NL1020894C2 - Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier. - Google Patents

Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier. Download PDF

Info

Publication number
NL1020894C2
NL1020894C2 NL1020894A NL1020894A NL1020894C2 NL 1020894 C2 NL1020894 C2 NL 1020894C2 NL 1020894 A NL1020894 A NL 1020894A NL 1020894 A NL1020894 A NL 1020894A NL 1020894 C2 NL1020894 C2 NL 1020894C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
retaining
animal
retaining member
leg
hind leg
Prior art date
Application number
NL1020894A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Wilhelmus An Wopereis
Original Assignee
Wopa B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wopa B V filed Critical Wopa B V
Priority to NL1020894A priority Critical patent/NL1020894C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020894C2 publication Critical patent/NL1020894C2/nl
Priority to AT03076881T priority patent/ATE314806T1/de
Priority to DE60303082T priority patent/DE60303082T2/de
Priority to DK03076881T priority patent/DK1374674T3/da
Priority to ES03076881T priority patent/ES2255658T3/es
Priority to EP03076881A priority patent/EP1374674B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61DVETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
    • A61D3/00Appliances for supporting or fettering animals for operative purposes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01LSHOEING OF ANIMALS
    • A01L13/00Pens for animals while being shod

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Fodder In General (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier, in het bijzonder van een rund, waarbij de inrichting is voorzien van vasthoudmiddelen om het dier vast te houden, waarbij de vasthoudmiddelen zijn voorzien van een 5 tegenhoudorgaan dat zich tijdens gebruik ten minste achter de te behandelen achterpoot van het dier uitstrekt wanneer deze achterpoot zich in een staande stand bevindt, waarbij de inrichting is voorzien van hefmiddelen om de genoemde achterpoot van de staande stand naar een opgeheven behandelingsstand en vice versa te brengen.
10 Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend. De inrichting dient om een achterpoot van het dier te verzorgen terwijl de achterpoot zich in de opgeheven behandelingsstand bevindt. Met de inrichting kan in het bijzonder een klauw of hoef van de te behandelen achterpoot worden geïnspecteerd op ziekten en/of andere aandoeningen. Voor runderen 15 bekende ziekten van een achterpootklauw zijn stinkpootinfectie, bevangenheid en de ziekte van Mortellaro. Ter voorkoming en/of genezing van dergelijke ziekten en aandoeningen kan de klauw bijvoorbeeld worden gepedicuurd, hetgeen het op lengte knippen van de klauw, het wegsnijden van een draagvlak onder de klauw en/of een andere vorm van bekapping 20 kan omvatten.
Tijdens gebruik van de bekende inrichting wordt het dier door de vasthoudmiddelen vastgehouden, althans in een positie waarbij beide achterpoten zich in een staande stand bevinden. Voorpoten van het dier kunnen zich eveneens in een staande stand bevinden, maar elk bijvoorbeeld 25 ook in een andere stand zoals een geknielde stand. De te behandelen achterpoot wordt eenvoudig door middel van de hefmiddelen van de staande naar de opgeheven behandelingsstand gebracht, zodat bovengenoemde 2 inspectie, verzorging en/of behandeling van de achterpoot, in het bijzonder van de achterpootklauw, kan worden uitgevoerd. Na behandeling van deze achterpoot wordt de poot weer naar de staande stand gebracht. Vervolgens kan bijvoorbeeld de andere achterpoot door de hefmiddelen naar een 5 opgeheven behandelingsstand worden gebracht om op overeenkomstige wijze te worden verzorgd.
Het tegenhoudorgaan strekt zich ten minste achter de te behandelen achterpoot van het dier uit wanneer deze achterpoot zich in een staande stand bevindt. Zo voorkomt het tegenhoudorgaan dat het dier 10 achteruit kan bewegen wanneer deze poot zich in de staande stand bevindt en levert derhalve een bijdrage aan het vasthouden van het dier. Bovendien kan het tegenhoudorgaan voorkomen dat het dier althans met zijn te behandelen achterpoot achteruit kan trappen, hetgeen de veiligheid van bijvoorbeeld een zich achter het dier bevindende verzorger verhoogt.
15 Uit de praktijk is een tegenhoudorgaan bekend dat is uitgevoerd als een ketting die zich langs beide achterpoten van het dier uitstrekt. Voordeel van een ketting is, dat daarmee dieren van verschillende formaten, in het bijzonder met verschillende pootlengtes, kunnen worden vastgehouden. Tijdens gebruik worden uiteinden van de ketting aan 20 weerszijden van het dier gefixeerd. De ketting wordt daarbij relatief strak tegen de achterpoten van het dier getrokken, zodat het dier relatief stevig door de ketting kan worden tegengehouden. Vervolgens wordt een deel van de ketting tijdens het heffen van de te behandelen achterpoot door de poot mee omhoog genomen.
25 Opgemerkt zij dat uit de praktijk tevens de toepassing van een zich achter het dier uitstrekkende, gefixeerde horizontale buis bekend is om het dier aan de achterzijde tegen te houden. De bekende buis strekt zich echter niet achter de achterpoten van het dier uit, zodat de veiligheid van bijvoorbeeld een zich achter het dier bevindende verzorger niet door die buis 30 kan worden gewaarborgd.
3
Nadeel van gebruik van de aan weerszijden gefixeerde, relatief strakgetrokken ketting is, dat bij het heffen van de ene achterpoot, hetgeen vaak met een takel of dergelijk mechanisch hefmiddel geschiedt, een ander deel van de ketting een gedeeltelijk verticale verplaatsing ondergaat in de 5 richting van de te behandelen achterpoot, hetgeen tot het afknellen van beide achterpoten leidt. Dit leidt tot aanzienlijk ongemak bij het dier en kan bovendien beschadiging van de poten veroorzaken. Bijkomend nadeel van de ketting is, dat de te behandelen achterpoot daarmee niet of nauwelijks stabiel in de behandelingsstand kan worden gefixeerd, hetgeen de 10 verzorging van die poot bemoeilijkt.
De uitvinding beoogt de nadelen van de bekende inrichting op te heffen onder behoud van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een inrichting geschikt voor behandeling van poten van verschillende dieren met althans verschillende pootlengtes, waarbij de 15 achterpoten van het dier niet door het tegenhoudorgaan worden afgekneld wanneer de ene achterpoot naar de behandelingsstand wordt gebracht.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het tegenhoudorgaan althans tijdens gebruik van de hefmiddelen om de achterpoot van de ene naar de andere stand te brengen, zodanig is 20 opgesteld, dat het tegenhoudorgaan in hoofdzaak slechts in verticale richting beweegbaar is.
Derhalve kan het tegenhoudorgaan tijdens gebruik in hoofdzaak in verticale richting met de te behandelen achterpoot mee bewegen. Wanneer het tegenhoudorgaan zich langs beide achterpoten uitstrekt wordt op deze 25 manier vermeden dat de achterpoten door dit orgaan kunnen worden afgekneld. Verder kan dit tegenhoudorgaan een zeer constante tegenhoudkracht op het dier uitoefenen. De in hoofdzaak verticale richting kan een hoek insluiten met een verticaal vlak. Het orgaan kan bijvoorbeeld in een enigszins schuine, tijdens gebruik van het dier afgekeerde richting 30 omhoog beweegbaar zijn. Op deze manier kan bijvoorbeeld rekening worden 4 gehouden met een bepaalde vorm van de achterzijde van het dier, zodat kan worden voorkomen dat het tegenhoudorgaan bij het omhoogbewegen tegen een deel van de achterzijde, bijvoorbeeld een uitstekend bilstuk, van het dier vastloopt. Dit is vanzelfsprekend afhankelijk van de grootte van het dier, 5 althans van de achterzijde van het dier zoals bijvoorbeeld het bilstuk.
De inrichting is bijzonder geschikt voor behandeling van dieren met poten van verschillende lengtes, aangezien althans de hoogtepositie van het tegenhoudorgaan tijdens het tillen van een achterpoot op eenvoudige wijze aan de lengte van de poot is aan te passen doordat het, althans tijdens 10 gebruik van de hefmiddelen, in hoofdzaak in verticale richting beweegbaar is.
Wanneer de te behandelen achterpoot zich in de opgetilde stand bevindt, kan het tegenhoudorgaan bovendien op een hoogte zijn gebracht die op de hoogteafmetingen van het dier is ingesteld, zodanig dat het 15 tegenhoudorgaan een goede, effectieve tegenhoudkracht op een relatief stevig deel van het dier kan uitoefenen, bijvoorbeeld in het heupgewricht van het rund. Derhalve kan worden vermeden dat het tegenhoudorgaan tegen een zwak deel van het dier, zoals een achterkniegewricht van de poot, steunt wanneer de te behandelen poot zich in de behandelingspositie 20 bevindt.
Volgens een zeer voordelige uitvoering van de uitvinding zijn de vasthoudmiddelen voorzien van middelen die zijn ingericht om een omhoog gerichte beweging van het tegenhoudorgaan met een op dat orgaan in hoofdzaak naar beneden gerichte kracht tegen te werken.
25 Op deze manier kan worden bereikt, dat het tegenhoudorgaan een in hoofdzaak naar beneden gerichte klemkracht op de te behandelen achterpoot uitoefent nadat deze poot door de hefmiddelen naar de opgeheven stand is gebracht en daarbij het tegenhoudorgaan over een afstand mee omhoog heeft genomen. De achterpoot wordt dan door 30 combinatie van de door het tegenhoudorgaan en hefmiddelen uitgeoefende 5 klemkracht, resp. hefkracht relatief stevig en zeer stabiel in de behandelingsstand gehouden, zodat inspectie en/of verzorging van de achterpoot, in het bijzonder van de klauw daarvan, gemakkelijk en veilig kan worden uitgevoerd.
5 Bijkomend voordeel van de genoemde middelen is, dat, wanneer de achterpoot zodanig ver wordt opgetild dat de poot zich vanaf een achterzijde van het dier in een richting schuin omhoog uitstrekt, het tegenhoudorgaan onder invloed van de in hoofdzaak naar beneden gerichte kracht weer langs de achterpoot naar beneden kan bewegen naar een bijzonder stabiele positie 10 tegen een achterzijde van het dier. In deze positie kan het tegenhoudorgaan een effectieve tegenhoudkracht op de achterzijde van het dier uitoefenen ten behoeve van het vasthouden van het dier.
Bovendien kan het tegenhoudorgaan op relatief eenvoudige wijze door de in hoofdzaak naar beneden gerichte kracht van de genoemde 15 middelen vanuit de omhoog bewogen positie naar een uitgangspositie worden teruggebracht na afloop van de behandeling, althans wanneer de te behandelen achterpoot vanuit de behandelingsstand naar de staande stand wordt terugbewogen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het 20 tegenhoudorgaan zodanig uitgevoerd, dat het tegenhoudorgaan met relatief weinig wrijving langs de achterpoot van het dier kan worden bewogen.
Zo kan het tegenhoudorgaan gemakkelijk langs de achterpoot van het dier bewegen tijdens het naar boven of naar beneden bewegen van die poot. Derhalve kan deze handeling relatief snel worden uitgevoerd, waarbij 25 gevaar dat het tegenhoudorgaan de achterpoot beschadigt, relatief klein is. Het tegenhoudorgaan kan hiertoe bijvoorbeeld zijn voorzien van ten minste één rolelement, zodanig dat het tegenhoudorgaan tijdens gebruik over de genoemde poot heen rolbaar is.
6
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het tegenhoudorgaan zodanig uitgevoerd dat het zich tijdens gebruik achter beide achterpoten van het dier uitstrekt.
Dit tegenhoudorgaan kan het dier tegen beide achterpoten 5 tegenhouden wanneer de poten zich in de staande stand bevinden.
Vervolgens kan een van de achterpoten vanuit die stand naar de genoemde behandelingsstand worden gebracht ter inspectie en/of verzorging. Aangezien het tegenhoudorgaan in hoofdzaak slechts in verticale richting beweegbaar is opgesteld is vermeden dat daarbij de achterpoten afgekneld 10 worden.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Fig, 1 een schematisch weergegeven perspectief aanzicht van een 15 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij het tegenhoudorgaan zich in een vrijgeeipositie bevindt; fig. 2 een dergelijk aanzicht als figuur 1, waarbij het tegenhoudorgaan zich in een onderste tegenhoudpositie bevindt; en fig. 3 een dergelijk aanzicht als weergegeven in fig. 2, waarbij het 20 tegenhoudorgaan zich in een bovenste tegenhoudpositie bevindt.
De figuren tonen een relevant deel van de inrichting voor het behandelen van de achterpoten 1, 2 van een vierpotig dier K, in het bijzonder een rund. In de figuren is weergegeven hoe deze inrichting wordt gebruikt om de linker achterpoot 1 van het dier K te verzorgen. De 25 inrichting is op overeenkomstige wijze geschikt om de rechterachterpoot 2 van het dier K te behandelen. Voor de duidelijkheid van de tekening zijn slechts een frameachterzijde 10 van de inrichting en een achterzijde van het dier K in de figuren weergegeven.
De inrichting is voorzien van vasthoudmiddelen om het dier K in 30 een staande positie vast te houden. De vasthoudmiddelen zijn voorzien van 7 een tegenhoudorgaan 3, met welk orgaan 3 het dier aan de achterzijde kan worden tegengehouden. Daarnaast kunnen de vasthoudmiddelen bijvoorbeeld zijn voorzien van niet weergegeven middelen om het dier aan een voorzijde mee vast te houden, zoals een op of tegen het dier 5 aangebrachte halsketting, een dwarsstang, een vasthoudband en/of een tweetal van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar opgestelde, zich in verticale richting uitstrekkende staven waarmee de hals of nek van het dier kan worden ingeklemd.
Zoals fig. 1 toont, is het tegenhoudorgaan 3 uitgevoerd als een U-10 vormige beugel, voorzien van een dwarsstang 3a met zich haaks daarop uitstrekkende zijarmen 3b. De zijarmen 3b strekken zich verschuifbaar in buisvormige zwenkarmen 6 uit. Deze zwenkarmen 6 zijn aan een zwenkas 4 verbonden, welke as 4 roteerbaar een bovenzijde van een schematisch weergegeven frame achterzijde 10 van de inrichting is gekoppeld. Door 15 rotatie van de zwenkas 4 zwenken de zwenkarmen 6, zodanig dat het tegenhoudorgaan 3 van een vrijgeef- naar een tegenhoudpositie en vice versa kan worden bewogen. De zwenkarmen 6 kunnen door middel van een orgaan 7 worden bediend. Het orgaan 7 kan bijvoorbeeld een hydraulisch bekrachtigd zuiger/cilindersamenstel omvatten of een met de hand 20 bedienbare hefboom.
Figuur 1 resp. figuur 2 toont de het tegenhoudorgaan 3 in de vrijgeef- resp. tegenhoudpositie. In de in figuur 1 weergegeven vrijgeefpositie van het tegenhoudorgaan 3 kan het dier K onder het tegenhoudorgaan 3 door de inrichting in bewegen, althans via de in de 25 figuur weergegeven frameachterzijde 10. In de in figuur 2 weergegeven vasthoudpositie van het tegenhoudorgaan 3 strekt een dwarsstang 3a van dit orgaan zich langs beide achterpoten 1, 2 van het dier K uit, zodat het orgaan 3 achteruit bewegen van het dier tegengaat.
Zoals figuren 2 en 3 tonen, zijn de zwenkarmen 6 voorzien van 30 veren 8 die zijn ingericht om een verschuiving van het de zijarmen 3b van 8 de beugel 3 in de richting van de zwenkas 4 tegen te werken. Figuur 3 toont voorts dat de inrichting is voorzien van een als hefmiddel dienend trekkoord 5 om de te verzorgen achterpoot 1 op te tillen. Het trekkoord 5 kan bijvoorbeeld zijn verbonden met een takel of lier.
5 Tijdens gebruik van de inrichting wordt het dier K eerst in de inrichting gebracht. Daarbij bevindt de beugel 3 zich in de vrijgeefpositie, zoals in fig. 1 is weergegeven. Vervolgens wordt de beugel 3 naar de tegenhoudpositie gebracht, waarbij het zich achter beide achterpoten 1, 2 van het dier K uitstrekt om het dier K aan de achterzijde tegen te houden. 10 Daarna wordt de te verzorgen achterpoot onder gebruikmaking van het trekkoord 5 vanuit de in fig. 2 weergegeven staande positie naar de in fig. 3 weergegeven opgeheven behandelingsstand gebracht. Daarbij wordt de beugel 3 door de linkerachterpoot 1 mee naar boven bewogen tegen de veerwerking van de veren 8 in.
15 Zoals fig. 3 toont, wordt deze poot 1 zover opgetild, dat de poot 1 zich vanaf een achterzijde van het dier K in een richting schuin omhoog uitstrekt. De veermiddelen 8 bewerkstelligen dat de tegenhoudbeugel 3 onder invloed van een in hoofdzaak naar beneden gerichte veerkracht weer langs de achterpoot 1 naar beneden kan bewegen naar een bijzonder 20 stabiele positie tegen een achterzijde van het dier K. In deze positie kan het tegenhoudorgaan een effectieve tegenhoudkracht op de achterzijde van het dier K uitoefenen ten behoeve van het vasthouden van het dier K.
Bovendien ligt de tegenhoudbeugel 3 tegen het dier K aan bij de andere achterpoot 2, zodat de beugel 3 ook op die plaats een tegenhoudkracht op 25 het dier kan uitoefen. Bij voorkeur is de beugel 3 zodanig uitgevoerd dat deze met relatief weinig wrijving langs een achterpoot 1, 2 van het dier K kan worden bewogen. Het langs de poot terugbewegen kan daardoor relatief gemakkelijk, in het bijzonder vanzelf, geschieden.
De terugwerkende kracht van de veermiddelen 8 is bovendien zeer 30 voordelig omdat de beugel 3 daardoor een klemkracht op de achterpoot 1 9 van het dier uitoefent, zodat deze achterpoot 1 zeer stabiel in de gewenste behandelingspositie kan worden vastgehouden. Duidelijk zichtbaar in figuur 3 is dat de dwarsstang 3a automatisch onder invloed van het krachtenspel in de scharnierholte van het heupgewricht van het dier komt te liggen 5 alwaar het een stabiele positie vindt die een goede inklemming van het dier waarborgt.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding die wordt verwoord door de navolgende 10 conclusies.
Zo kan het tegenhoudorgaan van diverse materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld van metaal, hout, kunststof, glasfiber en/of een combinatie van deze of andere materialen. Verder kan het tegenhoudorgaan op verschillende wijze zijn gevormd, bijvoorbeeld recht, krom, massief, hol of 15 in combinaties daarvan. Het tegenhoudorgaan kan bovendien binnen het raam van de uitvinding gedeeltelijk flexibel zijn uitgevoerd, een ketting of dergelijke omvatten.Verder kan de inrichting zijn voorzien van een aantal tegenhoudorganen, die op één of beide achterpoten van het dier een tegenhoudkracht kunnen uitoefenen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat voor 20 elke achterpoot één apart tegenhoudorgaan 3 beschikbaar is.
Voorts kan de inrichting bijvoorbeeld zijn voorzien van een frame dat is ingericht om het dier te herbergen tijdens behandeling van de achterpoot, waarbij de vasthoudmiddelen aan het frame zijn gekoppeld. Het frame kan verder bijvoorbeeld zijn voorzien van de genoemde hefmiddelen. 25 Daarnaast kan het frame een stalbox of dergelijke omvatten. Het frame kan verplaatsbaar, in het bijzonder verrijdbaar, zijn uitgevoerd.
Voorts kunnen de hefmiddelen van de inrichting op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als een koord, liftmiddelen, takelmiddelen of andere middelen die daartoe geschikt zijn.
10
Verder kan de inrichting geheel of gedeeltelijk gemotoriseerd zijn uitgevoerd. De inrichting kan bijvoorbeeld zijn voorzien van hydraulisch aangedreven hefmiddelen, vasthoudmiddelen en dergelijke. De veren 8 kunnen zijn uitgevoerd als gasveren waarvan, eventueel, de veerkracht 5 instelbaar is.

Claims (11)

1. Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier, in het bijzonder van een rund, waarbij de inrichting is voorzien van vasthoudmiddelen om het dier vast te houden, waarbij de vasthoudmiddelen zijn voorzien van een tegenhoudorgaan dat zich tijdens 5 gebruik ten minste achter de te behandelen achterpoot van het dier uitstrekt wanneer deze achterpoot zich in een staande stand bevindt, waarbij de inrichting is voorzien van hefmiddelen om de genoemde achterpoot van de staande stand naar een opgeheven behandelingsstand en vice versa te brengen, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan (3) 10 althans tijdens gebruik van de hefmiddelen (5) om de achterpoot van de ene naar de andere stand te brengen, zodanig is opgesteld, dat het tegenhoudorgaan (3) in hoofdzaak slechts in verticale richting beweegbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 vasthoudmiddelen (3) zijn voorzien van middelen (8) die zijn ingericht om een omhoog gerichte beweging van het tegenhoudorgaan (3) met een op dat orgaan (3) in hoofdzaak naar beneden gerichte kracht tegen te werken.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde middelen veermiddelen (8) omvatten.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan (3) zodanig is opgesteld, dat het orgaan (3) in een enigszins schuine, tijdens gebruik van het dier afkeerde richting omhoog beweegbaar is.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het tegenhoudorgaan (3) zodanig is uitgevoerd, dat het tegenhoudorgaan met relatief weinig wrijving langs de achterpoot van het dier kan worden bewogen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan (3) is voorzien van ten minste één rolelement, zodanig dat het tegenhoudorgaan (3) tijdens gebruik over de genoemde poot heen rolbaar is.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan een staafvormig orgaan (3) omvat.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen zodanig zijn uitgevoerd, dat het tegenhoudorgaan (3) van een vasthoudpositie naar een vrijgeefpositie en 10 vice versa kan worden gebracht, bij welke tegenhoud- resp. vrijgeefpositie het tegenhoudorgaan (3) zich in hoofdzaak wel resp. niet ten minste achter de te behandelen achterpoot van het dier uitstrekt.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen (3) zijn voorzien van ten minste één zwenkarm (6) 15 waaraan het tegenhoudorgaan (3) is gekoppeld, zodanig dat het tegenhoudorgaan (3) van de tegenhoud- naar de vrijgeefpositie en vice versa kan worden bewogen door verzwenking van de ten minste ene zwenkarm (6).
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat het tegenhoudorgaan (3) zodanig is uitgevoerd dat het zich tijdens gebruik achter beide achterpoten (1, 2) van het dier uitstrekt.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat inrichting is voorzien van een frame dat is ingericht om het dier te herbergen tijdens behandeling van de achterpoot, waarbij de 25 vasthoudmiddelen (3) aan het frame zijn gekoppeld.
NL1020894A 2002-06-18 2002-06-18 Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier. NL1020894C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020894A NL1020894C2 (nl) 2002-06-18 2002-06-18 Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier.
AT03076881T ATE314806T1 (de) 2002-06-18 2003-06-17 Vorrichtung zur behandlung eines hinterbeines eines vierbeinigen tieres
DE60303082T DE60303082T2 (de) 2002-06-18 2003-06-17 Vorrichtung zur Behandlung eines Hinterbeines eines vierbeinigen Tieres
DK03076881T DK1374674T3 (da) 2002-06-18 2003-06-17 Anordning til behandling af et bagben på et firbenet dyr
ES03076881T ES2255658T3 (es) 2002-06-18 2003-06-17 Aparato de tratamiento de una pata trasera de un cuadrupedo.
EP03076881A EP1374674B1 (en) 2002-06-18 2003-06-17 Apparatus for treating a hind leg of a four-legged animal

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020894A NL1020894C2 (nl) 2002-06-18 2002-06-18 Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier.
NL1020894 2002-06-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020894C2 true NL1020894C2 (nl) 2003-04-02

Family

ID=19774542

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020894A NL1020894C2 (nl) 2002-06-18 2002-06-18 Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP1374674B1 (nl)
AT (1) ATE314806T1 (nl)
DE (1) DE60303082T2 (nl)
DK (1) DK1374674T3 (nl)
ES (1) ES2255658T3 (nl)
NL (1) NL1020894C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1028813C2 (nl) * 2005-04-19 2006-10-20 Wopa B V Inrichting voor het ondersteunen van een poot van een dier.
NL2008719C2 (nl) * 2012-04-26 2013-10-29 Loon En Mechanisatiebedrijf Wopa Lichtenvoorde B V Inrichting en werkwijze voor het behandelen van de achterpoten van een vierpotig dier.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE371716C (de) * 1923-03-17 Georg Schwarzmann Beschlagstand fuer Pferde und Rinder
DE2919281A1 (de) * 1979-05-12 1980-11-13 Alfred Pfaller Zwangsstand fuer grossvieh
DE29713038U1 (de) * 1997-07-23 1997-10-09 Genossenschaft Klauenpfleger E Behandlungsstand für Huftiere

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE371716C (de) * 1923-03-17 Georg Schwarzmann Beschlagstand fuer Pferde und Rinder
DE2919281A1 (de) * 1979-05-12 1980-11-13 Alfred Pfaller Zwangsstand fuer grossvieh
DE29713038U1 (de) * 1997-07-23 1997-10-09 Genossenschaft Klauenpfleger E Behandlungsstand für Huftiere

Also Published As

Publication number Publication date
ATE314806T1 (de) 2006-02-15
DE60303082T2 (de) 2006-08-31
EP1374674A3 (en) 2004-01-07
DE60303082D1 (de) 2006-03-30
EP1374674B1 (en) 2006-01-04
DK1374674T3 (da) 2006-05-08
EP1374674A2 (en) 2004-01-02
ES2255658T3 (es) 2006-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2008719C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het behandelen van de achterpoten van een vierpotig dier.
US7195076B2 (en) Hoof trimming stall
FR2502464A1 (fr) Appareil de separation du cou des volailles plumees et etetees
US9999489B1 (en) Animal lifting table with offloading ramp
NL1020894C2 (nl) Inrichting voor het behandelen van een achterpoot van een vierpotig dier.
CH412197A (fr) Appareil pour soulever une personne impotente assise, la déplacer et l'asseoir à nouveau sur un siège quelconque
KR101667157B1 (ko) 농업용 고소작업대
CA2512539C (en) Hoof trimming stall
FR2620323A1 (fr) Dispositif pour enfiler un vetement
NL1009279C2 (nl) Werkwijze voor het in een stabiele positie brengen van een dier, alsmede hefinrichting.
NZ549191A (en) Animal lifter
NL9100992A (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
US4123993A (en) Animal handling means
NL1013372C1 (nl) Inrichting voor het transleren van lasten.
CA1104440A (en) Animal restraining device
AU2006235761B1 (en) Shearing platform
FR2565781A3 (fr) Cage de contention pour bovins
AU2009287426B2 (en) Apparatus and method for restraining and positioning an animal
NL2000270C2 (nl) Loopkruk met opstahulp.
GB2098049A (en) An animal handling device
US10624310B1 (en) Tipping livestock handling chute apparatus
AU2016210624B2 (en) Automated sheep organiser system
NL8004157A (nl) Nekstang voor een loopstal-ligbox.
NL2018043B1 (nl) Hulpmiddel voor minder valide personen
NL1010696C2 (nl) Inrichting voor het uitoefenen van tractie op de onderzijde van een menselijk lichaam.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101