NL1005791C2 - Kunststof emmer. - Google Patents

Description

Kuna fcafr.rtf ftnrmAr·

De uitvinding heeft betrekking op een kunststof emmer met een bodem en een daarmee verbonden opstaande omtrekswand die aan zijn van de bodem afgewende vrije zijde een mondopening met een mondrand begrenst, aan 5 welke omtrekswand een zich buitenwaarts uitstrekkende omtreksflens aanwezig is, die aan de omtrekswand op enige afstand van de mondrand aansluit, zodanig dat een einddeel van de omtrekswand beschikbaar blijft voor koppeling met een daarover grijpende klemrand van een 10 - deksel, welke omtreksflens een zich althans min of meer dwars op de omtrekswand uitstrekkend eerste flensdeel en een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend tweede flensdeel met een eerste vrije eindrand omvat, waarbij het hoofdvlak van de bodem en de vlakken door de mondrand 15 en de onderste vrije eindrand alle in hoofdzaak plat en in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn, aan welk tweede flensdeel twee onderling diagonaal geplaatste handgrepen gevormd zijn, waarbij elke handgreep is uitgevoerd als een 20 kapvormig naar buiten uitstekend deel van het tweede flensdeel, omvattende een zich ten opzichte daarvan naar buiten uitstrekkend eerste handgreepdeel, een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend tweede handgreepdeel en twee steunschoren, die elk zijn 25 verbonden met het tweede flensdeel en de omtrekseinden van het eerste handgreepdeel en het tweede handgreepdeel, waarbij de onderrand van het tweede handgreepdeel in hoofdzaak in het vlak van de onderste vrije eindrand ligt.

30 Een dergelijke emmer is bekend uit GB-A-2 271 764.

De emmer volgens de uitvinding is gekenmerkt door een draaghengsel, dat scharnierbaar met een tweede flensdeel verbonden is door middel van twee 1 00579 1 2 scharnierverbindingen die zich boven de handgrepen bevinden, zodanig dat het draaghengsel in liggende toestand op de handgrepen kan rusten. In dit verband wordt opgemerkt, dat de beschreven emmer volgens de stand 5 der techniek deze faciliteit niet bezit. Voor het steunen van het draaghengsel zijn specifieke uitsteeksels nodig, die de spuitgietmatrijs gecompliceerder doen zijn en bovendien esthetisch fraai zijn.

Een specifieke uitvoering vertoont de 10 bijzonderheid dat de onderranden van de schoren in het vlak van de onderste vrije eindrand liggen.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de emmer genest stapelbaar is met een zelfde emmer. Het zal duidelijk zijn, dat ter bereiking 15 van de genoemde stapelbaarheid de als romp dienst doende omtrekswand een zekere coniciteit dient te bezitten. Een dergelijke coniciteit is op zichzelf zeer gebruikelijk bij spuitgietartikelen van dit type ten einde een gemakkelijke lossing uit de matrijs te verzekeren.

20 Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat tussen de omtrekswand en de omtreksflens verstevigingsribben zijn aangebracht. Deze ribben dienen niet alleen de vormvastheid en mechanische sterkte van de omtreksflens, maar kunnen ook dienen om 25 tijdens stapelen samen te werken met de mondrand van een er onder geplaatste emmer van hetzelfde type. Hiertoe vertoont een voorkeursuitvoering van de emmer volgens de uitvinding de bijzonderheid dat de ribben een afstand ten opzichte van het vlak van de vrije eindrand bezitten, die 30 een gekozen bedrag kleiner is dan de afstand tussen het vlak van de mondrand en het hoofdvlak van het eerste flensdeel. Met deze uitvoering blijft de vrije onderrand van het tweede flensdeel van een boven geplaatste emmer vrij· van het bovenste deel van het tweede flensdeel van 35 een er onder geplaatste emmer.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid dat de emmer monolitisch is.

1 00 579 1 3

Deze uitvoering kan in het bijzonder het kenmerk vertonen dat de emmer door spuitgieten is vervaardigd.

Specifieke materiaalkeuzes voor de kunststof 5 emmer volgens de uitvinding bestaan hierin, dat de emmer bestaat uit polypropeen (PP), in het bijzonder bij gebruik van de emmer voor voedingsmiddelen, of polyetheen (PE) .

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 10 hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een emmer volgens de uitvinding in gebruiksklare toestand met een zich omhoog uitstrekkend hengsel; 15 figuur 2 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van de met een deksel gesloten emmer volgens figuur 1 met neergeklapt hengsel; en figuur 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een deel van twee genest op 20 elkaar gestapelde emmers.

Figuur 1 toont een PP emmer 1 volgens de uitvinding. Deze emmer omvat een bodem 2 en een daarmee monolitisch gevormde opstaande omtrekswand 3 die aan zijn van de bodem 2 afgewende vrije zijde een mondopening 4 25 met een mondrand 5 begrenst, aan welke omtrekswand 3 een zich buitenwaarts uitstrekkende omtreksflens 6 aanwezig is, die aan de omtrekswand 3 op enige afstand van de mondrand 5 aansluit, zodanig dat een einddeel 7 van de omtrekswand 3 vrij blijft en beschikbaar is voor 30 koppeling met een klemrand 8 van een PP deksel 9, welke klemrand klemmend samenwerkt met de verbrede mondrand 5. De omtreksflens 6 omvat een zich althans min of meer dwars op de omtreksrand 3 uitstrekkend eerste flensdeel 10 én een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend 35 tweede flensdeel 11 met onderste vrije eindrand 12, waarbij het hoofdvlak van de bodem 2 en de vlakken door de mondrand 5 en de onderste vrije eindrand 12 alle in hoofdzaak plat en in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn.

1005791 4

Aan het tweede flensdeel 11 zijn twee onderling diagonaal geplaatste handgrepen 13 gevormd. Elke handgreep 13 is uitgevoerd als een kapvormig naar buiten uitstekend deel van het tweede flensdeel 11 en omvat een 5 zich ten opzichte daarvan naar buiten uitstrekkend eerste handgreepdeel 14, een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend tweede handgreepdeel 15 en twee steunschoren 16 die elke zijn verbonden met het tweede flensdeel 11 en de omtrekseinden van het eerste handgreepdeel 14 en het 10 tweede handgreepdeel 15, waarbij de onderrand 17 van het tweede handgreepdeel 15 in hoofdzaak in het vlak van de onderste vrije eindrand 12 ligt.

Ook de onderranden 18 van de schoren 16 liggen in het vlak van de onderste vrije eindrand 12.

15 Met het tweede flensdeel 11 is een draaghengsel 19 scharnierend verbonden. Een eenvoudige uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat het tweede flensdeel 11 in het gebied van de handgrepen 13 doorgaande gaten vertoont, waarin een verbrede pen is gestoken, die is 20 verbonden met handgreep 19 of aldus de handgreep 19 scharnierbaar met tweede flensdeel 11 te verbinden.

Zoals figuur 2 toont kan het hengsel 19 zijn neergeklapt en in die neergeklapte toestand steunen op de handgrepen 13.

25 De onderrand 17 kan bij voorkeur iets verbreed of afgerond zijn uitgevoerd. Hierdoor kan een gevulde emmer 1 gemakkelijker door de gebruiker met de handen gedragen worden.

Figuur 3 toont dat de emmer 1 genest stapelbaar 30 is met een zelfde emmer l'.

Figuur 3 toont tevens, dat tussen de omtrekswand 3 en de omtreksflens 6 verstevigingsribben 20 zijn aangebracht. Deze ribben 20 vertonen een afstand 21 ten opzichte van het vlak van de vrije eindrand 12, die 35 een gekozen bedrag kleiner is dan de afstand tussen het vlak van de mondrand 5 en het hoofdvlak van het eerste flensdeel 10. Zoals figuur 3 toont blijft aldus een zekere tussenruimte over tussen de vrije eindrand 12' van 1 00 579 1 5 de bovenste emmer en het bovenste gebied van het tweede flensdeel 11 van de onderste emmer.

Het zal duidelijke zijn, dat de uitvinding zich niet tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld beperkt.

1 00579 i

Claims (8)

1. Kunststof emmer met een bodem en een daarmee verbonden opstaande omtrekswand die aan zijn van de bodem afgewende vrije zijde een mondopening met een mondrand begrenst, aan welke omtrekswand een zich buitenwaarts 5 uitstrekkende omtreksflens aanwezig is, die aan de omtrekswand op enige afstand van de mondrand aansluit, zodanig dat een einddeel van de omtrekswand beschikbaar blijft voor koppeling met een daarover grijpende klemrand van een deksel, welke omtreksflens een zich althans min 10 'of meer dwars op de omtrekswand uitstrekkend eerste flensdeel en een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend tweede flensdeel met een eerste vrije eindrand omvat, waarbij het hoofdvlak van de bodem en de vlakken door de mondrand en de onderste vrije eindrand 15 alle in hoofdzaak plat en in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn, aan welk tweede flensdeel twee onderling diagonaal geplaatste handgrepen gevormd zijn, waarbij elke handgreep is uitgevoerd als een kapvormig naar buiten uitstekend deel van het tweede 20 flensdeel, omvattende een zich ten opzichte daarvan naar buiten uitstrekkend eerste handgreepdeel, een daaraan aansluitend, zich omlaag uitstrekkend tweede handgreepdeel en twee steunschoren, die elk zijn verbonden met het tweede flensdeel en de omtrekseinden 25 van het eerste handgreepdeel en het tweede handgreepdeel, waarbij de onderrand van het tweede handgreepdeel in hoofdzaak in het vlak van de onderste vrije eindrand ligt gekenmerkt door een draaghengsel, dat scharnierbaar met een 30 tweede flensdeel verbonden is door middel van twee scharnierverbindingen die zich boven de handgrepen bevinden, zodanig dat het draaghengsel in liggende toestand op de handgrepen kan rusten.

2. Kunststof emmer volgens conclusie 1, 1 00 579 1 met het kenmerk, dat de onderranden van de schoren in het vlak van de onderste vrije eindrand liggen.

3. Kunststof emmer volgens conclusie 1, 5 met het kenmerk, dat de emmer genest stapelbaar is met eenzelfde emmer.

4. Kunststof emmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 tussen de omtrekswand en de omtreksflens verstevigingsribben zijn aangebracht.

5. Kunststof emmer volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat de ribben een afstand ten opzichte van het vlak 15 van de vrije eindrand bezitten, die een gekozen bedrag kleiner is dan de afstand tussen het vlak van de mondrand en het hoofdvlak van het eerste flensdeel.

6. Kunststof emmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de emmer monolitisch is.

7. Kunststof emmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de emmer door spuitgieten is vervaardigd.

8. Kunststof emmer volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de emmer bestaat uit polypropeen (PP) of polyetheen (PE). 1 00 579 1