NL1020042C2

NL1020042C2 - Inklapbare houder.

Info

Publication number: NL1020042C2
Application number: NL1020042A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Nellestijn; Gijsbert Albertus Bonhof
Original assignee: Vika Metaal B V
Priority date: 2002-02-22
Filing date: 2002-02-22
Publication date: 2003-08-27

Description

INKLAPBARE HOUDER

De uitvinding betreft een houder, gevormd door een rechthoekig bodemdeel, twee van dat bodemdeel opstaande overstaande eerste wanddelen en twee aan het bodemdeel en de eerste wanddelen aansluitende tweede wanddelen, waarbij 5 de eerste wanddelen losbaar met de tweede wanddelen en scharnierbaar met het bodemdeel zijn gekoppeld en in een van de tweede wanddelen geloste toestand door scharnieren op en evenwijdig aan het bodemdeel zijn te brengen, en de tweede wanddelen loodrecht op het bodemdeel verplaatsbaar zijn over 10 een afstand die ten minste correspondeert met de totaal door de beide op het bodemdeel gebrachte eerste wanddelen ingenomen hoogte, en door scharnieren op en evenwijdig aan het bodemdeel en de daarop gelegde eerste wanddelen zijn te brengen.

15 Een dergelijke houder is bekend uit GB 1 255 785, dat betrekking heeft op inklapbare draadmanden.

De in dit octrooi beschreven inklapbare draadmanden zijn stapelbaar, maar zijn in gestapelde vorm niet toegankelijk voor het daarin plaatsen of daaruit opnemen van goederen, als 20 gevolg waarvan deze draadmanden minder geschikt zijn om te worden gebruikt in magazijnen van fabrieken, groothandels of bouwmarkten voor het opslaan en uitstallen van vaste voorwerpen zoals gereedschappen en bouwonderdelen.

Uit GB 842 635 is bekend een verbeterd steunelement voor 25 scharnierbare elementen zoals de wanden van een inklapbare houder

Het is een doel van de uitvinding een houder te verschaffen die in compacte toestand te vervoeren is.

Het is voorts een doel een houder te verschaffen die op 30 eenvoudige en reversibele wijze vanuit een gebruikstoestand in compacte toestand is te brengen, en die in gestapelde vorm toegankelijk voor het daarin plaatsen of daaruit opnemen van goederen.

Het is nog een doel een dergelijke houder te verschaffen 102004tl 2 ♦· die op eenvoudige en daarmee kosteneffectieve wijze te vervaardigen is.

Deze doelen worden gerealiseerd met een houder van het in de aanhef genoemde type, waarvan overeenkomstig de uitvinding 5 een eerste eerste wanddeel zich vanaf het bodemdeel schuin buitenwaarts uitstrekt en een tweede eerste wanddeel en de tweede wanddelen loodrecht van het bodemdeel opstaan.

Een dergelijke houder wordt op eenvoudige wijze vanuit de gebruikstoestand in een voor vervoer geschikte compacte 10 toestand gebracht, door de eerste wanddelen te lossen van de tweede wanddelen en om te klappen, waarbij ze op het bodemdeel komen te rusten, en vervolgens de tweede wanddelen over een bepaalde afstand in een richting loodrecht op het bodemdeel te verplaatsen en daarna om te klappen, waarbij ze 15 komen te rusten op de omgeklapte eerste wanddelen. De houder is dankzij drie loodrecht opstaande wanddelen gemakkelijk stapelbaar, terwijl het zich schuin buitenwaarts uitstrekkende wanddeel, dat bijvoorbeeld minder hoog is dan de overige wanddelen, een gemakkelijke toegankelijkheid tot 20 de houder waarborgt.

Ter besparing van materiaal, en dus van gewicht en kosten, zijn in uitvoeringsvormen het bodemdeel of ten minste een van de eerste of tweede wanddelen van openingen voorzien, of is de houder althans ten dele vervaardigd uit geperforeerd 25 materiaal.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de houder overeenkomstig de uitvinding althans ten dele vervaardigd uit draadmateriaal.

In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van een houder 10200421 3 volgens de uitvinding zijn het bodemdeel en de eerste en tweede wanddelen met elkaar gekoppeld door zich ten dele onder het bodemdeel uitstrekkende eerste koppelelementen waarin tenminste de tweede wanddelen over een ten minste met 5 de totale dikte van de beide eerste wanddelen corresponderende afstand loodrecht op het bodemdeel verplaatsbaar en scharnierbaar en de eerste wanddelen scharnierbaar zijn opgenomen.

Bij voorkeur zijn ook de eerste wanddelen in de eerste 10 koppelelementen over een ten minste met de totale dikte van de beide tweede wanddelen corresponderende afstand loodrecht op het bodemdeel verplaatsbaar en scharnierbaar opgenomen, zodat in praktische uitvoeringsvormen voor de vier hoeken van het bodemdeel kan worden volstaan met eenzelfde type van het 15 eerste koppelelement.

De eerste koppelelementen zijn bij voorkeur aan hun onderzijde voorzien van groeven voor het opnemen van met die groeven samenwerkende bovenranden van wanddelen van een tweede houder. Stapelbare houders die zijn voorzien van 20 koppelelementen volgens deze uitvoeringsvorm bieden het voordeel dat een stapeling bijzonder stabiel is, omdat de bovenranden van een onderste houder in de groeven van de koppelelementen van een op die houder geplaatste bovenste houder vallen, waarmee de bovenste houder geborgd is tegen 25 schuiven.

In weer een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede wanddelen aan aangrenzende randen met elkaar gekoppeld door tweede koppelelementen van een verend materiaal.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een houder volgens 30 de uitvinding is de houder voorzien van ten minste een zich onder het bodemdeel uitstrekkende met derde koppelelementen losbaar gekoppelde verstevigingsstrook.

Door het aankoppelen van een verstevigingsstrook kan de houder aanmerkelijk zwaarder worden belast, wat van belang is 35 voor houders die bestemd zijn voor het opslaan of uitstallen van relatief zware voorwerpen, bijvoorbeeld metalen bouwonderdelen of gereedschappen.

«» rs Ο Γ’- ί; ··' 7 4

Bij voorkeur zijn de derde koppelelementen voorzien van in gebruikstoestand neerwaarts gerichte sleuven voor het opnemen van met die sleuven samenwerkende zich horizontaal uitstrekkende dragerelementen.

5 Een houder, voorzien van dergelijke derde koppelelementen kan, desgewenst zonder verstevigingsstrook, op eenvoudige wijze worden opgehangen aan een wand, bijvoorbeeld tussen daartoe bestemde zich horizontaal van die wand uitstrekkende dragers of consoles.

10 De koppelementen zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit een geschikt kunststof materiaal, bijvoorbeeld door spuitgieten.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.

15 In de tekeningen tonen

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht een zogeheten draadmand volgens de stand der techniek,

Fig. 2 in perspectivisch aanzicht de randen en de koppelelementen van een uitvoeringsvorm van een houder 20 volgens de uitvinding,

Fig. 3 in opengebroken perspectivisch aanzicht een detail van de in fig. 2 getoonde houder, en

Fig. 4 in perspectivisch aanzicht een van derde koppelelementen voorziene verstevigingsstrook.

25 In de figuren worden corresponderende onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een draadmand 1 met een bodem 2, een zich schuin buitenwaarts uitstrekkende voorwand 3, een recht van de bodem opstaande achterwand 4 en recht opstaande zijwanden 30 5, 6. Bodem 2 en wanden 3-6 zijn alle vervaardigd uit gelaste en elektrolystisch verzinkte stukken draadstaal 7. De achterwand 4 en de zijwanden 5, 6 zijn van gelijke hoogte, de voorwand 3 is lager om te toegankelijkheid van de mand 1 te verhogen. De mand 1 is vervaardigd door omzetten van voorwand 35 3 en achterwand 4 van bodem 2, en door het aanlassen van de zijwanden 5, 6. Deze rechthoekige mand 1 is moeilijk stapelbaar, en is niet nestbaar, wat bij het vervoer ervan 5 als ernstig nadeel wordt ondervonden.

Fig. 2 toont de omtrekken van een draadmand 11 volgens de uitvinding met een bodem 12, een zich schuin buitenwaarts uitstrekkende voorwand 13, een recht van de bodem 12 5 opstaande achterwand 14 en recht opstaande zijwanden 15, 16. Van de bodem 12 en de wanden 13-16 zijn de omtreksranden getoond, die zijn vervaardigd uit draadstaal, en die de respectieve bodem- en wanddelen begrenzen, die eveneens uit draadstaal 7 zijn vervaardigd. Het bodemdeel 12, de voorwand 10 13, de achterwand 14 en de zijwanden 15, 16 zijn met elkaar gekoppeld door hoekelementen 17 die zich ten dele onder het bodemdeel 12 uitstrekken. De opstaande wanden 13-16 zijn onderling gekoppeld door ribelementen 18. In de hoekelementen 17 zijn de zijwanden 15, 16, de achterwand 14 en de voorwand 15 13 scharnierbaar opgenomen en over een zodanige afstand in een richting loodrecht op de bodem 12 verplaatsbaar, dat wanneer de zijwanden 15, 16 niet aan de voorwand 13 en de achterwand 14 zijn gekoppeld, de voorwand 13 en de achterwand 14 door omklappen op de bodem 12 gelegd kunnen worden, en de 20 zijwanden 15, 16 door achtereenvolgens verplaatsen in een richting loodrecht op de bodem 12 en omklappen op de reeds op de bodem liggende voorwand 13 en achterwand 14 gelegd kunnen worden.

Fig. 3 toont het hoekelement 17 linksachter uit fig. 2 en 25 het ribelement 18 linksboven uit fig. 2, beide vervaardigd uit een geschikt flexibel kunststof materiaal, in meer detail. Het getoonde hoekelement 17 wordt om de omtreksrand van het bodemdeel 12 geklemd, waarna vervolgens de achterwand 14 en de linker zijwand 15 worden ingeklemd, die vervolgens 30 onderling worden gekoppeld door ribelement 18. De achterwand 14 en de linker zijwand 15 zijn elk in een sleuf 26 in het hoekelement 17 scharnierbaar opgenomen en in verticale richting verplaatsbaar over een afstand die correspondeert met ten minste de totale dikte van twee wanddelen, zodat het 35 mogelijk is de voorwand 13 en de achterwand 14 door omhoogtrekken en naar binnen draaien neer te leggen op de reeds naar binnen gedraaide en op de bodem 12 gelegde 6 zijwanden 15, 16. Omgekeerd is het ook mogelijk eerst de voorwand 13 en de achterwand 14 door naar binnen draaien neer te leggen op de bodem 12, en de beide wanddelen 15, 16 vervolgens door omhoogtrekken en naar binnen draaien op de 5 ingeklapte voorwand 13 en achterwand 14 te leggen. Twee onderling loodrechte groeven 19 aan de onderzijde van het hoekelement 17 maken het op eenvoudige wijze mogelijk manden 11 op elkaar te stapelen, waarbij telkens de omtrekstranden van de achterwand 14 en de zijwanden 15, 16 van een eerste 10 mand in de groeven 19 van de hoekelementen 17 van een op die eerste mand te stapelen tweede mand vallen.

Fig. 4 toont een metalen verstevigingsstrook 20 die is ingeklemd tussen twee kunststof koppelelementen 21, en aldus onder de bodem 12 van een draadmand 11 kan worden 15 aangebracht, door deze draadmand met zijn draadstalen omtreksrand vast te klikken in groeven 23 in de bovenzijde van de koppelelementen 21. De koppelelementen 21 zijn voorts voorzien van neerwaarts gerichte sleuven 22 voor het daarin opnemen van een horizontaal console (niet getoond) van een 20 wandrek, waarmee het mogelijk is een draadmand 11 op te hangen.

Ί Π ·'''

Claims

1. Houder (11), gevormd door een rechthoekig bodemdeel (12), twee van dat bodemdeel (12) opstaande overstaande eerste wanddelen (13, 14) en twee aan het bodemdeel (12) en de eerste wanddelen (13, 14) aansluitende tweede wanddelen 5 (15, 16), waarbij - de eerste wanddelen (13, 14) losbaar met de tweede wanddelen (15, 16) en scharnierbaar met het bodemdeel (12) zijn gekoppeld en in een van de tweede wanddelen (15, 16) geloste toestand door scharnieren op en evenwijdig aan het 10 bodemdeel (12) zijn te brengen, en - de tweede wanddelen (15, 16) loodrecht op het bodemdeel (12) verplaatsbaar zijn over een afstand die ten minste correspondeert met de totaal door de beide op het bodemdeel (12) gebrachte eerste wanddelen (13, 14) ingenomen hoogte, en 15 door scharnieren op en evenwijdig aan het bodemdeel (12) en de daarop gelegde eerste wanddelen (13, 14) zijn te brengen, met het kenmerk, dat een eerste eerste wanddeel (13) zich vanaf het bodemdeel (12) schuin buitenwaarts uitstrekt en een tweede eerste wanddeel (14) en de tweede wanddelen (15, 16) 20 loodrecht van het bodemdeel (12) opstaan.

2. Houder (11) volgens een der conclusie 1, met het kenmerk dat het bodemdeel (12) van openingen is voorzien.

3. Houder (11) volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk dat ten minste een van de eerste (13, 14) of tweede 25 wanddelen (15, 16) van openingen is voorzien.

4. Houder (11) volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat deze althans ten dele is vervaardigd uit geperforeerd materiaal.

5. Houder (11) volgens een der conclusies 1-3, met het 30 kenmerk, dat deze althans ten dele is vervaardigd uit draadmateriaal.

6. Houder (11) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het bodemdeel (12) en de eerste (13, 14) en tweede wanddelen (15, 16) met elkaar zijn gekoppeld door zich 10200421 ψ ten dele onder het bodemdeel (12) uitstrekkende eerste koppelelementen (17) waarin tenminste de tweede wanddelen (15, 16) over een ten minste met de totale dikte van de beide eerste wanddelen (13, 14) corresponderende afstand loodrecht 5 op het bodemdeel (12) verplaatsbaar en scharnierbaar, en de eerste wanddelen (13, 14) scharnierbaar zijn opgenomen.

7. Houder (11) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste wanddelen (13, 14) in de eerste koppelelementen (17) over een ten minste met de totale dikte van de beide 10 tweede wanddelen (15, 16) corresponderende afstand loodrecht op het bodemdeel (12) verplaatsbaar en scharnierbaar zijn opgenomen.

8. Houder (11) volgens een der conclusies 6-7, met het kenmerk, dat de eerste koppelelementen (17) aan hun 15 onderzijde zijn voorzien van groeven (19) voor het opnemen van met die groeven (19) samenwerkende bovenranden van wanddelen van een tweede houder.

9. Houder (11) volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de eerste (13, 14) en tweede wanddelen (15, 16) 20 aan aangrenzende randen met elkaar zijn gekoppeld door tweede koppelelementen (18) van een verend materiaal.

10. Houder (11) volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat deze is voorzien van ten minste een zich onder het bodemdeel (12) uitstrekkende met derde koppelelementen 25 (21) losbaar gekoppelde verstevigingsstrook (20).

11. Houder (11) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de derde koppelelementen (21) zijn voorzien van in gebruikstoestand neerwaarts gerichte sleuven (22) voor het opnemen van met die sleuven (22) samenwerkende zich 30 horizontaal uitstrekkende dragerelementen.

12. Houder (11) volgens een der conclusies 6-11, met het kenmerk, dat de koppelelementen (17, 18, 21) zijn vervaardigd uit een geschikt kunststof materiaal.

13. Houder (11) volgens een der conclusies 6-12, met het 35 kenmerk, dat de koppelelementen (17, 18, 21) zijn vervaardigd door spuitgieten. 1020042·