het wegdek tegengaan. Wanneer de open oppervlak structuur van het wegdek reeds is beschadigd, bijvoorbeeld door het los laten van een aantal stenen van de bovenlaag van het wegdek, wordt dit gat opgevuld met de laag asfaltbeton die een op zich zelf staande open oppervlak 10 structuur zal gaan vormen. Deze open oppervlak structuur is nagenoeg even poreus als de open oppervlak structuur van het wegdek. Volgens de uitvinding, zal het water-afvoerende vermogen van het aggregaat van het wegdek plus nieuwe laag echter niet of nagenoeg niet afnemen. Het water-afvoerende 15 vermogen van het wegdek wordt in hoge mate bepaald door de open oppervlak structuur in het lagere deel van het wegdek, en deze wordt volgens de werkwijze van de uitvinding niet aangetast. Het water-afvoerende vermogen wordt niet verminderd, omdat, volgens de uitvinding, gebruik wordt 20 gemaakt van het pompende vermogen van verkeer dat over de het wegdek en de laag heen rijdt. De bovenste laag wordt geconsolideerd doordat het steenskelet wordt versterkt. De geluiddempende eigenschappen van het wegdek worden verbeterd. Een dergelijk wegdek is beter bestand tegen verkeer 25 en zal langer meegaan, waardoor vervanging wordt uitgesteld. Hiermee worden aanzienlijke kosten bespaard.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen. Hierin toont:

Figuur 1 een zijaanzicht van een productietrein voor 30 het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding,

Figuur 2 een dwarsdoorsnede van een wegdek volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding,

Figuur 3 een detail van figuur 2, 9

Figuur 4 een dwarsdoorsnede van een wegdek volgens een tweede uitvoeringsvorm,

Figuur 5 een detail van de dwarsdoorsnede volgens figuur 4, 5 Figuur 6 een dwarsdoorsnede volgens een derde uitvoeringsvorm van het wegdek volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een trein 1 in de vorm van een vrachtwagen 2 en een oplegger 3 voorzien van drie compartimenten 4-6, waarin de voorraden voor de laag 10 asfaltbeton zijn opgenomen. Compartiment 4 omvat verschillende soorten bitumenemulsie, compartiment 5 omvat verschillende steenslagen. Compartiment 6 omvat cement. De trein 1 kan zich voortbewegen volgens pijl 7 over een wegdek 8. Het wegdek 8 is een wegdek met een open oppervlak 15 structuur, bijvoorbeeld ZOAB. Dit ZOAB is bijvoorbeeld nieuw, oud, of zelfs beschadigd. Volgens de werkwijze van de uitvinding kan dit ZOAB worden versterkt, zodat rafeling wordt tegengegaan.

Daartoe is de trein 1 aan de achterzijde voorzien van 20 een aanbrenginrichting 9, die op zichzelf bekend is voor emulsie asfalt.

De compartimenten 4,5,6 omvatten bouwstoffen, mineralen, vulstof en bitumenemulsie. Deze stoffen worden of zijn gemengd en worden toegevoerd aan de afgeefinrichting 9, 25 aangebracht op trein 1. Telkens wordt de afgeefinrichting 9 zodanig bestuurd dat een laag asfaltbeton wordt afgegeven die een open oppervlak structuur heeft.

Gewerkt wordt met een bitumenemulsie van water en bitumenmengsel, waarin ook een gepolymeriseerd gemodificeerd 30 additief is opgenomen. Het gebruik van bitumenemulsie is op zich bekend en wordt gebruikt voor het koud aanbrengen van een laag gewoon asfalt.

1021404 10

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een wegdek met een open oppervlak structuur. Figuur 2 is een schematische weergave daarvan. Getoond worden twaalf steenkorrels 20. De getoonde dwarsdoorsnede is zeer schematisch en komt niet 5 overeen met de werkelijkheid. Er is echter voor gekozen een meer inzichtelijk aanzicht van de dwarsdoorsnede te geven. Getoond wordt dat het wegdek een zeer regelmatige structuur vertoond, waarbij het wegdek korrels omvat van een redelijk gelijkmatige grootte. Elk van de korrels 20 is tenminste 10 gedeeltelijk omgeven door een bitumenfilm 21 die in gebruikelijke toestand is uitgehard. De bitumen hecht zich met name rondom de korrel 20. De bitumen zorgt tevens voor bindingen tussen de respectievelijke korrels. De stenen 20 en bitumen 21 vormen het bestaande wegdek.

15 Duidelijk is ook dat de bovenste laag van het wegdek met de open oppervlak structuur tamelijk minder stevig verbonden is met de overige korrels. Dit is een bekend gegeven bij een wegdek met een open oppervlak structuur zoals ZOAB, waarbij rafeling van het bovenoppervlak kan optreden.

20 Door het verkeer dat over de bovenlaag van het wegdek rijdt is de bitumen film die de korrels 20 in eerste instantie omgeeft, vrijwel verdwenen van de korrels in de bovenste laag van het wegdek.

Het bovenoppervlak 22 van het wegdek, gevormd door de 25 korrels 20 en de bitumen 21 is weergegeven met de stippellijn 22. Een klein beetje boven en in hoofdzaak onder het bovenoppervlak 22 is een laag asfaltbeton volgens de uitvinding aangebracht, waarbij het gemiddelde van de verdeling van de korrelgrootte van dit asfaltbeton een factor 30 10 kleiner is dan het gemiddelde dan de verdeling van korrelgrootte van het wegdek. Hierdoor kunnen de korrels 23 doordringen tot zelfs in de open oppervlak structuur van het wegdek. De bitumen van de asfaltbetonlaag vormt wederom een

1 0 ’ i h f' V

V.' V·· 11 film rondom de korrels 23, waardoor een open oppervlak structuur ontstaat in de laag asfaltbeton. In feite ontstaat een laag in laag structuur van een grotere open oppervlak structuur en een kleinere open oppervlak structuur gevormd 5 door respectievelijk het wegdek en de laag asfaltbeton.

Te zien nabij 25 en 26 is dat de bitumen van de laag asfaltbeton is doorgedrongen in het wegdek en dat de open oppervlak structuur van het wegdek gedeeltelijk opgevuld wordt. De bitumen van de laag gaat dwarsverbindingen aan met 10 de reeds aanwezige korrels 20. Hierdoor wordt de bovenlaag van het wegdek versterkt/geconsolideerd/geconserveerd en zal de bovenlaag minder rafeling vertonen.

Gewerkt wordt met een laag asfaltbeton die emulsiebitumenbolletjes 27 omvat. De emulsiebitumenbolletjes 15 27 omvatten onder andere water dat tijdens het breekproces, onder invloed van druk van verkeer of van een wals, dan wel door UV straling, zal vrijkomen en waarbij de bitumen een filmpje vormt rondom de korrels. Het merendeel van de bitumenemulsie volgens figuur 2 is reeds gebroken. Een aantal 20 losse korrels 28 bevinden zich nog los boven de laag asfaltbeton. Door met een wals over het wegdek te rijden of door het verkeer dat over het wegdek rijdt, worden deze losse korrels 28 aangedrukt en zullen de emulsiebitumenbolletjes springen, waardoor de korrels 28 voorzien worden van een 25 bitumenlaag. Daarnaast zal de bovenlaag van het wegdek verder worden gevuld met de laag asfaltbeton met de kleinere gemiddelde korrelgrootte en zullen de holten van de open oppervlak structuur van het wegdek verder worden opgevuld.

Dit is getoond in figuur 4. De holten tussen de korrels 30 en 30 31 van het wegdek zijn nabij 32 verder gevuld. De bovenste laag A van het wegdek, die volgens figuur 4 bijvoorbeeld 1 centimeter is, is opgevuld met de kleinere open oppervlak structuur van de aangebrachte laag asfaltbeton. Deze laag is 1021404 12 aangebracht in de bovenlaag van het wegdek. De bovenste korrels van het wegdek zullen nu minder snel loslaten. Korrel 31 vormt nog steeds de top van het wegdek. De overige korrels 30 van het wegdek zijn vrijwel volledig bedekt met de nieuwe 5 laag.

Wederom geeft de tekening volgens figuur 4 de situatie zeer schematisch weer, waarbij een niet realistische dwarsdoorsnede van het wegdek en de laag is gegeven. In werkelijkheid zal een dwarsdoorsnede een veel gevarieerder 10 beeld geven van de grootte van een steen ondanks dat de verdeling van korrelgrootte van zowel het wegdek als de laag weinig variëren.

De bovenlaag 34 wordt tot een diepte A opgevuld. De versteviging van de bovenlaag is aanzienlijk, aangezien de 15 bovenste korrels van het wegdek een groot aantal verbindingen aangaat met de bitumen 35 van de laag asfaltbeton.

Figuur 6 toont een schematische dwarsdoorsnede van een wegdek waarin de laag in laag samenstelling van twee open oppervlak structuren te herkennen is. Hierbij is het 20 oppervlak van het wegdek aanzienlijk aangetast aangezien één van de grote korrels van het wegdek die aan het oppervlak zat is losgeslagen. Na de werkwijze volgens de uitvinding wordt dit gat nabij 40 opgevuld met een laag asfaltbeton met een open oppervlak structuur en een gemiddelde van de 25 korrelgrootte dat een factor 10 kleiner is dan de gemiddelde korrelgrootte van het wegdek. Wederom is de laag in laag structuur te herkennen. Het aggregaat van de open oppervlak structuren is waterdoorlatend, niet alleen vanwege de open oppervlak structuur maar ook vanwege de pompwerking van 30 verkeer dat over het bovenoppervlak 41 van het wegdek volgens de uitvinding rijdt.

ί U ,7 ί · ύ

Claims

1. Werkwijze voor het versterken van een wegdek met een open oppervlak structuur, zoals zeer open asfaltbeton 5 (ZOAB), omvattende het aanbrengen van een laag asfaltbeton op het wegdek, waarbij het wegdek, respectievelijk het asfaltbeton een verdeling van korrelgrootten rond een gemiddelde hebben, zodanig dat een open oppervlak structuur gevormd wordt, waarbij het gemiddelde van de verdeling van de 10 korrelgrootten van het wegdek ten opzichte van de laag ten minste in hoofdzaak een factor vier groter is, gekenmerkt door het aanbrengen van een laag asfaltbeton, waarin een bitumen bindmiddel is opgenomen en de bitumen in een overmaat aanwezig is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gemiddelde korrelgrootte van het wegdek ten minste acht maal groter is dan de gemiddelde korrelgrootte van de laag.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt 20 door het in hoofdzaak in het wegdek aanbrengen van de laag.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, gekenmerkt door het opvullen van het wegdek met de laag asfaltbeton in hoofdzaak tot een bovenoppervlak van het wegdek.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, gekenmerkt door dat de bitumen in de laag een bitumen emulsie is.

6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-5, gekenmerkt door het aanbrengen van de laag op het wegdek, 30 waarbij componenten van de laag gemengd worden voor het aanbrengen. 1021404 t

7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-6, gekenmerkt door het aanbrengen van een laag asfaltbeton van in hoofdzaak minder dan 0,8 cm dikte.

8. Asfaltbeton voor het versterken van een wegdek met 5 een open oppervlak structuur, zoals zeer open asfaltbeton (ZOAB), omvattende bindmiddel, cement en een steenslag, met een zodanige samenstelling dat een open oppervlak structuur wordt gevormd, waarbij de steenslag in hoofdzaak een 0,1/3 mm korrelgrootte verdeling heeft, met het kenmerk, dat het 10 asfaltbeton een overmaat bitumen bindmiddel heeft.

9. Asfaltbeton volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het asfaltbeton een emulsie asfaltbeton is, omvattende bitumenemulsie.

10. Asfaltbeton volgens één van de conclusies 8 of 9, 15 met het kenmerk, dat het asfaltbeton een gemodificeerde bitumenemulsie omvat, voorzien van een rubber of kunststof additief.

11. Wegdek voor verkeerswegen met een open oppervlak structuur, zoals zeer open asfaltbeton (ZOAB), voorzien van 20 een laag asfaltbeton, waarbij het wegdek respectievelijk de laag een verdeling van korrelgrootten rond een gemiddelde heeft, zodanig dat een open oppervlak structuur gevormd wordt, waarbij de laag asfaltbeton in hoofdzaak is opgenomen in een bovenlaag van het wegdek en het gemiddelde van de 25 korrelgrootte van het wegdek in hoofdzaak een factor vier groter is dan het gemiddelde van de laag, met het kenmerk, dat de aangebrachte laag bitumen omvat, die in het wegdek is doorgedrongen.

1. Z i 4 ü i