NL1020787C2 - Inrichting voor het automatisch melken van dieren. - Google Patents

Inrichting voor het automatisch melken van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1020787C2
NL1020787C2 NL1020787A NL1020787A NL1020787C2 NL 1020787 C2 NL1020787 C2 NL 1020787C2 NL 1020787 A NL1020787 A NL 1020787A NL 1020787 A NL1020787 A NL 1020787A NL 1020787 C2 NL1020787 C2 NL 1020787C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
coolant
cooling
collecting vessel
vessel
Prior art date
Application number
NL1020787A
Other languages
English (en)
Inventor
Marcel Van Leeuwen
Alexander Van Der Lely
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1020787A priority Critical patent/NL1020787C2/nl
Priority to DE60301231T priority patent/DE60301231T2/de
Priority to EP03075937A priority patent/EP1369034B1/en
Priority to US10/249,970 priority patent/US20030230243A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1020787C2 publication Critical patent/NL1020787C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J9/00Milk receptacles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J9/00Milk receptacles
    • A01J9/04Milk receptacles with cooling arrangements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations

Description

Λ I
INRICHTING VOOR HET AUTOMATISCH MELKEN VAN DIEREN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch melken van melkdieren volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend. De Europese 5 octrooiaanvrage EP 0797915-A2 beschrijft een inrichting voor het automatisch melken van dieren. Met, een melkrobot kunnen automatisch melkbekers aan de spenen van een koe aangesloten worden. De melkbekers zijn verbonden met eén eerste melkverzamelvat. Dit melkverzamelvat heeft een vacuüm-10 aansluiting naar een vacuümpomp om het melkverzamelvat onder vacuüm te kunnen zetten. Het vacuüm zorgt voor transport naar het melkverzamelvat van een melk-luchtmengsel dat in' de melkbekers wordt gegenereerd. Via een aansluiting onder in dit melkverzamelvat is het melkverzamelvat verbonden met een 15 tweede melkverzamelvat. Vanuit het tweede melkverzamelvat kan de melk naar een melkkoeltank worden getransporteerd voor gekoelde opslag. In het tweede melkverzamelvat wordt de melk tijdelijk opgeslagen als de melkkoeltank niet beschikbaar is. Tussen het eerste en het tweede melkverzamelvat is voorts een 20 vacuümverbinding aanwezig om de doorstroming van melk van het eerste naar het tweede melkverzamelvat mogelijk te maken. Het tweede melkverzamelvat kan worden uitgevoerd als een voorkoeler, zodat melk voordat deze in de melkkoeltank geleid wordt al gekoeld is.
25 Hoewel de inrichting goed functioneert, zijn er veel leidingen en appendages nodig voor het vervullen van een melk-luchtscheiding en het voorkoelen van de melk. Dit maakt deze inrichting relatief duur en onderhoudsgevoelig.
Het is een doel van de uitvinding een eenvoudige 30 inrichting te verschaffen welke de voordelen van het voorkoelen van melk bezit.
Hiertoe wordt een inrichting van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt door de 1 yΠ787 2 maatregelen van conclusie 1. Het koeloppervlak van het melkverzamelvat heeft de functie om de melk voor te koelen. Via de vacuümaansluiting van het melkverzamelvat wordt de lucht van het van de melkbekers afkomstige melk-luchtmengsel 5 af gevoerd. Door het bijzondere feit dat de functies van het voorkoelen en het luchtafscheidén zijn geïntegreerd in één element ontstaat een compacte en eenvoudige inrichting.
Volgens een voordelige uitvoering van de uitvinding maakt de koelmiddelzijde deel uit van de wand van een 10 koelmiddelruimte voor het bevatten van het koelmiddel. Hiermee is op de plaats waar de warmteoverdracht aan het koelmiddel plaatsvindt, te weten bij de koelmiddelzijde, een grote hoeveelheid koud koelmiddel ter beschikking. Dit zorgt voor een bufferende werking voor de warmteoverdracht.
15 In een verdere uitvoeringsvorm volgens de * uitvinding zijn verplaatsingsmiddelen aangebracht voor het verplaatsen van het koelmiddel in de koelmiddelruimte. Op deze wijze kan een betere warmteoverdracht plaatsvinden van de wand van de koelmiddelruimte naar het koelmiddel.
20 In een andere uitvoering omvat de koelmiddelruimte een koelmiddelinvoer en een koelmiddeluitvoer voor het koelmiddel. Op deze wijze kan op afstand een koelinrichting worden geplaatst en kan via leidingen koud koelmiddel naar en warm koelmiddel van het melkverzamelvat worden geleid. Het 25 melkverzamelvat zelf kan daardoor eenvoudig en compact blijven.
In een voordelige uitvoering volgens de uitvinding omvat de inrichting een drinkbak voor het drenken van een dier en is de koelmiddeluitvoer via een leiding verbonden met 30 de drinkbak. Door als koelmiddel koud drinkwater te gebruiken kan het opgewarmde drinkwater ter plekke aan een zich in of nabij de inrichting bevindend dier worden verstrekt. Op deze wij ze kan het opgewarmde koelmiddel op eenvoudige wij ze nogmaals worden gebruikt.
. ~j . J /1 3
In een bijzondere uitvoering omvat de inrichting middelen voor het gebruik van ijswater als koelmiddel. Indien ijswater wordt gebruikt als koelmiddel, kan er nooit aanvriezing plaatsvinden van melk in het melkverzamelvat. 5 Daarnaast kunnen er geen gevaarlijke situaties ontstaan bij lekkage, omdat ijswater ongevaarlijk is voor mens en dier.
In een ander uit voer ingsvoorbeeld omvat het melkverzamelvat een vacuümregulator voor het regelen van het vacuüm in het melkverzamelvat. Hiermee kan nabij de plaats 10 waar het melkproces plaatsvindt, dat wil zeggen het melkverzamelvat, het melkvacuüm worden geregeld.
In een bijzondere uitvoering omvat de wand van het melkverzamelvat het koeloppervlak. In het algemeen dient het contactoppervlak met de melk zo klein mogelijk te zijn voor 15 een eenvoudige reiniging en om de kans op verontreiniging t klein te houden. Door middel van deze uitvoering wordt een zo groot mogelijk deel van het contactoppervlak gebruikt voor koeling, zodat het totale contactoppervlak klein blijft.
In een verdere uitvoeringsvorm is de melkinvoer aan 20 de bovenzijde van het melkverzamelvat geplaatst. Op deze wijze bevindt de melkinvoer zich altijd boven het melkoppervlak, waardoor terugstromen van melk in de aanvoerleiding niet mogelijk is.
In een verdere uitvoering omvat het koeloppervlak 25 een spreidvlak voor het spreiden van de in het melkverzamelvat te voeren melk. Via dit spreidvlak wordt de kracht van de inkomende straal melk afgeremd.
In een voordelige uitvoering volgens de uitvinding bevindt de melkinvoer in de richting van de zwaartekracht 30 gezien zich boven het spreidvlak. Op deze wijze zal de inkomende melk door vrije val altijd op het spreidvlak terechtkomen, ongeacht de snelheid of het debiet van de inkomende melkstroom.
In een andere uitvoeringsvorm maakt het spreidvlak 35 een hoek met de richting van de zwaartekracht tussen 10 en 80 ?020787 i 4 graden. Door een dergelijk spreidvlak zal de inkomende melkstroom langzaam en gelijkmatig in een dunne laag via het spreidvlak naar beneden vloeien. Hiermee wordt een grote impact van melk voorkomen, wat bevorderlijk is voor de 5 melkkwaliteit.
In een verdere uitvoering omvat het koeloppervlak ten minste ten dele het spreidvlak. De in een dunne en relatief grote laag over het spreidvlak stromende melk geeft een goede overdracht van warmte van de melk naar het koelere 10 spreidvlak.
In een bijzonder uitvoeringsvoorbeeld omgeeft de wand van het melkverzamelvat tenminste gedeeltelijk het koeloppervlak. Dit maakt een eenvoudige fabricage van het melkverzamelvat mogelijk, omdat het koeloppervlak deel .kan 15 uitmaken van een apart koelelement dat laat in het fabricageproces in het melkverzamelvat kan worden aangebracht.
In een verdere uitvoering omvat het koeloppervlak het oppervlak van een spiraalkoeler. Een spiraalkoeler is 20 relatief eenvoudig en vanwege zijn buisvormige contactoppervlak relatief makkelijk reinigbaar.
In een variant van de uitvinding omvat het koeloppervlak een platenkoeler. Dit maakt een grote warmteoverdracht over een relatief klein volume mogelijk.
25 Een voordelige uitvoering van de inrichting heeft het kenmerk dat de inrichting een verbindingsmiddel-koel inrichting omvat voor het koelen van door het melkverbindingsmiddel te leiden melk. Op deze wijze kan de melk al vlak nadat deze de melkbekers heeft verlaten gekoeld 30 worden, wat de bacteriegroei in de melk en aan de leidingen beperkt. Door voor deze koeling koelmiddel van het melkverzamelvat te gebruiken, kan worden volstaan met een minimale hoeveelheid leidingen.
In een verdere uitvoeringsvorm is de 35 verbindingsmiddelkoelinrichting aangebracht aan de robotarm.
5
Op deze wijze is geen extra beweegbare draagconstructie voor deze koelinrichting nodig.
In weer een verdere uitvoeringsvorm is een leiding aanwezig voor het verbinden van de vatkoelinrichting met de 5 verbindingsmiddelkoelinrichting. Op deze wijze kunnen beide koelinrichtingen worden gekoeld met hetzelfde koelmedium.
Door de verbindingsmiddelkoelinrichting aan te sluiten op de koelmiddeluitvoer wordt het meest· warme koelmiddel gebruikt voor de eerste koeling. Dit is het 10 gunstigst voor het koelend vermogen van de totale inrichting.
Door het melkverzamelvat te omgeven door een thermisch isolerende isolatielaag wordt het opwarmen van het koelmedium door de omgeving beperkt. Daarnaast heeft de isolatielaag ook voordelen bij het inwendig reinigen van de 15 inrichting met warm reinigingsmiddel.
In een verdere uitvoering van de uitvinding is de inrichting voorzien van middelen voor het na het melken van een dier doen legen van het melkverzamelvat, zodat het melkverzamelvat geschikt is voor het bevatten van uitsluitend 20 een gedurende een melkbeurt van het melkdier verkregen hoeveelheid melk. Deze uitvoering maakt het mogelijk de tijdens een melkproces verkregen melk op te slaan totdat het melkproces is voltooid, waarna achteraf door de besturingscomputer kan worden besloten om de melkhoeveelheid 25 in haar geheel een afwijkende bestemming te geven.
In een bijzondere uitvoering omvat het melkverzamelvat een volumemeter. Deze meter geeft de mogelijkheid de totale verkregen melkhoeveelheid als één geheel te meten.
30 In weer een andere uitvoering omvat het melkverzamelvat een roermiddel voor het doen bewegen van melk. Door het actief in beweging houden van de melk ontstaat er een stroming langs het koel oppervlak, waardoor een goede warmteoverdracht wordt verkregen.
•? ^5 £ u 7 8 / 6
De uitvinding zal hierna in detail worden toegelicht aan de hand van tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 geeft een zijaanzicht weer van een 5 inrichting volgens de uitvinding waarin zich een koe bevindt;
Figuur 2 geeft een doorsnede weer van een melkverzamelvat volgens de uitvinding, waarbij het koeloppervlak een spreidvlak omvat;
Figuur 3 geeft een doorsnede weer van een 10 melkverzamelvat volgens de uitvinding met een spiraalkoeler.
In figuur 1 is een inrichting 1 afgebeeld voor het automatisch melken van melkdieren, omvattende: melkbekers 2 voor het onttrekken van melk aan een melkdier en voor het 15 genereren van een melk-luchtmengsel, een robotarm 3 voor het automatisch aansluiten van de melkbekers 2 aan de spenen van het melkdier, een melkverzamelvat 4 voorzien van een aansluiting 5 verbonden met een vacuümbron en van een melkafvoer 6 voor afvoer van de melk naar 20 melkverwerkingsmiddelen, zoals een melkkoeltank, en van tenminste een melkinvoer 7 voor invoer van het melk- luchtmengsel, tenminste een melkverbindingsmiddel 18 tussen een melkbeker 2 en de melkinvoer 7 voor transport van het melk-luchtmengsel, en een vatkoelinrichting 8 voor het koelen 25 van de inhoud van een melkverzamelvat 4, welke vatkoelinrichting 8 een koeloppervlak 9 omvat met een melkzijde 47 voor contact met de melk en met een koelmiddelzijde 48 voor contact met een koelmiddel, met het kenmerk, dat de inrichting 1 uitsluitend één melkverzamelvat 30 4 omvat. De inrichting omvat een boxvormig frame 10 aan welk frame 10 diverse onderdelen zijn bevestigd. In de door het frame 10 omsloten dierruimte 11 is een melkkoe afgebeeld. Een robotarm 3 is aangebracht voor het automatisch aansluiten van melkbekers 2 aan de spenen van de koe. De robotarm 3 is via 35 een verbindingselement 12 verbonden met een geleiding 13. De 7 robotarm 3 is in de lengterichting van het de inrichting 1 over een rail 14 verplaatsbaar. Aan de geleiding 13 is ook een kontvolger 15 verbonden waarmee de besturingscomputer 16 van de inrichting 1 de robotarm 3 kan positioneren ten 5 opzichte van de achterzijde van het dier. Voor het bepalen van de positie van de spenen omvat de robotarm 3 een laser 17. Het aansluiten van de melkbekers 2 geschiedt op bekende wijze door positioneermiddelen zoals pneumatische cilinders, en wordt bestuurd door de centrale besturingscomputer 16. De 10 door de melkbekers 2 ontrokken melk wordt via een melkverbindingsmiddel 18 in de vorm van een melkslang naar de melkinvoer 7 geleid. Een vacuümaansluiting 5 met een verbinding naar een (niet afgebeelde) vacuümbron, zoals een toerentalgeregelde vacuümpomp, is aangebracht om het 15 me lkverzamelvat 4 onder een vacuüm te zetten. Deze vacuümaansluiting 5 zorgt voor het verwijderen van met de melk uit de melkbekers 2 meegekomen lucht. Onder aan het melkverzamelvat 4 is een meikafvoer 6 aangebracht, verbonden met een melkpomp 19. Deze melkpomp 19 kan via een drukleiding 20 2 0 de melk verder transporteren naar verdere verwerkingsmiddelen. Zo'n verder verwerkingsmiddel kan bijvoorbeeld een melkkoeltank zijn voor opslag van gedurende enkele dagen verkregen melk bij zo'n 4°C. Tussen de inrichting 1 en de melkkoeltank kan een al dan niet gekoelde 25 buffertank staan opgesteld voor kortstondige opslag van melk, indien de melkkoeltank niet in staat is om melk te ontvangen, bijvoorbeeld als deze gereinigd of leeggemaakt wordt. Het is voordelig om de melk te koelen voordat ze in de verdere verwerkingsmiddelen komt. Koelen remt bacteriegroei in de 30 melk en in de melkresten die achterblijven aan wanden die in contact zijn geweest met melk. Dit laatste is met name bij automatische melkinrichtingen van belang, omdat deze inrichtingen voor een groot deel van de dag in bedrijf zijn en leidingen en appendages omvatten die dus voor het grootste 35 deel van de dag in contact staan met melk. Het koelen hoeft f'· ’"ί n ·“·? **? i i . . · :· n /
•w I
8 niet noodzakelijkerwijs tot de vereiste bewaartemperatuur. van 4°C te gaan om al een bacterieremmende werking te hebben. Daarnaast ontlast het vooraf koelen het koelsysteem van de melktank en maakt het een koelinstallatie voor een buffertank 5 overbodig. Om de melk in het melkverzamelvat 4 te kunnen koelen, is een vatkoelinrichting 8 aangebracht. Voor de duidelijkheid is het melkverzamelvat 4 gedeeltelijk opengewerkt weergegeven. De vatkoelinrichting 8 omvat een koelmiddelruimte 21 die de melkruimte 22 omgeeft. Koelwater 10 wordt hierin van onderuit via een koelmiddelaanvoerleiding 23 aangevoerd. Het opgewarmde koelmiddel verlaat de koelmiddelruimte 21 aan de bovenzijde en wordt via een leiding 24 naar een verbindingsmiddelkoel inrichting 25 geleid. Deze bevindt zich op de robotarm 3. Hierin wordt in 15 tegenstroom het koelmiddel langs de melkslangen geleid die de melk afkomstig van de melkbekers 2 naar het melkverzamelvat 4 leiden. Een verdere leiding 26 leidt het koelmiddel naar een koelmiddelverzamelbak 27 bovenin de inrichting 1. Deze koelmiddelverzamelbak 27 voedt de drinkbak 28. Een niet 20 afgeheelde vlotter zorgt op bekende wijze voor een constant waterniveau in de drinkbak 28. In de koelmiddelverzamelbak 27 is een overloop en een vlottergeregelde aansluiting met een drinkwaterleiding aanwezig om te zorgen dat het waterniveau tussen een maximum en een minimum niveau blijft. Het 25 koelmiddel kan ook direct worden gespuid, bijvoorbeeld in een mestput. Dit laatste heeft als voordeel dat er altijd een koelmiddelstroom mogelijk is, ongeacht het drinkwaterverbruik uit de koelmiddelzamelbak 27. Het voordeel van de drinkbak 28 in de inrichting 1 is dat het als een extra lokmiddel voor de 30 melkdieren fungeert. Daarnaast kan via de drinkbak 28 op eenvoudige, directe wijze het opgewarmde koelwater worden gebruikt.
In een niet af geheelde uitvoering is de drinkbak 28 voorzien van een bestuurbare klep of kan deze in zijn geheel 35 wegdraaien, zodat het dier na het melkproces het drinken kan 1 ... ·, 9 worden verhinderd. Dit voorkomt het onnodig bezet houden van de inrichting 1.
In een niet afgebeelde uitvoeringsvorm kan de toevoer van koelwater via een klep in de koelmiddelaanvoerleiding 23 5 gestuurd worden door de besturingscomputer 16. Op deze wij ze hoeft er slechts dan koelwater te stromen als er gemolken wordt.
Figuur 2 is een opengewerkt melkverzamelvat 36 volgens de uitvinding afgeheeld, waarbij het melkverzamelvat 36 een 10 spreidvlak 29 omvat voor het spreiden van de in het melkverzamelvat 36 te voeren melk. De melkinvoer 7 bevindt zich in de richting van de zwaartekracht gezien boven het spreidvlak 29. Het spreidvlak 29 maakt een hoek van tussen 10 en 80 graden met de richting van de zwaartekracht. Het door 15 de melkslang 18 aangevoerde melk-luchtmengsel valt op het spreidvlak 29. De melk spreidt zich. over dit vlak en glijdt langs het spreidvlak 29 naar beneden. De lucht wordt door de vacuümaansluiting 5 afgezogen. Tegen de andere zijde van het spreidvlak 29 wordt koud koelmiddel geleid. Doordat de melk 20 in een dunne laag over het spreidvlak 29 stroomt is er een grote warmteoverdracht.
Als koelmiddel kan bijvoorbeeld ijswater of zout water worden gebruikt. Een circulatiepomp 30 pompt dit koelmiddel rond door het koelmiddelcircuit 31 en leidt het langs een 25 warmtewisselaar 32. In het koelmiddelcircuit 31 kan ook een verbindingsmiddelkoelinrichting 25 zijn opgenomen, zoals eerder beschreven. Het gebruik van ijswater heeft als voordeel dat er nooit aanvriezing van melk aan het koeloppervlak 9 kan plaatsvinden. Een additioneel voordeel is 30 dat de warmtewisselaar 32 als extra koudebuffer gebruikt kan worden door opslag van ijs.
Het koelmiddel zelf wordt gerecycled door het op bekende wijze te koelen door middel van een tweede koelcircuit 33 waarin een compressor 34 en condensor 35 in is opgenomen.
1020787 10
De warmtewisselaar 32 kan zich ook in de koelmiddelruimte 21 bevinden. In dat geval is een koelmiddelcircuit overbodig.
Indien meerdere inrichtingen aanwezig zijn, kunnen 5 meerdere melkverzamelvaten op hetzelfde koelmiddelcircuit 31 aangesloten worden, zowel serieel als parallel. Dit maakt de koelinrichting eenvoudiger.
Een roerwerk 38, aangedreven door een .kleine elektromotor 39, zorgt voor een constante beweging van de 10 melk langs het koeloppervlak 9. De koelmiddelruimte 21 is omgeven door een isolatielaag 40 om zo weinig mogelijk verlies van koude naar de buitenlucht te veroorzaken.
De vatkoelinrichting 8 kan ook via het verdampingsprincipe werken. In dat geval wordt het koelmiddel 15 na de condensor 35 direct in de koelmiddelruimte 21 gebracht waar het verdampt en warmte onttrekt aan het koeloppervlak 9.
Figuur 3 geeft een opengewerkt melkverzamelvat 37 volgens de uitvinding weer, waarbij de wand 51 van het melkverzamelvat 37 tenminste gedeeltelijk het koeloppervlak 9 20 omgeeft. Het koeloppervlak 9 omvat het oppervlak van een spiraalkoeler 42. In deze uitvoering wordt het koelmiddel door de gekromde buis van de spiraalkoeler 42 geleid. Het koelmiddel kan zowel gerecycled worden volgens de koelinrichting zoals afgebeeld in figuur 2 als naar een 25 drinkbak 28 geleid worden zoals in figuur 1. Een magneetroerder 43 is aangebracht om de te koelen melk in beweging te houden en daarmee voor een betere warmteoverdracht te zorgen. Een op de as van een elektromotor aangebrachte magneet 44 drijft hiertoe een magnetische vlo 45 30 aan. De motor is buiten het melkverzamelvat 37 aangebracht. Doordat het melkverzamelvat 37 aan de onderzijde niet- metallisch is, wordt de vlo 45 door de roterende magneet 44 meegenomen.
Als alternatief voor een spiraalkoeler 42 kan een (niet 35 afgebeelde) platenkoeler worden gebruikt. Deze bestaat uit 11 een aantal platte, holle platen die elk een koelmiddelruimte omsluiten waardoorheen het koelmiddel wordt geleid. Omdat het koeloppervlak plaatvormig is en daardoor een relatief groot oppervlak heeft, heeft het een groot koelend vermogen.
5 In het melkverzamelvat 4, 36, 37 kan zich een (niet afgebeelde) niveaumeter bevinden, waarmee de hoeveelheid melk kan worden gemeten. Zo'n niveaumeter maakt het niet noodzakelijk dat het melkverzamelvat 4, 36, 37 van zodanige grootte moet zijn dat het in alle gevallen de hoeveelheid 10 melk van een hele melkbeurt kan bevatten. Doof bij het bereiken van een bepaald niveau de melkpomp 19 aan te sturen en bij een bepaald lager niveau weer uit te schakelen, wordt het niveau tussen twee waardes gehouden. Een zelfde effect kan worden bereikt door de melkpomp 19 met een variabel 15 toerental te laten werken. Het debiet van de weg te pompen melk wordt hiermee aangepast aan de hoeveelheid ingevoerde melk of aan de hoeveelheid melk in het melkverzamelvat 4, 36, 37.
Het kan voordelig zijn het melkverzamelvat 4, 36, 37 zo 20 groot te maken dat de totale hoeveelheid melk' van één melkbeurt hierin tijdelijk kan worden opgeslagen. Zo hoeft pas na afloop van een melking door de besturingscomputer 16 beslist te worden of de hele hoeveelheid een andere bestemming krijgt, bijvoorbeeld als de melk niet voldoet aan 25 de consumptienorm. Dit kan dan gebeuren op basis van meetgegevens verkregen over alle fases van de melking.
De druk in het melkverzamelvat 4, 36, 37 staat in directe relatie met het melkvacuüm waarmee de melk aan het dier onttrokken wordt. Om deze druk constant te houden is een 30 vacuümregulator aangebracht. In de afgebeelde uitvoering omvat deze een druksensor 41. Met de door de druksensor 41 verkregen data wordt een niet afgebeelde vacuümpomp aangestuurd. In een niet afgebeelde uitvoeringsvorm kan de druksensor 41 op bekende wijze een luchtinlaatklep aansturen 1020787 12 of een smoorklep in de vacuümleiding naar de vacuümpomp om het vacuüm te regelen.
De werking van de inrichting zal hierna kort worden beschreven. Een koe meldt zich bij de inrichting 1 en het 5 dier wordt via de responder 4 6 om de hals geïdentificeerd. Indien de computer 16 besluit dat het dier kan worden gemolken, gaat de toegangsdeur van de inrichting open en kan het dier de dierruimte 11 betreden. De robotarm 3 schuift onder de uier van het dier, reinigt de uier en sluit de 10 melkbekers 2 één voor één aan, waarna het melken start. Als het dier tijdens het melken drinkt uit de drinkbak 28 zal het waterniveau in de drinkbak 28 dalen en een vlotter zal een waterinlaat openen. De drinkbak 28 wordt bijgevuld vanuit de koelmiddelverzamelbak 27. Tijdens het melken ontstaat in de 15 melkbekers 2 een mengsel van onttrokken melk en lucht. In de arm worden door sensoren de temperatuur, geleidbaarheid en kleur van de melk gemeten. De gegevens worden doorgegeven aan en verwerkt door de besturingscomputer 16. Het melk-luchtmengsel stroomt door het melkvacuüm via de 20 verbindingsmiddelkoelinrichting 25 naar het melkverzamelvat 4. De melk zakt hier naar de bodem van het vat en de lucht wordt via de vacuümaansluiting 5 naar de vacuümpomp af gevoerd. In deze uitvoering blijft de melk in het melkverzamelvat 4, totdat het hele melkproces klaar is.
25 Tijdens de duur van het melken geeft de melk warmte af aan het water in de koelmiddelruimte 21. Door de druk in de leiding 23 wordt koel water in de koelmiddelruimte 21 gevoerd. Tegelijkertijd wordt opgewarmd water via de koelmiddeluitvoer 50 en de verbindingsmiddelkoelinrichting 25 30 naar de koelmiddelverzamelbak 27 geleid. Indien het niveau in de koelmiddelverzamelbak een bepaald maximum niveau heeft bereikt, zal een afsluiter de doorstroming van het water doen stoppen. Indien de melkstroom onder een bepaalde drempel komt, wordt het melkproces beëindigd. De melkbekers 2 worden 35 afgekoppeld, de spenen gedesinfecteerd en de uitgang van de
jf U 'V
13 inrichting geopend. Aan de hand van de meetgegevens wordt door de besturingscomputer 16 besloten wat de bestemming is van de melk. Een (niet af geheelde) klep in de vacuümaansluiting wordt dichtgezet en het melkverzamelvat 4 5 wordt belucht. Vervolgens worden de juiste kleppen geopend naar de desbetreffende verdere melkverwerkingseenheden en de melkpomp 19 wordt gestart. Nadat de computer 16 een leegmelding van het melkverzamelvat 4 krijgt, wordt de (niet afgebeelde) reinigingsinrichting gestart die het 10 melkverzamelvat 4 en de verdere onderdelen die in contact zijn gekomen met melk inclusief de melkbekers 2 reinigt. Wanneer gereinigd wordt met warm water worden, alvorens het reinigingsproces wordt gestart eerst de koelmiddelruimte 21 en de verbindingsmiddelkoelinrichting 25 vrij van koelwater 15 gemaakt door deze via perslucht leeg te drukken naar het i koelmiddelverzamelvat 27. Hiermee wordt het afkoelen van het reinigingsmiddel beperkt.
1009707

Claims (24)

1. Inrichting (1) voor het automatisch melken van melkdieren, omvattende: 5 een melkbeker (2) voor het onttrekken van melk aan een melkdier en voor het genereren van een melk-lucht-mengsel, een robotarm (3) voor het automatisch aansluiten van de melkbeker (2) aan een speen van het melkdier, 10 een melkverzamelvat (4, 36, 37) voorzien van een vacuümaansluiting (5) verbonden met een vacuümbron, een melkafvoer (6) voor afvoer van de melk naar melkverwerkingsmiddelen, zoals een melkkoeltank en tenminste één melkinvoer (7) voor invoer van het melk-luchtmengsel, ' 15 tenminste één melkverbindingsmiddel (18) tussen een melkbeker (2) en de melkinvoer (7) voor transport van het melk-luchtmengsel, en een vatkoelinrichting (8) voor het koelen van de inhoud van een melkverzamelvat (4, 36, 37) , welke 20 vatkoelinrichting (8) een koeloppervlak (9) omvat met een melkzijde (47) voor contact met de melk en met een koelmiddelzijde (48) voor contact met een koelmiddel, met het kenmerk, dat de inrichting (1) uitsluitend één melkverzamelvat (4, 36, 37) omvat.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koelmiddelzijde (48) deel uitmaakt van de wand van een koelmiddelruimte (21) voor het bevatten van het koelmiddel.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, met het 30 kenmerk, dat verplaatsingsmiddelen (30) zijn aangebracht voor het verplaatsen van het koelmiddel in de koelmiddelruimte (21) .
4. Inrichting (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de koelmiddelruimte (21) een koelmiddel invoer 35 (49) en een koelmiddeluitvoer (50) omvat voor het koelmiddel. I Ü L U * t
5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, met . het kenmerk, dat de inrichting (1) een drinkbak (28) omvat voor het drenken van een dier en dat de koelmiddeluitvoer (50) via een leiding (24, 26) verbonden is met de drinkbak (28).
6. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting middelen omvat vopr het gebruik van ijswater als koelmiddel.
7. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een 10 vacuümregulator omvat voor het regelen van het vacuüm in het melkverzamelvat (4, 36, 37).
8. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wand (51) van het melkverzamelvat (4, 36, 37) het koeloppervlak (9) omvat. 1
9. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de melkinvoer, (7) aan de bovenzijde van het melkverzamelvat (4, 36, 37) is geplaatst.
10. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat het melkverzamelvat (4, 36, 20 37) een spreidvlak (29) omvat voor het spreiden van'de in het melkverzamelvat (4, 36, 37) te voeren melk.
11. Inrichting (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de melkinvoer (7) in de richting van de zwaartekracht gezien zich boven het spreidvlak (29) bevindt.
12. Inrichting (1) volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het spreidvlak (29) een hoek van tussen 10 en 80 graden met de richting van de zwaartekracht maakt.
13. Inrichting (1) volgens één der conclusies 10 tot en met 12, met het kenmerk, dat het koeloppervlak (9) ten minste 30 ten dele het spreidvlak (29) omvat.
14. Inrichting (1) volgens één der conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de wand (51) van het melkverzamelvat (4, 36, 37) tenminste gedeeltelijk het koeloppervlak (9) omgeeft. » ·»
15. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vatkoelinrichting (8) een spiraalkoeler (42) omvat.
16. Inrichting (1) volgens één der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de vatkoelinrichting (8) een platenkoeler omvat.
17. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) een verbindingsmiddelkoelinrichting (25) omvat voor het koelen 10 van door het melkverbindingsmiddel (18) te leiden melk.
18. Inrichting (1) volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelkoelinrichting (25) aangebracht is aan de robotarm (3).
19. Inrichting (1) volgens conclusie 17 of 18, met het 15 kenmerk, dat een leiding (24) aanwezig is voor het verbinden t van de vatkoelinrichting (8) met de verbindingsmiddel- oeiinrichting (25).
20. Inrichting (1) volgens conclusie 19 onder verwijzing naar conclusie 4, met het kenmerk, dat de 20 verbindingsmiddelkoelinrichting (25) is aangesloten op de koelmiddeluitvoer (50).
21. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het melkverzamelvat (4, 36, 37) omgeven is door een thermisch isolerende isolatielaag 25 (40) .
22. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van middelen voor het na het melken van een dier doen legen van het melkverzamelvat (4, 36, 37) zodat het 30 melkverzamelvat (4, 36, 37) geschikt is voor het bevatten van een uitsluitend gedurende een melkbeurt van het melkdier verkregen hoeveelheid melk.
23. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het melkverzamelvat (4, 36, 35 37) een volumemeter omvat. 1020737
24. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het melkverzamelvat (4, 36, 37) een roermiddel (38, 45) omvat voor het doen bewegen van melk. i Sw
NL1020787A 2002-06-06 2002-06-06 Inrichting voor het automatisch melken van dieren. NL1020787C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020787A NL1020787C2 (nl) 2002-06-06 2002-06-06 Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
DE60301231T DE60301231T2 (de) 2002-06-06 2003-04-01 Vorrichtung zum automatischen Melken von Tieren
EP03075937A EP1369034B1 (en) 2002-06-06 2003-04-01 A device for automatically milking animals
US10/249,970 US20030230243A1 (en) 2002-06-06 2003-05-23 A device for automatically milking animals

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020787A NL1020787C2 (nl) 2002-06-06 2002-06-06 Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL1020787 2002-06-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020787C2 true NL1020787C2 (nl) 2003-12-09

Family

ID=29546444

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020787A NL1020787C2 (nl) 2002-06-06 2002-06-06 Inrichting voor het automatisch melken van dieren.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20030230243A1 (nl)
EP (1) EP1369034B1 (nl)
DE (1) DE60301231T2 (nl)
NL (1) NL1020787C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7699024B2 (en) * 2006-09-20 2010-04-20 Rysewyk Terry P Milk temperature monitor with ambient temperature compensation
GB201022113D0 (en) 2010-12-30 2011-02-02 Delaval Internat Ab Bulk fluid refrigeration and heating
RU2466533C1 (ru) * 2011-04-05 2012-11-20 Государственное научное учреждение Всероссийский научно-исследовательский институт механизации животноводства Российской академии сельскохозяйственных наук (ГНУ ВНИИМЖ Россельхозакадемии) Передвижной доильный агрегат
NL2012791B1 (nl) 2014-05-09 2016-02-24 Lely Patent Nv Melktanksysteem, melktussenopslagvat daarvoor, melksysteem daarmee en werkwijze voor reinigen daarvan.
NL2012790B1 (nl) * 2014-05-09 2016-02-24 Lely Patent Nv Melkinrichting.
IT201600092753A1 (it) * 2016-09-14 2018-03-14 Mario Zaccaria Metodo e impianto per il trattamento del latte crudo
US11229186B2 (en) * 2016-12-16 2022-01-25 Delaval Holding Ab Method and apparatus for cooling of milk
NL2019330B1 (en) * 2017-07-24 2019-02-12 Hanskamp Agrotech B V Toilet for cattle, in particular for cow

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4013043A (en) * 1974-05-27 1977-03-22 Patrick William Kirwan Milking apparatus
US4351271A (en) * 1980-09-04 1982-09-28 Paul Mueller Company Refrigerated receiver
GB2136102A (en) * 1982-09-30 1984-09-12 Robert Rees Stephen Jones Milk cooler
EP0604308A1 (fr) * 1992-12-23 1994-06-29 Frigelait Echangeur de chaleur et application au refroidissement du lait provenant de la traite
EP0744584A2 (en) * 1995-05-26 1996-11-27 N.R. Development Limited Container for fast refrigeration and preservation of milk
EP0797915A2 (en) 1996-03-29 1997-10-01 Maasland N.V. An implement for milking animals

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US654220A (en) * 1899-10-06 1900-07-24 Maria A Bothwell Milk-cooler.
US1813050A (en) * 1928-03-28 1931-07-07 Hauk Edwin Milk cooler
US1768916A (en) * 1928-08-13 1930-07-01 Clyde M Lancaster Milk cooler
US1813871A (en) * 1930-01-10 1931-07-07 Goodyear Tire & Rubber Condenser
US1991733A (en) * 1931-12-29 1935-02-19 Foster Wheeler Corp Method and apparatus for cooling liquid
US2536752A (en) * 1944-04-04 1951-01-02 Gascoignes Reading Ltd Milk cooling device
US2470979A (en) * 1946-06-13 1949-05-24 George R Duncan Means for milking domestic farm animals and for temporarily storing milk and cooling it
US2739568A (en) * 1954-04-26 1956-03-27 Zero Mfg Company Vacuum container milking system and apparatus therefor
US2873723A (en) * 1957-04-26 1959-02-17 Zero Mfg Company Vacuum bulk milk tank with agitators
CH439854A (de) * 1964-06-03 1967-07-15 Karnath Guenther Verfahren zur Kühlung von Milch in Absaugmelkanlagen und Einrichtung zur Ausführung desselben
US3713218A (en) * 1970-05-14 1973-01-30 E Laike Device for the cooling and preliminary treatment of milk fresh from the cow
US3882693A (en) * 1974-02-01 1975-05-13 Rayne International Water cooler
SE445949B (sv) * 1981-03-19 1986-07-28 Volvo Penta Ab Kombinerad kylvattenfilteranordning och oljekylare for sjovattenkylda batmotorer
NL9300143A (nl) * 1993-01-26 1994-08-16 Lely Nv C Van Der Melkinrichting.
NL1004406C2 (nl) * 1996-08-01 1998-02-05 Maasland Nv Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
US6038030A (en) * 1997-01-13 2000-03-14 Maasland N.V. Method of establishing the presence of specific substances in milk as well as an implement for applying same

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4013043A (en) * 1974-05-27 1977-03-22 Patrick William Kirwan Milking apparatus
US4351271A (en) * 1980-09-04 1982-09-28 Paul Mueller Company Refrigerated receiver
GB2136102A (en) * 1982-09-30 1984-09-12 Robert Rees Stephen Jones Milk cooler
EP0604308A1 (fr) * 1992-12-23 1994-06-29 Frigelait Echangeur de chaleur et application au refroidissement du lait provenant de la traite
EP0744584A2 (en) * 1995-05-26 1996-11-27 N.R. Development Limited Container for fast refrigeration and preservation of milk
EP0797915A2 (en) 1996-03-29 1997-10-01 Maasland N.V. An implement for milking animals

Also Published As

Publication number Publication date
DE60301231D1 (de) 2005-09-15
EP1369034A3 (en) 2004-01-02
EP1369034A2 (en) 2003-12-10
EP1369034B1 (en) 2005-08-10
DE60301231T2 (de) 2006-06-01
US20030230243A1 (en) 2003-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5275124A (en) Milking apparatus
EP1374670B1 (en) A cleaning device
NL9900002A (nl) Melkinstallatie.
US5085172A (en) Discharge system for milk and an automatic milking system provided with such a discharge system
NL1020787C2 (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
WO1982000748A1 (en) Refrigerated receiver
US5195456A (en) Milking apparatus
US5272997A (en) Milking apparatus
CN110868848B (zh) 挤奶系统
CN110799034B (zh) 挤奶系统
EP1139723B1 (en) Device and method for milking animals
WO2009123435A2 (en) Method of managing an automatic milking system comprising a milking robot, and an automatic milking system comprising a milking robot
NL1015539C2 (nl) Melkinrichting en werkwijze voor het automatisch melken van dieren.
NL2021898B1 (nl) Systeem voor melken van een melkdier
NL1010827C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120101