NL1020863C2 - Ventilatiesysteem. - Google Patents

Description

Ventilatiesysteem

De uitvinding heeft betrekking op een leidingsysteem voor ventilatie van gebouwen, zoals woningen.

Luchtventilatieleidingen worden in woongebouwen • en woningen toegepast voor mechanische ventilatie van 5 woonruimtes. In een eerste soort daarvan was er enkel sprake van een afvoerleidingsysteem, voor afvoer van lucht en vocht uit natte ruimtes. In een tweede, recente soort daarvan wordt ook met toevoerleidingen verse lucht van buitenaf in de woning gebracht. Beide leidingen kunnen met 10 elkaar thermisch gekoppeld zijn in een warmtewisselaar.

Het is bekend om voor dergelijke leidingen spiraalvormig gewikkelde buis te gebruiken, die in lengtes van bijvoorbeeld 4 meter geleverd worden. Dergelijke buizen vergen aanvullende maatregelen voor warmte- en 15 geluidsisolatie en zijn lastig op de gewenste maat te installeren.

Het is voorts bekend om een dergelijk leidingsysteem op te bouwen uit pijpstukken vervaardigd van geëxpandeerd polypropeen, waarbij in een gesloten matrijs 20 bolletjes polypropeen worden geplaatst en daarna door stoominjectie in de matrijs de bolletjes tot expansie worden gebracht. Een nadeel hiervan is dat de lengte van de pijp begrensd wordt door de afmeting van de vorm, waardoor hooguit pijpstukken van 1 m haalbaar zijn. Een 25 verder nadeel is dat de geluiddempende eigenschappen niet 1020863 2 voldoende zijn voor het bereiken van een aanvaardbaar geluidsniveau aan de einden van de leiding ter plaatse van verblijfsruimtes van woningen.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering 5 te brengen.

Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een leidingsysteem voor ventilatie van gebouwen, omvattend een of meer leidingen opgebouwd uit een reeks pijpen, waarbij de pijpen slechts uit geëxpandeerd polyetheen 10 bestaan en door extrusie vervaardigd zijn.

Geëxpandeerd polyetheen bezit een aantal eigenschappen die het bij uitstek geschikt maken voor toepassing in ventilatieleidingen. Het materiaal is te extrude-ren, waardoor men niet gesloten-matrijsgebonden is. en 15 relatief grote lengtes pijp verschaft kunnen worden. De installateur kan de pijp eenvoudig op lengte zagen. Hierbij kan worden bespaard op het aantal voegen/overgangen in de leiding. Geëxpandeerd polyetheen heeft verder warmte-isolerende eigenschappen, waardoor condensvorming wordt 20 tegengegaan. Het materiaal heeft voorts relatief bijzonder gunstige geluiddempende eigenschappen, waardoor geen extra geluiddempende maatregelen nodig zijn bij installatie van het leidingsysteem in een woning.

Door extrusie van de pijpen zijn deze naadloos, 25 waardoor de fysische en bouwfysische eigenschappen rondom gelijk zijn.

De pijpen, in het bijzonder rechte pijpen, in de reeks kunnen op eenvoudige wijze stuik tegen elkaar geplaatst zijn.

30 De leiding volgens de uitvinding leent zich vanwege de geluiddempende eigenschappen in het bijzonder voor opname in een traject dat zich uitstrekt vanaf een warmtewisselaar in de richting van een ventilatie-ingang of ventilatie-uitgang van een vertrek.

35 De leiding volgens de uitvinding leent zich vanwege de warmte-isolerende eigenschappen in het bijzonder voor opname in een (koud) traject dat zich uitstrekt 1020863 3 vanaf een warmtewisselaar in de richting van een dakdoor-voer.

Het heeft de voorkeur dat de leiding een op de warmtewisselaar aangesloten hoofdgedeelte omvat, met een 5 inwendige leidingdiameter van ongeveer 150 mm.

Het heeft daarbij verder de voorkeur dat de leiding een of meer zich tussen de hoofdleiding en de ven-tilatie-ingang of ventilatie-uitgang van een 'vertrek uitstrekkende aftakgedeelten omvat, met een inwendige 10 leidingdiameter van ongeveer 125 mm.

De geëxpandeerde polyetheen heeft bij voorkeur een dichtheid van meer dan 40 kg/m3, bij voorkeur 50 - 60 kg/m3.

Aan het polyetheen waarvan de pijpen vervaardigd 15 worden kan op eenvoudige wijze een vlamvertragend middel worden toegevoegd, anders dan het geval is met gebruik van de bekende polypropeen-bolletjes.

Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een pijp van geëxpandeerd polyetheen voor gebruik als 20 doorvoerkanaal in ventilatiesystemen, waarbij de pijp vervaardigd is door middel van extrusie.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in: 25 Figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een pijp voor een leidingsamenstel volgens de uitvinding; figuur 2 een zij-aanzicht op een verbinding van twee pijpen volgens figuur 1; en figuur 3 een schematische weergave van een 30 aantal leidingsystemen volgens de uitvinding in een woning.

De in figuur 1 weergegeven pijp 1 is vervaardigd middels extrusie van geëxpandeerd polyetheen 2 waaraan een vlamvertragend middel is toegevoegd. De pijp 1 heeft een 35 onbepaalde lengte L, die bijvoorbeeld afgestemd kan zijn op een maximale aaneengesloten gestrekte lengte te gebruiken in ventilatieleidingsystemen in gebouwen, of op trans- '020863 4 port/opslag.

Zoals weergegeven in figuur 1, ter plaatse van eindvlak 3, bezit de pijp 1 een binnendiameter Di en een buitendiameter Du, welke respectievelijk, in het geval van 5 een hoofdleiding in een ventilatiesysteem, 150 mm en 180 mm kunnen bedragen. Bij een aftakleiding kan de binnendiameter 125 mm bedragen.

Zoals in figuur 2 weergegeven is kunnen twee in eikaars verlengde gelegen pijpen 1 met de kopranden 3 10 stuik tegen of op elkaar geplaatst worden. Voor het in zijwaartse en eventueel in axiale richting vastleggen van de verbinding tussen de pijpen 1 kan gebruik worden gemaakt van een mof 4. Hierbij wordt dus geen gebruik gemaakt van aangevormde, relatief verbrede moffen, waarbij 15 de ene pijp de andere overlapt.

1 Bij plaatsing in een ventilatiesysteem voor bijvoorbeeld een woning kunnen de pijpen aangevoerd met lengte L eenvoudig op lengtemaat gesneden worden door de installateur.

20 De pijpen 1 zijn naadloos en kunnen zonder toevoeging van binnen- of buitenmantel gebruikt worden voor het vormen van een ventilatiesysteem 20, dat bijvoorbeeld weergegeven is in figuur 3.

In figuur 3 is op schematische wijze weergegeven 25 een woning 5 met een dak 6, waardoorheen een af voerende dakdoorvoer 7a en een inlatende dakdoorvoer 7b reiken. Benedendaks bevindt zich een warmtewisselaar 8, met kruisvormig ten opzichte van elkaar gelegen toevoerleiding 9 en afvoerleiding 10.

30 Te zien is dat het ventilatieleidingsysteem 20 van figuur 3 rechte pijptrajecten 1 van verschillende lengten omvat, zoals aan de warme zijde van de warmtewisselaar 8 gelegen pijpen la en le, die lucht toevoeren in de richting C, pijpen lf en lb, die lucht afvoeren in de 35 richting D, en aan de dakzijde van de warmtewisselaar 8 gelegen pijpen lc en lg, die lucht afvoeren in de richting A en pijp lb, die lucht toevoert in de richting B.

i Ü20863 5

De verbindingen tussen zich in verschillende richtingen uitstekende pijpen 1 kunnen op diverse wijzen gerealiseerd worden, bijvoorbeeld met behulp van hoekige omzetstukken 11 ook van geëxpandeerde polyetheen, of met 5 behulp van bochtstukken 12a, b of c, die ook vervaardigd zijn van geëxpandeerd polyetheen. Aansluitingen tussen hoek- of bochtstukken en rechte pijpen kan men eveneens plaatsen met behulp van tnof fen 4.

Ventilatoren 15 zijn opgenomen in de warmtewis-10 selaar 8. Het geluid geproduceerd door de ventilatoren worden door het geëxpandeerde polyetheen gedempt, zodat dit geluid niet' of nauwelijks hoorbaar is in de aangesloten vertrekken.

-o-o-o-o-o-o-o-o-o- 1020863

Claims (14)

1. Leidingsysteem voor ventilatie van gebouwen, omvattend een of meer leidingen opgebouwd uit een' reeks pijpen, waarbij de pijpen slechts uit geëxpandeerd polye-theen bestaan, en door extrusie vervaardigd zijn.

2. Leidingsysteem volgens conclusie 1, waarbij de pijpen in de reeks stuik tegen elkaar geplaatst zijn, waarbij bij voorkeur rechte pijpen stuik tegen elkaar geplaatst zijn.

3. Leidingsysteem, waarbij ter plaatse van de 10 overgang tussen twee opeenvolgende pijpen de pijpen omgeven zijn door een mof.

4. Leidingsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de leiding zich uitstrekt vanaf een warmtewisselaar in de richting van een ventilatie-ingang 15 of ventilatie-uitgang van een vertrek.

5. Leidingsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de leiding zich uitstrekt vanaf een warmtewisselaar in de richting van een invoer-dakdoorvoer.

6. Leidingsysteem volgens conclusie 4 of 5, 20 waarbij de leiding een op de warmtewisselaar aangesloten hoofdgedeelte omvat, met een inwendige leidingdiameter van ongeveer 150 mm.

7. Leidingsysteem volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij de leiding een of meer zich tussen de hoofdleiding 25 en de ventilatie-ingang of ventilatie-uitgang van het vertrek uitstrekkende aftakgedeelten omvat, met een inwendige leidingdiameter van ongeveer 125 mm.

8. Leidingsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geëxpandeerde polyetheen een dich- 30 theid heeft van meer dan 40 kg/m3.

9. Leidingsysteem volgens conclusie 8, waarbij 1020863 de geëxpandeerde polyetheen een dichtheid heeft van 50 -60 kg/m3.

10. Leidingsysteem volgens conclusie 9, waarbij in de geëxpandeerde polyetheen een vlamvertragend middel 5 is opgenomen.

11. Pijp kennelijk geschikt en bestemd voor een leidingsysteem volgens een der voorgaande conclusies.

12. Pijp van geëxpandeerd polyetheen voor gebruik als doorvoerkanaal in ventilatiesystemen, waarbij de 10 pijp vervaardigd is door middel van extrusie.

13. Leidingsysteem voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

14. Pijp voorzien van een of meer van de in de 15 bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 1020863