NL1020548C2 - Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system - Google Patents

Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system Download PDF

Info

Publication number
NL1020548C2
NL1020548C2 NL1020548A NL1020548A NL1020548C2 NL 1020548 C2 NL1020548 C2 NL 1020548C2 NL 1020548 A NL1020548 A NL 1020548A NL 1020548 A NL1020548 A NL 1020548A NL 1020548 C2 NL1020548 C2 NL 1020548C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
planting
plants
planting machine
clods
series
Prior art date
Application number
NL1020548A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Dirk Bruygom
Original Assignee
Dirk Bruygom
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=29728879&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1020548(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Dirk Bruygom filed Critical Dirk Bruygom
Priority to NL1020548A priority Critical patent/NL1020548C2/en
Priority to NL1022690A priority patent/NL1022690C2/en
Priority to NL1022687A priority patent/NL1022687C2/en
Priority to NL1022692A priority patent/NL1022692C2/en
Priority to NL1022688A priority patent/NL1022688C2/en
Priority to NL1022691A priority patent/NL1022691C2/en
Priority to PCT/NL2003/000338 priority patent/WO2003094594A1/en
Priority to EP03725882A priority patent/EP1505866A1/en
Priority to AT03725878T priority patent/ATE400169T1/en
Priority to PCT/NL2003/000335 priority patent/WO2003094593A2/en
Priority to AT03725881T priority patent/ATE414408T1/en
Priority to DE60324786T priority patent/DE60324786D1/en
Priority to PCT/NL2003/000339 priority patent/WO2003094595A1/en
Priority to AU2003228143A priority patent/AU2003228143A1/en
Priority to DE60322050T priority patent/DE60322050D1/en
Priority to AU2003228140A priority patent/AU2003228140A1/en
Priority to EP03725881A priority patent/EP1505865B1/en
Priority to EP03725878A priority patent/EP1505864B1/en
Priority to AU2003231414A priority patent/AU2003231414A1/en
Publication of NL1020548C2 publication Critical patent/NL1020548C2/en
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/083Devices for setting plants in pots
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C11/00Transplanting machines
    • A01C11/02Transplanting machines for seedlings
    • A01C11/025Transplanting machines using seedling trays; Devices for removing the seedlings from the trays

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Transplanting Machines (AREA)

Abstract

The machine (2) has a system (10) with two singulators and a transport system (4) transfers plants supplied in sheets to a former singulator, which splits off in rows the plants in the sheet. The transport system transfers the split up rows of plants in succession to the latter singulator for singulating the plants, and the singulated plants to deposit locations (30). A system (12) places plants in planting locations. The plants in sheets are accommodated in pots. The transport system is arranged to transfer the sheet with plants to the former singulator.

Description

44

Titel: Pootmachine en werkwijze voor het met relatief hoge snelheid poten van al dan niet ontkiemde plantenTitle: Planting machine and method for planting plants with or without germination at relatively high speed

De uitvinding heeft betrekking op een pootmachine voor het poten van al dan niet ontkiemde planten, omvattende een verenkelsysteem voor het verenkelen van een aan de pootmachine toegevoerde plak met planten tot kluiten met planten, een pootsysteem voor het poten van kluiten met 5 planten in pootlocaties en een transportsysteem voor het vanaf het verenkelsysteem transporteren van de verenkelde kluiten met planten naar het pootsysteem, waarbij de poot machine is voorzien van een reeks pootmiddelen zoals een reeks grijpers voor het poten van een reeks verenkelde kluiten met planten in een reeks pootlocaties.The invention relates to a planting machine for planting plants, germinated or not, comprising a single-leaf system for single-leaf planting of plants fed into the planting plant, a planting system for planting planted plants in planting locations and a transport system for transporting the single rooted plants with plants to the leg system from the single root system, the leg machine being provided with a series of leg means such as a series of grippers for planting a series of single root balls with plants in a series of leg locations.

10 Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het poten van al dan niet ontkiemde planten.The invention furthermore relates to a method for planting plants, germinated or not.

De genoemde pootmachine is bekend en wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US 4,389,080. Met het verenkelsysteem van de bekende pootmachine worden rijen met planten uit de plak met planten 15 gezaagd, waarbij de rijen zijn georiënteerd volgens een aanvoerrichting van de plak. Vervolgens worden de aldus gezaagde rijen met planten verder in de aanvoerrichting door transportbuizen naar pootlocaties getransporteerd. Aan de uiteinden van de transportbuizen bevinden zich openingen die zijn voorzien van tegenhouders. De aangevoerde rijen met planten worden door 20 deze tegenhouders tegengehouden, waarna het verenkelsysteem kluiten met planten van de rij met planten kan verenkelen. De respectieve verenkelde kluiten worden vervolgens door grijpers van het pootsysteem gegrepen en naar respectieve pootlocaties in de bodem aangebrachte parallelle voren overgebracht. Het pootsysteem van de bekende pootmachine bestaat uit een *r ...The said planting machine is known and is described in U.S. Pat. No. 4,389,080. With the feathering system of the known planting machine, rows of plants are sawn from the slab with plants, the rows being oriented according to a direction of delivery of the slab. Subsequently the rows of plants thus sawn are transported further in the supply direction through transport tubes to leg locations. At the ends of the transport tubes there are openings which are provided with retainers. The supplied rows of plants are stopped by these retainers, after which the single-leaf system can clump with plants from the row of plants. The respective single clods are then gripped by grippers of the leg system and transferred to respective leg locations in the ground fore parallel. The planting system of the known planting machine consists of a * r ...

' i ··- Λ 2 rotor waaraan een aantal armen voorzien van grijpers zijn bevestigd. Gedurende het poten beweegt de pootmachine in de rijrichting en roteert de rotor zodanig dat de grijpers met regelmaat verenkelde planten van het verenkelsysteem afnemen en naar de betreffende pootlocaties overbrengen.'i ·· - Λ 2 rotor to which a number of arms with grippers are attached. During planting, the planting machine moves in the direction of travel and the rotor rotates such that the grippers regularly remove singled plants from the singular system and transfer them to the relevant planting locations.

5 Een eerste nadeel van de bekende pootmachine is dat hiermee geen hoge verwerkingssnelheid van de te poten planten mogelijk is. Dit is een gevolg van het feit dat er slechts een beperkt aantal transportbuizen is waarvan met relatief grote tijdsintervallen planten worden afgenomen.A first drawback of the known planting machine is that it does not allow a high processing speed of the plants to be planted. This is due to the fact that there is only a limited number of transport tubes from which plants are taken at relatively large time intervals.

Een tweede nadeel van de bekende pootmachine is dat deze niet 10 flexibel is. De bekende pootmachine is bij de invoer slechts geschikt voor een plak met planten waarvan de aantallen rijen en kolommen alsmede de breedte van de rijen en kolommen vastliggen. De breedte wordt vastgelegd door de breedte van de transportbuizen. Verder geldt dat de pootmachine bij de uitvoer niet op eenvoudige wijze worden aangepast aan verschillende 15 patronen van pootlocaties. Zo wordt het aantal parallelle voren met pootlocaties, alsmede de afstanden tussen de parallelle voren, op voorhand vastgelegd door de structuur van de transportbuizen. Indien de afstand tussen de voren moet worden veranderd, of indien het aantal voren dient te worden aangepast, dan dient de structuur van de transportbuizen hiervoor 20 eveneens te worden aangepast. Verder wordt de afstand tussen opeenvolgende pootlocaties in een en dezelfde voor op voorhand vastgelegd door de rotatiesnelheid van de rotor en de omtreksafstand van de cirkelboog ingesloten door twee opeenvolgende grijpers. Ook deze afstand is dus niet eenvoudig te wijzigen.A second drawback of the known planting machine is that it is not flexible. At the input, the known planting machine is only suitable for a slab with plants whose numbers of rows and columns and the width of the rows and columns are fixed. The width is determined by the width of the transport pipes. Furthermore, it applies that at the output the planting machine is not easily adapted to different patterns of planting locations. The number of parallel furrows with leg locations, as well as the distances between the parallel furrows, is thus determined in advance by the structure of the transport pipes. If the distance between the furrows has to be changed, or if the number of furrows has to be adjusted, the structure of the transport tubes must also be adjusted for this. Furthermore, the distance between successive leg locations in one and the same is predetermined by the rotational speed of the rotor and the circumferential distance of the arc enclosed by two successive grippers. This distance is therefore not easy to change.

25 Een derde nadeel van de bekende pootmachine is dat hiermee geen hoge plantdichtheid kan worden bereikt. Dit geldt in twee dimensies. Als gevolg van de structuur van de transportbuizen, alsmede door het beperkte aantal in de eerste richting georiënteerde naast elkaar gelegen rijen in de plak met planten, zijn de afstanden tussen naast gelegen voren relatief 30 groot. Verder geldt dat in de rijrichting van de pootmachine, ten gevolge van 1 C2CirU8 3 de structuur van de rotor met armen voorzien van grijpers, de afstanden tussen opeenvolgende.pootlocaties in een en dezelfde voor eveneens relatief groot zijn.A third disadvantage of the known planting machine is that no high planting density can be achieved with this. This applies in two dimensions. As a result of the structure of the transport tubes, as well as the limited number of adjacent rows in the slab of plants oriented in the first direction, the distances between adjacent fronts are relatively large. Furthermore, it holds that in the direction of travel of the planting machine, as a result of the structure of the rotor with arms provided with grippers, the distances between successive planting locations in one and the same front are also relatively large.

Het is een doel van de uitvinding om te voorzien in een 5 pootmachine waarmee tegemoet wordt gekomen aan tenminste een van de genoemde nadelen.It is an object of the invention to provide a planting machine with which at least one of the disadvantages mentioned is met.

Het doel wordt bereikt met de pootmachine volgens de uitvinding die daartoe gekenmerkt is doordat dat het transportsysteem is ingericht voor het transporteren van de reeks verenkelde kluiten naar posities die 10 overeenkomen met posities van de reeks pootmiddelen zodat elk pootmiddel correspondeert met een positie van een kluit van de reeks verenkelde kluiten. In het bijzonder kan het transportsysteem zijn ingericht voor het spatiëren van de verenkelde reeks kluiten op een bij voorkeur regelmatige onderlinge afstand die in hoofdzaak past bij de positionering van de reeks 15 pootmiddelen. Aldus kan de reeks pootmiddelen synchroon worden voorzien van een reeks kluiten met planten voor het synchroon poten van deze reeks kluiten. Hiermee kan een hoge verwerkingssnelheid van de kluiten met planten worden bereikt. Bij voorkeur kan de genoemde spatiëring eenvoudig worden aangepast door de afstanden tussen de reeks pootmiddelen te 20 wijzigen. Verder geldt dan bij voorkeur dat de genoemde spatiëring in hoofdzaak overeenkomt met de steek of onderlinge afstanden tussen aangrenzende pootlocaties van de reeks pootlocaties. Aldus kan de pootmachine eenvoudig aan verschillende roosterafmetingen van diverse pootroosters kan worden aangepast. De pootmachine kan in het bijzonder 25 worden aangepast aan pootroosters met relatief kleine afmetingen, zodat in dat geval kluiten met planten met een relatief hoge snelheid en een relatief hoge pootdichtheid kunnen worden gepoot. Verder wordt kunnen aan de pootmachine plakken met diverse afmetingen (zowel diverse aantallen rijen en kolommen in de plak alsmede diverse afmetingen van de kluiten in de 4 plak) kunnen worden toegevoerd, zodat de pootmachine zowel bij de invoer als bij de uitvoer flexibel is.The object is achieved with the planting machine according to the invention which is characterized for this purpose in that the transport system is arranged for transporting the series of singular clods to positions corresponding to positions of the series of leg means so that each leg means corresponds to a position of a clod of the series of single balls. In particular, the transport system can be adapted to spatialize the single series of balls of balls at a preferably regular mutual distance that substantially matches the positioning of the series of leg means. The series of leg means can thus be synchronously provided with a series of clods with plants for synchronous planting of this series of clods. A high processing speed of the balls of plants can hereby be achieved. Preferably, said spacing can easily be adjusted by changing the distances between the series of leg means. Furthermore, it then preferably holds that said spacing substantially corresponds to the pitch or mutual distances between adjacent leg locations of the series of leg locations. The planting machine can thus be easily adapted to different grid dimensions of various planting gratings. The planting machine can in particular be adapted to planting gratings with relatively small dimensions, so that in that case lumps can be planted with plants at a relatively high speed and a relatively high planting density. Furthermore, slabs with various dimensions (both various numbers of rows and columns in the slab as well as various dimensions of the balls in the 4 slab) can be supplied to the planting machine, so that the planting machine is flexible both at the input and at the output.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de pootmachine is gekenmerkt doordat het transportsysteem is voorzien van buffermiddelen voor het 5 bufferen van kluiten met planten. Hiermee kan een continue beschikbaarheid van kluiten met planten voor het pootsysteem worden gerealiseerd.A favorable embodiment of the planting machine is characterized in that the transport system is provided with buffer means for buffering clods of plants. With this a continuous availability of rootballs with plants for the planting system can be realized.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de pootmachine geldt dat het transportsysteem een transportband of transportketting omvat, 10 alsmede middelen voor het daarop plaatsen van de kluiten met planten.According to a preferred embodiment of the planting machine, it holds that the conveyor system comprises a conveyor belt or conveyor chain, as well as means for placing the balls of plants thereon.

Voorts is de pootmachine bij voorkeur voorzien van middelen voor het verplaatsen van de pootmachine in een rijrichting van de pootmachine. Bij voorkeur strekt althans een gedeelte van het transportsysteem zich althans ongeveer evenwijdig aan de reeks pootmiddelen uit, zodat de reeks 15 pootmiddelen op eenvoudige wijze een reeks kluiten kunnen opnemen.Furthermore, the planting machine is preferably provided with means for moving the planting machine in a direction of travel of the planting machine. Preferably, at least a portion of the conveyor system extends at least approximately parallel to the series of leg means, so that the series of leg means can receive a series of clods in a simple manner.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding geldt dat het transportsysteem is voorzien van transportmiddelen voor het in een derde richting transporteren van de verenkelde kluiten met planten naar de pootmiddelen, waarbij de 20 pootmiddelen een reeks grijpers omvatten voor het in hoofdzaak verticaal poten van een reeks kluiten met planten in een reeks pootlocaties van een pootrooster. Opgemerkt wordt dat het in hoofdzaak verticaal poten in beginsel als onafhankelijke maatregel in diverse pootmachines mogelijk is.According to a preferred embodiment of the planting machine according to the invention, it holds that the transport system is provided with transporting means for transporting the singular clumps of plants to the planting means in a third direction, the planting means comprising a series of grippers for substantially vertical planting of a planting plant. series of clods of plants in a series of planting locations of a planting grid. It is noted that essentially vertical planting is possible in principle as an independent measure in various planting machines.

Een geavanceerde uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de 25 uitvinding is gekenmerkt doordat het verenkelsysteem een eerste verenkelaar en een tweede verenkelaar omvat en dat het transportsysteem is ingericht voor het in een eerste richting transporteren van de plak met planten naar de eerste verenkelaar, waarbij de eerste verenkelaar is ingericht voor het afsplitsen van een dwars op de eerste richting 30 georiënteerde rij met planten van de plak met planten, waarbij het 5 transportsysteem is ingericht voor het in een dwars op de eerste richting gerichte tweede richting transporteren van de afgesplitste rij naar de tweede verenkelaar voor het verenkelen van kluiten met planten van de afgesplitste rij met planten. Doordat dwars op de eerste richting 5 georiënteerde rijen van de plak met worden afgesplitst en vervolgens door het transportsysteem in de tweede richting worden getransporteerd worden buffermiddelen gerealiseerd stroomopwaarts van de tweede verenkelaar. De afgesplitste rijen kunnen achter elkaar worden geplaatst in een wachtrij om vervolgens door de tweede verenkelaar te worden verenkeld. Hierna worden 10 de verenkelde kluiten met planten in de derde richting kunnen getransporteerd naar de pootlocaties. Indien de structuur of het patroon van de pootlocaties verandert kan de pootmachine worden aangepast door bijvoorbeeld de transportsnelheid van de planten in de derde richting aan te passen en de planten vervolgens te hergroeperen voor het planten. Door 15 de transportsnelheid van de planten in de derde richting te verhogen kan de plantdichtheid (eventueel in twee dimensies) naar wens worden verhoogd.An advanced embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the spring system comprises a first spring switch and a second spring switch and in that the transport system is arranged for transporting the slice of plants to the first spring switch in a first direction, the first spring switch is arranged for splitting a row of plants oriented transversely to the first direction from the slice of plants, the conveying system being adapted to transport the split row to the second spring chuck in a second direction directed transversely to the first direction for the singulation of rootballs with plants from the split row of plants. Because rows of the slab oriented transversely to the first direction 5 are split off and subsequently transported by the transport system in the second direction, buffer means are realized upstream of the second spring changer. The spliced rows can be placed one behind the other in a queue to be subsequently singled by the second singler. After this, the singular clumps with plants in the third direction can be transported to the planting locations. If the structure or pattern of the planting locations changes, the planting machine can be adjusted, for example, by adjusting the transport speed of the plants in the third direction and then regrouping the plants for planting. By increasing the transport speed of the plants in the third direction, the plant density (possibly in two dimensions) can be increased as desired.

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het transportsysteem is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting van de pootmachine aan een frame van de 20 pootmachine bevestigde afzetplank, waarbij de transportmiddelen zijn ingericht voor het transporteren van de respectieve verenkelde kluiten in de derde richting naar respectieve afzetlocaties op de afzetplank. Indien de derde richting, volgens welk de verenkelde planten worden aangevoerd, hierbij eveneens loodrecht op de rijrichting is gericht dan kunnen de 25 verenkelde kluiten op efficiënte wijze naar de betreffende afzetlocaties op de afzetplank kunnen worden overgebracht en hierop worden gehergroepeerd. Doordat de afzetplank in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting van de pootmachine is georiënteerd kan eveneens een compacte pootmachine worden gerealiseerd. Dit is een voordeel omdat het gewicht van de 30 pootmachine hierdoor beperkt kan blijven. Met name wanneer een op een * - 6 railverbinding beweegbare pootmachine wordt gebruikt, is het gewenst dat de pootmachine een relatief gering gewicht heeft. Een pootmachine met geringe afmetingen volgens de uitvinding kan worden gerealiseerd door de eerste richting in hoofdzaak parallel aan de rijrichting te kiezen, de tweede 5 richting in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting te kiezen en de derde richting eveneens loodrecht op de rijrichting te kiezen. Aldus kan een relatief compacte pootmachine met een relatief gering gewicht worden gerealiseerd waarmee op flexibele wijze een ordening of hergroepering van te poten planten op de respectieve afzetlocaties op de afzetplank wordt 10 bereikt.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the transport system is provided with a landing board fixed substantially perpendicular to the direction of travel of the planting machine to a frame of the planting machine, wherein the transporting means are adapted to transport the respective single root balls the third direction to respective outlet locations on the outlet board. If the third direction according to which the singular plants are supplied is also directed perpendicularly to the direction of travel, the singular clumps can be efficiently transferred to the relevant depositing locations on the depositing board and regrouped thereon. Because the landing board is oriented substantially perpendicular to the direction of travel of the planting machine, a compact planting machine can also be realized. This is an advantage because the weight of the planting machine can hereby remain limited. In particular when a planting machine movable on a * 6 rail connection is used, it is desirable that the planting machine has a relatively low weight. A planting machine with small dimensions according to the invention can be realized by choosing the first direction substantially parallel to the direction of travel, selecting the second direction substantially perpendicular to the direction of travel and selecting the third direction also perpendicular to the direction of travel. A relatively compact planting machine with a relatively low weight can thus be realized, with which an arrangement or regrouping of plants to be planted at the respective sales locations on the sales board can be achieved in a flexible manner.

Volgens een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding geldt dat het pootsysteem een reeks van aan het frame bevestigde grijpers omvat, waarbij de pootmachine is ingericht voor het aansturen van de grijpers, waarbij, in gebruik, een aangestuurde grijper 15 van de genoemde reeks van grijpers een in hoofdzaak verticale beweging uitvoert waarbij een kluit van een van de afzetlocaties van de afzetplank wordt gegrepen en in een pootlocatie wordt gepoot. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor het poten van planten in een op de bodem aangebracht fijnmazig (poot)rooster. Doordat de kluiten met planten op 20 verticale wijze in het rooster worden gepoot is een hoge pootsnelheid mogelijk zonder dat de grijpers in het roosters verstrikt raken. Het genoemde (poot)rooster wordt veel gebruikt door telers voor het met een hoge dichtheid telen van de planten. Een van de taken van het rooster is om de planten steun te bieden tijdens en na het poten. Hierbij is een relatief 25 hoge fijnmazigheid vereist, hetgeen in de praktijk betekent dat roosterafmetingen van 10 a 15 cm worden gebruikt. Dankzij het verticaal poten kan de pootmachine een relatief grote rijsnelheid hebben waarbij op betrouwbare en efficiënte wijze een relatief hoge pootdichtheid wordt bereikt.According to an embodiment of the planting machine according to the invention, it holds that the planting system comprises a series of grippers attached to the frame, the planting machine being adapted to control the grippers, wherein, in use, a controlled gripper 15 of said series of grabs performs a substantially vertical movement in which a clod is grabbed from one of the depositing locations of the depositing board and is planted in a leg location. This embodiment is particularly suitable for planting plants in a fine-meshed (leg) grid arranged on the bottom. Because the balls of plants are planted vertically in the grid, a high planting speed is possible without the grippers getting entangled in the gratings. The said (planting) grid is widely used by growers for growing the plants with a high density. One of the tasks of the grid is to provide support for the plants during and after planting. A relatively high degree of meshing is required here, which in practice means that grid dimensions of 10 to 15 cm are used. Thanks to the vertical planting, the planting machine can have a relatively high travel speed, whereby a relatively high planting density is achieved in a reliable and efficient manner.

77

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat dat de afzetplank beweegbaar is ten opzichte van het frame, en dat de pootmachine is ingericht voor het aansturen van de afzetplank, waarbij, in gebruik, nadat kluiten van afzetlocaties van de 5 afzetplank zijn gegrepen door de aangestuurde grijpers, de aangestuurde afzetplank wordt verplaatst voor het vrijgeven van ruimte voor de verticale bewegingen van de aangestuurde grijpers. Deze nader uitgewerkte uitvoeringsvorm resulteert in een bijzonder efficiënte pootmachine waarbij de doorvoersnelheid van de te poten planten is geoptimaliseerd. Immers, 10 gedurende het poten van een eerste reeks kluiten door de aangestuurde grijpers kan een tweede reeks kluiten met planten vanuit de derde richting worden aangevoerd en op de afzetlocaties van de afzetplank worden klaargezet. Hierbij kunnen de aangestuurde grijpers synchroon, direct nadat de eerste reeks kluiten is gepoot, hun oorspronkelijke 15 uitgangsposities innemen, waarbij de afzetplank met de tweede reeks planten onder de grijpers wordt geplaatst zodat de aangestuurde grijpers synchroon een nieuwe pootcyclus met de tweede reeks te poten planten kunnen starten.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the landing board is movable relative to the frame, and that the planting machine is adapted to control the landing board, wherein, in use, after clods of landing locations of the landing board have been grabbed by the controlled grippers, the controlled outlet is moved to release space for the vertical movements of the controlled grippers. This further elaborated embodiment results in a particularly efficient planting machine in which the throughput speed of the plants to be planted is optimized. After all, during the planting of a first series of clods by the controlled grippers, a second series of clods with plants from the third direction can be supplied and placed at the depositing locations of the depositing board. Here, the controlled grippers can synchronously, immediately after the first series of clods have been planted, assume their original starting positions, the landing board with the second series of plants being placed under the grippers so that the controlled grippers synchronously plant a new planting cycle with the second series of plants to be planted can start.

Volgens een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de 20 uitvinding is het transportsysteem voorzien van een eerste transportband voor het transporteren van de plak met planten in de eerste richting en een tweede transportband voor het transporteren van de rij met planten in de tweede richting. Bij voorkeur geldt hierbij dat de transportmiddelen zijn voorzien van een derde transportband voor het in de derde richting 25 transporteren van verenkelde kluiten van de rij en een afschuifeenheid voor het van de derde transportband naar respectieve afzetlocaties op de afzetplank schuiven van respectieve verenkelde kluiten. De pootmachine is bij voorkeur ingericht om via de tweede verenkelaar, tijdens de door de aangestuurde grijpers uitgevoerde verticale bewegingen, de derde 30 transportband te voorzien van verenkelde kluiten zodat een continue ' r r, 8 doorvoer van kluiten met planten wordt bewerkstelligd. In het geval waarin de derde richting loodrecht is gericht op de rijrichting van de pootmachine kan de derde transportband parallel aan en in de nabijheid van de afzetplank zijn bevestigd, zodat de afschuifeenheid de kluiten van de derde 5 transportband naar de afzetlocaties op de afzetplank kan schuiven. Bij voorkeur is de derde transportband een flappenband waarbij de flappen compartimenten voor het opnemen van kluiten vormen. De compartimenten bepalen dan de genoemde spatiëring.According to an embodiment of the planting machine according to the invention, the transport system is provided with a first conveyor belt for transporting the slice of plants in the first direction and a second conveyor belt for transporting the row of plants in the second direction. Preferably, it holds here that the transport means are provided with a third conveyor belt for transporting singular clods of the row in the third direction and a shear unit for sliding respective singular clods from the third conveyor belt to respective outlet locations on the outlet board. The planting machine is preferably adapted to provide the third conveyor belt with singular clods via the second spring chuck during the vertical movements carried out by the controlled grippers so that a continuous transfer of clumps of plants is effected. In the case where the third direction is perpendicular to the direction of travel of the planting machine, the third conveyor belt can be mounted parallel to and in the vicinity of the landing board, so that the shear unit can slide the balls of the third conveyor belt to the landing locations on the landing board . Preferably the third conveyor belt is a flapper belt wherein the flaps form compartments for receiving lumps. The compartments then determine the said spacing.

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is 10 gekenmerkt doordat het transportsysteem is ingericht voor het regelen van de snelheid van de derde transportband, waarbij, in gebruik, de derde transportband ten opzichte van het frame wordt stilgezet ten behoeve van het afschuiven van de afgesplitste kluiten met planten van de derde transportband naar de afzetlocaties. Hierbij wordt de derde transportband 15 zodanig stilgezet dat de met te poten kluiten met planten gevulde compartimenten van de derde transportband zich tegenover de betreffende afzetlocaties op de afzetplank bevinden. Vervolgens kunnen de kluiten door de afschuifeenheid van de compartimenten naar de afzetlocaties worden geschoven. Indien de derde transportband een gladde transportband is, dan 20 kan de genoemde spatiëring eenvoudig worden aangepast door het aanpassen van de draaisnelheid van de derde transportband. Verder geldt bij voorkeur dat de tweede verenkelaar is ingericht om, tijdens het afschuiven van de kluiten door de afschuifeenheid, een door de tweede verenkelaar verenkelde kluit naar een op een uiteinde van de afzetplank 25 gelegen afzetlocatie door te schuiven. Hiermee wordt een vergaande optimalisatie verkregen van de doorvoer van te poten kluiten met planten naar de uiteindelijke pootlocaties, doordat de tweede verenkelaar vrijwel onafgebroken kan functioneren. Zodoende wordt een relatief hoge pootcapaciteit van de pootmachine bereikt.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the transport system is adapted to control the speed of the third conveyor belt, wherein, in use, the third conveyor belt is stopped relative to the frame for the purpose of sliding off the split off clods of plants from the third conveyor belt to the sales locations. The third conveyor belt 15 is hereby stopped so that the compartments of the third conveyor belt filled with plants to be planted are situated opposite the relevant depositing locations on the depositing board. The clods can then be pushed through the shear unit of the compartments to the depositing locations. If the third conveyor belt is a smooth conveyor belt, then said spacing can be easily adjusted by adjusting the rotation speed of the third conveyor belt. Furthermore, it is preferably the case that the second spring chuck is adapted to, during the shearing of the clods by the shear unit, push a rocked-through ball of the second spring chuck to an outlet location located on one end of the shelf 25. This results in a far-reaching optimization of the transit of clods of plants to be planted to the final planting locations, because the second singler can function virtually continuously. A relatively high planting capacity of the planting machine is thus achieved.

/ Λ i'; r1· ·;··7 : Γ) )j/ Λ i '; r1 · ·; ·· 7: Γ)) j

, ·' / ·.,· **· O, · '/ ·., · ** · O

99

Een geavanceerde uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de eerste verenkelaar is voorzien van een breekmechanisme voor het door middel van breken afsplitsen van een rij met planten van de plak met planten. Bij het breken van de rij met planten 5 wordt gebruik gemaakt van vooraf in de plak met planten aangebrachte scheidingslijnen. De af te splitsen rij wordt volgens de scheidingslijnen afgesplitst van de plak met planten. In algemene zin is een eerste voordeel van breken (in het bijzonder ten opzichte van het bekende snijden of zagen van rijen van de plak) dat bij kleine positieverschuivingen van de plak de rij 10 toch volgens de aangebrachte scheidingslijnen wordt afgesplitst. Een tweede voordeel hiervan is dat onnodige verkruimeling van de plak met planten wordt voorkomen. Voor de uitvinding is het voordeel dat door het breken de genoemde spatiëring van de kluiten kan worden bereikt.An advanced embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the first spring chuck is provided with a breaking mechanism for splitting a row of plants from the plant slice by means of breaking. When breaking the row of plants 5, use is made of dividing lines previously arranged in the slice of plants. The row to be split is split off from the plant slice according to the dividing lines. In a general sense, a first advantage of breaking (in particular with respect to the known cutting or sawing of rows of the slab) is that in the case of small positional displacements of the slab, the row 10 is nevertheless split off according to the applied dividing lines. A second advantage of this is that unnecessary crumbling of the slice with plants is prevented. The advantage for the invention is that the said spacing of the balls can be achieved by breaking.

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is 15 gekenmerkt doordat de eerste verenkelaar is voorzien van tenminste een klem voor het vastklemmen van de plak met planten voor het afsplitsen van een rij met planten van de plak met planten. De plak met planten ondergaat voor het transport een door het transportsysteem veroorzaakte stuwende kracht, bijvoorbeeld doordat de eerste transportband onder de betreffende 20 plak doorslipt. Doordat de plak met planten wordt vastgeklemd kan de rij met planten van de plak met planten worden afgesplitst zonder dat de stuwing van de resterende plak (die als buffer fungeert) tegen de rij het afsplitsen bemoeilijkt.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the first spring chuck is provided with at least one clamp for clamping the slice with plants for splitting a row of plants from the slice with plants. For transport, the slice of plants undergoes a driving force caused by the transport system, for example because the first conveyor belt slips under the slice in question. Because the slab with plants is clamped, the row of plants can be split off from the slab with plants without the stowage of the remaining slab (which acts as a buffer) against the row making it difficult to separate it.

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is 25 gekenmerkt doordat de tweede verenkelaar is voorzien van tenminste een klem voor het vastklemmen van de afgesplitste rij met planten voor het verenkelen van kluit (met een plant) van de afgesplitste rij met planten.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the second spring chuck is provided with at least one clamp for clamping the split row of plants for kinking root ball (with a plant) from the split row of plants.

Met het vastklemmen wordt bereikt dat het afsplitsen niet wordt bemoeilijkt door een stuwende werking van de resterende (gebufferde) rij 30 met planten op de te verenkelen plant. De stuwende werking van de 10 resterende rij met planten kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een slippende tweede transportband.By clamping it is achieved that the splitting off is not hampered by a driving effect of the remaining (buffered) row of plants on the plant to be single-rooted. The driving effect of the remaining row of plants can for instance be caused by a slipping second conveyor belt.

Een bijzonder geavanceerde uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de pootmachine is voorzien van 5 een centrale regeleenheid die, direct of indirect, is verbonden met het transportsysteem, het verenkelsysteem en het pootsysteem, waarbij de centrale regeleenheid kan worden ingesteld volgens een bepaald pootprogramma, waarbij het pootprogramma het patroon van pootlocaties bepaalt, en waarbij de centrale regeleenheid is ingericht voor het conform 10 het ingestelde pootprogramma aansturen van het transportsysteem, het verenkelsysteem en het pootsysteem. De centrale regeleenheid verschaft de pootmachine een extra flexibiliteit, waarmee variabele pootpatronen van pootlocaties in afhankelijkheid van bijvoorbeeld het seizoen kunnen worden ingesteld. De centrale regeleenheid kan het transportsysteem, het 15 verenkelsysteem en het pootsysteem zodanig aansturen dat slechts bepaalde compartimenten van de derde transportband met een te poten kluit met een plant worden gevuld. Hiermee kan de pootafstand tussen pootlocaties in een richting loodrecht op de rijrichting worden geregeld. Verder is het mogelijk om deze pootafstand te wijzigen door de pootmachine van een andere derde 20 transportband met andere afmetingen van de compartimenten te voorzien en de instellingen van de overige systemen (transportsysteem, verenkelsysteem, pootsysteem) van de pootmachine hieraan aan te passen. Indien de derde transportband echter een gladde band is (geen flappenband met compartimenten) dan kan door aanpassing van de draaisnelheid de 25 spatiëring worden aangepast. De te hanteren pootafstanden in de richting loodrecht op de rijrichting worden soms opgelegd door een roostergrootte in deze richting van een op de bodem aangebracht rooster waarin de kluiten met planten dienen te worden gepoot. De pootafstand tussen pootlocaties in de rijrichting kunnen eveneens door de centrale regeleenheid worden 30 gewijzigd. Hierbij kan de centrale regeleenheid in afhankelijkheid van de /1 ! j ΐ /* i f : \ ·'· · 11 roostergrootte in de rijrichting en de gewenste rijsnelheid van de pootmachine de systemen van de pootmachine aansturen. Eventueel kunnen bepaalde roosters in de rijrichting worden overgeslagen.A particularly advanced embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the planting machine is provided with a central control unit which, directly or indirectly, is connected to the transport system, the single-leaf system and the planting system, wherein the central control unit can be set according to a determined planting program, wherein the planting program determines the pattern of planting locations, and wherein the central control unit is adapted to control the transport system, the single-leaf system and the planting system in accordance with the set planting program. The central control unit provides the planting machine with additional flexibility with which variable planting patterns of planting locations can be set depending on, for example, the season. The central control unit can control the transport system, the single-leaf system and the leg system such that only certain compartments of the third conveyor belt are filled with a plant to be planted. With this, the leg distance between leg locations in a direction perpendicular to the direction of travel can be controlled. Furthermore, it is possible to change this planting distance by providing the planting machine with another third conveyor belt with different dimensions of the compartments and by adapting the settings of the other systems (transport system, single-leaf system, planting system) of the planting machine. However, if the third conveyor belt is a smooth belt (not a flap belt with compartments), the spacing can be adjusted by adjusting the rotation speed. The leg distances to be handled in the direction perpendicular to the direction of travel are sometimes imposed by a grid size in this direction of a grid arranged on the ground in which the balls of plants are to be planted. The leg distance between leg locations in the driving direction can also be changed by the central control unit. The central control unit can in this case depend on the / 1! 11 ro / * i f: \ · '· · 11 grid size in the direction of travel and the desired driving speed of the planting machine control the planting systems. Certain grilles may be skipped in the direction of travel.

Een uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de uitvinding is 5 gekenmerkt doordat de pootmachine is voorzien van een positiesensor voor het bepalen van de positie van de pootmachine ten opzichte van een op de bodem aangebracht gaas of pootrooster. De aldus door de positiesensor gemeten positie van de pootmachine kan worden doorgegeven aan de centrale regeleenheid, waarbij de centrale regeleenheid in afhankelijkheid 10 van de rijsnelheid, de roostergrootte, de positie van de pootmachine en het ingestelde pootprogramma alsmede in afhankelijkheid van andere parameters, zoals eventuele correctiefactoren voor een scheef geplaatst rooster, het transportsysteem, het verenkelsysteem en het pootsysteem aanstuurt.An embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the planting machine is provided with a position sensor for determining the position of the planting machine relative to a mesh or planting grid arranged on the ground. The position of the planting machine thus measured by the position sensor can be transmitted to the central control unit, the central control unit depending on the driving speed, the grid size, the position of the planting machine and the set planting program as well as depending on other parameters, such as any controls correction factors for a sloping grid, the transport system, the single-leaf system and the leg system.

15 Volgens een geavanceerde pootmachine volgens de uitvinding geldt dat de pootmachine is voorzien van een nabij de grijpers op gestelde sproei-inrichting voor het met een bestrijdingsmiddel besproeien van de door de grijpers te poten kluiten met planten. Wanneer een kluit door een grijper is gegrepen van een afzetlocatie van de afzetplank, is het mogelijk om met de 20 sproei-inrichting een onderzijde van de kluit met plant, of de (pers)pot waarin de plant is opgenomen, te besproeien met het bestrijdingsmiddel. Doordat slechts de onderzijde en eventueel een deel van de zijkant van de kluit, of de (pers)pot waarin de plant is opgenomen, hoeft te worden behandeld, kan de te gebruiken hoeveelheid bestrijdingsmiddel worden 25 beperkt ten opzichte van de bekende situatie waarin de bodem in het rooster dient te worden behandeld met bestrijdingsmiddel. De sproei-inrichting kan als afzonderlijke maatregel in diverse typen pootmachines worden toegepast.According to an advanced planting machine according to the invention, it applies that the planting machine is provided with a spraying device arranged near the grippers for spraying the clods to be planted by the grippers with plants for potting. When a clod is grabbed by a gripper from a depositing location of the depositing board, it is possible with the spraying device to spray an underside of the clod with plant, or the (press) pot in which the plant is accommodated, with the pesticide . Because only the underside and possibly a part of the side of the root ball, or the (press) pot in which the plant is accommodated, need to be treated, the amount of pesticide to be used can be limited with respect to the known situation in which the soil the lattice must be treated with pesticide. The spraying device can be used as a separate measure in various types of planting machines.

Een praktische uitvoeringsvorm van de pootmachine volgens de 30 uitvinding is gekenmerkt doordat de pootmachine is voorzien van een ) 12 toevoersysteem voor het in een kist met een open voorzijde en een open bovenzijde aan de pootmachine toevoeren van een plak met planten, waarbij het toevoersysteem is voorzien van een schudmechanisme voor het losschudden van de plak ten opzichte van de kist, en waarbij het 5 toevoersysteem is voorzien van een verplaatsbare schuif met twee functies, waarbij de eerste functie van de schuif het afsluiten van de open voorzijde van de kist gedurende het schudden is en waarbij de tweede functie van de schuif het na het schudden in de eerste richting door de open voorzijde van de kist duwen van de plak met planten is.A practical embodiment of the planting machine according to the invention is characterized in that the planting machine is provided with a feeding system for feeding a slab of plants into a box with an open front side and an open top side, the feeding system being provided of a shaking mechanism for shaking the slab relative to the crate, and wherein the feeding system is provided with a movable slider with two functions, the first function of the slider being closing the open front of the crate during the shaking and wherein the second function of the slide is to push the plant slice through the open front of the box after shaking in the first direction.

10 De werkwijze volgens de uitvinding omvat tenminste de volgende stappen: • het aanvoeren naar een verenkelaar van een plak met planten; • het in de verenkelaar verenkelen van de plak met planten tot kluiten met planten, waarbij elke kluit in hoofdzaak één plant omvat; 15 · het aan een transportsysteem toevoeren van de verenkelde kluiten met planten, zodanig dat de kluiten op of door het transportsysteem op in hoofdzaak regelmatige onderlinge afstand worden gebracht; en • het door pootmiddelen opnemen van kluiten van het transportsysteem en het in pootlocaties poten van de kluiten met 20 planten.The method according to the invention comprises at least the following steps: supplying a slab with plants to a plunger; • singling the slice with plants in the singler into clods with plants, wherein each clod comprises substantially one plant; Supplying the singular clods with plants to a transport system, such that the clods on or through the transport system are brought at a substantially regular mutual distance; and • picking up clods of the transport system by planting means and planting the clods with plants in planting locations.

De werkwijze kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de pootmachine volgens de uitvinding. Verdere uitvoeringsvormen van de werkwijze worden gedefinieerd in de conclusies 24-30.The method can for instance be carried out by the planting machine according to the invention. Further embodiments of the method are defined in claims 24-30.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van 25 de tekening. Hierin toont:The invention will now be further elucidated with reference to the drawing. It shows:

Fig. 1 schematisch een perspectivische weergave van de pootmachine volgens de uitvinding;FIG. 1 schematically a perspective view of the planting machine according to the invention;

Fig. 2 schematisch een perspectivische weergave van een deel van de pootmachine volgens Fig. 1, waarbij een afschuifeenheid van de 13 pootmachine, een tweede verenkelaar, een derde transport en een afzetplank van de pootmachine worden getoond;FIG. 2 schematically shows a perspective view of a part of the planting machine according to FIG. 1, showing a shear unit of the planting machine, a second spring switch, a third transport, and a landing board of the planting machine;

Fig. 3 schematisch in bovenaanzicht het principe van de werking van een pootmachine volgens de uitvinding; 5 Fig. 4a t/m 4f schematisch in zijaanzicht de werking van een eerste verenkelaar van een pootmachine volgens de uitvinding, waarbij de eerste verenkelaar in zes respectieve fasen is getoond;FIG. 3 shows diagrammatically in plan view the principle of the operation of a planting machine according to the invention; FIG. 4a to 4f show diagrammatically in side view the operation of a first spring switch of a planting machine according to the invention, wherein the first spring switch is shown in six respective phases;

Fig. 5a een tweede verenkelaar van een pootmachine volgens de uitvinding, waarbij de tweede verenkelaar in een eerste fase is getoond; 10 Fig. 5b schematisch de werking van de tweede verenkelaar volgensFIG. 5a shows a second spring switch of a planting machine according to the invention, wherein the second spring switch is shown in a first phase; FIG. 5b schematically shows the operation of the second spring switch according to

Fig. 5a, waarbij de tweede verenkelaar in een tweede fase is getoond;FIG. 5a, wherein the second spring switch is shown in a second phase;

Fig. 6a t/m 6e schematisch in bovenaanzicht de (samen)werking van een tweede transportband, een derde transportband, een verplaatsbare afzetplank en een tweede verenkelaar van een pootmachine volgens de 15 uitvinding in vijf respectieve fasen;FIG. 6a to 6e show diagrammatically in plan view the (cooperation) action of a second conveyor belt, a third conveyor belt, a movable landing board and a second spring chopper of a planting machine according to the invention in five respective phases;

Fig. 7a t/m 7e schematisch in zijaanzicht de (samen)werking van de tweede transportband, de derde transportband, de verplaatsbare afzetplank, de tweede verenkelaar en grijpers van het pootsysteem van de pootmachine volgens Fig. 6 in vijf respectieve fasen die overeenkomen met de vijf 20 respectieve fasen in de Fig. 6a t/m 6e.FIG. 7a to 7e show diagrammatically in side view the (cooperation) action of the second conveyor belt, the third conveyor belt, the movable landing board, the second spring switch and grippers of the planting system of the planting machine according to FIG. 6 in five respective phases corresponding to the five respective phases in FIG. 6a to 6e.

Fig. 8a t/m 8h schematisch in zijaanzicht de werking van het toevoersysteem van een pootmachine volgens de uitvinding in acht respectieve fasen.FIG. 8a to 8h show diagrammatically in side view the operation of the feed system of a planting machine according to the invention in eight respective phases.

Fig. 9 een aangestuurde grijper, welke een te poten kluit met een 25 plant heeft vastgegrepen, waarbij de onderzijde van de kluit of (pot met plant) kan worden besproeid met een bestrijdingsmiddel;FIG. 9 a controlled gripper, which has grasped a root ball with a plant, wherein the underside of the root ball or (pot with plant) can be sprayed with a pesticide;

Fig. 10 een aangestuurde grijper die een in een (poot)rooster te poten kluit met een plant heeft gegrepen.FIG. 10 is a controlled gripper that has gripped a ball of soil to be planted in a (leg) lattice with a plant.

In Fig. 1 wordt een pootmachine 2 getoond voor het poten van al 30 dan niet ontkiemde planten of zaailingen. De pootmachine 2 omvat een 14 transportsysteem 4 voor het naar pootlocaties 6 transporteren van in plakken 8.1, 8.2 met planten aan de pootmachine 2 toegevoerde planten. De planten in de plakken kunnen in kluiten (of in (pers)potten) zijn opgenomen. De pootmachine 2 omvat een verenkelsysteem 10 met een eerste 5 verenkelaar 10.1 en een tweede verenkelaar 10.2 voor het verenkelen van de plak(ken) 8.1, 8.2 tot kluiten met planten. Voorts omvat de pootmachine 2 een pootsysteem 12 voor het poten van de door het transportsysteem 4 aangevoerde kluiten met planten in de pootlocaties 6. Het transportsysteem 4 is ingericht voor het spatiëren van de genoemde verenkelde kluiten op een 10 bij voorkeur regelmatige onderlinge afstand.In FIG. 1, a planting machine 2 is shown for planting plants or seedlings, whether or not germinated. The planting machine 2 comprises a transport system 4 for transporting plants supplied to the planting machine 2 to planting locations 6. The plants in the slices can be contained in clods (or in (press) pots). The planting machine 2 comprises a single-leaf system 10 with a first single-leaf chuck 10.1 and a second single-leaf chuck 10.2 for leaf-peeling the slab (s) 8.1, 8.2 to clump with plants. Furthermore, the planting machine 2 comprises a planting system 12 for planting the clods supplied by the transport system 4 with plants in the planting locations 6. The transport system 4 is arranged for spatializing said single-rooted clods at a preferably regular mutual distance.

De pootmachine 2 is voorzien van een (niet in de tekening getoond) aandrijfmiddelen voor het in en rijrichting voortbewegen van de pootmachine 2. Voorts is de pootmachine 2 voorzien van wielen die eventueel kunnen samenwerken met een op de bodem aangebrachte rijrails. 15 Het transportsysteem 4 van de pootmachine 2 volgens het onderhavige voorbeeld is ingericht voor het in een eerste richting 14 transporteren van de plak(ken) 8.1, 8.2 met planten naar de eerste verenkelaar 10.1, waarbij de eerste verenkelaar 10.1 is ingericht voor het afsplitsen van loodrecht op de eerste richting 14 georiënteerde rijen, zoals de 20 rijen 16.1, 16.2 of 16.3, met planten van de plak met planten 8.2. Voorts is het transportsysteem 4 bij voorkeur ingericht voor het in een in hoofdzaak loodrecht op de eerste richting 14 gerichte tweede richting 18 transporteren van afgesplitste rijen naar de tweede verenkelaar 10.2. De tweede verenkelaar 10.2 is ingericht voor het verenkelen van een kluit met een 25 plant 20 van de aan de tweede verenkelaar 10.2 toegevoerde afgesplitste rij, en, in het geval waarin de planten in (pers)potten zijn opgenomen, voor het verenkelen van een perspot met een plant 20. Voorts is het transportsysteem 4 ingericht voor het in een derde richting 22 transporteren van de afgesplitste kluiten 20 naar de pootlocaties 6.The planting machine 2 is provided with a drive means (not shown in the drawing) for propelling the planting machine 2 in the direction of travel and furthermore. The planting machine 2 is furthermore provided with wheels which can possibly cooperate with a row of rails arranged on the ground. The transport system 4 of the planting machine 2 according to the present example is adapted to transport the slab (s) 8.1, 8.2 with plants to the first spring chopper 10.1 in a first direction 14, wherein the first spring chopper 10.1 is arranged for splitting off rows oriented perpendicular to the first direction 14, such as the 20 rows 16.1, 16.2 or 16.3, with plants of the slice with plants 8.2. Furthermore, the transport system 4 is preferably adapted for transporting split-off rows to the second spring switch 10.2 in a second direction 18 directed substantially perpendicular to the first direction 14. The second spring chopper 10.2 is adapted to keel off a clod with a plant 20 from the split row supplied to the second spring chopper 10.2, and, in the case where the plants are included in (press) pots, to keel off a press pot with a plant 20. Furthermore, the transport system 4 is adapted for transporting the cleaved clumps 20 to the leg locations 6 in a third direction 22.

1515

In het gegeven voorbeeld van de pootmachine 2 geldt dat een rijrichting 24 van de pootmachine 2 tegengesteld gericht is aan de eerste richting 14. De eerste richting 14 staat in dit voorbeeld in hoofdzaak loodrecht op de tweede richting 18 en eveneens loodrecht op de derde 5 richting 22. De tweede richting 18 en de derde richting 22 zijn tegengesteld gericht.In the given example of the planting machine 2, it holds that a direction of travel 24 of the planting machine 2 is oppositely directed to the first direction 14. In this example, the first direction 14 is substantially perpendicular to the second direction 18 and also perpendicular to the third direction 22. The second direction 18 and the third direction 22 are opposed.

Het transportsysteem 4 van de pootmachine 2 is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting 24 van de pootmachine 2 aan een frame 26 van de pootmachine 2 bevestigde afzetplank 28. Het 10 transportsysteem 4 is ingericht voor het transporteren van de respectieve verenkelde planten 20 in de derde richting 22 naar de respectieve afzetlocaties 30 op de afzetplank 28.The transport system 4 of the planting machine 2 is provided with a depositing board 28 secured substantially perpendicular to the direction of travel 24 of the planting machine 2 to a frame 26 of the planting machine 2. The transport system 4 is adapted to transport the respective singled plants 20 into the third direction 22 to the respective outlet locations 30 on the outlet board 28.

Het pootsysteem 12 omvat een reeks van aan het frame 26 bevestigde reeks grijpers 32 voor het poten van een reeks kluiten (waarbij 15 elke kluit bij voorkeur één plant omvat) in een reeks pootlocaties. De pootmachine 2 is ingericht voor het aansturen van de reeks grijpers 32, waarbij een aangestuurde grijper van de genoemde reeks van grijpers 32 een in hoofdzaak verticale beweging uitvoert, waarbij een plant 20 van een van de afzetlocaties 30 van de afzetplank 28 wordt gegrepen en in een 20 pootlocatie 6 wordt gepoot. De grijpers kunnen bijvoorbeeld pneumatisch of elektrisch worden bekrachtigd. Doordat de grijpers 32 in hoofdzaak verticale pootbewegingen uitvoeren is de pootmachine 2 in het bijzonder geschikt voor het poten van kluiten met planten in roosteropeningen van een op de bodem aangebracht pootrooster of gaas 34. Bij het poten worden de planten 20 met 25 een relatief snelle verticale beweging in het rooster 34 gepoot. Hierdoor kan de pootmachine 2 de kluiten met planten 20 in het rooster 34 poten zonder dat de grijpers 32 verstrikt raken in het rooster 34. Bij voorkeur is de pootmachine 2 voorzien van een positiesensor voor het bepalen van de positie van de pootmachine 2 ten opzichte van het op de bodem 30 aangebrachte rooster 34. Door de positiebepaling kan de verticale - : " . 4 % 16 pootbeweging van de grijpers 32 zodanig worden gecontroleerd dat de kluiten met planten 20 gedurende het rijden van de pootmachine 2 op gewenste wijze in het rooster 34 worden gepoot.The leg system 12 comprises a series of series of grippers 32 attached to the frame 26 for planting a series of clods (wherein each clod preferably comprises one plant) in a series of leg locations. The planting machine 2 is adapted to control the series of grippers 32, wherein a controlled gripper of the said series of grippers 32 performs a substantially vertical movement, wherein a plant 20 of one of the depositing locations 30 of the depositing board 28 is gripped and a leg location 6 is planted. The grippers can be pneumatically or electrically powered, for example. Because the grippers 32 carry out substantially vertical planting movements, the planting machine 2 is particularly suitable for planting clods of plants in grid openings of a planting grid or mesh 34 arranged on the ground. When planting, the plants 20 become relatively fast with vertical movement planted in the grid 34. As a result, the planting machine 2 can plant the balls of plants 20 in the grid 34 without the grippers 32 becoming entangled in the grid 34. Preferably, the planting machine 2 is provided with a position sensor for determining the position of the planting machine 2 relative to the grate 34 arranged on the floor 30. The positional determination of the vertical movement of the grippers 32 of the grippers 32 can be controlled in such a way that the clods of plants 20 in the grate 34 in a desired manner during the driving of the planting machine 2. be planted.

De afzetplank 28 van de pootmachine 2 is beweegbaar bevestigd 5 aan het frame 26 van de pootmachine 2. De pootmachine 2 is ingericht voor het aansturen van de afzetplank 28, waarbij, nadat kluiten met planten van afzetlocaties 30 van de afzetplank 28 zijn vastgegrepen door grijpers 32, de aangestuurde afzetplank 28 wordt verplaatst voor het vrijgeven van ruimte voor de verticale bewegingen van de aangestuurde grijpers 32. (De 10 afzetplank kan hiertoe via bijvoorbeeld een translatie- of een zwenkbeweging worden verplaatst). Zodoende is het mogelijk dat de derde transportband 40 wordt gevuld met een nieuwe reeks te poten kluiten voor het laden van de afzetplank 28 terwijl de grijpers 32 verticale pootbewegingen uitvoeren voor het poten van een eerdere reeks kluiten 20 15 in de pootlocaties 6 van het rooster 34. Nadat de grijpers 32 in hun oorspronkelijke positie zijn teruggekeerd, kan de afzetplank 28 met de nieuwe reeks kluiten 20 zodanig ten opzichte van het frame 26 worden bewogen dat de nieuwe reeks kluiten 20 zich onder de reeks grijpers 32 bevinden. Vervolgens kan de reeks grijpers 32 een nieuwe pootcyclus 20 starten waarbij de nieuwe reeks kluiten met planten 20 worden gegrepen, de afzetplank 28 wederom wordt verplaatst voor het vrijgeven van ruimte voor de verticale bewegingen van de grijpers voor een nieuwe pootcyclus. Op deze wijze wordt een zeer efficiënte doorvoer van kluiten met planten 20 en een hoge plantcapaciteit van de pootmachine 2 bereikt.The depositing board 28 of the planting machine 2 is movably attached to the frame 26 of the planting machine 2. The planting machine 2 is adapted to control the depositing board 28, wherein, after clods with plants from depositing locations 30 of the depositing board 28 are gripped by grippers 32, the controlled landing board 28 is displaced to release space for the vertical movements of the controlled grippers 32. (To this end, the landing board can be moved via, for example, a translation or pivoting movement). Thus, it is possible for the third conveyor belt 40 to be filled with a new series of lumps to be planted for loading the landing board 28 while the grippers 32 perform vertical leg movements for planting an earlier series of lumps 20 in the planting locations 6 of the grid 34 After the grippers 32 have returned to their original position, the landing board 28 with the new series of balls 20 can be moved relative to the frame 26 such that the new series of balls 20 are located below the series of grippers 32. Subsequently, the series of grippers 32 can start a new planting cycle 20 in which the new series of clods are gripped with plants 20, the landing board 28 is again displaced to release space for the vertical movements of the grippers for a new planting cycle. In this way a very efficient throughput of clods with plants 20 and a high planting capacity of the planting machine 2 is achieved.

25 Het transportsysteem 4 van de pootmachine 2 is voorzien van een eerste transportband 36 voor het transporteren van de plakken 8.1, 8.2 met planten in de eerste richting 14 en een tweede transportband 38 voor het transporteren van afgesplitste rijen met planten in de tweede richting 18. Voorts is het transportsysteem 4 voorzien van transportmiddelen voor het in 30 de derde richting 22 transporteren van verenkelde kluiten met planten van 17 de afgesplitste rijen. De transportrichting van de transportmiddelen komt overeen met de derde richting. In dit voorbeeld omvatten de transportmiddelen een derde transportband 40. Tevens is het transportsysteem 4 voorzien van een afschuifeenheid 42 voor het van de 5 derde transportband 40 naar afzetlocaties 30 op de afzetplank 28 schuiven van verenkelde kluiten 20. De derde transportband 40 is bij voorkeur een flappenband. De flappenband is voorzien van flappen 44 waarmee compartimenten zijn gevormd voor het opnemen van verenkelde planten 20.The transport system 4 of the planting machine 2 is provided with a first conveyor belt 36 for transporting the slices 8.1, 8.2 with plants in the first direction 14 and a second conveyor belt 38 for transporting split rows of plants in the second direction 18. Furthermore, the conveying system 4 is provided with conveying means for conveying singular clods with plants from 17 the split rows in the third direction 22. The conveying direction of the conveying means corresponds to the third direction. In this example, the transport means comprise a third conveyor belt 40. The transport system 4 is also provided with a shear unit 42 for sliding singular clods 20 from the third conveyor belt 40 to depositing locations 30 on the depositing board 28. The third conveyor belt 40 is preferably a flap band. The flap band is provided with flaps 44 with which compartments are formed for receiving singular plants 20.

In Fig. 2 is het afschuiven van afgesplitste kluiten met planten 20 10 naar afzetlocaties 30 op de afzetplank 28 in detail getoond. In het voorbeeld van Fig. 2 is de derde transportband 40 een flappenband. Hierbij wordt de genoemde spatiëring tussen de kluiten bepaald door de spatiëring van de compartimenten. Voordat het afschuiven de afgesplitste planten 20 plaatsvindt wordt de derde transportband 40 door het transportsysteem 4 15 stilgezet. Op het moment dat de derde transportband 40 stilstaat bevinden de flappen 44 van de derde transportband 40 zich tegenover uitsparingen 46 van de afschuifeenheid 42. Hierdoor is het mogelijk dat de afschuifeenheid 42 zich in een richting loodrecht op de derde richting 22 beweegt, waarbij de verenkelde planten 20 door de afschuifeenheid 42 naar de afzetlocaties 30 20 van de afzetplank 28 worden geschoven. De afschuifeenheid 42 kan een plank met uitsparingen zijn of zijn gevormd door een of meer borstels.In FIG. 2, shearing of clumps of clods with plants 20 to depositing locations 30 on the depositing board 28 is shown in detail. In the example of FIG. 2, the third conveyor belt 40 is a flapper belt. The said spacing between the balls is hereby determined by the spacing of the compartments. Before shearing the split plants 20 takes place, the third conveyor belt 40 is stopped by the transport system 4. At the moment that the third conveyor belt 40 is stationary, the flaps 44 of the third conveyor belt 40 are opposite recesses 46 of the shear unit 42. As a result, it is possible for the shear unit 42 to move in a direction perpendicular to the third direction 22, the single plants 20 are slid through the shear unit 42 to the depositing locations 30 of the depositing board 28. The shear unit 42 may be a shelf with recesses or be formed by one or more brushes.

In het voorbeeld van Fig. 2 omvat de afzetplank 28 zeven afzetlocaties 30. Eén van de zeven afzetlocaties 30.A is gelegen op een uiterste positie van de afzetplank 28. In dit voorbeeld geldt dat wanneer zes 25 achtereenvolgende compartimenten van de derde transportband 40 zijn gevuld met kluiten met planten 20, de derde transportband 40 wordt gestopt. Vervolgens worden, zoals hiervoor is beschreven, de kluiten 20 door de afschuifeenheid 42 van de compartimenten naar de afzetlocaties 30 op de afzetplank 28 geschoven. Tegelijkertijd schuift de tweede verenkelaar 10.2 30 direct na het afsplitsen, een afgesplitste kluit met plant 20 via eenIn the example of FIG. 2, the delivery board 28 comprises seven delivery locations 30. One of the seven delivery locations 30.A is located at an extreme position of the delivery board 28. In this example, when six consecutive compartments of the third conveyor belt 40 are filled with balls of plants 20 the third conveyor belt 40 is stopped. Subsequently, as described above, the balls 20 are slid through the shear unit 42 from the compartments to the depositing locations 30 on the depositing board 28. At the same time, immediately after splitting off, the second spring chuck 10.2 30 slides a cleaved clod with plant 20 through a

A n o «r f. QN o f. Q

t v L · v , j -Vt v L · v, j -V

18 compartiment naar de afzetlocatie 30.A. Aldus wordt de doorvoer van de te poten kluiten met planten 20 verder geoptimaliseerd voor het verkrijgen van een maximale pootcapaciteit van de pootmachine 2.18 compartment to the outlet location 30.A. The throughput of the clods to be planted with plants 20 is thus further optimized for obtaining a maximum planting capacity of the planting machine 2.

De pootmachine 2 is zodanig ingericht dat de bewegende derde 5 transportband 40 met door de tweede verenkelaar 10.2 verenkelde kluiten 20 wordt gevuld gedurende het poten van kluiten 20 door de aangestuurde grijpers 32. Dit betekent dat de tweede verenkelaar 10.2 nagenoeg onafgebroken kan functioneren voor het verenkelen van kluiten 20 van aangevoerde rijen 16 met planten (zie o.a. Fig. 2 en 3). Ook nadat de derde 10 transportband 40 is stilgezet splitst de tweede verenkelaar 10.2 nog een kluit 20 (de laatste van de betreffende reeks hierna synchroon te poten kluiten met planten) af. Hierdoor wordt een zeer hoge en efficiënte doorvoer van te poten kluiten 20 gerealiseerd. Verder geldt dat door de tweede verenkelaar ook voor het afschuiven van de laatste afgesplitste kluit 20 te 15 gebruiken de breedte van de pootmachine 2 relatief gering is. Een dergelijke relatief geringe breedte is gewenst wanneer de pootmachine 2 in relatief smalle overdekte ruimtes dient te functioneren. Voorts heeft de pootmachine 2 eveneens beperkte afmetingen in de rijrichting 24. Deze beperkte afmetingen worden gerealiseerd doordat de tweede transportband 38, de 20 derde transportband 40 en de afzetplank 28 zich onderling in hoofdzaak parallel en loodrecht op de rijrichting bevinden. Dit is nader geïllustreerd in Fig. 3 waar een schematisch bovenaanzicht van de werking van de pootmachine 2 is getoond.The planting machine 2 is arranged in such a way that the moving third conveyor belt 40 is filled with clods 20 that are clumped by the second spring chuck 10.2 during the planting of clods 20 by the controlled grippers 32. This means that the second spring chuck 10.2 can function virtually continuously for the spring kinking. of clods 20 of supplied rows 16 with plants (see, inter alia, Figs. 2 and 3). Even after the third conveyor belt 40 has been stopped, the second spring chopper 10.2 also cleaves a clod 20 (the last of the series in question to be planted in sync with plants). A very high and efficient throughput of clods to be planted is hereby realized. Furthermore, it holds that by using the second spring chuck also for sliding off the last split ball 20, the width of the planting machine 2 is relatively small. Such a relatively small width is desirable when the planting machine 2 has to function in relatively narrow covered spaces. Furthermore, the planting machine 2 also has limited dimensions in the direction of travel 24. These limited dimensions are realized in that the second conveyor belt 38, the third conveyor belt 40 and the depositing board 28 are mutually substantially parallel and perpendicular to the direction of travel. This is further illustrated in FIG. 3 where a schematic top view of the operation of the planting machine 2 is shown.

Zoals schematisch is getoond in Fig. 3 is de eerste verenkelaar 10.1 25 ingericht voor het afsplitsen van loodrecht op de eerste richting 14 georiënteerde rijen met planten 16.1,16.2 of 16.3. Hierbij wordt een plak met planten 8.2 met vooraf bepaalde scheidingslijnen 48 althans gedeeltelijk in een open gedeelte van eerste verenkelaar 10.1 gebracht. Vervolgens wordt de plak met planten 8.2 vastgeklemd door een paar klemmen 50. De 30 klemmen van het paar 50 bevinden zich aan weerszijden van de plak met 19 planten 8.2. Het vastklemmen van de plak met planten 8.2 geschiedt om te verhinderen dat de plak met planten 8.2 door de stuwende werking die uitgaat van de slippende eerste transportband 36 het afsplitsen van een rij door de eerste verenkelaar 10.1 bemoeilijkt. De stuwende werking van de 5 slippende eerste transportband 36 is normaliter gewenst voor het verkrijgen van een continue aanvoer van planten in plak met planten 8.2. Eventueel kan de eerste transportband 36 worden geregeld op basis van een detectiesignaal dat afgegeven wordt door een sensor voor het meten van de aanvoer c.q. aanwezigheid van planten op de eerste transportband 36. Een 10 dergelijke sensor kan overigens eveneens worden toegepast voor de tweede transportband 38. Uiteraard is het op een dergelijke manier bufferen van kluiten slechts één van de vele mogelijkheden.As is shown schematically in FIG. 3, the first spring changer 10.1 is arranged for splitting rows of plants 16.1, 16.2 or 16.3 oriented perpendicular to the first direction 14. Hereby a slice with plants 8.2 with predetermined dividing lines 48 is introduced at least partially into an open portion of first spring chopper 10.1. The slab with plants 8.2 is then clamped by a pair of clamps 50. The 30 clamps of the pair 50 are located on either side of the slab with 19 plants 8.2. The clamping of the slab with plants 8.2 takes place to prevent the slab with plants 8.2 from hampering the splitting of a row by the first spring chuck 10.1 by the driving action emanating from the slipping first conveyor belt 36. The driving action of the slipping first conveyor belt 36 is normally desirable for obtaining a continuous supply of plants in slab with plants 8.2. Optionally, the first conveyor belt 36 can be controlled on the basis of a detection signal which is supplied by a sensor for measuring the supply or presence of plants on the first conveyor belt 36. Such a sensor can incidentally also be used for the second conveyor belt 38. Of course, buffering clods in such a way is just one of many options.

Zoals uit Fig. 3 blijkt kan volgens het principe van de werking van de pootmachine 2 een zeer hoge pootdichtheid van de te poten planten 20 in 15 de pootlocaties 6 worden bereikt. Deze hoge pootdichtheid kan mede worden bereikt doordat de aangevoerde plakken met planten met een vooraf vastgelegd aantal rijen 16, die loodrecht op de eerste richting zijn georiënteerd, worden gesplitst, waarbij gesplitste rijen 16 achter elkaar worden toegevoerd aan de tweede verenkelaar 10.2. Vervolgens worden de 20 kluiten met planten in de rijen 16 verenkeld en naar afzetlocaties 30 gevoerd. Hierdoor wordt een hergroepering van de verenkelde planten 20 bereikt, waarbij het aantal afzetlocaties 30 op de afzetplank 28 het aantal rijen van het pootpatroon van de pootlocaties 6 bepaalt. Hierdoor kan het aantal rijen 16 onafhankelijk zijn van het aantal van het pootpatroon.As shown in FIG. 3, a very high planting density of the plants 20 to be planted in planting locations 6 can be achieved in accordance with the principle of the operation of the planting machine 2. This high leg density can also be achieved by splitting the supplied slices with plants with a predetermined number of rows 16, which are oriented perpendicular to the first direction, wherein split rows 16 are fed one after the other to the second spring chuck 10.2. Subsequently, the 20 clumps of plants in the rows 16 are singled and fed to outlet locations 30. Hereby a regrouping of the singled plants 20 is achieved, the number of depositing locations 30 on the depositing board 28 determining the number of rows of the planting pattern of the planting locations 6. The number of rows 16 can hereby be independent of the number of the leg pattern.

25 Zodoende is met een beperkt aantal in de rijrichting gelegen rijen 16 van de plak 8 met planten een veel groter aantal rijen van het pootpatroon mogelijk. Voorts is door de hoge pootcapaciteit van de pootmachine 2 (zoals hiervoor beschreven) eveneens een hoge dichtheid van het aantal te poten planten 20 in de rijrichting mogelijk.Thus, with a limited number of rows 16 of the slab 8 with plants located in the direction of travel, a much larger number of rows of the leg pattern is possible. Furthermore, due to the high planting capacity of the planting machine 2 (as described above), a high density of the number of plants 20 to be planted in the direction of travel is also possible.

2020

In de Fig. 4a t/m 4f is nader getoond hoe het afsplitsen van een rij met planten van een plak met planten in zijn werk gaat.In the FIG. 4a to 4f it is further shown how splitting off a row of plants from a slice of plants works.

In Fig. 4a is getoond hoe de eerste verenkelaar 10.1 een plak met planten 8.2 opneemt. De plak 8.2 wordt tegen de aanslag 51 gestuwd door 5 de eerste transportband 36 (zie Fig. 4b). Vervolgens wordt de plak met planten 8.2 vastgeklemd door het klemmenpaar 50 zoals hiervoor beschreven. De eerste verenkelaar 10.1 klemt de rij met planten 16.1 van de opgenomen plak 8.2 vast tussen de neergaande aanslag 51 en het oplegvlak 52 (zie Fig. 4c). Vervolgens wordt er een gezamenlijke roterende beweging 10 door de aanslag 51 en het oplegvlak 52 uitgevoerd, waarbij de rij met planten 16.1 van de plak met planten 8.2 wordt afgebroken (zie Fig. 4d). Zoals in Fig. 4a t/m 4d is getoond breekt de rij met planten 16.1 hierbij volgens een vooraf aangebrachte scheidingslijn 48 van de plak 8.2 af. Fig. 4e toont dat de door de aanslag 51 en het oplegvlak 52 afgebroken rij een 15 translatie ondergaat in de eerste richting 14. Hierdoor komt de afgebroken rij geheel afgesplitst vrij te liggen van de plak 8.2. Tenslotte toont Fig. 4f dat de aanslag 51 naar boven is bewogen, waarbij de afgesplitste rij niet meer door de eerste verenkelaar wordt vastgeklemd. De afgesplitste rij kan vervolgens bijvoorbeeld door een schuif naar de tweede transportband 30 20 worden verplaatst. Vervolgens kan de afgesplitste rij met planten 16.1 via de tweede transportband 38 in de tweede richting 18 verder worden getransporteerd door het transportsysteem 4. Het transportsysteem 4 transporteert afgesplitste rijen in de tweede richting 18 naar de tweede verenkelaar 10.2.In FIG. 4a it is shown how the first singler 10.1 receives a slice of plants 8.2. The slice 8.2 is pushed against the stop 51 by the first conveyor belt 36 (see Fig. 4b). Subsequently, the slice with plants 8.2 is clamped by the pair of clips 50 as described above. The first spring chuck 10.1 clamps the row of plants 16.1 of the picked-up slab 8.2 between the falling stop 51 and the bearing surface 52 (see Fig. 4c). A joint rotating movement 10 is then carried out by the stop 51 and the support surface 52, the row of plants 16.1 being broken off from the slice of plants 8.2 (see Fig. 4d). As in FIG. 4a to 4d, the row of plants 16.1 hereby breaks off from the slice 8.2 according to a pre-arranged separation line 48. FIG. 4e shows that the row broken off by the stop 51 and the bearing surface 52 undergoes a translation in the first direction 14. As a result, the broken row becomes completely split free from the slice 8.2. Finally, FIG. 4f that the stop 51 has been moved upwards, whereby the split row is no longer clamped by the first spring switch. The split-off row can then, for example, be moved by a slider to the second conveyor belt. Subsequently, the split row of plants 16.1 can be further transported via the second conveyor belt 38 in the second direction 18 through the conveyor system 4. The conveyor system 4 transports split rows in the second direction 18 to the second spring switch 10.2.

25 De werking van de tweede verenkelaar 10.2 is nader toegelicht met de Fig. 5a en 5b. De met de tweede transportband 38 aangevoerde afgesplitste rij 16 wordt verplaatst totdat deze tegen een aanslagplaat 53 tot stilstand komt. Vervolgens wordt de rij 16 door een paar klemmen 54 vastgeklemd. Het vastklemmen dient om het verenkelen van kluit met een 30 plant te vergemakkelijken. Voor het verenkelen schuift de tweede 21 verenkelaar 10.2 een zuiger met een drukplaat tegen de te verenkelen kluit 20. Hierbij breekt de te verenkelen kluit met een plant 20 volgens een eventueel vooraf aangebrachte scheidingslijn van de afgesplitste rij en wordt de verenkelde kluit in een compartiment van de derde transportband 40 5 (hier: flappenband) geschoven zoals getoond in Fig. 5b. Op deze wijze kan de derde transportband 40 worden gevuld met verenkelde kluiten met planten 20. Zo is in Fig. 1 een situatie getekend waarin de derde transportband 40 is gevuld met vier te poten kluiten met planten 20.The operation of the second spring switch 10.2 is further explained with the Figs. 5a and 5b. The split row 16 supplied with the second conveyor belt 38 is moved until it comes to a stop against a stop plate 53. The row 16 is then clamped by a pair of clamps 54. The clamping serves to facilitate the clumping of root ball with a plant. For the singling, the second 21 singling chuck 10.2 slides a piston with a pressure plate against the clump 20 to be singled. Hereby the clump clump breaks with a plant 20 according to a possibly previously arranged dividing line of the split row and the singled clump becomes a compartment of the third conveyor belt 40 (here: flap belt) slid as shown in Figs. 5b. In this way the third conveyor belt 40 can be filled with singled-out clumps of plants 20. Thus, in FIG. 1 shows a situation in which the third conveyor belt 40 is filled with four lumps to be planted with plants 20.

Met de respectieve Fig. 6a t/m 6e en de bijbehorende respectieve 10 Fig. 7a t/m 7e wordt de samenwerking tussen de tweede transportband 38, de derde transportband 40, de afzetplank 28, de afschuifeenheid 42 en de grijpers 32 van het pootsysteem verder verduidelijkt. De Fig. 6a t/m 6e zijn schematische bovenaanzichten en de Fig. 7a t/m 7e zijn schematische zijaanzichten. In de fase van Fig. 6a en Fig. 7a worden kluiten met planten 15 (of planten in (pers)potten opgenomen) door de stuwplaat (instoter) 55 van de tweede verenkelaar 10.2 naar de compartimenten van de draaiende derde transportband 40 gestoten. Als er (in dit voorbeeld) dertien compartimenten van de derde transportband zijn gevuld dan stopt de derde transportband 40. De stuwplaat (of instoter) 55 blijft bij de laatste 20 instootslag "uit" staan. Vervolgens (Fig. 6b, 7b) zakt een aanslag 57 van de tweede verenkelaar 10.2 onder de afzetplank 28, waarna de afschuifeenheid 42 alle verenkelde kluiten met planten 20, op de kluit met plant 20 bij de genoemde stuwplaat 55 van de tweede verenkelaar 10.2 na, naar de afzetplank 28 schuift. De "laatste" kluit van de te poten reeks kluiten wordt, 25 zoals reeds eerder is vermeld, door de genoemde stuwplaat 55 doorgeschoven naar de afzetplank 28. Hierna (Fig. 6c, 7c) gaat de afschuifeenheid 42 naar zijn oorspronkelijke positie terug en de afzetplank 28 schuift onder de grijpers 32. De aanslag 57 komt weer omhoog, de derde transportband 40 begint weer te draaien, en de stuwplaat (instoter) 55 30 begint de derde transportband 40 weer te vullen. Tijdens het vullen van de .· 'v x 22 derde transportband 40 worden de kluiten 20 door de grijpers 32 vastgeklemd (Fig. 6d, 7d), waarna de afzetplank terugbeweegt voor het vrijgeven van ruimte voor de verticale pootbewegingen van de grijpers (Fig. 6e, 7e). De grijpers 32 staan nu klaar om, eventueel geactiveerd door een 5 sensorsignaal van een positiesensor, de kluiten verticaal in een rooster te poten.With the respective Figs. 6a to 6e and the respective respective Figs. 7a to 7e, the cooperation between the second conveyor belt 38, the third conveyor belt 40, the landing board 28, the shear unit 42 and the grippers 32 of the leg system is further clarified. FIG. 6a to 6e are schematic plan views and Figs. 7a to 7e are schematic side views. In the phase of FIG. 6a and FIG. 7a, clods of plants 15 (or plants contained in (press) pots) are pushed through the weir plate (tappet) 55 of the second spring chopper 10.2 to the compartments of the rotating third conveyor belt 40. If (in this example) thirteen compartments of the third conveyor belt are filled, then the third conveyor belt 40 stops. The weir plate (or tappet) 55 remains "off" at the last impact stroke. Subsequently (Fig. 6b, 7b) a stop 57 of the second spring chuck 10.2 sinks below the outlet board 28, whereafter the shear unit 42 follows all the single clods with plants 20, except for the clod with plant 20 at the said damper plate 55 of the second spring chuck 10.2 , slides to the landing board 28. The "last" clod of the series of clods to be planted is, as has already been mentioned, pushed through the said weir plate 55 to the landing board 28. After this (Fig. 6c, 7c) the shear unit 42 returns to its original position and the outlet board 28 slides under the grippers 32. The stop 57 rises again, the third conveyor belt 40 starts to rotate again, and the weir plate (insert) 55 starts to fill the third conveyor belt 40 again. During the filling of the third conveyor belt 40, the clods 20 are clamped by the grippers 32 (Figs. 6d, 7d), whereafter the landing board moves back to release space for the vertical leg movements of the grippers (Fig. 6e) 7th). The grippers 32 are now ready, possibly activated by a sensor signal from a position sensor, to plant the balls vertically in a grid.

Fig. 8 toont schematisch in zijaanzicht hoe een plak met planten 8.2 in een kist 58 met een open voorzijde 59 en eventueel een open bovenzijde aan de pootmachine 2 kan worden toegevoerd. De pootmachine 2 10 is voorzien van een toevoersysteem dat is voorzien van een schudmechanisme voor het losschudden van de plak 8.1 met planten ten opzichte van de kist 58. Zoals nader is getoond in de Fig. 8a t/m 8f is het toevoersysteem voorts voorzien van een verplaatsbare schuif 60 waarmee twee functies kunnen worden uitgevoerd. De eerste functie van de 15 verplaatsbare schuif 60 is om de open voorzijde 59 van de kist 58 gedurende het schudden af te sluiten. De tweede functie van de verplaatsbare schuif 60 is om de plak 8.1 met planten na het schudden in de eerste richting 14 door de open voorzijde van de kist 58 naar de eerste verenkelaar 10.1 te duwen (zie Fig. 8f t/m 8h). In Fig. 8a is een plak 8.1 met planten in een kist 58 20 geplaatst waarbij de kist vrij staat van de eerste transportband 36. Door het schudden wordt de plak 8.1 met planten tegen de schuif 60 (die zich op dat moment aan de voorzijde van de kist 58 bevindt) geschoven. Hierdoor ontstaat er aan de achterzijde van de kist ruimte waarin de schuif 60 later kan worden ingebracht. Teneinde de verplaatsing van de schuif 60 van de 25 voorzijde 59 naar de ruimte achterin de kist mogelijk te maken is de verplaatsbare schuif zowel in horizontale als in verticale richting verplaatsbaar. Dit is nader getoond in de Fig. 8b t/m 8e. In Fig. 8e is de schuif 60 achterin de kist 58 ingebracht, waarbij de schuif 60 de plak 8.2 met planten door de open voorzijde 59 op de eerste transportband 36 schuift. 30 Nadat de schuif 60 de plak 8.2 met planten over een zekere (vooraf 23 bepaalde) afstand over de eerste transportband 36 heeft geschoven stopt de schuifbeweging van de schuif 60 (Fig. 8f). Vervolgens (Fig. 8g) maakt de schuif 60 een scharnierende beweging en schuift de plak 8.1 met planten nog een stuk onder een handgreep van de kist door. Wanneer de kist 58 leeg 5 is scharniert de schuif 60 terug, en gaat omhoog richting de voorzijde 59 van de kist 58. De kist wordt naar links gebracht en kan worden verwisseld voor een met een nieuwe plak met planten gevulde kist.FIG. 8 shows diagrammatically in side view how a slab with plants 8.2 can be supplied to the planting machine 2 in a box 58 with an open front side 59 and optionally an open top side. The planting machine 2 is provided with a feeding system which is provided with a shaking mechanism for shaking off the slab 8.1 with plants relative to the box 58. As is further shown in Figs. 8a to 8f, the supply system is furthermore provided with a displaceable slide 60 with which two functions can be performed. The first function of the movable slider 60 is to close the open front side 59 of the box 58 during shaking. The second function of the movable slider 60 is to push the plant slice 8.1 after shaking in the first direction 14 through the open front side of the box 58 to the first spring chuck 10.1 (see Figs. 8f to 8h). In FIG. 8a, a slice 8.1 with plants is placed in a box 58, the box being free from the first conveyor belt 36. As a result of shaking, the slice 8.1 with plants is placed against the slider 60 (which at that moment is at the front of the box 58 moved). This creates space at the rear of the box into which the slider 60 can be inserted later. In order to make it possible to move the slider 60 from the front side 59 to the space at the back of the box, the movable slider can be moved both horizontally and vertically. This is further shown in FIG. 8b to 8th. In FIG. 8e, the slider 60 is inserted at the back of the crate 58, the slider 60 sliding the slice 8.2 with plants through the open front side 59 onto the first conveyor belt 36. After the slider 60 has slid the slice 8.2 with plants over a certain (predetermined 23) distance over the first conveyor belt 36, the sliding movement of the slider 60 stops (Fig. 8f). Subsequently (Fig. 8g) the slider 60 makes a hinged movement and the slice 8.1 with plants slides a little further under a handle of the box. When the box 58 is empty, the slider 60 pivots back, and rises towards the front side 59 of the box 58. The box is moved to the left and can be exchanged for a box filled with a new slice of plants.

De pootmachine 2 is voorzien van een centrale regeleenheid die, direct of indirect, is verbonden met het transportsysteem 4, het 10 verenkelsysteem 10 en/of het pootsysteem 12. De centrale regeleenheid is niet getoond in de tekening. De centrale regeleenheid kan worden ingesteld voor het toepassen van een bepaald pootprogramma, waarbij het pootprogramma het patroon van pootlocaties 6 in het pootrooster 34 bepaalt. Hierbij kan de centrale regeleenheid de systemen van de pootmachine 2 15 conform het ingestelde pootprogramma aansturen. De centrale regeleenheid kan hierbij worden gevoed met een stappensignaal van een stappenschijf waarvan de stappen corresponderen met de compartimenten van de draaiende derde transportband 40. De stappenschijf is bij voorkeur met de aandrijving van de derde transportband 40 gekoppeld. Zodoende kan de 20 centrale regeleenheid de tijdstippen van het instoten door de stuwplaat 55 van de tweede verenkelaar 10.2 op basis van onder meer het stappensignaal en het plantprogramma regelen. Verder geldt dat de centrale regeleenheid bijvoorbeeld wordt gevoed met een positiesignaal van de positiesensor voor het bepalen van de positie van de pootmachine 2 ten opzichte van het 25 pootrooster 34. Op basis van het positiesignaal, de rijsnelheid van de pootmachine 2, en eventuele andere parameters, zoals de roosterafmetingen, kan de centrale regeleenheid bijvoorbeeld de snelheid en timing van de grijpers 32 en de snelheid en timing van de afzetplank 28 alsmede de snelheden en timing van de diverse transportbanden en de 30 diverse verenkelaars regelen en op elkaar afstemmen.The planting machine 2 is provided with a central control unit which, directly or indirectly, is connected to the transport system 4, the spring system 10 and / or the planting system 12. The central control unit is not shown in the drawing. The central control unit can be set to apply a specific planting program, the planting program determining the pattern of planting locations 6 in the planting grid 34. Here, the central control unit can control the systems of the planting machine 2 in accordance with the set planting program. The central control unit can in this case be supplied with a step signal from a step disk whose steps correspond to the compartments of the rotating third conveyor belt 40. The step disk is preferably coupled to the drive of the third conveyor belt 40. The central control unit can thus control the times of ingress through the weir plate 55 of the second singler 10.2 on the basis of, inter alia, the step signal and the planting program. Furthermore, it holds that the central control unit is fed, for example, with a position signal from the position sensor for determining the position of the planting machine 2 relative to the planting grid 34. Based on the position signal, the travel speed of the planting machine 2, and any other parameters For example, such as the grid dimensions, the central control unit can control and tune the speed and timing of the grippers 32 and the speed and timing of the landing board 28 as well as the speeds and timing of the various conveyor belts and the various spring chocks.

·. Ί 24·. Ί 24

De centrale regeleenheid kan de pootmachine 2 volgens diverse pootprogramma's aansturen, waarbij volgens sommige pootprogramma's bijvoorbeeld alle opeenvolgende compartimenten van de derde transportband 40 worden gevuld met kluiten met planten (waarbij elke 5 kluit in de regel één plant omvat) en waarbij volgens andere pootprogramma's volgens een bepaalde structuur slechts bepaalde compartimenten worden gevuld. Hiermee is het mogelijk dat slechts bepaalde banen gelegen in de rijrichting van de pootmachine 2 worden gevuld met verenkelde kluiten 20. Bij voorkeur regelt de centrale 10 regeleenheid de aansturing van de grijpers 32 zodanig dat alleen de grijpers 32 die daadwerkelijk een verenkelde kluit 20 van een afzetlocatie dienen op te halen worden aangestuurd.The central control unit can control the planting machine 2 according to various planting programs, wherein according to some planting programs, for example, all successive compartments of the third conveyor belt 40 are filled with clods of plants (wherein each clod usually comprises one plant) and wherein according to other planting programs according to a certain structure only certain compartments are filled. Hereby it is possible that only certain tracks located in the direction of travel of the planting machine 2 are filled with single balls 20. Preferably, the central control unit controls the control of the grippers 32 such that only those grippers 32 which actually have a single ball of a drop off location must be controlled.

De pootmachine 2 kan op eenvoudige wijze voorzien worden van een andere derde transportband 40 waarvan de compartimenten andere 15 afmetingen kunnen hebben. Zodoende kan de spatiëring van de kluiten worden aangepast aan de onderlinge afstand tussen aangrenzende pootlocaties (ook wel de steek van de pootlocaties genoemd). Op deze wijze is het eenvoudig mogelijk om de pootmachine 2 aan te passen aan andere roosterafmetingen van het pootrooster 34 in een loodrecht op de rijrichting 20 gelegen richting. De roosterafmeting wordt ook wel de steek van het rooster genoemd. Een alternatief van de flappenband is een gladde derde transportband, waarbij de draaisnelheid wordt gebruikt voor het regelen/aanpassen van de genoemde spatiëring. Hierbij stuurt de regeleenheid de overige systemen (transportsysteem, verenkelsysteem, 25 pootsysteem) van de pootmachine 2 op een hieraan aangepaste wijze aan.The planting machine 2 can be provided in a simple manner with another third conveyor belt 40, the compartments of which can have other dimensions. Thus, the spacing of the balls can be adjusted to the mutual distance between adjacent leg locations (also called the pitch of the leg locations). In this way it is easily possible to adapt the planting machine 2 to other grid dimensions of the planting grid 34 in a direction perpendicular to the direction of travel 20. The grid size is also called the pitch of the grid. An alternative to the flap belt is a smooth third conveyor belt, wherein the rotation speed is used to control / adjust the said spacing. The control unit herein controls the other systems (transport system, single-leaf system, leg system) of the planter 2 in a manner adapted thereto.

De pootmachine 2 kan op eenvoudige wijze aan andere roosterafmetingen in de rijrichting worden aangepast door de centrale regeleenheid. Hierbij wordt onder meer de verwerkingssnelheid van de grijpers 32 aangepast. De grijpers 32 worden hierbij gesynchroniseerd en aangestuurd door een 30 positiesignaal van de positiesensor. Hierbij wordt een continue aanvoer van ' V 0 S 4 8 25 planten gegarandeerd doordat het transportsysteem, aangestuurd door (buffer)-sensoren voor het meten van de aanwezigheid van planten op de eerste en tweede transportband, voor een continue aanvoer van planten zorgdraagt. Aldus worden effectieve buffers gerealiseerd waardoor een 5 continue beschikbaarheid van kluiten met planten via het transportsysteem aan de reeks grijpers van het pootsysteem kunnen worden aangeboden. Eventueel worden de draaisnelheden van de transportbanden op basis van deze sensoren volgens een aan/uitregeling gestuurd. Verder kan de centrale regeleenheid de verwerkingssnelheid van de verenkelaars op basis van de 10 gewenste doorvoer van planten. Tevens is het mogelijk dat de draaisnelheden van de transportbanden door de centrale regeleenheid volgens een continu-fijnregeling worden aangepast aan de doorvoer van planten.The planting machine 2 can be easily adapted to other grid dimensions in the direction of travel by the central control unit. Here, among other things, the processing speed of the grippers 32 is adjusted. The grippers 32 are herein synchronized and driven by a position signal from the position sensor. Hereby a continuous supply of plants is guaranteed because the transport system, controlled by (buffer) sensors for measuring the presence of plants on the first and second conveyor belt, ensures a continuous supply of plants. Effective buffers are thus realized so that a continuous availability of clods of plants can be offered via the transport system to the series of grippers of the leg system. The rotational speeds of the conveyor belts can be controlled on the basis of these sensors according to an on / off control. Furthermore, the central control unit can control the processing speed of the singlers on the basis of the desired throughput of plants. It is also possible that the rotation speeds of the conveyor belts by the central control unit are adapted to the throughput of plants according to a continuous fine control.

De pootmachine 2 is bij voorkeur voorzien van een nabij de grijpers 15 32 opgestelde sproei-inrichting 62 voor het met een bestrijdingsmiddel besproeien van de gegrepen kluiten planten (of perspotten waarin de planten zijn opgenomen). Zoals in Fig. 9 is getoond bevinden zich de sproeikoppen 64 van de sproei-inrichting 62 zich nabij de grijpers 32 van pootsysteem 12. Met de sproeikoppen 64 kan het bestrijdingsmiddel aan 20 bijvoorbeeld de onderzijde en eventueel aan de zijkant van de kluit of aan de onderzijde en/of zijkant van de kluit of (pers)pot met een plant 20 worden aangebracht. De sproeikoppen 64 kunnen bijvoorbeeld aan een uiteinde van de afzetplank 28 zijn bevestigd. Nadat de plant 20 is besproeid door de sproei-inrichting 62 kan de plant 20 in een pootrooster 34 worden gepoot.The planting machine 2 is preferably provided with a spraying device 62 arranged near the grippers 32 for spraying the gripped clumps of plants (or press pots in which the plants are accommodated) with a pesticide. As in FIG. 9, the spray heads 64 of the spraying device 62 are located near the grippers 32 of leg system 12. With the spray heads 64, the pesticide can be applied to, for example, the underside and optionally to the side of the root ball or to the underside and / or side of the root ball or (press) pot with a plant 20. The spray nozzles 64 can be attached, for example, to one end of the landing board 28. After the plant 20 has been sprayed by the spraying device 62, the plant 20 can be planted in a planting grid 34.

25 Doordat met de sproei-inrichting 62 slechts de onderzijde van de plant 20 hoeft te worden besproeid in plaats van het gehele oppervlakte van het pootrooster 34, kan met de sproei-inrichting 62 voor de pootmachine 2 een belangrijke reductie van te gebruiken (schadelijke) bestrijdingsmiddelen worden bewerkstelligd.Since only the underside of the plant 20 needs to be sprayed with the spraying device 62 instead of the entire surface of the planting grid 34, the spraying device 62 for the planting machine 2 can significantly reduce the use of (harmful) pesticides are achieved.

' K 'J"K" J

s 26s 26

De pootmachine volgens de uitvinding is aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden toegelicht. De pootmachine is echter geenszins beperkt tot deze uitvoeringsvoorbeelden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de afzetplank 28 en/of de tweede transportband 38 en derde transportband 5 40 al dan niet beweegbaar onder een scherpe of stompe hoek ten opzichte van de eerste richting 14 worden geplaatst. Eventueel kan hiermee worden gecorrigeerd voor een pootrooster 34 dat niet uitgelijnd is met de rijrichting 24.The planting machine according to the invention is explained on the basis of a few exemplary embodiments. However, the planting machine is by no means limited to these exemplary embodiments. For example, it is possible for the depositing board 28 and / or the second conveyor belt 38 and third conveyor belt 40 to be placed movably or not at an acute or blunt angle with respect to the first direction 14. Optionally, this can be used to correct for a leg grid 34 that is not aligned with the direction of travel 24.

Claims (30)

1. Pootmachine voor het poten van al dan niet ontkiemde planten, omvattende een verenkelsysteem voor het verenkelen van een aan de pootmachine toegevoerde plak met planten tot kluiten met planten, een pootsysteem voor het poten van kluiten met planten in pootlocaties en een 5 transportsysteem voor het vanaf het verenkelsysteem transporteren van de verenkelde kluiten met planten naar het pootsysteem, waarbij de pootmachine is voorzien van een reeks pootmiddelen zoals een reeks grijpers voor het poten van een reeks verenkelde kluiten met planten in een reeks pootlocaties, met het kenmerk, dat het transportsysteem is ingericht voor 10 het transporteren van de reeks verenkelde kluiten naar posities die overeenkomen met posities van de reeks pootmiddelen zodat elk pootmiddel correspondeert met een positie van een kluit van de reeks verenkelde kluiten.Claims 1. Planting machine for planting plants, germinated or not, comprising a single-root system for single-rooting a slab with plants fed to the planting machine, a planting system for planting rootballs with plants in planting locations and a transport system for planting plants transporting the singular clumps of plants from the single-root system to the planting system, the planting machine being provided with a series of planting means such as a series of grippers for planting a series of single-rooted plants with a series of planting locations, characterized in that the transport system is arranged for transporting the series of single root balls to positions corresponding to positions of the series of leg means so that each leg means corresponds to a position of a root ball of the series of single root balls. 2. Pootmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 genoemde spatiëring in hoofdzaak overeenkomt met de steek of onderlinge afstanden tussen aangrenzende pootlocaties van de reeks pootlocaties.2. Planting machine as claimed in claim 1, characterized in that said spacing substantially corresponds to the pitch or mutual distances between adjacent planting locations of the series of planting locations. 3. Pootmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het transportsysteem is voorzien van buffermiddelen voor het bufferen van kluiten met planten teneinde een continue beschikbaarheid van kluiten met 20 planten voor het pootsysteem te realiseren.3. Planting machine as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the transport system is provided with buffer means for buffering clods of plants in order to realize a continuous availability of clods of plants for the planting system. 4. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pootmachine is voorzien van middelen voor het verplaatsen daarvan in een rijrichting van de pootmachine.4. Planting machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the planting machine is provided with means for moving it in a direction of travel of the planting machine. 5. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat althans een gedeelte van het transportsysteem zich althans ongeveer evenwijdig aan de reeks pootmiddelen uitstrekt.5. Planting machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that at least a part of the transport system extends at least approximately parallel to the series of planting means. 6. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transportsysteem is voorzien van transportmiddelen voor het in een derde richting transporteren van de verenkelde kluiten met planten naar de pootmiddelen, waarbij de pootmiddelen een reeks grijpers omvatten voor het in hoofdzaak verticaal poten van een reeks kluiten met 5 planten in een reeks pootlocaties van een pootrooster.Planting machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the transport system is provided with transporting means for transporting the singular clumps of plants to the planting means in a third direction, the planting means comprising a series of grippers for substantially vertical planting of a series of clods with 5 plants in a series of leg locations of a leg grid. 7. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat verenkelsysteem een eerste verenkelaar en een tweede verenkelaar omvat en dat het transportsysteem is ingericht voor het in een eerste richting transporteren van de plak met planten naar de eerste 10 verenkelaar, waarbij de eerste verenkelaar is ingericht voor het afsplitsen van een dwars op de eerste richting georiënteerde rij met planten van de plak met planten, waarbij het transportsysteem is ingericht voor het dwars op de eerste richting gerichte tweede richting transporteren van de afgesplitste rij naar de tweede verenkelaar voor het verenkelen van kluiten 15 met planten van de afgesplitste rij met planten.7. A planting machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the spring system comprises a first spring switch and a second spring switch and in that the transport system is adapted to transport the slice of plants to the first spring switch in a first direction, the first spring switch spring chuck is arranged for splitting a row of plants oriented transversely to the first direction from the slice of plants, wherein the transport system is arranged for transporting the split row directed transversely to the first direction to the second spring chuck for the spring of clods 15 with plants from the split row of plants. 8. Pootmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het transportsysteem is ingericht voor het bufferen van kluiten met planten, waartoe het transportsysteem is voorzien van een of meer buffer-sensor(s) die stroomopwaarts vlak voor de eerste en/of de tweede verenkelaar zijn 20 gesitueerd, waarbij de buffer-sensors dienen voor het detecteren van de hoeveelheid gebufferde kluiten voor de betreffende verenkelaar(s), en waarbij het transportsysteem is ingericht voor het aanvoeren van kluiten naar de betreffende verenkelaar(s) indien de gedetecteerde hoeveelheid gebufferde kluiten kleiner is dan een vooraf bepaalde waarde en waarbij het 25 transportsysteem is ingericht voor het stopzetten van de aanvoer van kluiten naar de betreffende verenkelaar(s) indien de gedetecteerde hoeveelheid gebufferde planten groter is dan een vooraf bepaalde waarde.Planting machine as claimed in claim 7, characterized in that the transport system is adapted to buffer clods of plants, for which purpose the transport system is provided with one or more buffer sensor (s) upstream just before the first and / or the second spring chuck are situated, wherein the buffer sensors serve to detect the amount of buffered clods for the respective spring chuck (s), and wherein the transport system is arranged for supplying clods to the respective spring chuck (s) if the detected amount of buffered clods is smaller than a predetermined value and wherein the transport system is adapted to stop the supply of clods to the respective spring changer (s) if the detected amount of buffered plants is greater than a predetermined value. 9. Pootmachine volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het transportsysteem is voorzien van een eerste transportband voor het 30 transporteren van de plak met planten in de eerste richting en een tweede transportband voor het transporteren van de rij met planten in de tweede richting.9. Planting machine as claimed in claim 7 or 8, characterized in that the transport system is provided with a first conveyor belt for transporting the slice with plants in the first direction and a second conveyor belt for transporting the row of plants in the second direction. 10. Pootmachine volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat het transportsysteem is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht op de 5 rijrichting van de pootmachine aan een frame van de pootmachine bevestigde afzetplank, waarbij de transportmiddelen zijn ingericht voor het transporteren van de respectieve verenkelde kluiten in de derde richting naar respectieve afzetlocaties op de afzetplank.10. Planting machine as claimed in any of the claims 6-9, characterized in that the transport system is provided with a removal board fixed substantially perpendicular to the direction of travel of the planting machine to a frame of the planting machine, wherein the transporting means are adapted to transport the respective single rootballs in the third direction to respective outlet locations on the outlet board. 11. Pootmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het 10 pootsysteem een reeks van aan het frame bevestigde grijpers omvat, waarbij de pootmachine is ingericht voor het aansturen van de grijpers, waarbij, in gebruik, een aangestuurde grijper van de genoemde reeks grijpers een in hoofdzaak verticale beweging uitvoert waarbij een kluit van een van de afzetlocaties van de afzetplank wordt gegrepen en in een pootlocatie wordt 15 gepoot.11. A planting machine according to claim 10, characterized in that the planting system comprises a series of grippers attached to the frame, the planting machine being adapted to control the grabs, wherein, in use, a controlled gripper of said series of grabs performs a substantially vertical movement in which a clod is grabbed from one of the depositing locations of the depositing board and is planted in a leg location. 12. Pootmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afzetplank beweegbaar is ten opzichte van het frame, en dat de pootmachine is ingericht voor het aansturen van de afzetplank, waarbij, in gebruik, nadat kluiten van afzetlocaties van de afzetplank zijn gegrepen door de 20 aangestuurde grijpers, de aangestuurde afzetplank wordt verplaatst voor het vrijgeven van ruimte voor de verticale bewegingen van de aangestuurde grijpers.12. A planting machine as claimed in claim 11, characterized in that the landing board is movable relative to the frame, and that the planting machine is adapted to control the landing board, wherein, in use, after clods of landing locations of the landing board are gripped by the controlled grippers, the controlled landing shelf is moved to release space for the vertical movements of the controlled grippers. 13. Pootmachine volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de transportmiddelen een derde transportband omvatten voor het in de 25 derde richting transporteren van verenkelde kluiten en een afschuifeenheid voor het van de derde transportband naar afzetlocaties op de afzetplank schuiven van verenkelde kluiten.13. Planting machine as claimed in any of the claims 10-12, characterized in that the transporting means comprise a third conveyor belt for transporting singular clods in the third direction and a shear unit for sliding singular singlets from the third conveyor belt to depositing locations on the depositing board clod. 14. Pootmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het transportsysteem is ingericht voor het regelen van de snelheid van de derde 30 transportband, waarbij, in gebruik, de derde transportband ten opzichte van *i het frame wordt stilgezet voor het afschuiven door de afschuifeenheid van de verenkelde kluiten van de derde transportband naar de afzetlocaties.14. Planting machine as claimed in claim 13, characterized in that the transport system is adapted to control the speed of the third conveyor belt, wherein, in use, the third conveyor belt is stopped relative to the frame for shearing by the shear unit of the single clods of the third conveyor belt to the delivery locations. 15. Pootmachine volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de tweede verenkelaar is ingericht voor het, tijdens het afschuiven van kluiten 5 door de afschuifeenheid van de derde transportband naar de afzetlocaties, afschuiven van een door de tweede verenkelaar verenkelde kluit naar een op een uiteinde van de afzetplank gelegen afzetlocatie.15. Planting machine as claimed in claim 13 or 14, characterized in that the second spring chuck is arranged for, during shearing off clods 5 by the shear unit from the third conveyor belt to the depositing locations, sliding a ball clung by the second spring chuck to a outlet location located at one end of the shelf. 16. Pootmachine volgens een der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de pootmachine is ingericht om via de tweede verenkelaar, tijdens de 10 door de aangestuurde grijpers uitgevoerde verticale bewegingen, de derde transportband te voorzien van kluiten.16. Planting machine as claimed in any of the claims 13-15, characterized in that the planting machine is adapted to provide the third conveyor belt with lumps via the second spring switch during the vertical movements carried out by the controlled grippers. 17. Pootmachine volgens een der conclusies 7-16, met het kenmerk, dat de eerste verenkelaar is voorzien van een breekmechanisme voor het door middel van breken afsplitsen van een rij van de plak met planten.17. Planting machine as claimed in any of the claims 7-16, characterized in that the first spring chuck is provided with a breaking mechanism for splitting off a row of the slice with plants by means of breaking. 18. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies 7-17, met het kenmerk, dat de eerste verenkelaar is voorzien van tenminste een klem voor het vastklemmen van de plak met planten voor het afsplitsen van een rij van de plak met planten.A planting machine according to any one of the preceding claims 7-17, characterized in that the first spring switch is provided with at least one clamp for clamping the slice with plants for splitting a row of the slice with plants. 19. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies 7-17, met het 20 kenmerk, dat de tweede verenkelaar is voorzien van tenminste een klem voor het vastklemmen van de afgesplitste rij voor het verenkelen van een kluit met een plant van de rij met planten.19. A planting machine according to any one of the preceding claims 7-17, characterized in that the second spring switch is provided with at least one clamp for clamping the split row for springing a ball with a plant from the row with plants. 20. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pootmachine is voorzien van een centrale regeleenheid die, 25 direct of indirect, is verbonden met het transportsysteem, het verenkelsysteem en het pootsysteem, waarbij de centrale regeleenheid kan worden ingesteld volgens een bepaald pootprogramma, waarbij het pootprogramma het patroon van pootlocaties bepaalt, en waarbij de centrale regeleenheid is ingericht voor het conform het ingestelde pootprogramma aansturen van het transportsysteem, het verenkelsysteem en het pootsysteem.20. Planting machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the planting machine is provided with a central control unit which, directly or indirectly, is connected to the transport system, the spring system and the planting system, wherein the central control unit can be set according to a defined planting program, wherein the planting program determines the pattern of planting locations, and wherein the central control unit is adapted to control the transport system, the single-leaf system and the planting system in accordance with the set planting program. 21. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pootmachine is voorzien van een positiesensor voor het 5 bepalen van de positie van de pootmachine ten opzichte van een op de bodem aangebracht gaas of pootrooster.21. A planting machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the planting machine is provided with a position sensor for determining the position of the planting machine relative to a mesh or planting grid arranged on the ground. 22. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pootmachine is voorzien van een nabij de pootmiddelen opgestelde sproei-inrichting voor het met een bestrijdingsmiddel besproeien 10 van door de pootmiddelen te poten planten.22. Planting machine as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the planting machine is provided with a spraying device arranged near the planting means for spraying plants to be planted by the planting means with a pesticide. 23. Pootmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pootmachine is voorzien van een toevoersysteem voor het in een kist met een open voorzijde en een open bovenzijde aan de pootmachine toevoeren van een plak met planten, waarbij het 15 toevoersysteem is voorzien van een schudmechanisme voor het losschudden van de plak ten opzichte van de kist, en waarbij het toevoersysteem is voorzien van een verplaatsbare schuif met twee functies, waarbij de eerste functie van de schuif het afsluiten van de open voorzijde van de kist gedurende het schudden is en waarbij de tweede functie van de schuif het 20 na het schudden in de eerste richting door de open voorzijde van de kist duwen van de plak met planten is.23. A planting machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the planting machine is provided with a supply system for supplying a planting slab to a planting machine in a crate with an open front side and an open top side, the supply system being provided of a shaking mechanism for shaking the slab relative to the crate, and wherein the feeding system is provided with a movable slider with two functions, the first function of the slider being closing the open front of the crate during shaking and wherein the second function of the slide is to push the slice of plants through the open front of the box after shaking in the first direction. 24. Werkwijze voor het poten van al dan niet ontkiemde planten, tenminste omvattende de volgende stappen: • het aanvoeren naar een verenkelaar van een plak met planten; 25. het in de verenkelaar verenkelen van de plak tot planten in kluiten met planten, waarbij elke kluit in hoofdzaak één plant omvat; • het aan een transportsysteem toevoeren van de verenkelde kluiten met planten, zodanig dat de kluiten op of door het transportsysteem op in hoofdzaak regelmatige onderlinge afstand worden gebracht; en • het door pootmiddelen opnemen van kluiten van het transportsysteem en het in pootlocaties poten van de kluiten met planten.A method for planting plants, whether germinated or not, comprising at least the following steps: • supplying a slab with plants to a plunger; 25. singling the slice in the singler into plants in clods with plants, wherein each clod comprises substantially one plant; Supplying the singular clods with plants to a transport system, such that the clods on or through the transport system are brought at a substantially regular mutual distance; and • picking up clods of the transport system by planting means and planting the clods with plants in planting locations. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij de kluiten uit de plak 5 worden losgemaakt door de verenkelaar en vervolgens op transportmiddelen van het transportsysteem worden gebracht.25. Method according to claim 24, wherein the clods are released from the slab 5 by the spring chuck and subsequently brought onto transport means of the transport system. 26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de losgemaakte kluiten op de transportmiddelen worden geschoven in een richting die een hoek insluit met en bij voorkeur ongeveer haaks staat op de transportrichting van de 10 transportmiddelen, waarbij de onderlinge afstand bij voorkeur in hoofdzaak wordt bepaald door de bewegingssnelheid van de transportmiddelen.26. Method as claimed in claim 25, wherein the detached clumps are pushed onto the transport means in a direction which encloses an angle and is preferably approximately perpendicular to the transport direction of the transport means, wherein the mutual distance is preferably substantially determined by the speed of movement of the means of transport. 27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26, waarbij de verenkelde kluiten vanaf de transportmiddelen op een afzetplank worden geschoven en door de pootmiddelen vanaf de afzetplank worden opgenomen en gepoot.27. Method as claimed in claim 25 or 26, wherein the singular clods are pushed from the transport means onto a deposit board and are picked up and planted by the leg means from the deposit board. 28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij de verenkelde kluiten worden opgenomen en gepoot door grijpers van de pootmiddelen, terwijl een nieuwe reeks verenkelde kluiten op of door de transportmiddelen wordt aangevoerd.A method according to claim 27, wherein the single rootballs are picked up and planted by grippers of the leg means, while a new series of single rootballs is supplied on or by the transport means. 29. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 24-28, waarbij de 20 werkwijze voorts de volgende stappen omvat: • het in een eerste verenkelaar afscheiden van een rij met planten van de plak met planten; • het aan een tweede verenkelaar toevoeren van de van elkaar gescheiden rijen met planten.29. A method according to any one of the preceding claims 24-28, wherein the method further comprises the following steps: • separating a row of plants from the slice of plants in a first singler; Feeding the separated rows of plants to a second singler. 30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de rijen via/door de transportsysteem worden getransporteerd van de eerste verenkelaar naar de tweede verenkelaar, bij voorkeur in een doorvoerrichting ongeveer evenwijdig aan de transportrichting van de transportmiddelen, waarbij een rij in de doorvoerrichting één reeks planten achter elkaar omvat of in de 30 doorvoerrichting één reeks planten naast elkaar omvat.Method according to claim 29, wherein the rows are transported via / through the transport system from the first spring switch to the second spring switch, preferably in a feed direction approximately parallel to the feed direction of the transport means, wherein a row in the feed direction is one series of plants behind each other or in the transit direction comprises one series of plants next to each other.
NL1020548A 2002-05-07 2002-05-07 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system NL1020548C2 (en)

Priority Applications (19)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020548A NL1020548C2 (en) 2002-05-07 2002-05-07 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022690A NL1022690C2 (en) 2002-05-07 2003-02-14 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022687A NL1022687C2 (en) 2002-05-07 2003-02-14 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022692A NL1022692C2 (en) 2002-05-07 2003-02-14 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022688A NL1022688C2 (en) 2002-05-07 2003-02-14 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022691A NL1022691C2 (en) 2002-05-07 2003-02-14 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
AT03725878T ATE400169T1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 AVERABLE PLANTER FOR PLANTING GERMINATED OR NON-GERMINATED PLANTS
AU2003228143A AU2003228143A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine and method for relatively high-speed planting of plants which may or may not have germinated
PCT/NL2003/000338 WO2003094594A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine provided with a singulating system having a breaking mechanism, and singulating system as such
PCT/NL2003/000335 WO2003094593A2 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Flexible planting machine for planting plants which may or may not have germinated
AT03725881T ATE414408T1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 PLANTER HAVING A SINGULATION SYSTEM WITH A BREAKING MECHANISM, AND SINGULATION SYSTEM AS SUCH
DE60324786T DE60324786D1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 PLANT MACHINE WITH A UNITING SYSTEM WITH BES
PCT/NL2003/000339 WO2003094595A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine and method for relatively high-speed planting of plants which may or may not have germinated
EP03725882A EP1505866A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine and method for relatively high-speed planting of plants which may or may not have germinated
DE60322050T DE60322050D1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 MULTI-PLANT MACHINE FOR PLANTING CROPPED OR NOT CROPPED PLANTS
AU2003228140A AU2003228140A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Flexible planting machine for planting plants which may or may not have germinated
EP03725881A EP1505865B1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine provided with a singulating system having a breaking mechanism, and singulating system as such
EP03725878A EP1505864B1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Flexible planting machine for planting plants which may or may not have germinated
AU2003231414A AU2003231414A1 (en) 2002-05-07 2003-05-07 Planting machine provided with a singulating system having a breaking mechanism, and singulating system as such

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020548 2002-05-07
NL1020548A NL1020548C2 (en) 2002-05-07 2002-05-07 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020548C2 true NL1020548C2 (en) 2003-11-10

Family

ID=29728879

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020548A NL1020548C2 (en) 2002-05-07 2002-05-07 Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020548C2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106941957A (en) * 2017-03-30 2017-07-14 华中农业大学 A kind of Seedling bag/pot for growing seedlings filling transfer car(buggy)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7713803A (en) * 1977-12-13 1979-06-15 Zwigro Bv Soil block positioning machine - involves rotating and swivelling shaft carrying pin groups, which impart thrust movement to alternate blocks
NL7806949A (en) * 1978-06-28 1980-01-03 Zwigro Bv Plant seedling block placing machine - has travelling chassis with feed and discharge conveyors and thruster
US4289080A (en) * 1979-07-25 1981-09-15 Celanese Corporation High-speed transplanter
US4307827A (en) * 1979-02-02 1981-12-29 G. A. Serlachius Oy Method and device for feeding plant cells in a planting machine
FR2801168A1 (en) * 1999-11-18 2001-05-25 Regero Sa Method of separating cubic seeding clods in agricultural planting machine involves gripping pairs of clods and twisting them to release them
EP1183941A1 (en) * 2000-08-28 2002-03-06 Johannes Gerrit Mostert Device for transferring balls of substrate or the like containing seeds or seedlings

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7713803A (en) * 1977-12-13 1979-06-15 Zwigro Bv Soil block positioning machine - involves rotating and swivelling shaft carrying pin groups, which impart thrust movement to alternate blocks
NL7806949A (en) * 1978-06-28 1980-01-03 Zwigro Bv Plant seedling block placing machine - has travelling chassis with feed and discharge conveyors and thruster
US4307827A (en) * 1979-02-02 1981-12-29 G. A. Serlachius Oy Method and device for feeding plant cells in a planting machine
US4289080A (en) * 1979-07-25 1981-09-15 Celanese Corporation High-speed transplanter
FR2801168A1 (en) * 1999-11-18 2001-05-25 Regero Sa Method of separating cubic seeding clods in agricultural planting machine involves gripping pairs of clods and twisting them to release them
EP1183941A1 (en) * 2000-08-28 2002-03-06 Johannes Gerrit Mostert Device for transferring balls of substrate or the like containing seeds or seedlings

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106941957A (en) * 2017-03-30 2017-07-14 华中农业大学 A kind of Seedling bag/pot for growing seedlings filling transfer car(buggy)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK3081071T3 (en) System for harvesting mushrooms
US8613585B2 (en) Method and arrangement for the stacking in layers of timber packages
JP5000135B2 (en) Automation planter
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL8902316A (en) DEVICE FOR MOVING SIZED CUTS.
NL1019870C2 (en) Transfer apparatus for moving plants from trays to larger pots, has grippers separated by distance equal to interval between trays and pots supplied to transfer device
NL1020548C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL8800217A (en) METHOD AND APPARATUS FOR FULLY AUTOMATIC INSERTING OF ARTICLES, IN PARTICULAR BONBONS, IN A PACKING UNIT.
EP1505865B1 (en) Planting machine provided with a singulating system having a breaking mechanism, and singulating system as such
EP1505866A1 (en) Planting machine and method for relatively high-speed planting of plants which may or may not have germinated
NL1022687C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1020550C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022698C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022697C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1020549C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022690C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022688C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
NL1022692C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
SE536210C2 (en) Method and apparatus for stacking and spraying wood pieces, and a method of using a bedding
EP1505864B1 (en) Flexible planting machine for planting plants which may or may not have germinated
EP3195712B1 (en) An improved transplanter machine for seedlings rooted in sods
WO2020144318A1 (en) Apparatus and method for supplying and transporting objects
NL1022691C2 (en) Planting machine has singulating system with two singulators, one singulator for splitting off in rows plants supplied in sheets and other for singulating plants supplied in split up rows by transport system
JP3796738B2 (en) Settling machine nursery block separator
NL1016027C2 (en) Apparatus for transferring seed lumps or seedlings containing substrate lumps or the like.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20220506